Mysteriën van het Rozenkruis
Beschouwing 1: De uitnodiging ontvangen,
hoofdstuk 1 van Mysteriën en fakkeldragers van het Rozenkruis
‘Onthulde geheimen worden waardeloos, en ontwijd verliezen zij hun kracht. Werp daarom geen parels voor de zwijnen en strooi geen rozen voor de ezel.’
Dit advies staat op de titelpagina van het diepzinnige en veelomvattende inwijdingsgeschrift De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis anno 1459 dat in 1616 anoniem in druk verscheen in het Duits bij drukkerij Lazari Zetzners in Straatsburg. Het motto duidt erop dat de vele mysteriën of geheimenissen in deze roman niet zomaar door iedereen kunnen worden herkend. Het is verspilling van tijd en energie om diepere betekenissen te onthullen aan mensen die daar niet ontvankelijk voor zijn. De ervaring leert namelijk dat mysteriewijsheid indruist tegen de natuurlijke drang tot zelfhandhaving die in ieder mens aanwezig is, en daarom onbegrip en afwijzing kan oproepen.
BESTEL MYSTERIËN EN FAKKELDRAGERS VAN HET ROZENKRUISBESTEL MYSTERIËN EN FAKKELDRAGERS VAN HET ROZENKRUIS
Ook als mensen wel open staan voor de mysteriën, of daar zelfs naar verlangen, is het niet zonder risico om de diepere betekenis van De Alchemische Bruiloft of andere geschriften vol mysteriewijsheid uitgebreid te verklaren. Waarom? Omdat het hen de mogelijkheid ontneemt zelf te ontdekken waar het over gaat en ook omdat de mysteriën en zwijgen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
De uitdrukking ‘sub rosa’, dat letterlijk ‘onder de roos’ betekent, verwijst naar vertrouwelijke informatie en geheimhouding. Het woord mysterie is afgeleid van het Griekse woord muein, dat zwijgen of sluiten (van de lippen) betekent. Als iemand je de symboliek uitlegt van een diepzinnig verhaal, dan sla je die informatie misschien geheel of gedeeltelijk op in je geheugen of je vergeet het weer. Dan gaat er geen transformerende werking vanuit omdat het geen inzicht is dat bij jezelf is opgekomen.
In de mysteriën gaat het nu juist om transformaties. Als mens en als mensheid zijn we geroepen om mee te werken aan het bewerkstelligen van transformaties. Eerst de transformatie van het menselijke bewustzijn, daarna ook de transformatie van de menselijke aura, en tenslotte bovendien de transformatie van de volledige mens, de fundamentele vernieuwing in overeenstemming met het godsplan, die transfiguratie wordt genoemd. De rozenkruisers van toen en nu dragen uit dat het alleen mogelijk is om werkelijk succesvol mee te werken aan de transformatie van de samenleving, en uiteindelijk ook aan de transformatie van de gehele schepping, als dat wordt gedaan vanuit een totaal vernieuwde toestand van zijn.
De noodzaak tot transformaties op mondiale schaal wordt nu algemeen ingezien, want er zijn grote bedreigingen voor de mensheid en voor al het andere leven op onze planeet: klimaatverandering, uitputting van grondstoffen, milieuverontreiniging, straling van kernafval en van communicatienetwerken, uitsterven van planten- en diersoorten, armoede, eenzaamheid, ziekten, verslavingen, oorlog, terrorisme, enzovoort. Natuurlijk is het hard nodig dat die problemen waar mogelijk worden opgelost, en dat we daar persoonlijk aan meewerken voor zover dat ligt binnen onze cirkel van invloed, vanuit de bekende leus ‘verbeter de wereld en begin bij jezelf’.
Herschepping van microkosmos en macrokosmos
De mysteriën gaan echter veel verder dan het verbeteren van je persoonlijkheid, je leefomgeving en de uiterlijke omstandigheden van de mensheid en de aarde: ze gaan over transformatie van jezelf en van het universum, over herschepping van de microkosmos en van de macrokosmos. Het is een grote valkuil om vanuit een toestand van bewustzijnsvernauwing, waarin bijna ieder mens verkeert, alle aandacht te richten op het creëren van een ideale wereld. En dat is nu precies het uitgangspunt van de georganiseerde waan in vrijwel alle geledingen van de samenleving: in religie, wetenschap, kunst, politiek, onderwijs en zakenleven.
