Spirituele tekst 7

Mysteriën van geboorte leven en dood, week 7: vrij komen van begoocheling

Spirituele tekst (Bijbel): Lukas 16: 10-31 (hoofdstuk 7 van het bijbehorende boek)

 

BESTEL BIJBEL, HERZIENE STATENVERTALING

GNOSTIEK BIJBELLEZEN IN DE MAAND VAN DE BIJBEL

BESTEL HET BOEK MYSTERIËN EN UITDAGINGEN VAN GEBOORTE, LEVEN EN DOOD

Wie trouw is in het minste, is ook in het grote trouw. En wie onrechtvaardig is in het minste, is ook in het grote onrechtvaardig. Als u dan wat betreft de onrechtvaardige mammon niet trouw bent geweest, wie zal u het ware toevertrouwen? En als u wat betreft het goed van een ander niet trouw bent geweest, wie zal u het uwe geven? Geen huisslaaf kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de ander liefhebben, of  hij zal zich aan de ene hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon.

En al deze dingen hoorden ook de farizeeën, die geldzuchtig waren, en zij beschimpten hem. En Hij zei tegen hen: U bent het die uzelf rechtvaardigt voor de mensen, maar God kent uw hart. Want wat hoog is onder de mensen, is een gruwel voor God. De wet en de profeten zijn er tot Johannes. Vanaf die tijd wordt het Koninkrijk van God verkondigd, en ieder doet het geweld aan.

En het is gemakkelijker dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat één tittel van de wet wegvalt. Ieder die zijn vrouw verstoot en met een andere trouwt, pleegt overspel en ieder die met een vrouw trouwt die door haar man verstoten is, pleegt  ook overspel.

Nu was er een zeker rijk mens, die gekleed ging in purper en zeer fijn linnen en die elke dag vrolijk en overdadig leefde. En er was ook een zekere bedelaar, van wie de naam Lazarus was, die voor zijn poort neergelegd was, en die onder de zweren zat. En hij verlangde ernaar verzadigd te worden met de kruimeltjes die van de tafel van de rijke man vielen; maar ook de honden kwamen en likten zijn zweren.

Het gebeurde nu dat de bedelaar stierf en door de engelen in de schoot van Abraham gedragen werd. En ook de rijke man stierf en werd begraven. En toen hij in de hel zijn ogen opsloeg, waar hij in pijn verkeerde, zag hij Abraham van ver en Lazarus in zijn schoot. En hij riep en zei: Vader Abraham, ontferm u over mij en stuur Lazarus naar mij toe en laat hem de top van zijn vinger in het water dopen en mijn tong verkoelen, want ik lijd vreselijk pijn in deze vlam.

Abraham zei echter: Kind, herinner u dat u het goede deel ontvangen hebt in uw leven en Lazarus evenzo het kwade. En nu wordt hij vertroost en u lijdt pijn. En bovendien is er tussen ons en u een grote kloof aangebracht, zodat zij die van hier naar u zouden willen gaan, dat niet kunnen en ook zij niet die vandaar naar ons zouden willen gaan.

En hij zei: Ik vraag u dan, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb vijf broers. Laat hij dan tegenover hen getuigenis afleggen, opdat ook zij niet komen in deze plaats van pijniging. Abraham zei tegen hem: Zij hebben Mozes en de profeten. Laten zij naar hen luisteren.

Hij echter zei: Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe zou gaan, zouden zij zich bekeren. Maar Abraham zei tegen hem: Als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen, als iemand uit de doden zou opstaan.

BELUISTER OF LEES DE BIJBEHORENDE BESCHOUWING 7

BESTEL BIJBEL, HERZIENE STATENVERTALING