Beschouwing 1

Mysteriën van God, kosmos, mens

Beschouwing 1: Het goddelijke ervaren (hoofdstuk 1 van het bijbehorende boek

 

BESTEL MYSTERIEN EN LOFZANGEN VAN GOD, KOSMOS, MENS

BESCHOUWING BIJ SPIRITUELE TEKST 1

Er is een eeuwenoude filosofie op basis waarvan je de hoogste vreugde en het opperste geluk duurzaam kunt ervaren. Het is de wijsbegeerte die wordt toegeschreven aan de legendarische Egyptische ingewijde Hermes Trismegistus. Hier gaat het om een verlossende filosofie die is voortgekomen uit universele religie en universele spiritualiteit die direct voortvloeien uit de gnosis, die ook wel wordt aangeduid als de Bron, de Ene, Tao of God.

Al duizenden jaren wordt de zon in vele culturen gezien als een symbool voor de Oerbron (zie bijvoorbeeld lofzang 1). De zon zoals wij die kennen schenkt licht, warmte en leven. Als je jezelf openstelt voor de geestelijke Zon, die ook wel de Zon achter de zon wordt genoemd, word je verbonden met het licht van universele wijsheid, de warmte van alomvattende liefde en het leven van bevrijdende daadkracht.

BESTEL MYSTERIEN EN LOFZANGEN VAN GOD, KOSMOS, MENS

Wanneer je een weg van innerlijke vernieuwing gaat aan de hand van de gnosis, zijn de geweldige gevolgen die daaruit voortvloeien hooguit te benaderen met woorden, maar zij zijn met geen pen te beschrijven. Als Hermes Trismegistus zich innerlijk verheft, dan spreekt de inwonende geest tot hem: ‘Dit is het goede einde voor hen die de gnosis, de kennis van God bezitten, dat zij God worden.’ (Corpus Hermeticum 1:65)

God worden! Dat is natuurlijk geen kleinigheid. Is die formidabele belofte wel juist? Is het niet zeer hoogmoedig wanneer ik ervan uit ga dat ik God kan worden? Het antwoord op beide vragen luidt: ja! Het fantastische perspectief van godswording dat je wordt getoond in hermetische geschriften is waar, maar tegelijkertijd is het belangrijk dat je beseft dat jij als sterveling – die misschien hooguit honderd jaar op onze planeet zal rondlopen – nooit goddelijk zal worden. Hermes verklaart: ‘Het goddelijke is niet sterfelijk; wat sterfelijk is, is niet goddelijk’ .(Corpus Hermeticum 2:45). Het goddelijke kan echter wel in de persoon die jij bent, geboren worden, groeien en werkzaam worden, maar zodra je tracht om je dit innerlijke proces toe te eigenen, trekt het zich terug.

Een mens die enigszins vernieuwd is als gevolg van aanraking door lichtkrachten vanuit de Oerbron, is bescheiden omdat hij weet dat de goddelijke kracht die in hem werkzaam is, en die hij van tijd tot tijd ook ervaart, niet van hem is, maar dat deze hem geschonken is. Hij beseft dat hij in symbolische zin is als een instrument waar soms muziek uit komt als gevolg van hemelse aanraking, en ook dat zijn instrument nog niet goed gestemd is om de harmonie der sferen zuiver te laten weerklinken. Zo iemand verlangt ernaar het wezen van de dingen te begrijpen en daarin onderwezen te worden. Daarom staat hij open voor vermaningen van Hermes Trismegistus, de driemaal grote, de mens in wie de persoonlijkheid, de ziel en de geest een harmonische eenheid vormen, en die daarom geworden is als de Griekse god Hermes: een boodschapper van de goden. Hij laat zich niet afschrikken door de weinig vleiende woorden die Hermes Trismegistus uit liefde tot de mensheid spreekt, maar laat zich er juist door aansporen.

