Spirituele Kerst 7: Bedreigingen vanuit de wereld en vanuit jezelf
Beschouwing voor 28 december (ochtend)
SPIRITUELE KERST – DOWNLOAD ENGLISH EDITION (PDF) – BESTEL EBOOK – BESTEL BOEK
BESCHOUWING BIJ spirituele tekst 6
Als er iets van de nieuwe ziel in een mens begint te lichten, dan is er sprake van grote vreugde. Zo’n mens heeft immers iets ervaren van een hogere realiteit, van een groots plan en weet nu van binnenuit dat er ook voor hem of haar een machtig geestelijk perspectief is.
De vreugde in een mens die op zo bijzondere wijze is aangeraakt, is echter nog incidenteel en zeker niet stabiel. Want zodra een mens vanuit innerlijk herkennen en inzicht (Maria en Jozef) verlangt het geestelijke (Jezus) in hem of haar tot ontwikkeling te laten komen, lijkt alles en iedereen hem (Elisabeth, Zacharias en Johannes) daarvan te willen weerhouden.
De mens in wie de ziel begint te ontwaken, heeft de natuurlijke neiging om zijn vreugde daarover te delen met mensen die hem of haar dierbaar zijn: de levenspartner, familieleden, vrienden en kennissen. Die blijken daar dan helemaal geen belangstelling voor te hebben en schakelen zo snel mogelijk over op alledaagse onderwerpen.
Dan kun je een grote eenzaamheid ervaren en ook een diepe smart om zoveel oppervlakkigheid. Niemand lijkt te beseffen waar het, volgens jou, in het leven echt om gaat. Je wordt op jezelf teruggeworpen en je trekt je terug, om jezelf te beschermen:
“Elizabeth wist niet dat Herodes van plan was haar zoon te doden en zij en Johannes vertoefden in Bethlehem; maar toen zij het vernam, nam zij het kleintje Johannes en vluchtte snel naar de heuvelen.
De moordende lijfwacht was in de buurt; zij moesten zich haasten; maar zij kende geheime grotten in de heuvelen en zij verborg zich met Johannes in één van hen tot de lijfwacht verdwenen was.”
Aquarius Evangelie 8: 6-7
In een sprookje van Hans Christian Andersen wordt het lelijke jonge eendje gepest door jonge eenden omdat hij anders is. Hij denkt dat er iets mis met hem is maar is er nog niet van doordrongen dat hij een zwaan in wording is. Als de zwaan, symbool voor de ziel, volwassen is, is hij vrij en zijn er geen eenden meer die hem dwars zitten.
De mens moet op zijn weg naar volwassenheid al aardig wat weerstanden overwinnen. Op de weg naar het volwassen worden van de ziel zijn de weerstanden mogelijk nog groter en vooral anders van aard. Zowel persoonlijkheid als ziel hebben tegenkracht nodig om krachtiger te worden. Zonder wrijving is er geen vooruitgang. Als er geen wrijving is, komt er geen glans en zonder tegenwind kun je geen vlieger oplaten.
In onze westerse samenleving is er veel dat het moeilijk maakt dat de Andere-in-ons ontwaakt, actief wordt en groeit. Dagelijks wordt onze aandacht met een bombardement aan impulsen via beeld, geluid, reuk, smaak en gevoel getrokken naar de uiterlijke wereld. De subtiele stem van de ziel lost daarin gemakkelijk op.
Er zijn krachten die mens en mensheid belemmeren om de gnostieke spirituele weg te gaan. Waarom? Omdat alles in deze wereld de natuurlijke neiging heeft het bestaande evenwicht in stand te houden. Alles wat het evenwicht in gevaar brengt, zal worden bestreden. Het is op deze oer-basis van het bestaan dat mens, plant en dier zich kunnen herstellen van ziektes en wonden. Dit principe maakt dat organisaties, sociale systemen, culturen, zonnestelsels etc. langer of korter kunnen blijven bestaan en dat het zoveel kracht vergt bestaande situaties te doorbreken.
Deze evenwicht-zoekende kracht is een naar binnen gerichte kracht. Als het gaat om de individuele mens noemen we die kracht: ego-centriciteit. Zodra enig mens dan plots uit die wereld wil treden door een naar buiten gerichte kracht, dan roept hij of zij onherroepelijk tegenkrachten op. In het kerstverhaal worden deze krachten aangeduid als … koning Herodes.
“De magische priesters konden de harten van de mensen lezen; ze lazen de goddeloosheid van Herodes’ hart, en wisten dat hij gezworen had de jong geboren koning te doden.
En dus vertelden zij het geheim aan de ouders van het kind en smeekten hen om ver buiten het bereik van alle gevaar te vluchten. En toen gingen de priesters weer huiswaarts. Zij gingen niet door Jeruzalem. En Jozef nam het kindje Jezus en zijn moeder en vluchtte ‘s nachts naar Egypte en bleven bij Elihu en Salome in het oude Zoan.”
Aquarius Evangelie 5 : 17-20
Voor de nieuwe ziel is in deze wereld geen plek. Er is geen plaats in de herberg. Sterker nog: allerlei machten van deze wereld zijn erop uit de nieuwe ziel, de jonge Jezus, te doden. En niet alleen de nieuwe ziel, maar ook de persoonlijkheid die de weg voor die ziel gaat bereiden: Johannes. Dat maakt het verhaal over de kindermoord in het Aquarius Evangelie duidelijk.
“Hun wrede taak was gedaan; de lijfwacht keerde terug en vertelde de geschiedenis aan de koning. Ze zeiden: ‘We weten dat we het koningskind gedood hebben, maar Johannes, de wegbereider, konden we niet vinden’. De koning was woedend op de lijfwacht omdat zij het kind Johannes niet gedood hadden, en ze werden in de boeien geklonken.”