Ideaal wordt het hier nooit op aarde. De aarde waarin wij leven is immers onderworpen aan de wet van opgaan, blinken en verzinken. Alles wat verschijnt in de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid, verdwijnt vroeg of laat weer. We kunnen een voortdurende beweging tussen polariteiten waarnemen: wat bijvoorbeeld op het ene moment als goed wordt ervaren, verandert na verloop van tijd onherroepelijk in iets dat niet meer goed is, of zelfs kwaad kan worden genoemd. Wie wordt geboren, is ten dode opgeschreven. Op basis van natuurwetenschappelijke inzichten kunnen we met een zekerheid van honderd procent vaststellen dat er een tijd zal komen waarop er geen enkel biologisch leven meer mogelijk zal zijn op aarde, en ook dat onze planeet eens zal desintegreren.
Misschien ervaar je dit als slecht nieuws, of als een doemscenario, maar diep van binnen weet je dit alles natuurlijk al lang. Er is een zekere moed voor nodig om de eindigheid van alles – dus ook van de wereld en van jezelf – bewust te erkennen, en de illusies die door machthebbers in stand worden gehouden te doorzien. Het goede nieuws is echter dat we de ideale wereld niet hoeven te creëren, maar dat deze er al is en er altijd zal zijn! En ook dat we daarin kunnen leven, niet alleen na de dood van ons stoffelijke lichaam, maar in principe nu al, mits we een proces van reiniging, loutering en vernieuwing doormaken.
De alomtegenwoordige ideale wereld is niet de zintuiglijke waarneembare wereld of haar astrale tegenhanger – ook wel spiegelsfeer genoemd – waar ook het dodenrijk deel van uitmaakt. Nee, het is de wereld van de ziel die we weliswaar met onze zintuigen of verlengstukken daarvan niet kunnen waarnemen, maar die we wel degelijk kunnen ervaren, en van waaruit we ook kunnen leven als we bevrijd zijn uit de toestand van bewustzijnsvernauwing.
In de Griekse mythologie wordt de onzichtbare ideale wereld, die overal aanwezig is en alles doordringt, het Elysion genoemd. De Griekse filosoof Plato (427 – 347 v. Chr) schrijft over de ideeënwereld. De Egyptische ingewijde Hermes Trismegistus heeft het over de Wereld (met hoofdletter) die uit de Eeuwigheid is voortkomen. In het bijbelboek Genesis lezen we over het paradijs. Jezus spreekt over het koninkrijk der hemelen. Sommige gnostici in de eerste eeuwen van de jaartelling noemen de wereld van de ziel het pleroma, een woord dat verwijst naar volheid.
De wereld van de ziel is de wereld van de concrete archetypen of oertypen, die de Franse filosoof Henri Corbin (1903-1978) de imaginale wereld of de mundus imaginalis noemt. In de wijsbegeerte van het moderne Rozenkruis wordt wel gesproken over de bovennatuur of de statica. Tegenwoordig wordt in spirituele kringen de benaming 5D of de vijfde dimensie veel gehanteerd.
Bijna alle mensen op aarde leven in een toestand van bewustzijnsvernauwing omdat zij geen weet hebben van die hogere wereld, die verticale dimensie die uitstijgt boven de tijdruimtelijke wereld die wel als de horizontale dimensie wordt gezien en ook wordt aangeduid met de benaming 3D. Zij kunnen zich er ook niet door laten inspireren omdat de verbinding daarmee uiterst zwak is en er een vibratiekloof bestaat tussen het aardse levensveld en de zielenwereld.