‘O, u volkeren, u mensen die uit de aarde zijn geboren en u aan de roes en de sluimer en aan de onwetendheid aangaande God hebt overgegeven, word toch nuchter en houd op u te wentelen in liederlijkheid, betoverd als u bent door een dierlijke slaap. O, u aardgeborenen, waarom hebt u zich aan de dood overgegeven, terwijl u macht hebt de onsterfelijkheid deelachtig te zijn? Kom tot inkeer, u die in dwaling wandelt en de onwetendheid als leidsman hebt aanvaard. Bevrijd u van het duistere licht en neem deel aan de onsterfelijkheid, door voor altijd afscheid te nemen van het verderf.’(Corpus Hermeticum 1:68,69)

Gnosis

De onwetendheid aangaande God waarover Hermes hier spreekt wordt ook wel aangeduid als een gebrek aan gnosis. Het woord gnosis komt uit het Grieks en betekent ‘kennis’. Daarmee wordt geen praktische of theoretische kennis bedoeld die ontstaat door betekenis te geven aan informatie die op haar beurt gebaseerd is op gegevens of data. Nee, het gaat hier primair om wijsheid, een innerlijk weten en tegelijkertijd ook om een werkzame kracht die verlicht. De volgende uitspraken van experts op het gebied van gnosis zijn zodanig breed geformuleerd, dat direct duidelijk is dat gnosis universeel is en niet exclusief verbonden aan één religie, spirituele stroming of filosofisch stelsel.

Gnosis is de kennisse des harten of de kennis van het hart. (Gilles Quispel)

Gnosis is de kennis die van en bij God is. Wie deze kennis bezit is vervuld van al het goede en ontvangt zijn gedachten van God, welke geheel anders zijn dan die van de massa. (Corpus Hermeticum 11:10)

Oorspronkelijk was de gnosis de samenvatting van de oer-wijsheid, de samenbundeling van alle kennis die direct heenwees naar het oorspronkelijke, goddelijke leven van een werkelijk onaards-goddelijke menselijke levensgolf. (J. van Rijckenborgh)

Gnosis is de verlossing van de innerlijke mens; niet van het lichaam, want het lichaam is vergankelijk, het is niet psychisch, want zelfs de ziel is uit de vergankelijkheid […]. Daarom is verlossing pneumatisch, dat is: spiritueel. Door gnosis wordt dus de innerlijke spirituele mens geboren. (Valentinus)

Een gnosticus is iemand die heeft leren begrijpen wie wij waren, wat van ons geworden is, en waar wij gevonden worden, waarheen we zo haastig op weg zijn, waarvan we bevrijd worden; wat geboorte is en wat wedergeboorte zeggen wil. (Theodotus)

Gnosis is voor alles een persoonlijke, existentiële zekerheid: ik kom bij God vandaan, ik deel in zijn wezen, naar hem keer ik terug. Het is een verlicht inzicht in de oorsprong, de huidige situatie en de bestemming van de mens. (Roelof van den Broek)

Mede op basis van het voorgaande kunnen we het begrip gnosis ook op een andere manier benaderen: als de levende ervaring die voortvloeit uit de synthese van religie, filosofie en spiritualiteit op basis van verbinding met het goddelijke, dat ook wel wordt aangeduid als lichtkracht vanuit de bron van alles. Begrippen als religie en spiritualiteit kunnen gemakkelijk negatieve associaties oproepen als gevolg van de vele karikaturen die we in de samenleving kunnen waarnemen. Hier willen we ze benaderen vanuit de betekenis die volgt uit de oorspronkelijk Latijnse woorden. Religie is dan ‘opnieuw verbinden’ en spiritualiteit verwijst naar ‘betrekking hebbend op de geest’. Met geest wordt hier niet het verstandelijke denken of de ‘mind’ bedoeld, maar een kracht die daar ver bovenuit stijgt en verband houdt met het goddelijke scheppingsplan.

