Wie was Zarathoestra of Zoroaster? Inspirator van het jodendom en eerste licht-apostel van het kosmische christendom

Wat wij van Zarathoestra weten staat vooral beschreven in de Avesta. De Avesta is de in de derde eeuw door de Perzen op schrift gestelde eeuwenoude mondelinge kennis over Zarathoestra. Dit is in de eerste plaats gebeurd omdat Mani in de derde eeuw het manicheïsche christendom in Perzië bracht. Mani had zeven boeken geschreven opdat zijn denkbeelden niet vertekend zouden worden. Mani zegt dat Zarathoestra een lichtapostel van de Christus is geweest en dat zijn profetie dat Ahoera Mazdao of de verlosser mens zal worden, in Jezus Christus vervuld werd. Dit werd door de zoroastrische priesters als concurrerend met hun eigen opvattingen gezien. Toen zijn zij zelf hun mondelinge traditie gaan opschrijven en hebben Mani later via keizer Bahrem I ter dood veroordeeld. In het manicheïsme leefde de opvatting dat Zarathoestra de eerste profeet van het christendom was. Zarathoestra is dus rond 6347 voor Chr., nog voor de joods profeten, in Perzië opgetreden. 

Van Plinius (23-79 na Chr.) weten wij dat Eudoxus, een leerling van Plato (427-347 voor Chr.), gezegd heeft dat Zarathoestra 6000 jaar voor de dood van Plato geleefd moet hebben. Er waren toen nog geen mogelijkheden iets op schrift te stellen. Plutarchus (46-119 na Chr.) zegt in zijn boek over Isis en Osiris dat Zarathoestra 5000 jaar voor de oorlog van Troje geleefd moet hebben.

Van Zarathoestra wordt verteld dat hij geleefd heeft in het huidige Afghanistan, in het landschap waar de Oxus doorheen stroomt. Je hebt daar grote steppen, met op de achtergrond hoge bergen en diep blauwe luchten daarboven. In een gebied met een sterk landklimaat met strenge winters en erg warme zomers is Zarathoestra opgegroeid. In de Avesta wordt verteld dat de moeder van Zarathoestra Dugdhova heet. Op vijftienjarige leeftijd ontving zij een ‘zonnelevenskleed’: een ziel, geweven van geestelijk zonlicht. Hierdoor kwamen onmiddellijk demonen op haar af, maar ze werd in bescherming genomen door de familie van de Spitama’s. Uiteindelijk is Dugdhova getrouwd met Orasta, een zoon van de Spitama’s. Orastra is de vader van Zarathoestra.

Er wordt verteld dat het zonnekleed van Dugdhova afkomstig was van de geestelijke zon zelf. Terwijl Dhugdova zwanger was van Zarathoestra, kreeg zij een merkwaardige imaginatie. Ze zag een berg waarop een jongeling verscheen, stralend in het gouden licht van de zon. Hij hield een staf vast en had een boek in zijn hand. Toen hij de staf ophief, vluchtten de demonen. 

Ik denk dat je moet zeggen, dat toen Zarathoestra geboren was en opgroeide, hij sprak als een bodhisattva. Een bodhisattva is een ingewijde die de uiteindelijke verlichting en voleinding uitgesteld heeft in liefde voor de  lijdende mensheid. Van een bodhisattva is bekend dat hij al bij zijn geboorte uitspreekt wat zijn levensopdracht zal zijn. Zarathoestra moet al eerdere incarnatie hebben gehad, waardoor hij het vermogen had om bewust te incarneren. Hij kwam niet in een soort slaaptoestand vanuit de geestelijke wereld in een menselijk lichaam, maar kwam met een wakker bewustzijn tot incarnatie. Dit is tot uitdrukking gebracht in de legende dat Zarathoestra al bij zijn geboorte zijn levensopdracht uitsprak. Zarathoestra zegt dan dat hij zich volledig in dienst wil stellen van de strijd die Vohoe Manah (het grote denken) met Ahriman, de geest van de duisternis, voert. 

Zarathoestra wordt belaagd door de zwart-magische koning Duravisarun. In een legende wordt verteld dat deze koning Zarathoestra met een mes wilde steken, maar zijn hand werd tegengehouden. Toen hij het kind in het vuur wilde werpen, doofden de vlammen. Hij liet het kind op de grond liggen en stuurde er een kudde wilde ossen over het kind heen, maar de voorste os ging over het kind staan en de andere ossen renden eromheen. 

