Spirituele Pinksteren 8: vervuld worden van de heilige geest
Beschouwing voor ochtend Pinksterzondag, gebaseerd op spirituele tekst 7
BESTEL SPIRITUELE PASEN EN PINKSTEREN
Het koninkrijk van de hemelen is in u. Maar de tijd komt dat wat binnen is, in het belang van de wereld buiten geopenbaard zal worden. Ordening is inderdaad goed en nodig, maar boven alles gaat de liefde. Hebt elkaar en alle schepsels van God lief, daardoor zal iedereen weten dat u mijn discipelen bent.’
(Het evangelie van de heilige twaalven 91:3-4)
In de voorgaande zeven beschouwingen van deze module ‘Spirituele Pinksteren’ zijn diverse aspecten, die optreden door de inwerking van de heilige geest op de mens op het gnostieke pad, diepgaand besproken. Het zal duidelijk zijn dat zo’n weg alleen kan worden gegaan op basis van inzicht en verlangen.
Nu kan dieper worden ingegaan op de gnostieke betekenis van het Pinksterverhaal zoals dat vooral bekend is uit hoofdstuk 2 van het bijbelboek Handelingen der apostelen en op een iets andere wijze staat beschreven in hoofdstuk 182 van het Aquarius Evangelie en hoofdstuk 96 van het Evangelie van de heilige twaalven.
Gnostieke lichtkrachten bewerkstelligen een geheel nieuwe ordening in de mens die deze in zich opneemt en werkzaam laat worden. En de tijd zal zeker komen dat die nieuwe ordening zich naar buiten zal weerspiegelen, zowel in elk mens afzonderlijk als in groepen van mensen. Aan de vruchten herkent men altijd de boom.
Het is vrijwel uitgesloten dat een mens als eenling zijn innerlijke opdracht om een brug te worden tussen Schepper en schepping kan vervullen, ook al verlangt hij er naar en is hij vol goede bedoelingen. Dat komt vooral omdat hij nog niet in staat is om zelfstandig de benodigde hogere energieën of lichtkrachten aan te trekken.
Bovendien overweldigen de zuigkracht van de materiële, en tegenwoordig vooral ook van de virtuele, wereld meermalen de aandacht van de innerlijke mens. Zeker aan het begin van het pad is het bijzonder moeilijk om op eigen kracht de aandacht gericht te houden op alle veranderingen die gaan plaatsvinden. Daarom worden er mysteriescholen gesticht.
Lichtboodschappers zijn afgezanten die vanuit de goddelijke wereld op aarde incarneren. Zij hebben de opdracht van de universele broederschap aanvaard om de mensheid bij te staan op zijn weg van duisternis naar licht. Zij verzamelen gelijkgerichte mensen om zich heen om de gnostieke spirituele weg met gebundelde kracht te gaan. Ze ontwikkelen leringen en werkwijzen die aansluiten bij de cultuur en de omstandigheden waarin ze werken.
Door het offer en de krachtsinspanning van de stichters van mysteriescholen, kunnen hun mysterieleerlingen zich ontwikkelen. Op hun individuele pad van zielewedergeboorte kunnen die leerlingen lichtkrachten vrijmaken en toevoegen aan die van de in kracht toenemende groep. Zo kan de heilige geest zich keer op keer en eeuw na eeuw uitstorten in een toebereide gnostieke groepering, tot reiniging en transformatie van allen die deel uitmaken van de groep. Maar ook tot bewustwording van de gehele mensheid.
Zo kunnen we nu het Pinkstermysterie benaderen.
De atmosferische christuskracht is voor ieder mens overal en altijd beschikbaar. Die kracht zouden we een zeer, zeer afgezwakte vorm van de heilige geest kunnen noemen. Het is in eerste instantie een roepend, zacht aanrakend veld dat de mens doet verlangen naar hoger leven. Het werkt dan nog niet louterend en transformerend. Werkelijke heiliging of heelmaking kan alleen plaatsvinden in een veld waarin de heilige geest krachtig werkzaam is. En dat kan alleen als de roepende kracht wordt herkend en aanvaard.
De heilige geest komt een individu of een groep niet zomaar aanwaaien. Die moet heel bewust worden ontvangen en gedynamiseerd. Daarom staat er in het Pinksterverhaal in het laatste hoofdstuk van Het evangelie van de heilige twaalven dat ongeveer honderdtwintig discipelen samen in gebed gingen en verzochten om bescherming.
Bidden in gnostieke zin is niet vragen om persoonlijke voordelen en individuele verlossing, maar een intens innerlijk gericht zijn op de verticale dimensie. Werkelijk bidden is smeken de gnostieke lichtkracht te mogen ontvangen in het eigen stelsel – dat is de heilige adem inademen. Na omzetting in gnostieke zin kan deze kracht, die dan goddelijk en menselijk tegelijk is, worden uitgeademd in de horizontale dimensie. Dan pas wordt een mens dienstbaar aan alles en allen.