De genoemde synthese van religie, filosofie en spiritualiteit op basis van lichtkracht kunnen we schematisch weergeven als een figuur van vier gelijke cirkels die elkaar deels overlappen (zie afbeelding 1). Het doet denken aan een vierbladige bloem en is tegelijkertijd een zogeheten venndiagram. Venndiagrammen worden sinds het einde van de negentiende eeuw gebruikt in de verzamelingenleer van de wiskunde. Een venndiagram is een grafische voorstelling van de logische relaties tussen meerdere verzamelingen. Daarmee worden overeenkomsten en verschillen tussen verschillende groepen of concepten geïllustreerd.

Vier domeinen en hun synthese

De vier domeinen en hun synthese hangen samen met vijf aanzichten van het bevrijdende pad en kunnen in de volgende volgorde worden geformuleerd:

  1. lichtkracht: innerlijk aangeraakt worden
  2. religie: gezamenlijk optrekken (collectief)
  3. filosofie: verstandelijk begrijpen
  4. spiritualiteit: innerlijk groeien (individueel)
  5. gnosis: persoonlijk vernieuwen

In afbeelding 1 worden ook deelverzamelingen tussen twee verzamelingen benoemd:

  • de overlap tussen religie en filosofie kunnen we aanduiden als theologie
  • de overlap tussen filosofie en spiritualiteit kunnen we aanduiden als esoterie
  • de overlap tussen spiritualiteit en lichtkracht kunnen we aanduiden als mystiek
  • de overlap tussen lichtkracht en religie kunnen we aanduiden gnostieke magie

In de volgende beschouwingen worden deze vier ‘deelverzamelingen’ nader toegelicht vanuit het perspectief van het gaan van een authentieke spirituele weg waarop de oude mens procesmatig wordt vervangen door de nieuwe mens. Het viervoudige venndiagram maakt duidelijk dat de lichtkracht essentieel is. Wanneer die ontbreekt, dragen religie, theologie, filosofie, esoterie en spiritualiteit niet bij aan de verwerkelijking van het godsplan, of vertragen dat zelfs. Maar hoe groot de tegenkrachten ook zijn, het zuivere licht zal op den duur altijd overwinnen, omdat het veel krachtiger is dan de duisternis en het valse licht.

De gnosis kan zich uitdrukken in de vorm van bepaalde beelden, woordbeelden en klankbeelden in allerlei religies, spirituele stromingen en filosofische stelsels. Het is belangrijk te beseffen dat die vormen niet de gnosis zelf zijn, maar op zijn best bepaalde weerspiegelingen van de gnosis, die het mogelijk maken dat mensen die daar ontvankelijk voor zijn, innerlijk worden aangeraakt en mede daardoor kunnen vernieuwen. De essentiële waarheid wordt ons niet op een presenteerblaadje aangeboden in de vorm van bijvoorbeeld boeken, cursussen, toespraken of kunstwerken, maar moet door het strevende menselijke bewustzijn en handelende leven veroverd en eigen gemaakt worden door vele ervaringen heen.

De aard van de verhalen, beschouwingen, gezangen, gebeden, ritualen, muziekstukken, schilderijen, standbeelden en bouwwerken die ontstaan door de werkzaamheid van de gnosis, worden natuurlijk mede bepaald door de cultuur en het bewustzijn van de mensen op een bepaald moment in een bepaald gebied. Zo wordt er wel gesproken over de Indische gnosis van bijvoorbeeld Krishna, Boeddha en Shankara; de Perzische gnosis van Zarathoestra, de Chinese gnosis van Lao Zi en Zhuang Zi, de Griekse gnosis van Pythagoras, Socrates en Plato; de christelijke gnosis van Jezus en Mani; en natuurlijk de Egyptische gnosis van Hermes Trismegistus.