Bewustzijnsvernauwing
Is die toestand van bewustzijnsvernauwing op te heffen? Kan ik daar zelf aan meewerken? Word ik daar gelukkig van? Jazeker! Binnen alle authentieke spirituele tradities wordt een weg gegaan en gewezen die erop gericht is het bewustzijn van mensen op een verantwoorde wijze te verruimen en te vernieuwen, zodat zij werkelijk mens kunnen worden zoals bedoeld in het godsplan. Hoe kun je de weg tot ware menswording gaan? Aanknopingspunten voor die reis naar binnen zijn te vinden in onder andere mythen en heilige geschriften van de mensheid.
In dit boek gaan we uit van het inwijdingsverhaal De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis anno 1459, dat fundamenteel is voor de rozenkruis-traditie en een prominente plaats inneemt in de literatuurgeschiedenis van Europa. Het is een rijk werk dat niet alleen gebaseerd is op proza, maar ook op poëzie en symboliek. In dat verhaal, dat zich evenals het scheppingsverhaal in de Bijbel afspeelt in zeven dagen, is er aandacht voor onder andere muziek, mystiek, getallensymboliek, algebra, geometrie, toneel, filosofie, ceremoniën, spel, humor en uiteraard ook alchemie.
De vrijwel letterlijke Nederlandse vertaling van de ‘Chymische Hochzeit Christiani Rosencreuz anno 1459’ is in verkorte vorm opgenomen in de eerste zeven spirituele teksten van dit boek: in elk hoofdstuk staan de gebeurtenissen op één van de zeven dagen centraal. Ze gaan over de ervaringen van een mens die binnen een mysterieschool een inwijdingsweg gaat.
De laatste twee hoofdstukken van ‘Mysteriën van het Rozenkruis’ zijn gebaseerd op het eerste manifest van de klassieke rozenkruisers: de Fama Fraternitatis uit 1614. Die gaan vooral over het oprichten en tot bloei brengen van een mysterieschool waar mensen een inwijdingsweg kunnen gaan. Het cyclische proces van algehele heelwording op basis van negen onderling samenhangende stappen kan worden weergegeven in een figuur die bekend staat als het enneagram (zie afbeelding 1).
Beroemde natuurwetenschappers als Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716) en Isaac Newton (1643-1723) hebben De Alchemische Bruiloft intensief gelezen en bestudeerd. De eerstgenoemde schreef in een brief aan een vriend hoe hij de naam van de jonkvouw uit De Alchemische Bruiloft had berekend aan de hand van de daar verstrekte gegevens. Hij was erin geslaagd om op basis daarvan een stelsel van eerstegraads vergelijkingen met meerdere onbekenden op te stellen en op te lossen.
Bij de creatie van de opera Die Zauberflöte hebben de componist Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) en de scenarioschrijver Emanuel Schikaneder (1751-1812) – allebei vrijmetselaars – zich laten inspireren door De Alchemische Bruiloft. Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832, fakkeldrager 11) schrijft in 1786 in een brief: ‘Ik heb De Alchemische Bruiloft van Christaan Rozenkruis helemaal gelezen. Er is een mooi sprookje te vertellen op de juiste tijd, wanneer het herboren wordt.’ Negen jaar later schrijft hij het Sprookje van de groene slang en de schone lelie, waar de inhoud van De Alchemische Bruiloft in andere beelden herleeft.
Het is niet verwonderlijk dat Goethe de thematiek op een andere wijze wil uitdrukken, want De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis is een merkwaardig en bizar verhaal. Het is zeker niet historisch, want er gebeuren dingen die natuurwetenschappelijk volstrekt onmogelijk zijn. Het is ook geen mythe die rechtstreeks is ontvangen vanuit de wereld van de ziel, want daarvoor is het te intellectueel. Is het dan misschien een scherts of grap, zoals de vermeende auteur Johann Valentin Andreae (1586-1654, fakkeldrager 8) beweert als hij later predikant is? Nee, ook niet, want daarvoor bevat het verhaal veel te veel diepgang.
Diepzinnig sprookje
We kunnen De Alchemische Bruiloft een met groot inzicht en wijsheid geconstrueerd diepzinnig sprookje noemen waarin gebruik gemaakt wordt van elementen uit oudere geschriften. Het verhaal gaat echter veel verder dan de bekende volkssprookjes, waarin vaak ook diepere waarheden kunnen worden herkend, doorgaans pas op latere leeftijd.
