Het zware is de wortel van het lichte – hoofdstuk 26-1 van ‘De Chinese Gnosis’

 

26-2 DE DRIE KRUISEN26-3 HET DRIEVOUDIGE MEESTERSCHAP

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

Hieronder volgt een deel van de commentaren die J. van Rijckenborgh (1896-1968) en Catharose de Petri (1902-1990) hebben geschreven op strofe 26 van de Daodejing (of Tao Teh King). Het is de integrale tekst van hoofdstuk 26-1 van hun boek De Chinese Gnosis met de titel ‘Het zware is de wortel van het lichte’.

TAO TEH KING HOOFDSTUK 26

Het zware is de wortel van het lichte; de rust is de meester van de beweging.
Daarom laat de wijze nooit af van zwaarte en rust.
Al is er nog zoveel schoons te zien, hij blijft wonen in de rust en hij gaat er ver van.
Maar helaas, de Heer van tienduizend wagens acht het rijk licht om zichzelf.
Door ze gering te achten verliest hij zijn ministers.
Door zich te laten meeslepen verliest hij de heerschappij.

Tao Teh King, hoofdstuk 26

26-1 HET ZWARE IS DE WORTEL VAN HET LICHTE

U weet wat zwaartekracht en zwaartekrachtwerking te betekenen hebben en waar zij van uitgaan. Vooral de moderne mens wordt daar van tijd tot tijd bij bepaald vanwege de enorme pogingen die door de natuurwetenschap worden ondernomen om de zwaartekrachtwerkingen van de aarde te overwinnen.

Het is bekend dat ieder hemellichaam, dus ook de aarde, een elektromagnetisch aantrekkingsvermogen heeft van een bepaalde aard. Ten gevolge van dit vermogen kan alles wat tot de aarde behoort, wat van haar wezen is, haar niet verlaten en wordt op zijn plaats gehouden en bezit dus levensmogelijkheden.

Deze zwaartekrachtwerkzaamheid heeft twee aanzichten, twee eigenschappen. De meest voor de hand liggende eigenschap is aantrekking. De andere is afstoting. Door de kracht van afstoting wordt alles wat niet tot het wezen van de aarde behoort, en dus voor haar en voor haar schepselen schadelijk zou kunnen zijn, buiten het stelsel gehouden.

De tweevoudige werking van de zwaartekracht gaat uit van het tiende stratum van onze aarde, met name het hart van de aarde, waar wij het centrale brandpunt van de Aardgeest vinden. Dit aardebrandpunt bepaalt de zwaartekrachtwerkingen van alle negen andere aardstrata. Hieruit volgt dat, behalve de stofsfeer in haar beide aanzichten, ook de ethersfeer met haar vier aanzichten, de astrale sfeer en de mentale sfeer met haar twee aanzichten, hierbij betrokken zijn. Alle velden van de persoonlijkheidsopenbaring worden dus door de zwaartekracht-beïnvloedingen van de Aardgeest gegrepen.

De persoonlijkheid heeft, behalve het stoffelijke lichaam, ook het etherische lichaam, het astrale lichaam en een klein gedeelte van het denkvermogen. Het denkvermogen als persoonlijkheidslichaam is nog geheel in ontwikkeling. De mens bezit er een klein gedeelte van. De voertuigen van de persoonlijkheid worden dus volledig gecontroleerd door de zwaartekrachtwerkingen van de onderscheidene aanzichten van onze planeet. Niet alleen het stoffelijke lichaam wordt dus door de Aardgeest aangetrokken, maar ook het etherische lichaam, het astrale lichaam en de mentale delen van de persoonlijkheid.

Uit deze situatie valt te verklaren waarom het wiel van geboorte en dood en zijn wentelingen slechts betrekking heeft op de onderscheidene openbaringsvelden van de Aardgeest. Als een luchtreiziger op mechanische wijze aan de aantrekkingskracht van de directe stofsfeer weet te ontsnappen, komt hij onherroepelijk in die van de ethergebieden, vervolgens in die van de astrale gebieden en tenslotte in die van de mentale grensgebieden. Daarbuiten ligt voor hem een volstrekt persoonlijkheids-niets, een ledig, want daar treden geheel andere elektromagnetische zwaartekrachtgebieden op, die geheel andere astrale, mentale, etherische en stoffelijke condities vereisen.

Deze uiterste grens geldt dan voor iedere sterveling wiens hart geheel en al verbonden is met het hart van de aarde. Binnen deze grens voltrekken zich alle persoonlijkheidslevens van de microkosmos, die met de Planeetgeest verbonden is. Immers, de microkosmos én de persoonlijkheid vinden in de Planeetgeest hun wetmatige zwaartepunt. Zonder meer kan geen enkele microkosmos zich uit de omslotenheid van deze elektromagnetische bol bevrijden. Doch u weet uit de voorgaande hoofdstukken dat er nog een andere aarde is: voor de natuurgeboren sterveling volkomen onzichtbaar, hoewel filosofisch aantoonbaar. Het is de heilige Aarde, het planetaire systeem van de Planeetlogos.