Promoveren of transfigureren

De geschiedenis van gnostieke bewegingen en gnostici is een reuze interessant vakgebied. In de afgelopen decennia zijn steeds meer academici zich daarmee gaan bezighouden. Op meerdere universiteiten ter wereld kun je daarop afstuderen. Ook kun je daar wetenschappelijk onderzoek doen naar de gnostiek, waarmee je de doctors-titel kunt verkrijgen. Dat kan allemaal heel zinvol en waardevol zijn, maar het is goed te bedenken dat de gnosis niet bedoeld is om er op te promoveren, maar om er op te transfigureren! Om een nieuwe mens te worden. Het is een grote valkuil om de gnosis uitsluitend te plaatsen in het verleden, want de verticale krachtstroom van de gnosis kan op de horizontale tijdlijn alleen maar in het nu bevrijdend werkzaam zijn. Dat gegeven komt treffend tot uitdrukking in het verheven symbool van een Latijns kruis met op het snijpunt een bloeiende roos.

Je wordt geen nieuwe mens door uit te pluizen hoe gnostieke auteurs en groeperingen in het verleden dachten en werkten. Wat is er dan wel voor nodig om een door de geest bezielde mens te worden? De titels van de eerste negen hoofdstukken van dit boek geven daarvan een indruk: het goddelijke ervaren; dimensies onderscheiden; bewust waarnemen, denken en doen; esoterisch onderricht ontvangen; reinigingen realiseren; God lofprijzen; geestelijke krachten assimileren; de weg van de godsvrucht gaan; de gnosis verkondigen.

Dat is nogal wat! Hoe doe je dat in de praktijk van je dagelijkse leven? Hermes Trismegistus geeft daarvoor duidelijke handreikingen die in dit boek worden toegelicht. Soms gaat het daarbij om praktische aanbevelingen, maar meestal betreft het uiteenzettingen over het wezen van God, de kosmos en de mens op basis waarvan je jezelf innerlijk kunt verheffen en zo de juiste keuzes kunt maken in je leven.

Wie was Hermes Trismegistus eigenlijk? Historisch is er niets over hem bekend. Hoogstwaarschijnlijk is de driemaal grote Hermes een bedacht personage, een verpersoonlijkte synthese van de Egyptische god Thot – de god van de wijsheid en van het schrift en de Griekse god Hermes, de boodschapper van de goden die in de Romeinse cultuur Mercurius wordt genoemd (zie afbeelding 2). Hij is het prototype van de mens die vervulling heeft bereikt op de spirituele weg en die zich inspant om anderen die daarvoor open staan, de weg te wijzen en van inzichten en krachten te voorzien. Deze ingewijde is koning, priester en magiër ineen.

Culturele smeltkroes in Alexandrië

Hermes Trismegistus is de hoofdpersoon in geschriften van onbekende en anonieme auteurs in de eerste eeuwen van onze jaartelling in de havenstad Alexandrië in Noord-Egypte, de toenmalige culturele hoofdstad van de Griekse beschaving. Dat was een smeltkroes van vele volken, misschien wel enigszins vergelijkbaar met de heterogene bevolking in huidige grote westerse steden. Het hermetisme kon daar tot ontwikkeling komen door dezelfde wereldomvattende geestelijke impuls die in die tijd ook bijvoorbeeld de verbreiding van het vroege christendom mogelijk maakte.

BESTEL MYSTERIËN EN LOFZANGEN VAN GOD, KOSMOS, MENS

Binnen het hermetisme werd de wijsheid uit oude Egyptische mysteriescholen verbonden met de Griekse filosofie. De meeste hermetische geschriften zijn geschreven in de vorm van een monoloog, waarbij Hermes zich direct richt tot de lezer, of in de vorm van een dialoog, waarin er sprake is van een tweegesprek tussen Hermes en zijn inwonende geest (ook Pymander of het gemoed genoemd) of tussen Hermes en één van zijn leerlingen: Tat, Asclepius en Ammon. De dialoogvorm is een levendige manier om de gnosis uit te dragen, die in de oudheid al werd toegepast door bijvoorbeeld de Griekse filosoof Plato (427 v. Chr.-347 v. Chr.) in Athene, in de zeventiende eeuw door de protestantse mysticus Jakob Boehme (1575-1624, fakkeldrager van het Rozenkruis 7) en in de achttiende eeuw door Karl von Eckartshausen (1752-1803, fakkeldrager van het Rozenkruis 12).