‘Op een dag zul je oud genoeg zijn om weer sprookjes te gaan lezen,’ zegt de Britse schrijver C.S. Lewis (1898-1963). De Duitse dichter Friedrich von Schiller (1759-1805) merkt op: ‘In de sprookjes die mij in mijn kindertijd werden verteld, schuilt een diepere betekenis dan de waarheid die door het leven wordt onderwezen.’ En de icoon van de moderne natuurkunde, Albert Einstein (1879-1955) – die onmiskenbaar én rationeel, én intuïtief én spiritueel was – adviseert: ‘Als je wilt dat je kinderen intelligent zijn, lees ze dan sprookjes voor. Wil je dat ze briljant zijn, lees ze dan meer sprookjes voor.’
De Alchemische Bruiloft is geschreven in de ik-vorm. De hoofdpersoon, die de veelzeggende naam Christiaan Rozenkruis draagt, vertelt nauwkeurig wat hij ervaart op zijn weg naar het scheikundig huwelijk van de koning en de koningin. Zo kom je te weten wat hij denkt, voelt en doet, en kun je jezelf herkennen in hem en in de andere personages.
Als je het verhaal leest of beluistert, kijk je dus als het ware in een spiegel, en zie je wat aansluit bij je bewustzijn op dat moment. Bij de verwerking van dat alles vormen er zich daardoor in je brein en in je bewustzijn patronen en structuren die je in staat stellen om als het ware met andere ogen naar het leven te kijken, waardoor je ervaringen veranderen. Die structuren rijpen geleidelijk. Daarom komt het vaak voor dat de diepere zin van een gedeelte uit een verhaal pas jaren later wordt begrepen, na vele doorleefde gebeurtenissen.
Het verdient dan ook aanbeveling om De Alchemische Bruiloft niet alleen te lezen, maar ook te herlezen. De inwijding waarover wordt gesproken in authentieke spirituele tradities, voltrekt zich procesmatig in zeven symbolische dagen, geen dagen van 24 uur, want het betreft een langdurig proces van vele kalenderjaren.
De bruiloft die in de titel wordt genoemd heeft betrekking op het huwelijk tussen de koning en de koningin, symbool voor de eenwording van de geest en de ziel in de mens die zijn persoonlijkheid daarvoor geschikt maakt. In de loop van dit boek zal waarschijnlijk geleidelijk duidelijker worden wat daarmee wordt bedoeld. Het huwelijk waar het om gaat, wordt niet alleen alchemisch genoemd omdat er gebruik gemaakt wordt van termen, inzichten en procedures uit de alchemie, maar ook omdat energieën en substanties in de mens letterlijk worden omgezet als hij of zij de weg van geestelijke bewustwording en vernieuwing gaat. Symbolisch wordt lood dan omgezet in goud.
Christiaan Rozenkruis werkt er samen met anderen aan mee dat de alchemische bruiloft, waar hij zich volgens de tekst zeven jaar op heeft voorbereid, mogelijk wordt. De voornaam Christiaan duidt erop dat de hoofdpersoon zijn weg wil gaan op basis van de Christuskracht. De achternaam Rozenkruis geeft aan dat de hoofdpersoon erop gericht is om zijn roos te hechten aan het kruis, op het snijpunt van de horizontale balk van het kruis, symbool voor de ons bekende wereld waarin wij leven, en de verticale balk, symbool voor het goddelijke en eeuwige levensveld, dat zich uitstrekt buiten ruimte en tijd. De roos is hier het symbool voor het geestelijke eeuwigheidsbeginsel dat in ieder mensenhart aanwezig is, in eerste instantie latent, slapend, maar het kan ontwaken en werkzaam worden als gevolg van een aanraking door het geestelijke licht. Dat proces wordt ook wel het openbloeien van de rozeknop en het opvlammen van de geestvonk genoemd.
