Het mysterie van de graal – beluister of lees bezinning 6 van het Gouden Rozenkruis

 

bezinning 1bezinning 2bezinning 3bezinning 4bezinning 5bezinning 6bezinning 7bezinning 8bezinning 9bezinning 10bezinning 11bezinning 12

Wij lezen in het Corpus Hermeticum: ‘God heeft een groot mengvat, gevuld met de krachten des Geestes omlaag gezonden en een boodschapper geschonken met de opdracht aan de harten der mensen te verkondigen: Dompelt u onder in dit mengvat, gij zielen dit dit kunt, gij die gelooft en vertrouwt dat gij zult opstijgen tot Hem die dit mengvat omlaag gezonden heeft. Gij die weet tot welk doel gij geschapen zijt.’

Muziek

Er is een oorspronkelijke universele wetenschap. Het is de gnosis, de kennis van de goddelijke werkelijkheid. Het is geen geschreven wijsheid, maar een straling, een lichtende werkzaamheid. Er is ten tweede een fundamentele universele religie. Het is de ware toewijding aan het ene goddelijke plan. Het is geen uiterlijk vertoon, maar het tot stand brengen en in stand houden van de stroom van goddelijk licht tussen de Vader en de zoon, tussen God en mens. En er is, ten derde, de oorspronkelijke kunst, de koninklijke kunst, de daad, uitgevoerd in de stralingswerkzaamheid van de voornoemde wetenschap en religie. Het is niet het vormen van de stof in eigen voordeel, maar de kunst om leven en mensheid weer tot goddelijke harmonie te voeren.

Muziek

Ieder mens zoekt, heeft gezocht of gaat zoeken. Heel het mens-zijn is verbonden met het zoeken naar vervulling. Er ontbreekt ons iets, we zijn beperkt, eindig, onvolkomen. We kunnen ons bijvoorbeeld verdoven aan alles wat deze wereld ons biedt. Dan zoeken we vergetelheid. We kunnen ons ook ongemakkelijk voelen en alles in het werk stellen om hierin verandering te brengen. Dan zoeken we geluk. We kunnen ook ontevreden zijn met de materie om ons heen. We zoeken dan bezit.

Het menselijke zoeken kent dus allerlei gradaties. Voortgedreven vanuit het gevoel onwetend te zijn, niet in staat de wereld te beheersen, niet wetend hoe het volmaakte te scheppen, zoekt de mens. Hij zoekt naar het hogere, naar het diepere, naar het ware, want er moet een geheim zijn, een sleutel, misschien wel ergens verborgen in kunst, wetenschap of religie. Er moet toch ergens een waarheid zijn in de vorm van een wetenschap, religie of een kunst, een waarheid die het volmaakte vertegenwoordigt. De legenden en verhalen daarover spreken ons toch niet voor niets aan, en roepen soms in ons een gevoel van heimwee in ons op.

Zo word als sinds mensenheugenis gezocht naar de steen der wijzen , de sleutel tot  het volmaakte, naar het universele, het ware. Maar wat ontbreekt er dan? De binding met het goddelijke levensveld ontbreekt. Ons mens-zijn is ten dele, onvolmaakt dus omdat de verbindende schakel met onze goddelijke oorsprong er niet meer is. Fundamentele wetenschap, ware religie en koninklijke kunst van bouw zijn losgelaten, vergeten, vervaagd. De terugkeer tot dat goddelijke, het herstel van de binding met het goddelijke, dat is het geheim, het mysterie.

Muziek 

Er is een sleutel die de deur tot die oorspronkelijke toestand, dat oorspronkelijke rijk, dat koninkrijk opent. Die sleutel is met de mens in zijn val meegezonden. Het is de graal. Als een steen der wijzen ligt het geheim van de verlossing in het hart van het gevallen aarderijk verborgen. Het diepste zoeken van de mens is in feite terug te voeren tot het vinden van de heilige graal, de connectie met de goddelijke werkelijkheid. De graal is echter altijd bij de mens, en is altijd bij de mens geweest. Niet als een uiterlijke schat, verborgen in een grot of in het bezit van een geheime orde. De graal ís immers zélf het geheim. De graal onthult het geheim dat in de mens verborgen ligt: de latente goddelijke vonk. Het vinden van de graal is het ontsteken van die vonk. Maar dit ontsteken kan alleen door licht dat van goddelijke oorsprong is, het licht waarin de drie oorspronkelijke principes – oorspronkelijke wijsheid, ware religie en koninklijke kunst – als een drie-eenheid besloten liggen.

De mens, als oorspronkelijk geest-zielewezen, vormt zelf ook een graal wanneer hij van boven met hoofd en hart open is voor het genoemde scheppende licht, zal het in zijn wezen kunnen stromen. het wezen moet dan wel gereed zijn om het te ontvangen en ernaar te handelen. De prijs voor de wedloop, de reiniging in en door het levende water uit het goddelijke mengvat, de graal, is een vermogen dat beschikbaar is voor ieder mens. Het wordt aan niemand onthouden en het kán aan niemand onthouden worden. Maar het kan zich pas aan en in een mens openbaren wanneer deze de beschikking heeft over een volwaardige, reine ziel die door ervaring gelouterd is.