Aquarius Evangelie 6: 8-10
In het verhaal over de kindermoord op bevel van koning Herodes wordt niet één kind gedood maar talloze. De ‘kindermoord’ heeft in onszelf wellicht al vele malen plaatsgevonden want zelfs het verhaal over de kindermoord duidt op een spiritueel proces: de ontluikende krachten van de ziel worden in de kiem gesmoord door natuurlijke weerstand tegen vreemde krachten.
Ook de figuur Herodes is dus weer een symbolische aanduiding! Herodes staat voor de cruciale kracht van de natuurlijke weerstand op het spirituele pad. Deze weerstand bevindt zich zowel binnen als buiten de mens en kan zich in allerlei vormen, gedaanten en situaties aan de mens voordoen, het liefst op zo onverwacht mogelijke momenten. Maar het is ook die kracht waaraan het innerlijke leven zich kan en moet meten om zich te verheffen tot een hoger plan.
Is het innerlijke leven van de ziel sterk genoeg, dan zal het de weerstand van dat moment overwinnen en verder kunnen gaan. De weerstanden bepalen de stappen die op het pad worden gezet. Maar, op de spirituele weg waar de persoonlijkheid de leerling van de ziel wordt, is het zo dat de weerstand op het innerlijke leven wordt uitgeoefend via de persoonlijkheid. En daar schuilt het grote gevaar van de ‘kindermoord’.
Het hoger zelf van de mens roept in het lager zelf van de mens het verlangen op om een spirituele weg te gaan. Maar het lager zelf heeft uit zichzelf niet de minste behoefte daartoe omdat deze weet dat hij een stapje terug zal moeten doen.
Herodes nodigt in het verhaal zelfs de drie wijzen uit aan zijn hof. Hij wil van hen zoveel mogelijk informatie over de jonggeboren koning om hem gericht te kunnen bestrijden: de persoonlijkheid acht zichzelf groter dan de krachten van de ziel en stelt alles in het werk om zijn positie te behouden. Uiteraard slaagt dit plan niet, de wijzen weten beter…
“En dus vertelden zij het geheim aan de ouders van het kind en smeekten hen om ver buiten het bereik van alle gevaar te vluchten.”
Jozef en Maria, hoofd en hart, wordt van binnen uit verteld wat ze moeten doen: bescherm het jonge kind en vlucht naar Egypte, symbool voor de neutraliteit en de stilte van de ziel. De ziel strijdt nooit. De ziel geeft de persoonlijkheid van binnenuit instructies hoe te handelen.
De natuurlijke reactie van de persoonlijkheid is het bestrijden van de Jezus én Johannes in hem.
Naar welke stem zal hij luisteren…..?
Er is maar één manier om aan het uiterlijke en innerlijke geweld te ontkomen… vluchten. Dat wil zeggen: snel naar een plaats gaan waar de bedreigingen veel minder groot zijn. In de praktijk betekent dat: jezelf zoveel mogelijk afschermen voor schadelijke invloeden en jezelf daardoor openstellen voor de fluisteringen van het andere leven.
Jozef en Maria vluchten dan met hun kind naar Egypte. Egypte is ook het symbool voor de mysteriën, het krachtveld van de ziel. Samen met Elisabeth en Johannes worden zij onderricht in de mysterieschool van Elihu en Salome. Zij hebben de weerstanden overwonnen, Herodes sterft. Innerlijke mens én persoonlijkheid ontvangen in Zoan inzicht en kracht om zich verder te wijden aan hun taak. Dat is het grote wonder van de mysteriën.
Zijn kun je alleen vervoegen in de tegenwoordige tijd, in het Nu dus, ‘ik ben’. Het Nu behoort niet tot de tijd, behoort niet tot het verleden en ook niet tot de toekomst, Nu is dus ‘het einde ter tijden’, het Nu is eeuwig en in het Nu zijn we dan ook verbonden met de eeuwigheid. Om in het Nu te kunnen zijn moet je ontwaken uit je zijn in de tijd, uit je wakende slaap waarin je bijna continu wegdroomt uit de realiteit van het Nu, je ‘in gedachten elders in ruimte en tijd vertoeft’.
Dit ontwaken kennen we als ‘wakker schrikken’ uit onze dagdromerij, we even bij zinnen moeten komen omdat de situatie daar om vraagt. In werksituaties die veel tegenwoordigheid vragen kun je gaan inzien dat je je elk ogenblik, continu dus, beseft dat je ‘hier’ bent en dat je ‘nu’ bent. Dat tijd en ruimte dus in jou zit, dat ruimte en tijd dus jouw verblijfplaats is als je niet alert tegenwoordig bent.
In alerte tegenwoordigheid is de persoon die je was opgelost in de waarnemer en de waarnemer is opgelost in de aandacht en de aandacht in het ZIJN zelf. De ‘persoon’ met zijn sterfelijke lichaam is geboren in ruimte en tijd, en alles wat geboren wordt zal ook sterven. De Ziel van de schepping voor de Oerknal was tijd en vormloze energie, tijd en vormeloosheid maken dat deze Zielskwaliteiten alles doordringend overal en altijd in bewustzijn en leven als ‘hier en nu’ tegenwoordig zijn.
Misschien kan je met je verstand begrijpen wat hier staat, dat is een eerste stap in kunnen inzien dat je als persoon leeft in afgescheidenheid van de Goddelijke oorsprong doch dat we slechts hoeven te ontwaken om NONDUALITEIT met het Goddelijke te kunnen ervaren.