Beschouwing 5

Mysteriën van Tao

De weg van het midden gaan (hoofdstuk 5 uit het bijbehorende boek)

 

BESTEL MYSTERIËN VAN TAO EN DE DAODEJING

Tao 5

BESCHOUWING GEBASEERD OP SPIRITUELE TEKST 5

We lezen in Hart voor Tao:

In al het bestaande binnen ons universum zijn het Yin en het Yang werkzaam. Het is een bekend begrippenpaar, ook bij ons in het westen.

Kort samengevat staat Yin voor het lichte beginsel en Yang voor het donkere. Beide vormen een dynamisch geheel: wanneer de een toeneemt en zijn uiterste grens bereikt, neemt de ander af.

Yin en Yang zijn evenwaardig: gelijk in waarde, maar verschillend in werking.
Yin staat onder meer voor: vrouwelijk, passief, naar binnen gericht, negatief.
Yang staat onder andere voor: mannelijk, actief, naar buiten gericht, positief.

Met positief weten we wel raad: we moeten positief denken, positief in het leven staan. Positief heeft in onze tijd de betekenis van: helemaal goed en dus nastrevenswaardig.

Met het begrip negatief hebben we meer moeite. Het heeft voor ons de bijsmaak van iets wat niet in orde is, we associëren het met iets wat we moeten vermijden. Het zou niet goed voor ons zijn, daarom willen we er liever niets mee te maken hebben. Wij denken vaak zwart-wit en denken daarom onbewust: wanneer positief goed is, dan is negatief dus automatisch kwaad. Door de termen ‘goed’ en ‘kwaad’ aan ‘positief’ en ‘negatief’ te hechten, spreken we een waardeoordeel uit, terwijl Yin en Yang waardevrije energieën zijn.

Zhuang Zi stelt ons de volgende vragen:

Wat is waardevol? Wat is minderwaardig?
Ze wisselen elkaar af.
Hang niet aan wat je wilt, want dat verhindert ten enen male de werking van de Tao.
Wat is weinig? Wat is veel?
Ze zijn maar betrekkelijk.
Houd niet halsstarrig vast aan een doel, want dat verwijdert je van Tao.
Sluit al de tienduizend dingen in je hart, koester ze, en behoed ze allemaal.
Dat is ‘geen voorkeur tonen’.
De tienduizend dingen zijn allemaal gelijk.

(Zhuang Zi, de volledige geschriften)

Yin en Yang werken samen om de tienduizend dingen te transformeren. Ieder op zich zijn zij zonder betekenis, deze krijgen zij pas wanneer zij zich met elkaar verbinden.

Nemen we als voorbeeld voor Yin een zaklamp. Op zich hebben we daar niets aan omdat het dode materie is. Als voorbeeld voor Yang nemen we een opgeladen batterij. Daar hebben we op zich ook niets aan omdat de energie aan een vorm gekoppeld moet worden. Pas wanneer we de batterij in de lamp doen, gebeurt er iets nieuws: de lamp geeft licht. Dit komt doordat de energie van Yin en Yang dynamisch is geworden.

Lao Zi zegt hierover in vers 42:

De tienduizend dingen
steunen op het vrouwelijke yin
en omarmen het mannelijke yang.

Door het vermengen van hun ch’i komen zij tot harmonie.

Oppervlakkig gezien lijkt het alsof de afwisseling tussen Yin en Yang een eindeloze herhaling is van almaar hetzelfde. Zoals bijvoorbeeld onze dagen, de seizoenen en jaren. Toch is er meer aan de hand. In de taoïstische filosofie wordt hierover opgemerkt:

Een taoïstische metafysische wet zegt dat ieder lichaam dat een langdurige en herhaalde cyclische beweging doormaakt, zichzelf zuivert en veredelt.

Van alle wezens is de mens het meest geestelijk, schrijven de taoïstische boeken. Zijn lichaam is bijzonder geëigend om energie te vergaren en zichzelf te veredelen.  .  .

Hij kan in harmonie leven met alle kringlopen van ruimte en tijd, en daardoor kan hij bewust en doelgericht werken aan zijn vervolmaking en zelfs zijn vergaarde energie weer uitstralen, dat wil zeggen: transcendent worden.

(Kristofer Schipper, Tao, levende religie van China, gedeelten uit pagina 59 en 60)

Het Yin en het Yang zijn met elkaar verbonden in ‘het midden’ in het tijdloze Yong. Dit wordt uitgedrukt in het Chinese karakter voor ‘Koning’.

