2 Het volmaakte evenwicht bereiken

Mysteriën van Mirdad,

Een gedeelte uit Het boek van Mirdad, de hoofdstukken 3 en 4

 

Mirdad 2

BESTEL HET BOEK VAN MIRDAD

Hoewel ieder van u centraal staat in zijn ik, vindt u toch allen uw middelpunt in één ik: het al-ene Ik van God.  Het Ik van God is Gods eeuwige, enige Woord. Daarin is God, het Opper-Bewustzijn, openbaar geworden. Zonder dit Woord zou Hij een absolute stilte zijn.

Dóór dit Woord is de Schepper zelf-geschapen. Door het Woord is Hij-die-vormloos-is genoodzaakt menigvuldige vormen aan te nemen, waardoorheen de schepselen weer tot vormloosheid zullen opgaan. Om zichzelf te voelen, zichzelf te denken, zichzelf te spreken, behoeft God slechts te zeggen: «Ik». Daarom is «Ik» zijn enige woord. Daarom is het Het Woord.

Als God «Ik» zegt, wordt niets ongezegd gelaten. Geziene en ongeziene werelden, geboren dingen en dingen die op geboorte wachten, de tijd die bezig is voorbij te gaan en de tijd die eens zal komen — alle, alle, geen zandkorrel uitgezonderd, zijn en worden in en door dat Woord tot aanzijn geroepen. Alle dingen werden door het Woord gemaakt. Alle worden erdoor onderhouden.

Gods Woord is geen echo in de ruimte, noch een gezwel in de keel of blaren op de tong, behalve voor hen die verstoken zijn van inzicht. Want inzicht is de Heilige Geest, die het Woord belevendigt en het met het bewustzijn verbindt. Het is de draagbalk van het eeuwige Evenwicht met zijn beide schalen: het Oerbewustzijn en het Woord.

Het Oerbewustzijn — het Woord — de Geest van inzicht, ziedaar die drieheid van het bestaan, de drie die één zijn, de één die drie is, even-gelijk, gelijk-omvattend, al-eeuwig, zichzelf-in-evenwicht-houdend, zichzelf-kennend, zichzelf-vervullend. Nimmer toenemend, nimmer afnemend. Eeuwig in vrede. Eeuwig dezelfde. Dat is het volmaakte evenwicht.

De mens noemt het God, ofschoon het te wonderbaarlijk is om benoemd te worden. En toch: heilig is deze naam en heilig is de tong die hem heilig bewaart. Wat zijn de mensen anders dan kinderen van deze God? Kunnen zij van God verschillen?

Is de eik niet verhuld in de eikel? Is God niet verhuld in de mens? Daarom is ook de mens zulk een heilige drieheid: een bewustzijn, een woord, een inzicht. Ook de mens is een schepper, gelijk zijn God. Zijn ik is zijn schepping. Waarom is hij dan niet in evenwicht, zoals zijn God?

De mens is een god in windsels. De tijd is een windsel. De ruimte is een windsel. Het vlees is een windsel, evenals alle zintuigen en dingen die daarmee waarneembaar zijn. De moeder weet heel goed dat de windsels niet de baby zijn. De baby echter weet dit niet.

Ook de mens is zich van zijn windsels bewust, die van dag tot dag en van leeftijd tot leeftijd veranderen. Vandaar dat zijn bewustzijn in voortdurende verandering is. Vandaar dat zijn woord, dat de uitdrukking is van zijn bewustzijn, nooit helder en duidelijk van zin is. Vandaar dat zijn inzicht gesluierd is. En vandaar dat er in zijn leven geen evenwicht is. Het is een drievoudige onbeschrijflijke verwarring.

Daarom smeekt de mens om hulp. Door de eonen heen weerklinken zijn hartverscheurende kreten. De lucht is zwaar van zijn jammerklachten. De zee is zout van zijn tranen. De aarde is doorploegd van zijn graven. De hemelen zijn verdoofd van zijn gebeden. En dit alles, omdat hij de betekenis nog niet kent van zijn ik, dat voor hem zowel de windsels vormt als de baby die erin gewikkeld is.

Als de mens «ik» zegt, klieft hij het Woord in tweeën: zijn windsels zijn het ene deel, Gods onsterfelijke zelf het andere. Deelt de mens inderdaad het Ondeelbare? Dat verhoede God! Geen macht kan het Ondeelbare delen, zelfs niet de macht van God. Maar ’s mensen onvolwassenheid verbééldt zich zulk een deling. En de mens, de baby-mens, gordt zich aan voor de strijd en verklaart de oorlog aan het oneindige Al-zelf, gelovend dat het de vijand van zijn wezen is.

In deze ongelijke strijd scheurt de mens zijn vlees aan flarden en vergiet hij zijn bloed in stromen. Terwijl God, de Vader-Moeder, vol liefde toekijkt. Hij weet dat de mens slechts bezig is de zware sluiers te verscheuren en de bittere gal te vergieten die hem blind maken voor zijn een-zijn met de Ene.

Dát is ’s mensen bestemming: te strijden en te bloeden en te bezwijmen, om tenslotte te ontwaken en de gespletenheid in het ik toe te binden met zijn eigen vlees en haar te verzegelen met zijn bloed.

Daarom bent u eertijds gewaarschuwd — en zeer wijselijk gewaarschuwd! — karig te zijn met het gebruik van ik. Want zolang u daarmee de windsels bedoelt en niet de baby, zolang het voor u eerder een zeef is dan een smeltkroes, zolang zult u slechts ijdelheid zeven, om alleen de dood te oogsten, met heel zijn broedsel van angsten en smarten.

BESTEL HET BOEK VAN MIRDAD

Eén gedachte op “2 Het volmaakte evenwicht bereiken

  1. nel van schie

    wat bijzonder mooi omschreven HET IK.
    dat is echt een schone doorleefde kunst.

Reacties zijn gesloten.