Het hart als beginpunt voor spirituele ontwikkeling – beluister of lees bezinning 7 van het Gouden Rozenkruis

 

bezinning 1bezinning 2bezinning 3bezinning 4bezinning 5bezinning 6bezinning 7bezinning 8bezinning 9bezinning 10bezinning 11bezinning 12

Namens de Internationale School van het Gouden Rozenkruis heten wij u van harte welkom op deze bezinning over de mysteriën van het hart, getiteld : ‘Het hart als beginpunt voor spirituele ontwikkeling’. Als opening lezen wij enkele woorden uit  het zevende boek van het Corpus Hermeticum van Hermes Trismegistus:

‘Waar spoedt ge u heen, o mensen, gij die beneveld zijt omdat ge u bedronken hebt aan het woord dat alle gnosis mist, het woord der volstrekte onwetendheid dat ge niet kunt verdragen en dat ge nu dan ook eindelijk uitbraakt? Houd op en word nuchter: zie weer met de ogen van uw hart ! Zoek een gids die u de weg wijst naar de poort van de gnosis. Daar is het stralende licht dat vrij is van duisternis. Daar zijn allen nuchter en houden de blik van hun hart gericht op Hem die gezien wil worden. Want men kan Hem niet horen, noch met woorden beschrijven, noch met de ogen zien, maar alleen met de geest en het hart.’

Muziek

De mysteriën van het hart zijn veelvuldig, diep, en voor ons verstand maar tot op zekere hoogte toegankelijk. In alle spirituele leringen en tradities die het pad van bevrijding wijzen, speelt het hart een centrale rol. Het is het begin van het pad, het midden van het pad en het nooit eindigende einde van het pad. Waarom vervult het hart zo’n bijzondere functie in het proces dat wij aanduiden als: bevrijding, hereniging met het goddelijke leven. Hart betekent ook: centrum, kern, middelpunt. Leven openbarend en leven instandhoudend middelpunt.

Waarom is juist dit orgaan een instrument voor het goddelijke leven? In een wonderbaarlijk onophoudelijk ritme van spanning en ontspanning doordrenkt het hart de mens een leven lang met energie. Energie is het sleutelwoord voor de nieuwe tijd. Wij leren het op school, de moderne natuurkunde spreekt er over, alles is energie.

Zelfs de meest vaste, compacte vorm is in diepste wezen pure energie. Tot in de diepste diepten van het atoom hebben we te maken met energie-deeltjes die precies weten hoe ze zich moeten gedragen, hoe ze met andere energie-eenheden samen moeten werken, waarbij op een bepaald niveau afstand en tijd geen rol meer spelen. Energie kunnen we ook benoemen als informatie. Informatie zegt iets over de betekenis die de energie heeft. dat wil zeggen: kennis, weten, intelligentie, en in allerdiepste wezen: wijsheid, geest. 

Muziek

De cellen van het hart hebben een wonderbaarlijke eigenschap: ze kunnen op een wijze met elkaar communiceren waarbij tijd, afstand en ruimte op een bijzondere wijze worden overbrugd. Op een hoger niveau – op het waarachtige zieleniveau – zijn tijd en afstand van geen belang. Daardoor is het hart dus ook een overbrenger van zeer hoge energie, van ziele-energie.

Ons hart zendt ononderbroken golven van informatie-energie tot alle delen, organen en cellen van ons lichaam. Elk van de miljoenen hartcellen klopt mee met de andere hartcellen, in een ononderbroken, subtiele onderlinge communicatie. Een orkest van miljoenen spelers speelt in een onvoorstelbare ritmische verbondenheid de symfonie die het geheim van ons leven hoorbaar en voelbaar maakt  onze hartslag; dat is:

  • een energiemysterie op stoffelijk niveau;
  • een energiemysterie op zieleniveau;
  • een energiemysterie dat de wonderen van de Geest tot stand brengt.

Ons hart, als fysiek orgaan is het meest geschikte instrument waarmee de Geest Gods zich in de mens kan openbaren. Wij allen dragen een vonk van die geest in ons hart, als een stille boodschapper van het goddelijke zijn, dat alomtegenwoordig is.

Muziek

Er liggen mysteries in ons hart verborgen waar ons denken niet van kan dromen, laat staan zich er een voorstelling van kan maken. Het mysterie wordt nog dieper wanneer we bedenken en in liefde overwegen dat een vonk van goddelijk licht in ons hart zelf aanwezig is. 

Het hart speelt in de praktijk van de geestesschool van het Gouden Rozenkruis een eminente rol. Immers, in ons hart rust de goddelijke lichtvonk, de kiem van eeuwig leven, maar de lichtvonk is eveneens het centrum van ons ware wezen. Dus middelpunt én alomtegenwoordigheid.

Het wezen van het goddelijke licht is oneindig, het is in ons en om ons. Ons hart is de omzetter van het licht. Ons hart klopt ongeveer honderdduizend keer per dag, tegen de veertig miljoen keer per jaar. In zeventig jaren is dat bijna drie miljard hartslagen.