Getallensymboliek
Het verhaal van De Alchemische Bruiloft speelt zich volgens de titel af in het jaar 1459. Dat is een symbolisch getal dat gebaseerd is op de zogeheten Fibonacci-reeks, wat inhoudt dat de afzonderlijke getallen bestaan uit de som van de twee voorgaande getallen. Het getal 5 in 1459 is de som van 1 en 4, en het getal 9 is de som van 4 en 5. Als we weten dat getallen in esoterische geschriften niet zozeer verwijzen naar kwantiteiten maar naar kwaliteiten, zoals dat tot uitdrukking komt in bijvoorbeeld de getallenleer van Pythagoras, dan kunnen we in de vier cijfers van het getal 1459 het gehele proces van ware menswording herkennen.
Het getal 1 staat voor God en voor de eenheid. Oorspronkelijk leefde de mens in de eenheid, in het paradijs, in een nog onstoffelijke gedaante. Door een incident dat wel de zondeval wordt genoemd, verdichtte zijn geestelijke lichaam tot een stoffelijk lichaam, en werd hij gebonden aan de stoffelijke aarde, die wordt gesymboliseerd door het getal 4. Hierbij kun je denken aan de vier elementen, de vier windrichtingen en de vier seizoenen. Op aarde en de daarmee verbonden sferen doolt de mens vervolgens gedurende vele incarnaties rond totdat er een dusdanige ervaringsvolheid is bereikt, dat de sluimerende geestvonk ontwaakt en de mens de uitnodiging aanvaardt om terug te keren tot de eenheid. Dat kantelpunt wordt ook wel aangeduid als de Zon-inwijding, omdat iets van de geestelijke Zon wordt ervaren.
Als de leerling vervolgens blijft luisteren naar de innerlijke roep en het daaruit voortvloeiende verlangen volgt, dan ontstaat er op een bepaald moment een nieuw bewustzijn, een nieuwe ziel, waardoor de mens iets ervaart van de bovennatuur, en daar zijn aardse leven op gaat afstemmen. Die nieuwe ziel wordt gesymboliseerd door het getal 5, de vijfpuntige ster of het pentagram. Zodra die ziel volwassen geworden is, kan zij zich op een bepaald moment verbinden met de geest. Door dat alchemisch huwelijk wordt de oorspronkelijke mens in zijn glorie hersteld. Hij is dan als Adam in het paradijs, voordat de scheiding van de geslachten plaatsvindt. Die toestand wordt gesymboliseerd door het getal 9.
De naam van de oorspronkelijke mens, Adam, wordt in het Hebreeuws geschreven met de letters alef, daleth en mem (ADM), die in het Hebreeuwse alfabet respectievelijk een letterwaarde hebben van 1, 4 en 40. De woordwaarde komt daarmee uit op 1+4+40=45, en kan worden gereduceerd tot 4+5=9.
Zo kunnen we ook het jaartal 1459 duiden. Het kan eerst gereduceerd worden tot 1+4+5+9=19, daarna tot 1+9=10 en tenslotte tot 1 + 0 = 1. In de hermetische tarot staan die drie getallen voor achtereenvolgens de zon (arcanum 19), het rad van fortuin (arcanum 10) en de magiër (arcanum 1) – allemaal goed te plaatsen beelden als het gaat om het bereiken van de vervulling. Het getal tien verwijst ook naar het tiensnarige instrument waarmee de rechtvaardige zijn lied zingt en naar de tien uitvloeiingen van het hemelse licht die in de kabballah worden weergegeven door de tien sephiroth van de levensboom, die de innerlijke structuur van al het geopenbaarde weergeeft.
De door de geest vernieuwde mens
Er is echter nog meer aan de hand met het getal 1459. Het tweede manifest van de klassieke rozenkruisers, de Confessio Fraternitatis, vermeldt in paragraaf 6 dat Christiaan Rozenkruis geboren is in het jaar 1378, een jaartal dat ook gegraveerd is op de plaat bij de bron op de vierde dag van De Alchemische Bruiloft. Dat betekent dat Christiaan 81 jaar is als hij in 1459 het scheikundig huwelijk beleeft. Het getal 81 is het kwadraat van 9 (9 x 9) en kan gereduceerd worden tot 8+1=9.