Deze beelden geven weer dat Zarathoestra heel sterk staat in de strijd tussen goed en kwaad. Het is kenmerkend voor hem dat hij het kosmisch goede en het kosmisch kwade heeft geschouwd. Het is misschien niet voor niets dat Nietzsche (1844-1900) in zijn boek ’Aldus sprak Zarathoestra’, met name in Zarathoestra de eerste leraar zag die goed en kwaad tegenover elkaar stelde. Zarathoestra schouwde het kwaad veel fundamenteler dan de ingewijden in het mystieke India. Daar werd in zekere zin het kwade alleen maar als een soort illusie gezien. 

Zarathoestra was een zoon van de koning van de Iraniërs. Zijn volk werd onderdrukt door de Turaniërs, die uit Mongolië en Rusland kwamen. Van hun koning Zohak is bekend dat hij de zwart-magische cultus van Ahriman beleed: dat hij de krachten van de geest van de duisternis verkreeg. 

Zarathoestra zou de nieuwe leider van zijn volk worden, een koning-priester. Koning en tegelijkertijd een ingewijde, die de religie van het volk zou verzorgen. 

Op een zeker moment ontmoet Zarathoestra een priesteres van Vivhavat, Ardouizoer (‘bron van licht’) genaamd. Wie is die Vivhvavat? Vivhavat wordt beschreven als een oude man. In hem kun je dezelfde individualiteit zien als de Manoe, zoals deze in het hindoeïsme is beschreven als de leraar der leraren of de leraar van de zeven Rishi’s. Bij Zarathoestra is Vivhavat de grote ingewijde die het Vohoe Mannah of de goddelijke geest van het goede, in zich ziet werken. Ik denk dat Vivhavat in het joodse denken terugkeert onder de naam Melchizédek.

Eén van de moderne versies van de biografie van Zarathoestra zegt dat Ardouizoer en Zarathoestra tijdens hun ontmoeting oogcontact hadden waarin een diepe zielsverbondenheid voelbaar werd. Ik denk dat, esoterisch gezien, deze Ardouizoer van een andere laag, zowel zijn eigen ziel, als de ziel van zijn eigen volk, als de ziel van de hele mensheid is.

Als Zarathoestra naar zijn woonplaats terugkeert wordt hij door de zwart-magische koning Zohak gedwongen om bij een samenkomst aanwezig te zijn. Hier eist Zohak van alle lokale leiders dienstbaar te zijn aan zijn wil. Op dat moment wordt Ardouizoer als gevangene naar binnen gebracht. Zohak zegt dan dat diegene die nu belijdt een dienaar van Ahriman te willen zijn, Ardouizoer tot slavin zal krijgen. Zarathoestra voelt een ongelooflijke verontwaardiging. Hij maakt zich los uit de menigte en wil Ardouizoer redden. Zijn vrienden weten Zarathoestra tegen te houden. Hij was anders zeker gedood. Er wordt verder verteld dat Zarathoestra terugkeert naar het dal waar hij Ardouizoer heeft ontmoet en dat hij daar in verbinding komt met Vivhavat. Deze zegt hem dat als hij zijn volk wil redden, hij zich hoog in de bergen waar de arenden vliegen, in een grot terug moet trekken. Zarathoestra gaat de bergen in en bidt iedere dag tot de ziel van de zon, tot Ahoera Mazdao.

In de Avesta is te lezen dat Zarathoestra uitspreekt dat alle mensen in die tijd nog helderziend waren. Dit betekent dat ze konden waarnemen dat de mens een aura om zich heen had. Ook het zeer bijzondere aura van de zon konden ze waarnemen: Ahoera Mazdao. Dit is wie in de theologie de preëxistente Christus is genoemd: de Christus voordat hij mens werd. De komst van de verlosser in het zoroastrisme heeft dezelfde signatuur als de komst van de ons bekende messias in de gestalte van Christus Jezus. Mani identificeerde beiden. Zarathoestra zal profeteren dat Ahoera Mazdao uiteindelijk mens zal worden. 