Je zou kunnen afvragen: is het mogelijk dat een mens niet één keer in zijn leven de roep van zijn hart verneemt, het kloppen aan de deur van zijn bestaan? Dat is toch onmogelijk. Wij kunnen namelijk het hart ononderbroken waarnemen. Het heeft zijn eigen toon, zijn wondere levenssymfonie. Wij kunnen het voelen en horen als een stoffelijke gelijkenis voor de eeuwige aanwezigheid van het goddelijke licht.

Muziek

Hermes zegt: ‘Men kan hem niet horen, noch met woorden beschijven, noch met de ogen zien, maar alleen met de geest en het hart.’

In ons hoofd woont ons ego, ons aardse ik. Uiteraard wordt ons tijdelijk ik door veel meer factoren gevormd, maar in het brein heeft het zijn hoofdresidentie. De stem van het ik zwijgt nooit. De activiteit in het brein is als een waterval, onstuitbaar. En vanuit het brein valt het, als water, letterlijk naar beneden, ons lichaam in. Via de zenuwdraden die zich vanuit het brein in het gehele lichaam verspreiden, stroomt de stem van het ik tot in alle delen van ons lichaam. Dit ego bestuurt en beheerst het lichaam en is niet van plan zijn greep op het lichaam op te geven. Lichamelijk zelfbehoud is voor de aardse mens de natuurlijkste zaak. De mechanismen van zelfbehoud zijn ook overgeheveld naar voelen, willen en denken, naar de gehele expressie van ons wezen, ons ik-bewustzijn.

Het is tevens interessant te zien dat het brein nooit in slaap valt. Overwegingen van zelfbehoud gaan ’s nachts gewoon door, ook het dromen. Alle angsten komen uit het brein voort. Eigenlijk is er maar één angst: namelijk de existentiële angst. Het doet er niet toe met welk gewaad ze zich omhult,  het is doodsangst, angst voor het eigen einde.

Het ego is voortdurend op zoek naar nieuwe prikkels om zijn eigen angst niet onder ogen te hoeven zien. Ware rust en stilte zijn voor het brein een kwelling, veel spreken is een gangbare manier om te ontsnappen aan de stilte.

Muziek

‘Zie weer met de ogen van uw hart,’ zei Hermes. Het hart kan ons voeren tot de stilte van het pure goddelijke zijn. Door die stilte wordt het brein-ego onttroond, wordt de onrechtmatige meester weer tot dienaar – voor zo lang dat dan nog nodig is. Want de werkelijke roeping van het brein is dienen, niet heersen. Uiteindelijk zou het brein de zetel of de troon kunnen zijn van de geest.

Zoals gezegd: energie is altijd informatie. En informatie in haar zuiverste toestand is geest. De oorspronkelijke betekenis van het woord geest is: beweging, zich roeren, werking. Denkt u in dit verband aan de beweging of kracht van de Heilige Geest. De Geest Gods waait door het heelal. Geestenergie is beweging. Alle beweging ontstaat in iets en vindt plaats in iets dat zelf onbeweeglijk is, zo leert ons Hermes;  en, zo fluistert de intuïtie uit het diepst van ons hart ons toe.

Muziek

Er is een energie van zo’n hoge vibratie en snelheid dat het woord hoog niet meer van toepassing is. We zouden kunnen zeggen ‘absoluut hoog’, maar zelfs dat is nog een beperking. Die energie is dusdanig ‘hoog’ en ‘snel’ dat ze overal tegelijk is. Ze is alomtegenwoordig. Het is eigenlijk geen energie meer, maar de bron van alle energie – de bewegingsloze oorzaak van alle beweging: de stilte, puur, alomtegenwoordig Zijn. Waar de goddelijke geestenergie werkzaam is, daar is als eeuwige achtergrond de stilte, want alles komt uit de stilte, uit het oneindige Zijn zelve voort.

Meester Eckehart heeft gezegd: ‘Er is in het hele al-bestaan niets dat zozeer op God lijkt als de stilte.’

Als de stilte zich in ons openbaart, dan zal met iedere harteklop deze mysterieuze kracht in ons geboren worden. Want het hart is het instrument waardoorheen deze energieën kunnen werken. Door de stilte komt bevrijding, hereniging met het goddelijke leven; wanneer het brein-ego zich volledig overgeeft aan de energieën die door het hart het wezen binnen stromen.

Een dergelijke overgave is geen actie van het ik, want elke actie van het ik is een bevestiging van het ik. Het is de goddelijke lichtkern in ons hart die ons attent maakt op die stilte. De ikmens maakt ruimte voor de genezende fluisteringen van zijn hart. In stille verbazing over het wonder dat zich in zijn stelsel voltrekt. En uit het hart klinkt de stem van het grote mysterie: ‘wees stil o leerling, en Ik zal mijn wonderen in u spreiden.’

Muziek

Graag besluiten wij deze bezinning met de wens dat de lichtkracht uw gehele wezen zal gaan doordringen.

LEES MEER OVER DE STEM VAN HET ROZENHART

BESTEL DE STEM VAN HET ROZENHART, WOORDEN UIT DE TEMPEL