Gnosis nu! – online jaarprogramma – week 19
De Chinese Gnosis
7 mei 2022
WEEK 1 – WEEK 2 – WEEK 3 – WEEK 4 – WEEK 5 – WEEK 6 – WEEK 7 – WEEK 8 – WEEK 9 – WEEK 10 – WEEK 11 – WEEK 12 – WEEK 13 – WEEK 14 – WEEK 15 – WEEK 16 – WEEK 17 – WEEK 18 – WEEK 19 – WEEK 20 – WEEK 21 – WEEK 22 – WEEK 23 – WEEK 24 – WEEK 25 – WEEK 26 – WEEK 27 – WEEK 28 – WEEK 29 – WEEK 30 – WEEK 31 – WEEK 32 – WEEK 33 – WEEK 34 – WEEK 35 – WEEK 36 – WEEK 37 – WEEK 38 – WEEK 39 – WEEK 40 – WEEK 41 – WEEK 42 – WEEK 43 – WEEK 44 – WEEK 45 – WEEK 46 – WEEK 47 – WEEK 48 – WEEK 49 – WEEK 50 – WEEK 51 – WEEK 52 – WEEK 53
De brontekst voor het boek De Chinese Gnosis is de Tao Teh King (ook bekend als de Daodejing) geschreven door Lao Tse, die leefde in de 6e eeuw voor Christus en naar men aanneemt de stichter van het taoïsme is. De stichters van het Gouden Rozenkruis, Jan van Rijckenborgh en
Catharose de Petri, hebben deze diepgaande tekst van commentaren voorzien.
Wat een moed, energie en inzicht hebben zij gehad om steeds andere bronteksten aan ons uit te leggen! Zij wisten uit al deze bronteksten de essentie van het leven te halen. En de essentie van iets is universeel. Het is steeds dezelfde boodschap die klinkt. In elke tijd anders, maar in essentie gelijk. Mens ken jezelf naar je diepste wezen. Zoals in de Tao Teh King vers 33 wordt gesproken:
Hij die de mensen kent is verstandig, maar hij die zichzelf kent is verlicht.
Over het algemeen is het makkelijker om over anderen te oordelen, dan jezelf werkelijk te doorgronden. Lao Tse zegt:
Hij die andere mensen overwint is sterk, maar hij die zichzelf overwint is almachtig.
En net zoals Pythagoras, die trouwens een tijdgenoot van Lao Tse is, al in zijn Gulden Verzen schreef, is maat houden wat het lichaam later niet schaadt. Lao Tse gaat naar mijn idee nog een stap verder en schrijft:
‘Hij die zich weet te matigen, is rijk, maar hij die energiek is, heeft kracht van wil’.
Ik ben in deze wereld geboren en ben dus van deze wereld. Maar in mij ligt het zaad, het oeratoom, van een andere, goddelijke wereld, van Tao. Als ik dat zaad licht en liefde geef, dan kan het zich in mij ontwikkelen en groeit het uit tot Nieuwe Mens, tot een eeuwigheidsmens. En de Tao Teh King gaat in dit vers verder:
‘Hij die niet van zijn essentiële natuur afwijkt, zal lang leven, maar hij die sterft en toch niet verloren gaat, geniet het eeuwigdurende leven‘.
Wil je werkelijk een vrij mens worden? Richt je dan naar het Licht, schudt het stof van je af en wordt één met het Licht, met Tao!
Het druk doen van de natuurmens, het voortdurend bezig zijn op dit vlak, houdt de werkzaamheid van het oeratoom tegen. Alleen de stilte van het niet-doen, het zich afsluiten voor de dialectiek, baant een weg door de woestijn van het leven. De stilte is de voorloper van Tao’s spirituele essence, zoals Johannes vóór Jezus uitgaat. Door de stilte wordt het oeratoom gewekt uit zijn eeuwenlange slaap.
Met welk doel? Het antwoord luidt: ‘Het nieuwe, het oorspronkelijke leven’. Het pad leidt tot het niet-zijn, én tot het zijn, antwoordt Lao Tse. Het niet-zijn is de grond van de al-openbaring; het zijn is de moeder van alle dingen. Het niet-zijn beduidt niet: niet bestaan, of in het geheel niet zijn, doch het is de absolute, oorspronkelijke toestand, de oorspronkelijke, onsterfelijke heerlijkheid. Het gaat om een nieuw-zijn in die oorspronkelijke staat van het onbeweeglijk koninkrijk. Het zijn zoals wij dat kennen is het zijn van dood, leed en tranen. Dat zijn kan zich niet ontwikkelen uit Tao. Daarom is er een oorspronkelijk zijn, voortkomend uit dezelfde bron van het absolute, als het ware niet-zijn.
Deze boodschap richtte Lao Tse enkele duizenden jaren geleden tot de mensheid. Deze boodschap klinkt u zeer bekend in de oren, omdat ze ook nu verkondigd wordt. Uit Tao, uit de gnosis, ontwikkelt zich een bron, en uit die bron ontspringen het niet-zijn en het zijn. Een eeuwige, onweerstandelijke kracht, waarin het onbeweeglijk koninkrijk staat als een rots. En het stil geworden hart ondergaat de siddering van Tao’s spirituele essence. Aldus vormt het hart het mysterie van de poort des levens.
Uit: De Chinese Gnosis
Hoofdstuk 1: Zijn en niet zijn