Lofzang 22

Rijke perspectieven
(Zarathoestra, Yasna 51)

Voor wie U zoeken, o Heer,
openen zich in deze wereld rijke perspectieven,
voor hen verandert het aanzijn van de aarde totaal:
van een oord van de ongerechtigheid
wijzigt ze zich in een domein van zaligheid,
waarin men zijn goede intenties ongestoord kan realiseren,
omdat die intenties geïnspireerd worden
door het licht van de waarheid.
Moge dit licht ons bewustzijn verlichten.

Dit domein van de zaligheid
– reeds hier op aarde zichtbaar – is uw rijk, o Heer,
en wij zijn de inwoners, omdat de waarheid ons enig doel is.
Het is op grond daarvan,
dat het ware leven ons nu al ten deel valt.
Heer, zuiver ons denken,
opdat al onze impulsen worden verlicht tot zuivere intenties,
zonder welke het betreden van het goede pad onmogelijk is.
Heer, hierom smeken wij U.

Vrienden, verwaarloos toch niet de woorden en aanwijzingen
van hen,
in wier optreden de geest van de Heer bespeurbaar wordt,
want door die Geest geïnspireerd
spreken zij goede woorden en volvoeren zij goede daden.
Een stroom van zuiver denken doortrekt hun bewustzijn:
zij volvoeren datgene, wat God in hun bewustzijnsleven heeft
gelegd.

Waarom doet het kwade zoveel pijn?
Waarom berouwt het ons zo,
wanneer wij afdwalen van de goede weg?
Wat is er toch de oorzaak van dat wij onafgebroken zoeken naar
waarheid?
Waarom laten we ons zo bezielen door de geest van toewijding?
Waarom trachten we onze bewustzijnsstroom
zo zuiver mogelijk te laten vlieden?
Waarom verlangen we zo hartstochtelijk naar uw gerechtigheid
Heer?

Dat komt, omdat wij burgers van twee werelden zijn:
van de vergankelijke en de onvergankelijke.
Want niet volledig worden wij door aardse beslommeringen
opgeslokt.
Dan zouden wij namelijk als dieren leven,
die zich slechts door het ogenblikkelijke in beweging laten
brengen.
De mens onderscheidt zich van het dier hierin,
dat zijn gedachten een hoger vlucht kunnen nemen.
De mens bevindt zich op de grens van het goddelijke en het
dierlijke;
hij weet, dat deze grens een tweesnijdend zwaard is:
Het goddelijke element geeft zijn denken orde en evenwicht,
het dierlijke maakt er een chaos van.

Uw gerechtigheid, o Heer,
ligt slechts ten dele in ons wezen besloten.
Onze goedheid is slechts
een afschaduwing van uw lichtende goedheid,
zoals onze slechtheid ook maar
een vage schemering is van de nacht van het kwaad.
Het doel van ons leven gaat dus
de grenzen van dit aardse te buiten.

Leid mij, o Heer, door de poort van de dood heen,
schenk mij ook dan kracht en vertrouwen,
Gij die de zienlijke en onzienlijke dingen hebt geschapen.
In het uur van de dood zijn er nog slechts twee grootheden
van belang:
het kwaad, dat het domein is van de leugenaar,
en het goede, dat tot het rijk van de gerechtigheid behoort.
Een ieder die de waarheid in zijn leven heeft gezocht,
zal vol vreugde in het rijk van uw licht ontwaken, Heer.

Doe, Heer, reeds nu ons hart ontwaken,
zet het in lichte gloed door uw laaiend vuur,
opdat vertere wat vergankelijk is.
Dan zal mijn ziel gedwongen zijn, het slechte te verwerpen
en het goede uitdrukkelijk na te streven.