Hij die sterft en niet verloren gaat geniet het eeuwigdurende leven – De Chinese Gnosis, hoofdstuk 33-3 (afsluiting)

 

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

DOWNLOAD THE CHINESE GNOSIS (FREE PDF)

De onderstaande tekst is het laatste hoofdstuk (33-3) van De Chinese Gnosis door J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri. Deze is gebaseerd op strofe 33 van de Daodejing in de vertaling van Henri Borel

Wij hopen dat u uit het voorgaande duidelijk geworden is wat Lao Tse bedoeld heeft met hoofdstuk 33 van de Tao Teh King. Hij heeft daarin in enkele krachtige lijnen voor zijn leerlingen heel de receptuur van de vrijmaking geschetst, zo, dat zij die als het ware in één beeld voor zich konden zien. Wij willen nu deze schets nog eenmaal voor u natekenen, opdat u het niet meer zult vergeten, en wij willen dan besluiten met het laatste aanzicht van deze magische receptuur: het einde van het werk, het einde van de reis door de stof: het binnengaan in een eeuwigdurend nieuw leven.

Zo is dan in de stoffelijke wereld verschenen de stoffelijke mens die wij kennen. Deze mens is niet de werkelijke, de hoge, van God bedoelde mens, doch hij vormt het instrumentarium met behulp waarvan het grote scheppingswonder moet worden gerealiseerd. Daartoe wordt hij door de hogere mens omringd. Maar de bezielende factor, de ontstekende vlam, ontbreekt hem nog.

De bezielende factor, het tot werkelijk ‘leven’ voerende element, moet namelijk nog gerealiseerd worden. Het moet nog opgebouwd worden van onderen op. Alle daartoe voerende aanzichten moeten dus in beweging worden gebracht. Alle mogelijkheden worden samengevoegd en vanwege hun bewogenheid, hun gevoeligheid en hun activiteit ontwikkelt er zich een mengeling, een wisselwerking van krachten en stralingen.

Zo komt er een krachtig ervaringsleven tot stand. Als deze ervaringen voldoende zijn ingeëtst in de wordende mens – het is een proces dat helaas met veel leed en smart gepaard gaat! – dan komt er in de betrokkene een intens verlangen tot ontwikkeling, het verlangen het doel van het leven goed te leren kennen. En tevens het verlangen, aan dat doel te kunnen beantwoorden, er aan te kunnen meewerken. En wij zien dan het zoeken dat daarvan het gevolg is. En ook de liefde die daardoor voor dat ene doel in het hart ontstaat.

Op een gegeven moment rijst in het hoofdheiligdom het volkomen begrip op. Dit veroorzaakt een verinniging, een zeer dicht nabij komen van de hogere mens tot de lagere mens. Een wederzijds contact ontwikkelt zich. Een intens verlicht worden, van hart en hoofd, van de lagere existentie, door middel van de stralingskracht van de hogere mens. Deze samenbindende, samenvoerende, lichtende kracht, die zich alleen openbaren kan als aan de voorwaarden voldaan is, deze vurige kracht heft de kristallisatiefactor, ook wel glutenfactor genaamd, van de lagere mens op.

De glutenfactor doet zich onder andere en vooral in het bloed gelden, De opheffing van de glutenfactor beoogt de atomische verandering die wij u eerder hebben beschreven. Deze atomische verandering maakt de lagere mens, het instrumentarium, open voor de indaling van de vuurether. De lagere mens, gehuld in vlammen, getooid met de pinkstertongen van de vuurether, realiseert door deze verinniging de eenheid met de hogere mens. Zo ontwikkelt zich een nieuwe wezenheid. Een nieuwe mens groeit van dag tot dag, door vuur.

Uit het vlammenspel treedt dan voor de innerlijke blik te voorschijn: de zielenmens, uit licht geheven, uit het vulcanidische vuur ontheven, de Koningsmantel, het Gouden Bruiloftskleed. En op een gegeven moment kan men niet meer zeggen: ‘Hier is de lagere mens, en ziedaar de hogere mens. ̋ Want geest, ziel en lichaam zijn, als door het vuur heen, versmolten tot een nieuwe wezenheid.

Zodra dit werk volbracht is en de zegeliederen der overwinning klinken, gaat de kandidaat in in zijn waarachtige Vaderland. De sintels van het vuur, het oude stofgewaad, dat dan tot as verteerd is, werpt hij van zich, en uit dit oude tehuis, tot de laatste vezel verteerd is, stijgt omhoog de van God bedoelde werkelijkheid, tot de Toon der Tronen, en gaat in in het eeuwigdurende leven.