Sinds het begin van de jaartelling zijn er dan 1458 kalenderjaren verstreken, en 1458=18×81= (9 + 9) x 9 x 9. Via deze wellicht wat wonderlijke redeneringen is het mogelijk aan te voelen dat de Alchemische Bruiloft gaat over de realisatie van de door de geest vernieuwde mens, die wordt gesymboliseerd door het getal 9. Frappant is verder dat de som van de woordwaarde van Christian (97) en van Rosencreutz (155) in totaal 252 bedraagt, een getal dat kan worden gereduceerd tot 2+5+2=9!
De hoge leeftijd van Christiaan Rozenkruis, 81 jaar, duidt erop dat er sprake is van een volheid van ervaringen. Daaruit mogen we natuurlijk niet concluderen dat de weg van ware menswording alleen kan worden gegaan door bejaarden. Ook jonge mensen kunnen er rijp voor zijn als gevolg van de vele ervaringen die in vorige incarnaties zijn opgedaan. Het begrip ‘ervaringsvol’ kan overigens gemakkelijk verkeerd worden begrepen, want het opdoen van ervaringen gaat altijd door, tot in de eeuwigheid. Met het begrip ‘ervaringsvol’ wordt hier bedoeld: vol zijn van ervaringen die beleefd zijn vanuit een toestand van bewustzijnsvernauwing.
Naarmate je bewustzijnsniveau toeneemt, verliezen de dingen die je voorheen enorm boeiden hun glans. Je wordt je er dan van bewust dat je verlangen uitgaat naar iets wat je nog niet kent. Je voelt dan iets wat wel wordt aangeduid als heimwee naar een verloren paradijs. In de wijsbegeerte van het moderne Rozenkruis wordt in dit verband gesproken over pre-herinnering, het is een vage notie van een gelukzalige toestand in een ver verleden die zich soms manifesteert in een hang naar nostalgie.
De Alchemische Bruiloft is tot nu toe niet verfilmd. Misschien is dat maar goed ook, want het lezen van De Alchemische Bruiloft is een goede oefening in concentreren en visualiseren. Dat zijn beide ziele-kwaliteiten die essentieel zijn op de weg van de mysteriën, en die in de huidige maatschappij dreigen weg te kwijnen of te worden misbruikt. De concentratieboog wordt korter omdat er zoveel afleidingen zijn, en de cultuur met de vele snelle bewegende beelden beperkt het voorstellingsvermogen dat nodig is om te schouwen in de zielewereld, de mundus imaginalis, en daar scheppend werkzaam te zijn.
De kunstenaar Johfra (1919-1998) heeft een serie van achttien illustraties gemaakt bij De Alchemische Bruiloft. Afbeelding 2 toont de titelpagina van de eerste druk van de ‘Chymische Hochzeit Christiani Rosencreuz anno 1459’ en ook een tekening van Johfra (een pseudoniem van Johannes Franciscus Gijsbertus van den Berg) waarin Christiaan Rozenkruis op de avond voor Pasen een schriftelijke uitnodiging ontvangt van een indrukwekkende vrouwelijke gestalte in een blauw gewaad met sterren en vleugels die bedekt zijn met ogen. In het midden van de afbeelding staat het teken waarin Christiaan Rozenkruis zal overwinnen. Dat is het zogeheten monade-hiëroglief waarover John Dee (1528-1608, fakkeldrager 2) een beroemde verhandeling heeft geschreven: de ‘Monas Hieroglyphica’. In dat samengestelde symbool zijn niet alleen veel diepe wijsheden te herkennen, maar ook bijvoorbeeld de symbolen van de planeten. John Dee was een Engelse alchemist, hermeticus, humanist, filosoof, wiskundige, geograaf en astroloog in wie de impuls van het Rozenkruis tot uitdrukking kwam.
In het gedicht dat met gouden letters geschreven is op een azuurblauw briefje, leest Christiaan dat hij uitgenodigd is om de berg op te gaan, waar drie tempels staan, om daar de koninklijke bruiloft van de bruidegom en de bruid mee te maken. Ook wordt hij aangespoord zichzelf te onderzoeken omdat degenen die niet zuiver zijn en toch naar de bruiloft komen, daar schade van zullen ondervinden.