De negen hoofdstukken van dit boek zijn vooral gebaseerd op het zogeheten Corpus Hermeticum. Dat is een verzameling van zeventien hermetische verhandelingen die in de tweede en derde eeuw in Egypte zijn geschreven in het Grieks. De verzameling manuscripten werd in de vijftiende eeuw van Istanbul naar Florence gebracht, waar de priester, humanist en neoplatonist Marsilio Ficino (1433-1499) deze in 1463 in het Latijn vertaalde en publiceerde.

In de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw verschenen er gedrukte uitgaven van het Corpus Hermeticum in volkstalen zoals het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Nederlands. In 1607 drukte Jacob de Meester in Alkmaar de eerste Nederlandse versie van het Corpus Hermeticum. Een volgende Nederlandse uitgave werd in 1643 gedrukt in Amsterdam in opdracht van uitgever Abraham Willemsz van Beyerland. J. van Rijckenborgh, (fakkeldrager van het Rozenkruis 21) één van de oprichters van de School van het Gouden Rozenkruis, publiceerde in 1960 een nieuwe Nederlandse versie van het Corpus Hermeticum in de vorm van de vierdelige boekenserie De Egyptische Oergnosis en haar roep in het eeuwige nu, die hij voorzag van beschouwingen die hij daarover had gehouden tijdens conferenties op het conferentiecentrum Renova in Bilthoven voor leerlingen van zijn geestesschool. De Utrechtse hoogleraren kerkgeschiedenis Gilles Quispel en Roel van den Broek publiceerden in 1990 een wetenschappelijk verantwoorde Nederlandse vertaling van het Corpus Hermeticum uit het Grieks die zij hadden gemaakt in opdracht van de Bibliotheca Philosophica Hermetica in Amsterdam.

De citaten uit het Corpus Hermeticum in ‘Mysteriën en lofzangen van God, kosmos, mens’ zijn ontleend aan de genoemde boekenserie van J. van Rijckenborgh, die begint met de zogeheten Smaragden Tafel of Tabula Smaragdina, een korte, krachtige hermetische en mantramistische meditatietekst, die de basis vormde voor de alchemie, en die in deel 2 van dit boek is opge- nomen als lofzang 2. In de beschouwingen wordt er meerdere malen naar verwezen. De negen hoofdstukken van dit boek worden steeds afgesloten met een kort gedeelte uit een hermetisch geschrift uit de Arabische wereld, dat bekend staat als ‘Castigatione Animae’ en dat in het Nederlands is uitgegeven als Vermaning van de ziel.

Inwijden in de mysteriën

Wat wil de Hermes-figuur zoals die optreedt in de hermetische geschriften bereiken? Hij wil zijn toehoorders of lezers inwijden in de mysteriën van God, kosmos, mens. Waarom? Omdat dat werk bijdraagt aan de verwerkelijking van het godsplan en de betrokkenen ‘geluk en zaligheid’ zullen smaken. Hermes kan niet anders. Hij is het verplicht aan zijn kernwezen dat zich steeds krachtiger openbaart. Hij ontvangt daarvoor ook de kracht, als antwoord op zijn bede tot God, de Vader van alle dingen:

‘Neig U tot mij en vervul mij met uw kracht; ik zal met deze genade het licht brengen aan hen van mijn ras die in onwetendheid verkeren, mijn broeders, uw zonen. Ja, ik geloof en betuig met mijn bloed: Ik ga tot het leven en het licht. Wees geprezen, o Vader, uw mens wil met U heilig maken, waartoe Gij hem alle macht gegeven hebt.’ (Corpus Hermeticum 1:73)

Een grote meerderheid van de mensen staat niet open voor de hulp die hen op het spirituele pad wordt aangeboden door vertegenwoordigers van de goddelijke hiërarchie. Dat was zo in de tijd dat de hermetische geschriften tot stand kwamen en dat is vandaag de dag nog steeds zo. Wie nog niet rijp is voor de innerlijke weg, verlangt er nog niet naar om in de wezenlijke dingen te worden onderwezen, begrijpt de hermetische leringen niet en schrikt mogelijk terug voor de consequenties die het gaan van de weg van Hermes heeft voor het persoonlijke leven.

Het voorgaande geeft enig inzicht in het ontstaan van de uitdrukking ‘hermetisch gesloten’. Voor degenen die geen enkele affiniteit hebben met de hermetische geschriften, blijven deze als een gesloten boek: ontoegankelijk. Nu is het wel zo dat mensen van nu de hermetische geschriften aanzienlijk beter kunnen begrijpen dan mensen uit de oudheid, of zelfs mensen van enkele tientallen jaren geleden. De mensheid als geheel heeft in de afgelopen decennia een flinke bewustzijnsgroei doorgemaakt. Het vermogen om abstract te denken is toegenomen en het algemene bewustzijnsniveau is gestegen. Sleutels tot begrip van hermetische teksten worden steeds meer gemeengoed en worden zelfs uitgedragen op social media.

BESTEL MYSTERIËN EN LOFZANGEN VAN GOD, KOSMOS, MENS

De hermetische gnosis is bij uitstek geschikt om de eenheid tussen mensen onderling en tussen mensen en andere levensgolven op aarde te bevorderen, want zij sluit niets of niemand uit. Hermes zegt tot zijn leerling Asclepius, die hij beschouwt als een genezer in wording:  ‘Alle schepselen zijn in God! Ze zijn van hem afhankelijk; of zij zich nu door stoflichamen openbaren, of zich als zielewezen verheffen, of door de geest levend zijn gemaakt, dan wel in het dodenrijk opgenomen, zij zijn allen in God.’ (Corpus Hermeticum 11:6)

Wie of wat is dan God? Alles wat we over God zeggen of schrijven is beperkt en daardoor niet volledig juist. Dat wordt prachtig verwoord in de eerste regels van de Daodejing die wordt toegeschreven aan Lao Zi, de ingewijde die waarschijnlijk omstreeks de zesde eeuw voor Christus leefde en werkte in China: ‘Kon Tao uitgezegd worden, dan zou het de eeuwige Tao niet zijn; kon de naam genoemd worden, dan zou het de eeuwige naam niet zijn’. In sommige stromingen van het vroege gnostieke christendom werd dat ook zo gezien. Dat komt heel poëtisch tot uitdrukking in bijvoorbeeld de lofzang in het geheime boek van Johannes (zie lofzang 3).

BESTEL MYSTERIEN EN LOFZANGEN VAN GOD, KOSMOS, MENS

Het woord GOD wordt tegenwoordig wel gezien als een acroniem van de letters G, O en D, die staan voor de generator of schepper, de onderhouder of operator en de destructor of vernietiger. Deze gedachte is gebaseerd op de hindoeïstische drie-eenheid van de goden Brahma (de schepper), Vishnoe (de onderhouder) en Shiva (de vernietiger). In eerste instantie lijkt het vernietigende aspect van de godheid in strijd met de gedachte dat God liefde is, maar na nauwkeurige overdenking blijkt dat dit er toch echt bij hoort.

