Spirituele tekst 4

Spirituele Pinksteren 4: Christus, het licht der wereld
Spirituele tekst voor woensdagavond voor Pinksteren

 

BESTEL HET EVANGELIE VAN DE HEILIGE TWAALVEN

Vervolgens sprak Jezus weer tegen hen: ‘Ik ben het Licht van de wereld; die mij volgt zal niet in de duisternis wandelen, maar het Licht van het leven bezitten.’

Daarom zeiden de farizeeën tot hem: ‘U spreekt over uzelf, uw getuigenis is niet waar.’

Jezus antwoordde: ‘Al spreek ik over mijzelf, toch is mijn getuigenis waar, want ik weet vanwaar ik kom en waarheen ik ga, maar u kunt niet zeggen vanwaar ik kom en waarheen ik ga. U oordeelt volgens het vlees; ik oordeel niemand. En toch, als ik oordeel is mijn oordeel waar; ik ben immers niet alleen, maar ik kom van de vader-moeder die mij gezonden heeft.

In uw wet staat ook geschreven dat de getuigenverklaring van twee mensen waar is. Ik ben een die getuigt van zichzelf; Johannes getuigde van mij en hij is een profeet, en de geest van de waarheid die mij gezonden heeft, getuigt van mij.’

Toen zeiden zij tegen hem: ‘Waar zijn uw vader en uw moeder?’ Jezus antwoordde: ‘U kent mij, noch mijn vader-moeder; als u mij gekend had zou u ook mijn vader en moeder kennen.’

Iemand zei: ‘Toon ons de vader, toon ons de moeder en wij zullen u geloven.’ Hij antwoordde: ‘Als u uw broeder gezien hebt en zijn liefde gevoeld hebt, hebt u de vader gezien; als u uw zuster gezien hebt en haar liefde gevoeld hebt, hebt u de moeder gezien.  Overal kent de alheilige wat hem behoort; ja, in ieder van u kan het vaderschap en het moederschap gezien worden, want de vader en de moeder zijn een in God.’

Deze woorden sprak Jezus in de schatkamer terwijl hij in de tempel onderrichtte. Niemand legde zijn hand op hem, want zijn uur was nog niet gekomen. Weer zei Jezus tegen hen: ‘Ik ga mijn weg, u zult mij zoeken en in uw zonden sterven; waarheen ik ga, kunt u niet komen.’

Toen zeiden de joden: ‘Zou hij de hand aan zichzelf slaan, omdat hij zei: Waarheen ik ga, kunt u niet komen?’ Hij antwoordde: ‘U bent van beneden; ik ben van boven; u bent van deze wereld; ik ben niet van deze wereld. Daarom zei ik tegen u dat u in uw zonden zult sterven, want als u niet gelooft dat ik uit God ben dan zult u in uw zonden sterven.’

Toen vroegen zij hem: ‘Wie bent u?’

Jezus zei: ‘Dezelfde, zoals ik van het begin af tegen u heb gezegd.  Ik heb veel te zeggen dat u zal oordelen maar de ene heilige die mij gezonden heeft, is waarachtig en ik verkondig de wereld wat ik van boven gehoord heb.’

Voorts zei Jezus tegen hen: ‘Wanneer u de mensenzoon [in u] verheft, dan zult u weten dat ik door God gezonden ben, en dat ik niets uit mijzelf doe. Echter zoals de al-heilige mij geleerd heeft, spreek ik. Hij die mij gezonden heeft is met mij; de al-heilige heeft mij niet verlaten, want ik doe altijd dat wat de eeuwige aangenaam is.’

Toen hij deze woorden uitsprak geloofden velen in hem, terwijl zij zeiden: ‘Hij is een profeet en door God gezonden. Laten wij naar hem luisteren.’

Bron: Hoofdstuk 50 van Het evangelie van de heilige twaalven

GA NAAR BESCHOUWING 5

BESTEL HET EVANGELIE VAN DE HEILIGE TWAALVEN