De tekst maakt duidelijk dat dit alles voor Christiaan Rozenkruis een intense ervaring is, die voorafgegaan wordt door een storm en wordt afgesloten door een krachtige bazuinstoot die de vrouwelijke gestalte bij haar vertrek produceert, en die nog lang nagalmt. Christaan schrikt ook van de voorwaarden die gesteld worden aan de bruiloftsgasten. Hij onderzoekt zichzelf en constateert dat hij vrijwel niets weet van de verborgen dingen en ook dat hij zijn eigenbelang nog stelt boven het welzijn van zijn medemensen.
Hoe kunnen we deze episode duiden? Hier wordt een mens geschetst die door het leven gerijpt is om de eerste en fundamentele stap te zetten op een weg van inwijding in de gnostieke mysteriën. Voor hem is het de avond voor Pasen omdat de uittocht uit zijn cel naar het beloofde land, naar het goddelijke levensveld, aanstaande is. Hij wordt innerlijk geraakt door de geestkracht die uitgaat van de Universele Broederschap. Dat ervaart hij als een harde wind in zijn leven, een krachtige wake-up call die aanzet tot zelfonderzoek en waarover Jiddu Krishnamurti (1895-1986) zegt: ‘De hoogste vorm van menselijke intelligentie is om jezelf te observeren zonder oordeel’.
Ken uzelf
Door alle tijden heen is zelfkennis essentieel op de mysterieweg die leidt tot het individuele Paasfeest, tot de opstanding van de innerlijke mens. Volgens de overleveringen stond boven de poort van de beroemde Apollo-tempel te Delphi in Griekenland de spreuk ‘Ken uzelf’ (gnothi seauton). Dat heeft niets te maken met navelstaren. In hoofdstuk 8 van het Aquarius Evangelie wijst de leraar Elihu zijn mysterieleerlingen op het grote belang van zelfkennis. Hij zegt:
‘Als u mij zou vragen wat u zou moeten bestuderen, dan zou ik zeggen: “uw zelven, uw ego’s”, en als u die goed bestudeerd zou hebben, en mij zou vragen wat daarna moet bestudeerd, zou ik weer antwoorden “uw ‘zelven’ of uw ego’s”. Hij die zijn lagere zelf goed kent, kent de waan van de wereld, heeft kennis van de dingen die voorbij gaan; en hij die zijn hoger zelf kent, kent God en heeft kennis van alles wat niet kan voorbij gaan.’
Met je lager zelf wordt hier je sterfelijke persoonlijkheid bedoeld en je hoger zelf is dat wat in de hermetische traditie de microkosmos wordt genoemd. Als sterfelijke natuurgestalte ben je, evenals alle andere mensen, tot en met verbonden met de vergankelijke, aardse natuur. Maar naar de geestkern ben je, net als iedereen, verbonden met de onvergankelijke natuur, met de wereld van de ziel en van de geest. Want als mens ben je meer dan alleen je stoffelijke lichaam en je persoonlijkheid. Je bent onderdeel van een groter stelsel. Je woont in een microkosmos of kleine wereld, die een afspiegeling is van de macrokosmos.
BESTEL MYSTERIËN EN FAKKELDRAGERS VAN HET ROZENKRUIS
Jouw sterfelijke persoonlijkheid leeft dus tijdelijk in een onsterfelijke microkosmos waarvan de geestkern zich bevindt in je hart. De microkosmos is beschadigd – in symbolische zin ziek – en is daarom gebonden aan het veld van de aarde. Steeds opnieuw wordt er binnen een microkosmos een nieuwe sterfelijke persoonlijkheid geboren, die de microkosmos ervaringsvoller maakt, totdat er een persoonlijkheid in de microkosmos tot ontwikkeling komt die op basis van innerlijke verontrusting besluit de reis naar binnen te gaan maken en de microkosmos zo te bevrijden van het wiel van geboorte, leven en dood.