In het Pinksterverhaal ontvangt de discipel Petrus, die na de hemelvaart evenals de andere discipelen een apostel is geworden, de leiding van een nieuw op te richten gemeenschap. Dat is geen gewone kerk; het is de universele onzichtbare kerk, het onverwoestbare gebouw van licht.
Petrus, symbool voor de wil, is de nieuwe hogepriester; hij heeft de plaats ingenomen van de oude hogepriester, de op de aarde gerichte wil van de uiterlijke mens. Petrus stuurt de overige apostelen aan en de taken worden verdeeld. De discipelen en apostelen symboliseren de twaalf paar hersenzenuwen die de gehele lichaamsgestalte van de mens besturen.
Op het spirituele pad worden zij voortdurend onderricht door Jezus en zo op hun nieuwe taak voorbereid. Waar zij voor de hemelvaart door Jezus, de innerlijke lichtkracht, worden geleid, zijn zij na de hemelvaart de dragers geworden van een nog hogere kracht: de vuurkracht van de geest.
Het dienende werk van de apostelen neemt een aanvang. In het evangelie van de heilige twaalven worden vier ambten onderscheiden die allemaal nodig zijn voor de spirituele weg, zowel in een mens als in een groep: apostelen, profeten, evangelisten en herders. Deze corresponderen met respectievelijk de vier elementen vuur, lucht, water en aarde. Die ambten kunnen allemaal tegelijk aanwezig zijn in één persoon.
Toen werd aan elk van de apostelen een staf gegeven om hun voeten te leiden op de weg van de waarheid en daarbij bekroond met glorie. De profeten kregen brandende lampen om het pad te verlichten en reukvaten met vuur. Aan de evangelisten werd het boek van de heilige wet gegeven om het volk tot de eerste beginselen terug te roepen, terwijl de herders de beker en de schaal kregen om de kudde te weiden en te voeden.
Maar aan niemand werd iets gegeven wat niet aan allen gegeven werd, want allen waren een priesterschap in de tempel van God met de Christus als hun grootmeester-hogepriester.
(Het evangelie van de heilige twaalven 96:6-7)
De taak van de apostelen is primair om voortdurend de binding met de geest de onderhouden. De nieuwe wil, Petrus, is daartoe onmisbaar en hij is de nieuwe hogepriester. Petrus is de bemiddelaar die de plaats van Jezus als bemiddelaar heeft ingenomen na de hemelvaart.
De apostelen worden voor hun taak in het bezit gesteld van een staf en bekroond met glorie. We begrijpen dat dit directe verwijzingen zijn naar het vernieuwde slangenvuurstelsel en het geopende kruinchakra die dit bevrijdende werk mogelijk maken.
Profeten hebben niet alleen de opdracht om te schouwen hoe het grote doel stap voor stap kan worden bereikt, maar ook om bewust te werken aan de realisatie daarvan. Daartoe ontvangt iedere profeet een brandende lamp. Deze lamp is het licht van de nieuwe ziel in de vierde hersenholte, ook wel het derde oog of ‘het teken van de zoon des mensen op het voorhoofd’ genoemd. Het staat in verband met het vernieuwde voorhoofdchakra.
Het is ‘de lamp voor de voet en het licht op het pad’ zoals Psalm 119:105 het uitdrukt. Zodra er een stap gezet is, maakt het licht van de innerlijke lamp duidelijk wat de volgende stap zal zijn.
De reukvaten met vuur verwijzen naar de reinigende lichtkracht, symbolisch aangeduid als wierook, die vrijkomt uit de spirituele werkplaatsen van het menselijke lichaam. Het zijn de 49 plexicirkels, de zeven maal zeven zenuwknooppunten.
In deze kleine werkplaatsen, kleine tempels als het ware, ontmoeten het vuur van de geest en de duisternis van de aarde elkaar. Elke overwinning van het vuur op de materie maakt ‘wierook’, zielelichtkracht daaruit vrij.
Deze stromen van reinigende lichtkracht vloeien ononderbroken de wereld in en zuiveren zowel het individuele als het collectieve levensveld van de mens. De stromen van licht houden de poorten van het nieuwe leven bereikbaar zolang het kan.
Evangelisten beschikken over het vermogen van de nieuwe spraak. Zij voeren door hun woord de mens tot gnostiek begrip op basis van hun individuele kennis van de innerlijke wet, liefde voor de innerlijke wet en vervulling van de innerlijke wet. Daarom staat er dat zij het boek van de heilige wet ontvangen.