Zarathoestra moet zeven jaren in de grot hebben geleefd. Iedere dag heeft hij daar tot Ahoera Mazdao gebeden. Iedere nacht drongen zich demonen aan hem op en midden tussen die demonen nam hij een gestalte waar. Deze gestalte werd naarmate Zarathoestra vorderde in het meditatieve gebed tot Ahoera Mazdao, lichter en lichter. Na jaren kwam hij tot het besef dat deze gestalte de ziel van Ardouizoer was en dat zij dus gestorven moest zijn. Dit greep hem zo aan, dat hij begon te twijfelen aan de zin van alles. In deze psychologische crisis verscheen Ahoera Mazdao zelf tot hem. Hij openbaarde zich aan Zarathoestra en vertelde hem hoe hij tot een verdere reiniging kon komen. Dan pas kon hij zich in dienst van Ahoera Mazdao stellen en zo de morele eigenschappen van Ahoera Mazdao in zichzelf verwerkelijken en de daaraan tegengestelde eigenschappen van Ahriman in zichzelf overwinnen. 

Ahoera Mazdao werd namelijk omgeven door nog zes andere geestelijke wezens. Geesten die de wezenlijke eigenschappen van Ahoera Mazdao vertegenwoordigden, Amshaspans genaamd. Samen vormen zij dat wat je de ‘heilige Zevengeest’ moet noemen: de zeven planeetgenieën. Hiervan is Ahoera Mazdao de geest van de Zon (deze is in het zoroastrisme de ene keer één van de zeven en de andere keer degene die boven de zevenheid staat). Ahriman of de geest van de duisternis die dood en verval doet ontstaan, is ook door zes geestelijke wezens omgeven. Ahoera Mazdao en Ahriman zijn beiden zonen (in de gedeelde of begrensde tijd) van het Zeruana Akarana of de ongedeelde tijd. De zeven planeetgenieën en hun eigenschappen in de mens zijn. 

  1. Ascha of Arata (het wereldritme). Dit kun je in jezelf als eigenschap verwerkelijken door in alles naar waarheid te streven en je leven naar de waarheid in te richten. Het is de geest van Saturnus, De tegengestelde eigenschap van Ahriman is: razernij.
  2. Vohoe Manah (het goede denken). Dit is de vorm van denken waarbij je universele morele ideeën kunt vinden, die je in je wil individualiseert. Dit is de geest van Jupiter. De tegengestelde eigenschap van Ahriman is: geweld. 
  3. Vairya (de heerschappij door de spraak). Het scheppende vermogen van het spreken, waardoor alles zijn ordening krijgt en waardoor het innerlijk zich met het uiterlijke kan verbinden. Dit is de geest van Mars. De tegengestelde eigenschap van Ahriman is: wreedheid. 
  4. Ahoera Mazdao (Heer van het licht). De harmonie van alle eigenschappen. Je zou dit ook het wezen van de liefde kunnen noemen. Dit is de geest van de Zon. De tegengestelde eigenschap van Ahriman is: leugen. 
  5. Haurvatat (gezondheid. Haurvatat is het denken waarbij je het ene in een vloeiende samenhang met het andere gebracht kan worden. Dit is ook de vernieuwende kracht van de metamorfose en de genezing. Het is de geest van Mercurius. De tegengestelde eigenschap van Ahriman is: overmoed. 
  6. Ameuratat (onsterfelijkheid). Dit is de geest van de onsterfelijke oorsprong van alle verschijnselen. Het denken dat deze oorsprong zoekt en vanuit medeleven daaruit leven kan, is deze activiteit zelf onsterfelijk. Dit is de geest van Venus. De tegengestelde eigenschap van Ahriman is: ruwheid. 
  7. Armaiti (wijsheid). Dit is de wijsheid die in verbinding staat met de vruchtbaarheid. Het wordt ook welgezindheid genoemd. Dit is de geest van de Maan. De tegengestelde eigenschap van Ahriman is: verstarring. 

Zarathoestra schouwde zo de heilige Zevengeest. Het is van ongelooflijk belang dit te benadrukken, omdat we nog zullen zien dat het zoroastrische denken het joodse denken beïnvloed heeft. De idee van de Zevengeest keert in het joodse denken terug en in het Oude Testament, meteen aan het begin, waar bijvoorbeeld in de Hebreeuwse tekst staat: ‘In den beginnen schiep Elohim hemel en aarde’. Uit het joods geschrift ‘De hiërarchie in het testament van Adam’ is bekend dat er zeven Elohim waren.   

Ook Basilides, een christelijk denker uit de eerste eeuw van het christendom, spreekt over zeven Elohim in verbinding met de zeven planeten. De middelste van deze Elohim, de Eloah van de Zon, is volgens hem afgedaald naar de aarde en tijdens de doop in de Jordaan in Jezus mens geworden. Dit komt overeen met de messiasverwachting van Zarathoestra. In de Apocalypse wordt gesproken van de zeven geesten voor de troon van God. 

In de rozenkruisersliteratuur is het getal zeven ook van belang: In De Chemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis is sprake van zeven dagen van openbaring in overeenstemming met de zeven planeten. Christiaan Rozenkruis wordt met zeven schepen naar de toren van de Olympus gebracht, waar de inwijding zal plaatsvinden. Deze zeven schepen zijn te begrijpen als de zeven Elohim. Deze idee van de heilige Zevengeest vormt één van de meest fundamentele, religieuze ideeën van zowel het zoroastrisme, het jodendom, het christendom als van het manicheïsme. 

Bij de verschijning van Ahoera Mazdao wordt aan Zarathoestra verteld dat hij nog drie incarnaties zal hebben. Bij de derde incarnatie van Zarathoestra zal Ahoera Mazdao als de verlosser mens worden om dood en ontbinding van Ahriman te overwinnen.

‘De machtige, de koninklijke belofte dragende Zonne-ether-aura, de godsgeschapene, vereren wij in het gebed, die over zal gaan op de zegenrijkste der heilanden en op de anderen, zijn apostelen, die de wereld voorwaarts zal brengen, die overwinnen zal ouderdom en dood, ontbinding en verval, die haar brengen zal tot eeuwig leven, tot eeuwig gedijen, tot vrije wil, als de doden weer opgewekt worden, als de levende overwinnaar van de dood komt en door zijn wil de wereld vernieuwd wordt.’ (Jast 19:89)

Deze incarnaties waarin Zarathoestra opnieuw als een Saosyant (heiland) zal optreden worden als volgt beschreven:

  1. Uxsyat Asta (de wereldorde die zal groeien)
  2. Uxsyat Nemah (de vereniging zal groeien)
  3. Astvarta Arta: het wereldritme dat tot in het gebeente werkt

Uxsyat Nemah is een historische gestalte die wij kennen als Nazaratos (599-522 voor Chr.). Rudolf steiner wijst erop dat Nazaratos feitelijk een incarnatie van Zarathoestra is. Hij was de leraar van Pythagoras en heeft in Perzie geprofeteerd dat het niet lang meer zou duren dat Ahoera Mazdao mens zou worden. Hij wijst erop dat de magiërs – dit zijn de priesters van het zoroastrisme – moeten letten op de ster die met midwinter zal verschijnen, als de aankondiging voor de menswording van Ahoera Mazdao. Nazaratos actualiseert de oorspronkelijke messiasverwachting van de oer-Zarathoestra.  

In dit verband is het van belang te weten dat koning Kores, met de Perzische naam Ahoera Data, de joden in dit tijdsgewricht uit de Babylonische ballingschap heeft bevrijd. Hij heeft een droom gehad waarin hem geopenbaard werd dat hij tegen de joden moest zeggen dat ze in Jeruzalem een tempel voor de heer moeten bouwen. (Ezra 1) De heer was zowel voor koning Kores en het Perzische volk. De koning en de rest die zich aan hem geopenbaard heeft, zien geen discrepantie tussen de godheid van de Perzen en de godheid van de joden. De wijze raadsheer van koning Kores was de genoemde Nazaratos. 

De joodse profeten Ezechiël en Daniël en diegene die in de theologie bekend staat als Deutero Jesaja leefden ook ten tijde van de Babylonische ballingschap. Kenmerkend voor deze joodse profeten is dat ze een messiasverwachting hadden die hen in een droom werd geopenbaard. Je kunt de vraag stellen: ‘Is het niet merkwaardig dat Nazaratos, die de messiasverwachting had dat Ahoera Mazdao mens zou worden, vertrouwelijk omging met joden die ook een messiasverwachting hebben gehad? Heeft Nazaratos de joodse profeten beïnvloed?