Misschien ben jij wel de persoonlijkheid die nu over alle mogelijkheden beschikt om het proces van transfiguratie in jezelf te laten voltrekken. Als je die weg naar binnen gaat, kom je van inzicht tot gnosis en word je geschikt om je te richten op het werk naar buiten, van dienstbaarheid naar vervulling.
Christiaan Rozenkruis twijfelt of hij naar de koninklijke bruiloft zal gaan, want hij vraagt zich serieus af of hij daar waardig genoeg voor is. Hij bidt dan om onderricht in zijn slaap op basis waarvan hij de juiste beslissing kan nemen. Dan heeft hij een droom die niet zo moeilijk te duiden is.
Opgetrokken worden
Christaan Rozenkruis bevindt zich in zijn droom op de bodem van een gevangenistoren, samen met veel andere mensen. Er heerst volledige duisternis. Boven wordt plotseling het deksel van de schacht geschoven en er dringt wat licht door in de duisternis. De redding uit de ongelukkige situatie is ophanden. In de grootste opwinding beginnen de gevangenen elkaar te duwen en naar beneden te duwen om op de rug van andereen zelf verder naar boven, naar het licht te komen.
De redders boven, aan de rand van de schacht en niet duidelijk zichtbaar, laten vervolgens zeven keer een koord neer waar de ongelukkigen aan opgetrokken kunnen worden. Maar de strijd tussen de gevangenen is zo verschrikkelijk dat ze elkaars redding beletten. Nauwelijks heeft er één een koord gegrepen of de volgende, die graag zijn plaats zou willen innemen, trekt hem weer terug, of er klampen zich zovelen aan hem vast, dat hij door het gewicht weer naar beneden wordt getrokken.
Christiaan Rozenkruis herkent in deze droom zijn eigen situatie en die van de mensheid. Juist op het moment dat er een sprankje hoop ontstaat omdat er zich een mogelijkheid tot redding uit het rijk van de duisternis voordoet – uit de toestand van bewustzijnsvernauwing – steken egoïsme en zelfhandhaving in verhevigde mate de kop op, waardoor mogelijke reddingen worden bemoeilijkt. Tenslotte lukt het Christiaan Rozenkruis om een koord te grijpen en zich naar boven te laten trekken. Als hij bevrijd is, helpt hij boven direct mee met het optrekken van anderen. Als het koord voor de zevende en laatste keer wordt neergelaten en opgetrokken, worden er die keer meer gevangenen bevrijd dan in de zes keer die daaraan vooraf gingen.
Lang niet alle gevangenen zijn bevrijd na het zeven keer neerlaten en optrekken van het koord. In de droom ontvangen de bevrijden een gouden gedenkpenning met aan de ene zijde de opkomende zon en aan de andere zijde de letters D.L.S. (Deus Lux Solis: God is het Licht van de Zon). Voor hen die met hulp van de Universele Broederschap zijn opgetrokken uit de put van de versterving breekt een nieuwe dag van openbaring aan, waarop zij zich gereed kunnen maken om bekleed te worden met de geestelijke zon. Het uiterlijke goud herinnert de bevrijden eraan dat zij het innerlijke goud in zichzelf dienen vrij te maken in een drievoudig proces: het leren kennen van de goddelijke idee (Deus), het bezielen van de goddelijke idee (Lux) en het verwerkelijken van de goddelijke idee (Solis).
Jan van Rijckenborgh (fakkeldrager 21), één van de stichters van de School van het Gouden Rozenkruis, formuleerde diezelfde drievoudige gedachte op een krachtige wijze. Die woorden staan gebeiteld in een bescheiden monument dat aan hem is gewijd en dat in de rozentuin bij het conferentiecentrum Noverosa in Doornspijk staat, waar hij in de jaren dertig van de vorige eeuw samen met zijn broer Wim Leene (fakkeldrager 20) het conferentiewerk van het Rozenkruis startte. Ze luiden:
De Kennis des Lichts die geopenbaard is.
De Liefde die redding zijt.
De Daad, die voert langs de rijzende Zuilengang tot in de Poort des Eeuwigen Levens.
LEES MEER OVER MYSTERIËN EN FAKKELDRAGERS VAN HET ROZENKRUIS