Het vernieuwde keelchakra herneemt zijn heilige functie als scheppingsorgaan. De woorden die de evangelisten spreken, brengen het koninkrijk van de ziel dichterbij dan ooit en tot in de verste uithoeken van de ‘wereld van goed en kwaad’.
Herders ontvangen de beker en de schaal waarmee zij anderen kunnen laven en voeden. Het is de graalbeker, waarvan de voet in het hart staat en de kelk wordt gevormd door het geopende hoofdheiligdom. De basis is het vernieuwde hartchakra.
Drie stadia van ontwikkeling of orden kunnen worden onderscheiden. Deze spirituele fasen corresponderen met de christelijke drie-eenheid van vader, zoon en heilige geest en met de christelijke hoogfeesten Kerstmis, Pasen en Pinksteren.
De apostel Paulus benoemt deze drie mysteriën als de mysteriën van het geloof, van de hoop en van de liefde (1 Korinthiërs 13:13). De rozenkruisers uit de zeventiende eeuw formuleerden diezelfde drie mysteriën als uit God geboren, in Jezus gestorven, door de heilige geest wedergeboren.
Als het derde mysterie is vervuld, breekt de Pinksterdag aan. Daarover lezen we in Het evangelie van de heilige twaalven:
Toen de derde dag ten einde was waren zij op dezelfde plaats bijeengekomen en terwijl zij baden kwam uit de hemel een geluid als van een hevige storm. De kamer waarin zij waren schudde en het geluid was in het hele huis te horen. Boven het hoofd van ieder verschenen gespleten, vlammende tongen van vuur.
Zij werden allemaal met de heilige geest vervuld en begonnen in die talen te spreken die de geest hun doorgaf. Petrus stond op en predikte de wet van Christus aan een menigte van alle naties met hun talen. Zij waren samengestroomd door het gerucht van wat gezien en gehoord was en iedereen hoorde toen het woord in de taal waarin hij geboren was.
(Het evangelie van de heilige twaalven 96:8-9)
Betekent dit dat de apostelen ineens vreemde talen spreken die ze nooit hebben geleerd? Nee! De universele Liefdekracht van de heilige geest, die de apostelen ontvangen in het derde mysterie, raakt zoekers naar waarachtig leven in hun hart. Daar zullen zij de ‘sprake der Liefde’ van de apostelen verstaan. Het is de universele taal van de zielemensheid en die kan overal ter wereld worden begrepen.
‘Allen hoorden het woord in de taal waarin zij geboren waren’, alle mensentypen met een ontwakende geestvonk worden door de roepende, vrijgemaakte lichtkracht aangeraakt en de denkers, doeners, verzorgers, ondernemers, inspiratoren, conservatoren en vele andere mensentypen zullen de taal van de Liefde onmiddellijk verstaan.
Deze taal spreekt tot de innerlijke mens, de nog ongeboren Jezus in ieders hart. Maar het kan zijn dat het hoofd die taal nog niet verstaat. Het kan zijn dat het hoofd in opstand komt omdat de aspecten van wedergeboorte van de ziel niet in overeenstemming zijn met het denken van nu.
Onderzoekt daarom alles en behoudt het goede. Wees bereid de waarheid van vandaag los te laten voor de hogere waarheid van morgen, maar dan uitsluitend in zelfautoriteit en alleen op gezag van de Andere-in-u.
Ieder mens is geroepen zichzelf te vinden, begrepen naar zijn onsterfelijke Zelf. We wensen je een zeer voorspoedige reis.
Tot besluit enkele verzen uit hoofdstuk 90 van Het evangelie van de heilige twaalven.
Wat gezien en ontvangen wordt door de een wordt niet gezien en ontvangen door de ander. Wat sommigen waar schijnt te zijn lijkt voor anderen niet waar.
Zij die in het dal zijn zien niet hetzelfde als zij die op de top van de berg zijn. Maar voor ieder is het de waarheid, zoals het afzonderlijke verstand het ziet, net zolang totdat een hogere waarheid wordt geopenbaard. Er zal meer licht gegeven worden aan de ziel die hoger licht ontvangt.
Weest trouw aan het Licht dat u bezit, totdat u een hoger Licht gegeven wordt. Zoekt meer Licht en u zult het overvloedig verkrijgen; rust niet totdat u het gevonden hebt.
God geeft u alle waarheid, als een ladder met veel sporten, tot verlossing en vervolmaking van de ziel. De waarheid van nu zult u loslaten voor de hogere waarheid van morgen. Streeft naar de vervolmaking.
(Het evangelie van de heilige twaalven 90:6,9,10)
Bron: Spirituele Pasen en Pinksteren