Rudolf Steiner zegt dat Nazaratos inderdaad een mysterieleraar was dienaar zijn leerlingen, de joodse profeten, de mogelijkheden had gegeven zich zo te ontwikkelen, dat ze gevoelig werden om zo’n imaginatie of messiasverwachting te ontvangen, dat ze de Zoon der Mensen zouden kunnen aanschouwen. Dit betekent dat Zarathoestra gezien moet worden als een uiterst belangrijke leraar voor het hele joodse denken dat het christendom heeft voorbereid.

Het is bekend dat tijdens de Babylonische gevangenschap de eerste vijf bijbelboeken (Pentateuch van Mozes) zijn geschreven. Hierin vind je de leer van de zeven Elohim. Dit is volgens mij een directe doorwerking van de idee van de Zevengeest die door Zarathoestra geschouwd is en de zeven Amshapans wordt genoemd. Anders gezegd. Ahoera Mazdao met de zes Amshapans. 

Verder historisch onderzoek geeft hiervan nog een bevestiging, zoals de Kroninek van zuqnin. Deze kroniek beschrijft hoe de profetie van Zarathoestra vervuld wordt op het moment dat de Ster van Bethlehem gezien wordt. (Zie: G. Widengren, Die Religion Irans in Die Religionen der Menschheit, redactie Ch.M. Schroder, Band 14, Stuttgart 1965). Hierin wordt een openbaring beschreven aan zoroastrische magiërs. Drie maaiers, kandidaten voor de inwijding, leerlingen van de mysteriën, waren in afwachting van de ster die zou kunnen verschijnen als teken van de menswording van hoera Mazdao. Ieder jaar beklommen zij daarvoor de Zegenberg. Op een bepaald moment, nog voordat zij de berg beklommen, zagen zij een enorme lichtzuil. In die lichtzuil zagen ze de ster van Zarathoestra (Zarathoestra betekent letterlijk: de goudglans van de ster): dit is het wezen (daena) van Zarathoestra, gedragen door engelenhanden. De magiërs kregen een wenk om de berg op te gaan. Op de berg werd deze lichtzuil opnieuw zichtbaar en in die zuil zagen ze toen de imaginatie van een kinderhand. Deze zuil, met daarin de ster, ging hen voor en wees de weg naar Bethlehem, waar het Kind geboren was. 

Er is sprake van een tweeheid in deze epifanie (godsverschijning): de lichtzuil en de ster. Dit komt overeen met wat impliciet in de Avesta beschreven is: tijdens de laatste incarnatie van Zarathoestra incarneert Ahoera Mazdao. De lichtzuil is de ziel van de zon of de Christusziel. De ster of Zarathoestra is is de drager van deze Ahoera Mazdao. Volgens Mani, instigator van de tweede hoofdstroom van het christendom, was de voorspelde menswording van Ahoera Mazdao in Christus Jezus vervuld. Anders gezegd: Zarathoestra is de Jezus-mens door Mattheüs beschreven. Dit komt overeen met het onderzoek van Rudolf Steiner waarin hij de ster die de drie koningen volgenden, interpreteert als de Christusziel en waarin hij schouwen kon dat in de Jezus door Mattheüs beschreven, het Ik van Zarathoestra geïncarneerd was. 

In de kroniek van Zuqin heb ik een historische bron gevonden waardoor het gerechtvaardigd is omzet Perzische denken op het christelijke denken af te stemmen. Dit vinden we ook terug in het evangelie van Mattheüs, waar gesproken wordt over de drie koningen, de drie magiërs uit het oosten. Steiner zei dat dit leerlingen waren van Zarathoestra. Zij wisten dat hun leermeester tot incarnatie was gekomen, dat hij de drager zou zijn van Ahoera Mazdao. 

Een andere historische aanwijzing om te bewijzen dat in de Jezus-mens het Ik van Zarathoestra was geïncarneerd is te vinden bij Emil Bock. In de 13e eeuw zijner Syrische filosofen geweest die zich nog door overlevering herinnerden wat Nazaratos in de 6e eeuw voor Chr., had uitgesproken.  Zo citeert bijvoorbeeld Mar Salomon in Het Bijenboek Nazaratos als hij schrijft: ‘Uiteindelijk zal de verlosser aan het kruis hangen en hij, Nazaratos, zal één zijn met de verlosser. Hij in mij en ik in Hem’. Dit is een profetie in de tweede incarnatie van Zarathoestra die vervuld zal worden in de derde incarnatie van Zarathoestra, als in hem Ahoera Mazdao mens zal worden. 