Eeuwig scheppen

Alles wat een begin heeft, heeft ook een einde. Vernietiging heft kristallisaties op en maakt nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Alles wat bestaat, wordt voortdurend herschapen. Hermes zegt daarom: ‘De schepper zou de eeuwige niet zijn als hij niet eeuwig schept: in de hemel, in de lucht, op de aarde, in de diepte, in alle delen van het universum, in het heelal, in datgene wat is en in datgene wat niet is.’ (Corpus Hermeticum 8:26)

Volgens de hermetische wijsbegeerte is God echter veel meer dan de generator, onderhouder en destructor. Dat blijkt wel uit de volgende zeven karakteriseringen, die veel ruimte open laten voor het mysterie en die tegelijkertijd het overdenken meer dan waard zijn.

U moet God zo zien: alles wat is, houdt hij als gedachten in zich besloten: de wereld, zichzelf, het al. (Corpus Hermeticum 2:77)

Daar de schepper een altijd werkzame kracht is, is het hem niet genoeg wezens geschapen te hebben. Hij neemt ze ook onder zijn hoede. (Corpus Hermeticum 2:27)

Daar God geheel alleen handelt, is hij steeds inwonend in zijn werken, en is hij zelf wat hij voortbrengt, zowel schepper als schepping. Want indien zijn schepselen los van hem zouden staan, zouden zij ineenstorten, en onvermijdelijk te gronde gaan, omdat zij geen leven in zich zouden hebben. (Corpus Hermeticum 2:56)

In het al is er niets dat God niet is. Daarom kan men God niet beschrijven met begrippen van grootte, plaats, eigenschap, vorm of tijd: want God is het al en als zodanig is hij in alles en omvat hij alles. (Corpus Hermeticum 30:50)

Als u uzelf niet gelijk maakt aan God, kunt u hem niet begrijpen: want alleen het gelijke begrijpt het gelijke. (Corpus Hermeticum 2:78)

Wat is God? Het nimmer afwijkende, onveranderlijk-goede. (Corpus Hermeticum 5:63)

God ís niet de rede, maar de bestaansgrond van de rede; hij ís niet de adem, maar de bestaansgrond van de adem; hij ís niet het licht, maar de bestaansgrond van het licht. (Corpus Hermeticum 6: 37)

Deze uitspraken van Hermes zijn niet zomaar wat beschouwende opmerkingen, maar ideeën die gedragen worden door een diep ervaringsweten. Inzicht in het goddelijke en het goddelijke plan is belangrijk, maar niet voldoende. Er dient bij een discipel van Hermes sprake te zijn van een diep verlangen, want op basis daarvan kan er een vruchtbare relatie ontstaan tussen de mens en God. In hoofdstuk 1 van Vermaning van de ziel zegt Hermes tot ons:

‘Als de maker niet rechtstreeks zichtbaar is, kunnen wij hem benaderen door middel van zijn werken. Zo kunnen wij ons ook bezinnen op de schepper van het al, door zijn werken, en op de werken van het noodlot. Ik vraag u, o ziel, bezin u op alles, of het nu waargenomen wordt door het denken of door het gevoel. En weet dat het waarlijk existerende, de eerste oorzaak, het volle licht, u de mogelijkheid schenkt de innerlijke aard van de dingen en hun subtiele verschillen te kennen. Kortom, de gnosis.
Alle dingen zijn in verhouding tot hem afzonderlijk, maar zij zijn geen deel van hem. Hij echter is het universele, niet de som van alles. Denk hierover na, o ziel, en bevrijd u van de onreinheid in de natuur.
Wees nederig en verlang naar hem, de bron en vader van het goede, de wortel en schepper van het denkvermogen, de schenker van leven en wijsheid. Hij die alleen goedheid en genade is, opdat u deel zult krijgen aan het leven, en geluk en zaligheid zult smaken.’ (Vermaning van de ziel, hoofdstuk 1)

BESTEL MYSTERIEN EN LOFZANGEN VAN GOD, KOSMOS, MENS

LEES MEER OVER DEZE TRILOGIE MET UNIVERSELE MYSTERIEWIJSHEID