De ledige ruimte, strofe 11 van de Daodejing en een commentaar

Daodejing.011

De dertig spaken van een wiel verenigen zich om een naaf.
Maar alleen door de ledige ruimte is de wagen van nut.

De vaas is uit klei gekneed tot huisraad.
Maar alleen door de ledige ruimte (binnen in) is zij van nut.

Men boort deuren en vensters uit om een huis te bouwen.
Maar alleen door de ledige ruimte zijn ze van nut.

Daarom, het Zijn (het materiële) heeft zijn voordeel,
maar van het Niet-Zijn (het immateriële) hangt het eigenlijke nut af.

Bron: Mysteriën van Tao en de Daodejing

De Daodejing vestigt de aandacht op de ´ledige ruimte´. Wij denken aan het graf van Christiaan Rozenkruis. In de grafsteen zijn enkele spreuken gehouwen en één daarvan luidt: `Er is geen ledige ruimte`. Tot diezelfde conclusie is Lao Zi gekomen, want een werkelijk ´ledig´ kan niet nuttig zijn.

Er is een alopenbaring, die wij kennen als het universum des doods. Het immateriële van de dialectische natuur (het onzichtbare) bepaalt het materiële (het zichtbare). Het zichtbare heeft een taak en een doel; uit het onzichtbare zijn de verschijnselen te verklaren.
Iedere microkosmos en iedere sterfelijke ziel staat in het middelpunt van een alopenbaring. De zon zendt haar stralen naar u; alle hemellichamen zenden stralen naar u uit. Zo staat u te midden van een wiel van vurige stralen, die alle bij u, in u, als middelpunt uitkomen: De dertig spaken van een wiel verenigen zich om de naaf. Het wiel is het astrale licht dat u beweegt, de wielkern, de naaf, bent u.

Er zijn drie grote stromen van astraal vuur. In elk daarvan bevinden zich vele krachtlijnen. Deze dertig stralen komen niet uit het zichtbare universum, doch uit het onzichtbare, uit de ledige ruimte. Het astrale vuur is onzichtbaar. Deze stralen of kanalen verzamelen alle krachten en mogelijkheden uit de totale ruimte van het vlammende wiel en stuwen deze naar de naaf. Het wiel draait om de kern. En deze naaf of kern draagt een wagen, een existentie. Deze existentie heeft een zeker doel, dat zijn nut of onnut aan de ledige ruimte, aan de krachtbron, ontleent. De krachtbron bepaalt de draagkracht, het vermogen van hetgeen door de bron zichtbaar wordt.

Lao Zi zegt: `Denk nu aan de vaas`. Wij hebben de vaas leren kennen als de heilige Graal, als de grote bron des harten, waarin een beginsel verborgen ligt: de roos des harten. De graalbeker vestigt uw aandacht op het totale hartheiligdom.
Het hartheiligdom is uit ´klei´ gekneed, met andere woorden: uit het stof van de natuur. Het zal slechts van nut kunnen zijn als de ledige ruimte in de vaas gevuld wordt uit de ledige ruimte, uit de onzichtbare ruimte van de Gnosis, als de vaas gevuld wordt door het levende water. Daaraan moet noodzakelijkerwijs een reiniging (een ontlediging) des harten vooraf gaan.

Ieder mens is bezig zijn woonstede, zijn persoonlijkheid, op te bouwen, te verbouwen en op alle mogelijke wijze te voorzien van deuren en vensters. Nu moet u zich afvragen of het huis, waaraan u bezig bent te bouwen, vensters en deuren heeft in de richting van de ledige ruimte van de Gnosis of niet. Het vuurwiel waarin u staat, bepaalt de last die u hebt uit te voeren. Welk nut moet uw huis afwerpen: nut voor de natuur des doods of nut voor de natuur des levens?

U staat in twee ledige ruimten: in de tijd-ruimtelijkheid en in de eeuwigheid (de alomtegenwoordigheid). Daarom ziet u, abstract beschouwd, twee wielen om u heen wentelen, twee vurige raderen. Op welk rad zien uw vensters uit? Naar welk vuur zijn uw deuren geopend?
U staat als middelpunt in een cirkel, in een vurig wiel. Tal van krachten komen op u aan. Iedere seconde van uw leven bent u bezig iets te zijn. Dat bepaalt de immateriële sfeer, de onzichtbare ruimte die u doet leven. Zodra u de aandacht vestigt op uw werkelijke levensuitkomsten, weet u welk vurig wiel van de twee die om u heen wentelen de leidende factor in uw leven is.

De dertig spaken van het wiel manifesteren zich in drie hoofdstromen van astraal vuur en zij wensen de vaas, de graalbeker des harten, tot aan de rand toe te vullen met het levende water.
Van het niet-zijn hangt het eigenlijke nut af.

Bron: hoofdstuk 11 van De Chinese Gnosis van J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri