1 In vrede leven met het universum

Mysteriën van Mirdad,

een gedeelte uit Het boek van Mirdad, hoofdstuk 2

 

Mirdad 1

BESTEL HET BOEK VAN MIRDAD

Wanneer u «ik» zegt, zeg dan terstond in uw hart: «God zij mijn toevlucht voor de smarten van het ik en mijn gids tot de gelukzaligheid van het ik.» Want in dat woord «ik», hoe klein ook, ligt de ziel van ieder woord besloten. Ontsluit het, en uw mond is welriekend en zoet de tong daarin; elk van uw woorden zal de verrukkingen van het leven ademen. Laat het toegesloten blijven en stinkend is de mond en bitter de tong; uit ieder woord zal de etter van de dood sijpelen.

Want ik is het scheppende Woord. En tenzij u de magische kracht daarvan begrijpt en meester over die kracht bent, zult u al te zeer geneigd zijn te kreunen wanneer u zou willen zingen; of strijd te voeren wanneer u vrede zou willen hebben; of te kronkelen in donkere gevangenissen, wanneer u u zou willen verheffen in het licht.

Uw ik is slechts uw stille en onlichamelijke bestaansbewustzijn, dat stem en lichaam heeft gekregen. Het is het onhoorbare in u, dat hoorbaar is gemaakt; het onzichtbare, dat zichtbaar is gemaakt; opdat u, ziende het onzienlijke moge aanschouwen, en horende het onhoorbare moge horen. Want uw ogen en uw oren zijn nog toegesloten. En tenzij u met ogen ziet en tenzij u met oren hoort, ziet en hoort u volstrekt niets.

Alleen al door te denken: «ik», laat u een zee van gedachten in uw hoofd oprijzen. Die zee is de schepping van uw ik, dat zowel de denker als de gedachte is. Als u gedachten hebt die steken, of priemen, of klauwen, weet dan dat alleen het ik in u ze met angel, slagtand en klauw heeft toegerust. Mirdad zou u evenwel ook willen doen beseffen dat datgene wat kan toerusten, evenzeer in staat is teniet te doen.

Alleen al door te voelen: «ik», ontsluit u een bron van gevoelens in uw hart. Die bron is de schepping van uw ik, dat zowel de voeler als het gevoelde is. Als er doornstruiken in uw hart zijn, weet dan dat alleen het ik in u ze daarin heeft doen wortel schieten. Mirdad zou u echter ook willen doen beseffen dat datgene wat zo snel kan doen wortelen, even snel kan ontwortelen.

Alleen al door te zeggen: «ik», brengt u een machtige hoeveelheid woorden tot leven; ieder woord een symbool van een ding; ieder ding een symbool van een wereld; iedere wereld een samenstellend deel van een universum. Dat universum is de schepping van uw ik, dat tegelijk de maker en het maaksel is. Als er boosaardige spooksels in uw universum zijn, weet dan dat alleen het ik in u ze tot aanzijn heeft gebracht. Mirdad zou u echter ook willen doen beseffen dat wat kan scheppen, ook teniet kan doen.

Zoals de schepper, zo is de schepping. Is er iemand die in zijn schepping zichzelf te boven kan gaan? Of iemand die, scheppende, minder dan zichzelf kan zijn? De schepper brengt alleen zichzelf voort, niets meer, niets minder. Het ik is een bronwel, vanwaar alle dingen uitstromen en waarnaar ze alle terugkeren. Zoals de bronwel is, zo is de stroom.

Het ik is een magische staf, een toverstaf. Toch kan de staf slechts voortbrengen wat in de tovenaar is. Zoals de tovenaar is, zo zijn de voortbrengselen van zijn staf.

Daarom: zoals uw bewustzijn is, zo is ook uw ik. Zoals uw ik is, zo is uw wereld. Als het ik helder is en duidelijk, is ook uw wereld helder en duidelijk. Dan behoeven uw woorden nimmer een doolhof te zijn en uw daden nimmer broeinesten van leed. Als het ik nevelig is en onbestemd, is ook uw wereld nevelig en onbestemd; dan zijn uw woorden slechts obstakels en valstrikken en uw daden broedplaatsen van lijden.

Als het ik bestendig is en lijdzaam, is ook uw wereld bestendig en lijdzaam; dan bent u machtiger dan de tijd en veel ruimer dan de ruimte. Als het bewustzijn voorbijgaand en onbestendig is, is ook uw wereld voorbijgaand en onbestendig; dan bent u als een wolkje rook, dat luchtig door de zon wordt opgelost.

Als het ik een eenheid is, is ook uw wereld een eenheid; dan bent u in eeuwigdurende vrede met alle hemelingen en met alle bewoners van de aarde. Als het ik een veelheid is, is ook uw wereld een veelheid; dan bent u eindeloos in strijd met uw zelf en met ieder schepsel in Gods grenzeloze gebied.

Het ik is het middelpunt van uw leven, vanwaar de dingen uitstralen die uw gehele wereld uitmaken en waar ze ook weer samenkomen. Als uw ik stabiel is, is ook uw wereld stabiel; dan kan geen kracht van boven, noch enige kracht van beneden, u naar rechts of links doen slingeren. Is uw ik instabiel, dan is ook uw wereld instabiel; dan bent u een hulpeloos blad, dat in een wilde werveling van de wind wordt opgenomen.

En zie nu eens! Uw wereld is stellig stabiel — maar alleen in instabiliteit.
En zéker is uw wereld — maar alleen in on-zekerheid.
Bestendig is uw wereld — maar alleen in on-bestendigheid.
En «enig» is uw wereld — maar slechts in on-enigheid.

Uw wereld is een wereld van wiegen die tot graven worden, en van graven weer tot wiegen; van dagen die de nachten verslinden, en van nachten die de dagen uitbraken; van vrede die oorlog verklaart, en van oorlog die om vrede smeekt; van lachbuien gedrenkt in tranen, en van tranen die glinsteren van de lach.

Uw wereld is een wereld in voortdurende barensnood, waarbij de dood als vroedvrouw optreedt.
Uw wereld is een wereld van zeven en wannen en geen twee zeven of wannen zijn gelijk. En immer bent u moeizaam doende te zeven wat niet gezeefd kan worden en te wannen wat niet gewand kan worden.
Uw wereld is een tegen zichzelf verdeelde wereld, omdat het ik in u in zichzelf verdeeld is.

Uw wereld is een wereld van barrières en omheiningen, omdat het ik in u er een van barrières en omheiningen is. Sommige dingen sluit het, als vreemd aan zichzelf, buiten; andere dingen sluit het, als verwant aan zichzelf, in.
Toch breekt wat buiten de omheining is, altijd weer in; en wat binnen de omheining is, breekt altijd weer uit. Want daar ze kinderen zijn van dezelfde moeder — uw ik — willen ze niet apart gehouden worden.

En u, die zich over hun gelukkige vereniging zou moeten verheugen, omgordt u opnieuw in een vruchteloos, moeizaam pogen het onscheidbare te scheiden. Liever dan de gespletenheid in het ik toe te binden, besnoeit u uw leven, in de hoop er een wig van te maken die u zou kunnen drijven tussen wat u voor uw ik aanziet en dat wat u voor ánders dan uw ik houdt.
Daarom zijn de woorden van de mensen in gif gedompeld. Daarom zijn hun dagen vol van droefenis. Daarom worden hun nachten gekweld door lijden.

Mirdad zou de gespletenheid in uw ik willen toebinden, opdat u in vrede zou leven met uzelf, met alle mensen, met het gehele universum.
Mirdad zou het gif uit uw ik willen wegnemen, opdat u de zoetheid van inzicht zou smaken.
Mirdad zou u willen leren uw ik zo te wegen, dat u de vreugde zou kennen van het volmaakte evenwicht.

BESTEL HET BOEK VAN MIRDAD

Eén gedachte op “1 In vrede leven met het universum

  1. jan kalverdijk

    wijze en niet eenvoudige tekst
    wij denken in verschillen, het absolute is niet zichtbaar
    tijd, ruimte zijn betrekkelijk
    alles is er al
    de kennis van het ik is verstandelijk moeilijk te bevatten als je ermee geconfronteerd wordt
    intuïtief lijkt het juist
    ik verdiep me verder
    dank u voor het toezenden

Reacties zijn gesloten.