Geloof, hoop en liefde in gnostiek perspectief: de drie treden die leiden tot de vervulling – teksten van J. van Rijckenborgh

BESTEL DE GNOSIS IN ACTUELE OPENBARING

In een hoofdstuk van zijn boek De gnosis in actuele openbaring gaat J. van Rijckenborgh, één van de grondleggers van de School van het Rozenkruis, in op de beroemde triade die de apostel Paulus noemt aan het einde van hoofdstuk 13 van zijn eerste brief aan de gemeente Korinthe. Hij ziet de drie waarden van Paulus als treden van een trap naar de lichtgeboorte van God in de mens.

Geloof: het nieuwe leven in de verte zien  

Wilt u aan uw zielenood een einde maken, wilt u volop kennen, en van aangezicht tot aangezicht aanschouwen, wel, dan zijn er drie treden die leiden tot het doel. Ten eerste: onvoorwaardelijk geloof, als bewijs dat u de roep gehoord hebt; dat die roep van de gnosis vibreert in uw ziel; dat u dáárom tot de geestesschool gekomen bent; en dat u die roep, die u wekte, getrouw wilt zijn. Dát is geloof.

Geloof is niet een domweg accepteren van wat van-boven-af gedecreteerd wordt, maar voor alles een absoluut begrip, inzicht uit innerlijke lichtaanraking, tengevolge waarvan de leerling van-binnen-uit zegt: ‘Ik ga, ik doe mee. Ik sta nu nog wel in een duistere rede, maar ik heb de roep ervaren, ik kom.’ Dát is de eerste trede bestijgen. Op dat moment is de duistere rede er nog wel, doch van tijd tot tijd zijn er dan, in die toestand op de eerste trede, door de geloofstoestand heen lichtschemeringen, bijvoorbeeld in de Renovatempel of als gevolg van een meerdaags verblijf op Renova, of door een dienst in de Haarlemse tempel, zodat we als vanuit de verte het beloofde land schouwen gaan. Een golf van blijdschap en enthousiasme gaat dan door de ziel, en we zijn weer even uit onze zieleput.

Doch omdat onze bewustzijnsstaat nog niet fundamenteel gewijzigd is, kan een dergelijke toestand van verlichting ook niet duren. Alles gaat in zijn tegendeel verkeren, zodra wij weer geabsorbeerd worden door de dingen van de gewone natuur. Doch, wanneer we maar volharden, kan de tweede trede bestegen worden.

Uit: De gnosis in actuele openbaring
Hoofdstuk: Geloof, hoop, liefde

Hoop: de nabijheid van het nieuwe leven ervaren

Wanneer het geloof, ondanks de nog onvermijdelijke op- en neergangen van de ziel sterk blijkt te zijn, bestijgen we de trede van de hoop. De eerste straal van de Heilige Geest gaat dan woning maken in onze ziel. Wij noemen die straal het vermogen. Want in die toestand van leerlingschap, van het naderen in en door het geloof, zal de gnostieke kracht, via het sternum, de roos en de thymus, het bloed en het automatische zenuwstelsel, in ons wezen binnengaan; via de medulla, die met het hart in binding staat, breekt het nieuwe licht dan naar binnen en stijgt op tot in de torenkamer. En daar ontsteekt het de vierde kandelaber in de vierde hersenholte. Wanneer die kandelaar brandt, gaat het licht van de hoop gloren in de ziel.

De gnostieke radiaties komen bij de leerling binnen via het sternumstelsel; zij stijgen omhoog tot de vierde kandelaber en beroeren daar de hypofyse. En via de voorkwab van de hypofyse dringt dat licht, dringen de lichtstralen die in de vierde kandelaber branden, geleidelijk aan door tot aan de toppen van het hoofdheiligdom. Daarom is de hoop meer dan het geloof, want de hoop is een voorafschaduwend licht, dat de gehele ziel in een nieuwe toestand brengt. 

Een hoopvol mens is dan ook, ook in de geestesschool, een heel ander mens dan een gelovig mens. De gelovige mens kan van de hoopvolle mens menen: ‘hij is een groot optimist’. Maar de mens die in de hoop staat, ís geen oppervlakkig optimist! Een hoopvol mens is een blijmoedig, een tot op zekere hoogte stralend mens. De blijmoedigheid straalt zo iemand uit de ogen. Want hij heeft moed, hij kan de dingen aan. Immers, in het licht van de hoop ziet hij de dingen van de nieuwe levensstaat duidelijker dan ooit tevoren. Daarom wordt in de heilige taal de hoop vergeleken met een helm, een beschutting van het hoofdheiligdom die groeit vanuit het geestlicht.

Uit: De gnosis in actuele openbaring
Hoofdstuk: Geloof, hoop, liefde

Liefde: één zijn met het nieuwe leven

In het geloof zien wij de dingen van het nieuwe leven als uit de verte. In de hoop ervaren wij de nabijheid van het nieuwe leven. Logisch is het, dat de derde trede de liefde is. Liefde is een toestand van eenwording, van vereniging, van absolute eenheid. In onze zin is deze liefde de toestand van eenwording met de gnosis, als de tweede straal, als de tweede toestand van de Zevengeest.

In het geloof bestaat reeds een binding; en zij die in het geloof sterven, ondergaan daarvan de genade in het vacuüm van Shamballa. In de hoop wordt de binding met de gnosis nauwer, inniger. En in de liefde wordt zij een voldongen feit. Want de leerling ervaart daarin hoe de gnostieke volheid van de tweede straal, via de vierde kandelaber, het gehele hoofdheiligdom gaat vervullen, gaat bezetten.

De magnetische binding met de dialectische natuur wordt dan positief doorbroken, en hart en hoofd worden in de gnosis tot een volkomen eenheid geboren. De liefde in deze zin, zich openbarend in een definitief herstelde hoofd-hart-eenheid, met alle adembenemende gevolgen van dien, is waarlijk de lichtgeboorte Gods, de opstanding van Christus in de mens.

Uit: De gnosis in actuele openbaring
Hoofdstuk: Geloof, hoop, liefde

BESTEL DE GNOSIS IN ACTUELE OPENBARING