Ahoera Mazdao is niet dezelfde als Zarathoestra – dat is evident in het hele zoroastrisme. De komst van Ahoera Mazdao tijdens de derde incarnatie van Zarathoestra moet tweedelig worden gelezen. Tijdens de derde incarnatie van Zarathoestra zal ook Ahoera Mazdao mens worden. 

Zo vinden wij een historische rechtvaardiging voor wat Rudolf Steiner geesteswetenschappelijk kon schouwen: in de door Mattheüs beschreven Jezus-mens, werkt het Ik van Zarathoestra. Dit gegeven wordt dus bevestigd door de Avesta, door de kroniek van Zuqnin en door de 13e eeuwse natuurfilosofen. 

Ook door hedendaagse vondsten wordt dit bevestigd. Zo is er door de Nag Hammadi vondst een tekst ontdekt, de Apocalypse van Adam genoemd, waarin de dertien incarnaties van Zarathoestra worden beschreven en ook de laatste incarnatie als de verlosser. Andrew Welburn zegt bijvoorbeeld dat de hele kosmologie van de Essenen, met wie Jezus in verbinding heeft gestaan, die zo sterk in het teken van licht en duister staat, direct terug te voeren is op de kosmologie van Zarathoestra. Licht: Ahoera Mazdao. Duister: Ahriman. Ik denk ook dat, waar de Israëlieten in de woestijn het manna aantroffen, je de directe werking van Zarathoestra, die sprak over het Vohoe Mannah, in het joodse denken kunt veronderstellen.            

Je kunt zeggen dat Zarathoestra door verschillende incarnaties heen, beginnende in Perzië, het hele joodse denken inspireert, tot het moment dat niet alleen zijn denken uitgegoten is in het joodse volk, maar hij uiteindelijk ook zelf incarneert in dat joodse volk. Dan is Zarathoestra de drager van Ahoera Mazdao, de drager van de Christus. Hierdoor kun je Zarathoestra naar waarheid de eerste  profeet van het christendom noemen.

Ook Mani (3e eeuw na Chr.) noemde Zarathoestra de apostel van Christus. Mani heeft vanuit een geestelijk schouwen zichtbaar gemaakt doe de openbaringen van de verschillende religies in de verschillende volkeren, uit één bron zijn gekomen. Hij heeft tot uitdrukking gebracht dat de preexistente Christus Hermes naar Egypte heeft gezonden , Lao Zi naar China, boeddha naar India en Zarathoestra naar Perzië. Zarathoestra is daarmee een licht-apostel van de Christus. Ook in de manichese vertalingen kun je zien dat Ahoera Mazdao dezelfde is als Christus. Ahoera Mazdao wordt vertaald als de ‘oermens’, een manifestatie van de Christus. Als Mani naar de Perzische keizer gaat en zijn eerste boek, de Shaburaghan, overhandigt, spreekt hij over de Christus. Indirect wordt duidelijk dat hij de menswording van Christus in het het zoroastrisme bekend heeft willen maken als de vervulling van de profetie van Zarathoestra. Voor Mani was het daarmee eveneens duidelijk dat Zarathoestra de eerste profeet van het christendom genoemd mag worden. 

Historisch wetenschappelijk is in de Avesta terug te vinden dat Zarathoestra de eerste messiasverwachting heeft gebracht. Het is van groot belang dat dit op de theologische faculteiten onderwezen wordt. Hierdoor kan het kosmisch christendom, dat Christus de grote Zonnegeest is die in Jezus geïncarneerd was, gered worden.

Zarathoestra kan ook gezien worden als de messias leraar van het westen. Want in het Perzië in de voorchristelijke tijd was het westen ten opzichte van het oosterse India. Het denken moet volgens hem zodanig ontwikkeld worden – hij noemt dat manna (denken) – dat het geïnspireerd kan worden door het Vohoe Manah of de goede Geest. Juist in onze tijd is een dergelijk geïnspireerd denken van belang. 

Bron: Roland van Vliet, Wie denken de mensen dat ik ben – Christologie van de liefde, Zeist, Christofoor, 2005