De bovenste horizontale streep drukt het yang uit, de hemel.
De middelste de yong, het onveranderlijk midden.
De onderste het yin, de aarde.

De verticale streep symboliseert de kracht van Tao. Deze vloeit omlaag om de hemel met de aarde te verbinden en haar grond te geven. Zij stroomt weer omhoog om de aarde tot de hemel te verheffen.

De kern van het mens-zijn ligt niet uitsluitend in de hemel, het Yang, of op aarde, het Yin, maar in het onbeweeglijk midden. Daarom wordt de middelste horizontale streep ook wel gezien als symbool voor de mens.

Het is een mens gegeven om bewust mee te werken opdat de Twee, het yin en het yang, in het midden tot Eén gemaakt kunnen worden.

Dit doet hij door zich op het tijdloos midden te richten. Dan wekt hij als hij ware zijn oorspronkelijke Hemelse natuur tot leven. Dan gaat hij de weg van de Koning.

In een ingrijpend proces van schaven, schuren en slijpen ondergaat hij een transformatie, uiteindelijk wordt hij dan transcendent.

Een mens werkt aan dit proces mee door om te beginnen geen oordeel te hebben over zichzelf, over anderen of over een van de tienduizend dingen.
Hij leert ook om zich niet met zijn wil vast te grijpen aan alles wat uiteindelijk weer in zijn tegendeel zal verkeren.
Hij leert om in gelijkmoedigheid alles te aanvaarden wat er op zijn weg komt.
Het is de kracht van Tao, de Teh die hem dit mogelijk maakt.

Deze helpt hem om de grootse Weg te volgen, in plaats van de vele zijpaden in te slaan waar een mens zo snel in verdwaalt.

Lao Zi verwijst hiernaar in vers 70:

Mijn woorden zijn gemakkelijk te begrijpen,
en gemakkelijk in praktijk te brengen.
Toch kan niemand ter wereld ze begrijpen,
en kan niemand ter wereld ze in praktijk brengen.
Nu hebben mijn woorden een stamvader,
en mijn daden een meester,
en het komt gewoon omdat de mensen geen kennis van hen hebben,
dat ze me daarom niet begrijpen.
Maar wanneer zij die mij begrijpen in de minderheid zijn,
ben ik van grote waarde.
Daarom draagt de Wijze een ruw wollen kleed,
maar daaronder houdt hij vast aan jade.

(Robert G. Henricks)

Jade heeft de betekenis van een kostbare schat, want in het oude China was het zeldzaam. kostbaar. Het is een juweel die in het hart als tijdloze energieconcentratie ligt. Dit hart is de plaats waar het mysterie zich aan ons kenbaar maakt. Het is een aanrakingspunt van het tijdloze, waaromheen zich de tijdelijke dingen in een eindeloze afwisseling kunnen en mogen manifesteren.

Lao Zi zegt hierover in vers 11:

Dertig spaken delen één naaf,
maar het is dankzij de plaats waar er niets is
dat de wagen zijn nut krijgt.

Vandaar:
met ‘iets’ kun je je voordeel doen,
maar met ‘niets’ wordt het pas nuttig.

De mens die ‘de Weg van het Midden’ wil gaan, nadert de kracht van Tao, de Teh. Dan wordt hij in een langzaam proces van iets tot niets. Hierover vertelt Zhuang Zi in een gesprek tussen leerling en meester:

Yan Hui vroeg:
‘Mag ik u vragen wat het vasten van het hart is?’
Hij kreeg te horen:
‘Verzamel je zinnen.
Luister niet met je oren, maar met je hart.
Luister niet met je hart, maar met je geest.
Het oor blijft steken in het horen, het hart in het overeenstemmen,
maar de geest is leeg en ontvankelijk voor de dingen.
Alleen Tao concentreert zich in de leegte,
en leegte is het vasten van het hart.’

Yan Hui zei: zolang ik er niet in slaag om op die manier te vasten,
blijf ik de Yan Hui die ik feitelijke ben.
Slaag ik er wel in, dan bestaat deze Yan Hui niet meer.
Kan dát dan ‘leegte’ genoemd worden?’
De meester antwoordde: ‘Absoluut’.

(René Ransdorp, Zwervend met Zhuang Zi IV)

 

LEES MEER OVER BOEKEN OVER TAO