Lofzang 11

Het liefdelied van de nimfen
(De alchemische bruiloft II)

 

LEES DE CONTEXT EN DE TOELICHTING DOOR J. VAN RIJCKENBORGH

De liefde is het schoonst op aard,
niets is er edeler, hoger,
opdat wij Gods gelijken worden
en niet door smart bewogen.
Laat ons met zang de koning eren,
dat gans de zee in vreugd verkere.
Wij vragen; antwoordt gij.

Wat bracht ons eens tot leven?
De liefde.
Wat heeft genade ons teruggegeven?
De liefde.
Waaruit zijn wij geboren?
Uit liefde
Hoe waren wij verloren?
Zonder liefde
Wie heeft ons voortgebracht?
De liefde.
Wie zoogde ons, hield bij ons de wacht?
De liefde.
Wat zijn wij onze ouders schuldig?
De liefde
Wat maakt hen steeds weer zo geduldig?
De liefde.

Wat doet ons overwinnen?
De liefde.
Kan men ook liefde vinden?
Door liefde
Waar laat men goede werken schijnen?
In liefde.
Wie kan de twee verenen?
De liefde.

Zingt daarom allen, dat het schalle,
ter liefde prijs en ere,
dat zij zich mag vermeêren
in onze koning en koningin.
Hun lichaam is hier, hun ziel is heen.
Als wij nog leven
zal God ons geven
dat wij de liefde, met sterke kracht,
hun overdragen tot grote macht.
Opdat zij door dit liefde-vuur
samensmelten in ‘t heilig uur.
Dan zal dit leed, met grote vreugd
aan vele jongeren doorgegeven,
verkeren in Gods eeuwigheid.