Zij die treuren bij de ashoop die verglommen is, zij begrijpen niets van het wonder dat zich  voltrokken heeft. Doch de begrijpende, zij staren opwaarts en zij zien de vuurvogel, de Phoenix, met brede wiekslag opvliegen, optieken ten hemel en binnengaan door de geopende deuren. De nieuwe mens is thuis gekomen. Het grote heerlijke werk is volbracht.

Daarom zegt Paulus in 1 Korinthe 3: ‘Ieders werk zal aan het licht komen. De grote dag zal het aantonen, omdat deze zich door vuur openbaart’. En Gustav Meyrink zegt in dit verband : ‘Wij die eeuwen geleden elkaar ontmoet hebben en duistere machten hebben doorstreden, doch nu het licht mogen begroeten, door de reddende daad.’

Broeders en zusters, wij smeden de land. Dat u, omstraald door zijn glans in onze vredige zalen, rijpe het vuur. Wij, in de Universele Keten verbonden, wij begroeten blij allen die de herwonnen overwinnaars zijn.

Hij die zich losmaakt van de schijn,
Vindt het pad tot het innerlijke zijn.
Wie tot het niet-doen zich is gekomen,
wordt in de keten opgenomen.

Amen

INHOUDSOPGAVE

Woord vooraf
Inleiding – De verheven wijsheid van Lao Tse

  1. Zijn en niet-zijn
  2. Woe wei
  3. Maak geen ophef van eerwaardigheid
  4. Tao is ledig
  5. De alopenbaring is niet menslievend
  6. De geest van de vallei sterft niet
  7. De macrokosmos duurt eeuwig
  8. Het hart van de wijze is diep als een afgrond
  9. Men moet van de gevulde vaas afblijven
  10. Wie het ik onderwerpt zal met liefde het rijk regeren – De wijze zal in volmaakte rust zijnDe mysterieuze deugd
  11. Er is geen ledige ruimte
  12. Gezicht, gehoor, smaak
  13. Hoge gratie en degradatie zijn dingen van vrees
  14. Kijk naar Tao en ge ziet het niet – De draad van Tao
  15. De vijf eigenschappen van de goede filosofen – De onzuiverheden van het hart
  16. Het opperste ledig
  17. Het volk en zijn vorsten
  18. Toen Tao verwaarloosd werd, kwamen menslievendheid en gerechtigheid
  19. Weg met het weten! – Doe afstand van de dingen
  20. Laat varen uw studie – De wereld is een wildernis geworden – Ik alleen ben anders dan de gewone mensen
  21. Tao in zijn schepping is vaag en verward – Tao, de grote kracht in het midden – De wedergeboorte in Tao
  22. De vier grote mogelijkheden – De wijze maakt zich tot een voorbeeld in de wereld – Het onvolmaakte zal volmaakt worden
  23. Wie weinig spreekt is ‘vanzelf’ – Wie gelijk is aan Tao, verkrijgt Tao – Niet voldoende geloof hebben, is geen geloof hebben
  24. Zelfzucht – De muren van Jericho – Toewijding aan Tao
  25. Godsdienst en theologie – Vóór hemel en aarde bestonden, was er een vaag wezen – De viervoudige wet van Tao
  26. Het zware is de wortel van het lichteDe drie kruisenHet drievoudige meesterschap
  27. Het alleen-goede – Hij die goed gaat, laat geen sporen achter – Hij die goed spreekt, geeft geen reden tot blaam – De wijze munt altijd uit in het helpen van mensen – Dubbel verlicht zijn – Hij die geen waarde hecht aan macht heeft de alwijsheid verkregen
  28. De vallei van het rijk – De altijddurende deugd – De wijze zal het hoofd van de werkers zijn
  29. De heilige offervaas – De weg naar de overwinning – Niemand kan twee heren dienen
  30. Niet met geweld van wapens – De ware goede slaat met vrucht één slag – Vanaf het toppunt van kracht worden de mensen en de dingen oud
  31. De beste wapens zijn instrumenten van onheil – De vergiftiging van het menselijke levensveld – Heb uw vijanden lief – De liefde van de gnostiek-magische mens – Gij zijt het zout der aarde – Het reinigende zout
  32. Hemel en aarde zullen zich verenigen – Het volk zal tot harmonie komen
  33. Hij die zichzelf kent, is verlicht – Hij die zichzelf overwint, is almachtig – Hij die sterft en niet verloren gaat, geniet het eeuwigdurende leven

Bron: De Chinese Gnosis, door J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN EN E-BOOKS OVER TAO