Amsterdam en Holland in de zeventiende eeuw: ontvankelijk voor andersdenkenden en voor geestelijke inspiratie

BESTEL ROZENKRUISERS TOE EN NU

Het jonge zelfbewuste Holland bood in het Europa van de zeventiende eeuw – dat nog voor een deel onder invloed stond van de kerk van Rome – huisvesting en bescherming aan vele grote Europese wijsgeren die elders vervolgd werden. Wij noemen de diepzinnige Johann Amos Comenius (fakkeldrager van het Rozenkruis 9), die met Johann Valentin Andreae (fakkeldrager van het Rozenkruis 8) correspondeerde en van hem de opdracht ontving de fakkel van het licht verder te dragen. Wij denken ook aan Spinoza en aan Johann Gichtel, een warm bewonderaar van Jakob Boehme (fakkeldrager van het Rozenkruis 7). Vervolgens aan invloedrijke mensen als Koenraad van Beuningen, burgemeester van Amsterdam en de koopman Willem van Beyersland. Zij zorgden er namelijk voor dat de werken van Jakob Boehme gedrukt werden en aldus voor het nageslacht bewaard bleven. Het Amsterdam van de zeventiende eeuw was een schatkamer van Europese wijsheid, waar vele uit hun land verdreven wijsgeren een toevlucht en een veilige haven vonden.

In het voor die tijd – een eeuw waarin elders van geestelijke tolerantie nog nauwelijks sprake was – zo bijzondere Holland van de zeventiende eeuw werd, driehonderd jaar na de stichting van het Gulden Vlies in het Brugge van de Zuidelijke Nederlanden, de basis gelegd voor de zich verder openbarende werkzaamheid van de Broederschap van het Rozenkruis.

Het was in dezelfde tijd dat het oorlogsgeweld Duitsland in bloed en tranen dompelde en in Frankrijk de geliefde Henri de Vierde werd vermoord, koning van Frankrijk en Aragon en telg uit het roemruchte geslacht van de graven van Foix. Deze ‘bon roi Henri’ gaf de opdracht de grot van Lombrives, gelegen in het dal van de Ariège, te openen en de daarin, in cirkels van 12, bijeen liggende stoffelijke resten van de katharen over te brengen naar een graf in het nabijgelegen Tarascon. 

Het ideaal van de broeders van het Rozenkruis verkreeg vaste voet in de Lage Landen aan de Zee, die met de gehele toen bekende wereld nauwe relaties onderhielden. Hun strategische ligging, de vrijheid van godsdienst en de grote verdraagzaamheid ten aanzien van andersdenkenden werden een begrip in de wereld. En het land zelf werd een veilige wijkplaats voor de inspiratoren van de geestelijke bewustwording in Europa.

Geen wonder dat De Roep van de Broederschap van het Rozenkruis, de Fama Fraternitatis R.C., niet alleen in het Duits verscheen, maar vrijwel gelijktijdig ook in het Nederlands. Die roep, die in het begin van de zeventiende eeuw had geklonken, vond grote weerklank en heeft nog tot in de achttiende en negentiende eeuw het geestelijk leven in Europa beïnvloed. Aldus werden de aanzichten van de goddelijke alchemie, de wijsheid van de christelijke kabbalah en de verheven aspecten van de gnostieke magie in een proces van transmutatie met de mensheid verbonden.

Steeds duidelijker kwamen velen tot het besef dat het leven van de mens op aarde niet zijn eindbestemming was, doch dat er een ander, veel verhevener levensdoel bestond. Zo ontdekte de mens, onder invloed van de impulsen van de zich openbarende broederschap, dat zijn centrum de geestelijke zon Vulcanus is, en dat zijn ziele-offer op het altaar van mensendienst een nieuwe geest-zieleconstellatie teweeg brengt, waarin de oude persoonlijkheid dienstbaar mag zijn op deze aarde, die wel eens de oefenschool van de eeuwigheid genoemd is.

In dit atmosferisch en spiritueel zo rijk gezegende deel van Europa werd door de broeders van het Rozenkruis in de gewijde stilte gewerkt aan het veld van openbaring, dat in onze eeuw plaats biedt aan de nu zichtbare en voor de gehele mensheid waarneembare arbeid van Christiaan Rozenkruis en zijn broeders.

Christiaan Rozenkruis is het prototype van de transfiguratie. Allen die in zijn voetsporen treden vormen in deze zin zijn broederschap. Zij die daartoe behoren, hebben in een eeuwenlange, onafgebroken voorbereidingsarbeid de totstandkoming van de klassieke piramide, de zevenvoudige geestelijke kosmos, het werkelijke Christianopolis mogelijk gemaakt.

De ontwikkeling van de activiteiten van de Geestesschool van het Gouden Rozenkruis in het heden toont duidelijk de panmatigheid van deze arbeid aan, en de krachtige impuls die er uitgaat van het werk van Jan van Rijckenborgh (fakkeldrager van het Rozenkruis 21) en Catharose de Petri (fakkeldrager van het Rozenkruis 22) in directe verbinding met het spirituele veld van onze Vader Broeder Christiaan Rozenkruis. Daarom zien wij ook in de arbeid van de hedendaagse Geestesschool de bouw van een geestelijke piramide die volledig correspondeert met de arbeid die ook reeds in de voorbijgegane eeuwen verricht werd. Steeds weer opnieuw zal zulk een oogstveld gevormd worden, van onderen op opgebouwd, maar geïnspireerd en opgetrokken door de hulp en de kracht van de voorgaande openbaringen van de Universele Broederschap, waartoe alle transfiguristische broederschappen behoren.

Bron: Rozenkruisers toen en nu, crystalserie 6

BESTEL ROZENKRUISERS TOE EN NU