Muziek

Het zoeken van de heilige graal is zeer diep in de mens verankerd. Dit verklaart de schier onafzienbare rij van legenden over de Heilige Graal, over en rond koning Arthur en de Tafelronde. Deze legenden verhalen van dit zoeken, dikwijls in zeer symbolische vorm. Parcival gaat op zoek naar de Heilige Graal, gedreven door een innerlijk verlangen. Hij zoekt een geheim, de ontbrekende schakel, die zijn levensvragen beantwoorden kan. Zijn omgeving – die op zoek is naar bezit, macht en tastbaar geluk – lacht hem uit en noemt hem een dwaas en schenkt hem als reiskleding een narrenpak.

Wat hij zoekt is immers niet te vinden in deze wereld. En dat is juist, de mens moet het zoeken in zijn eigen wezen. Al het reizen en trekken van de graalridder is te verstaan als een innerlijke reis, waarbij de zoekende mens veel ervaringen opdoet. Hij leert, dat de mens deze wereld niet kan beheersen, niet kan overwinnen, met zijn ik-wezen omdat dit één is met deze wereld.

Parcival faalt aanvankelijk hopeloos, want hij tracht naar de normen en waarden van déze natuur een ridder te zijn. Hij vindt de graalburcht met daarin een oude zieke koning, die niet meer tot actie in staat is, maar waarvan toch een bijzondere vibratie uitgaat. Aan deze koning wordt de lafenis van de graal geboden, die hem in staat stelt te blijven leven, ondanks de zwakke toestand van zijn lichaam. Parcival kan de graal nog niet zien, hoewel hij dichtbij is. Daarom moet hij verder blijven zoeken.

De oude koning is het symbool van de gevallen godsvonk, die in bijzondere vibratie ieder mens aanwezig is, maar alleen kan leven kan uit de krachten van de goddelijke natuur. Het graallicht is ieder mens zeer nabij, nader dan handen en voeten, maar hij ziet en kent het nog niet. Hij zoekt de vervulling van zijn levensideaal nog in deze natuur, zoekt de hemel op aarde, en zijn verlangen is daarop gericht.

Na vele omzwervingen en het doorleven van vele ervaringen verandert de aard van het verlangen in Parcival. Hij ziet dat liefde, kennis en wijsheid in deze wereld betrekkelijk zijn en dat in werkelijkheid dit niet is wat hem al zo lang heeft aangezet tot zoeken naar het geheim van het Leven. Hij gaat begrijpen dat het ware ridderschap gewijd is aan de goddelijke oorspronkelijke natuur.

En zo komt hij opnieuw voor de graalburcht te staan, maar nu als een mens die de ware taak in zijn leven wil aanvaarden. Als hij dán de zieke koning ontmoet stelt hij hem vol dienstbaarheid de vraag: ‘Wat kan ik voor U doen?’

Muziek

Een werkelijke ridder van de graal staat in een directe binding met het oorspronkelijke Licht. Zijn wezen is ervan doorstraald: dat is zijn onoverwinnelijke zwaard. Met dit zwaard dient hij de mensheid. De ridder in wording vindt de graal dan ook pas, wanneer de éne vraag gesteld is: ‘Wat kan ik voor U doen?’ Het gaat om een bewust, innerlijk doorleefd verlangen naar de verlossing, naar bevrijding, een verlangen naar de góddelijke werkelijkheid.

Het stellen van deze vraag doet de mens niet voor zichzelf, om als ik-persoonlijkheid meer roem, eer of rijkdom te ontvangen. Het gaat hier om de vraag naar de bevrijding van de verloren godsvonk, die als in doodsslaap verzonken ligt. Van die Godsvonk gaat bij voortduring een roep uit om weer tot leven te kunnen komen. Het is als antwoord op deze roep dat Parcival op reis gaat om de graal te zoeken, al is hij zich daarvan aanvankelijk nog niet bewust.

Eerst dan – na díe vraag – opent zich de graal, het goddelijke mengvat, de krater en stroomt er voldoende om allen te laven en te genezen naar hun diepste wezen. Allen, niet alleen de eigen microkosmos, want alle microkosmoi zijn met elkaar verbonden.

Muziek

Wie waarachtig zoekt moet de sleutel ín het eigen hart zoeken. Wie graalridder wil worden, moet vanuit het hart de graal in zichzelf oprichten om het goddelijke licht van verlossing te kunnen ontvangen. Dat oprichten komt tot stand door een vibratie-verhogende levenshouding: reinheid in hart, hoofd en handelen.

Zo ontstaat in hem, in haar, de ware toewijding aan het ene goddelijke plan. En komt de mens tot de ware daad, het bewandelen van het universele pad van ware menswording. Daarom: Dompelt u onder in dit mengvat, gij zielen die dit kunt;  Gij die gelooft en vertrouwt, dat gij zult opstijgen tot Hem die dit mengvat omlaag gezonden heeft; gij die weet tot welk doel gij geschapen zijt.’

Muziek

Om die weg te gaan, zijn steeds de universele kennis, de ware religie en de koninklijke kunst van vernieuwing aan de mens geschonken. In de graal zijn zij vermengd tot een stuwend, helpend, verlossend Licht. Dit goddelijke Licht kan de reiniging, de verlossing ín de mens voltrekken. Uitgangspunt is het diepe verlangen om deze verlossingsweg te vinden, of, zoals Wolfram von Eschenbach schreef:

‘Wie de Graal eens wil ontvangen,
bedenk, er geldt daartoe één wet:
een innig, heilig, diep verlangen.’

Muziek

Tot zover deze bezinning over het mysterie van de graal.

LEES MEER OVER DE BOVENSTAANDE VIJF BOEKEN OVER DE GRAAL