In de Universele Leer onderscheidt men de Planeetgeest, betrekking hebbend op de grofstoffelijke aarde, en de Planeetlogos. De Planeetlogos is de Heer van de oorspronkelijke, onaantastbare, goddelijke planeet, de onuitsprekelijke, eeuwige heerlijkheid. Uit de heilige Aarde, uit deze oorspronkelijke planeet, is onze planeet voortgekomen als oefenschool, als ontwikkelingsveld, waarbinnen de microkosmos moet ingaan, om, na volbrachte leertijd, daaruit op te stijgen en terug te keren tot het Vaderhuis. De Planeetlogos is derhalve het begin – de alfa – doch eveneens het einde – de omega.

De grote opgaaf die aan de existentie van iedere microkosmos ten grondslag ligt, is dus: na volbrachte reis de omega te mogen vieren en het woord te vernemen:

‘Zie, ik maak alle dingen nieuw. Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de fontein van het water des levens om niet. (Openbaring 21)’

Zie het dus duidelijk voor u dat de twee naturen waarvan de Gnosis getuigt tot op het innigste met elkaar verbonden zijn. Zie hoe de twee zonnestelsels, en daarin de planeten, dus ook onze aarde en de heilige Aarde, hoewel gescheiden nochtans volkomen in elkaar opgaan. Zie hoe de microkosmos zowel het ‘Vaderland’ als het ‘land der vreemdelingschap’ in zich besloten houdt. En zie waarom van tijd tot tijd ook tot u wordt gezegd: ‘Het koninkrijk Gods is binnenin u.’

De microkosmos die u en ons omvangen houdt, is het volstrekte aanzicht van de oorspronkelijke planeet, de heilige Aarde. De persoonlijkheid is van de aarde-aards. De micro- kosmos stamt uit het Vaderland, uit het Vaderhuis; de persoon- lijkheid is van de dialectische natuur. Tegen de persoonlijkheid kan worden gezegd: ‘Het koninkrijk Gods is binnenin u.’

Is dat niet overdreven? Is het niet beter te zeggen: ‘Het koninkrijk Gods is u zeer nabij’? Nee! Om dit goed te verstaan moet u eerst letten op de verhouding Planeetgeest/Planeetlogos. Er wordt van de Planeetgeest gezegd dat zijn werkelijk- heid een mysterie is. Het is een entiteit in ontwikkeling, een ontwikkeling in opgaande lijn. De Planeetgeest is ten nauwste verbonden met de Planeetlogos en voert al diens bevelen uit. Hij is de projectie van de Planeetlogos, en u weet dat zijn brandpunt gelegen is in het hart van de aarde.

Zie nu naar uzelf. Er is een microkosmos én er is een persoonlijkheid. De microkosmos is van Gods geslacht, de persoonlijkheid is onderworpen aan de tijd-ruimtelijkheid. De gehele activiteitssfeer van de persoonlijkheid – zowel het stoffelijke, het etherische, het astrale als het mentale aanzicht daarvan – wordt door het hart van de persoonlijkheid bepaald. De gehele elektromagnetische conditie, de gehele kwaliteit van de persoonlijkheid – dus wat zij aantrekt, wat zij afstoot, waar zij totaal onverschillig voor is – dit alles wordt door de toestand, door de geaardheid, van het hart bepaald. Het hart is derhalve voor en van iedere sterveling het grote levensbrandpunt. Daarom werd er ooit door een broeder van het Rozenkruis gezegd: ‘Wat het hart niet wil, komt het hoofd niet binnen.’

Zo wordt u duidelijk waarom in de tekst van hoofdstuk 26 van de Tao Teh King een onderzoek wordt ingesteld naar het levenszwaartepunt van de sterveling en waar dat gelegen is. Waar ligt uw levenszwaartepunt? Daar gaat het om in het leven! Dit is een uiterst belangrijke vraag, want het levenszwaartepunt des harten, het centrale levensbrandpunt, geeft richting aan uw gehele levensgang en geeft vorm aan uw ervaringen.

‘Het zware is de wortel van het lichte; de rust is de meester van de beweging. Daarom laat de wijze nooit af van zwaarte en rust.’

Wij kunnen deze woorden nu geheel en al doorgronden. Er is een levenszwaartepunt, een bron van de gehele levensgerichtheid. De zetel daarvan ligt in het hart. Door de momentele toestand van uw hart wordt uw momentele zwaartepunt des levens bepaald. Dit zwaartepunt, deze zwaartekracht, is de oergrond van uw bestaan, van uw doen en laten.

U ziet iemand bepaalde dingen doen, of niet doen. U vraagt zich in verbazing af: ‘Hoe komt dat?’ Of u slaat vol vreugde de handen in elkaar en zegt: ‘Heerlijk zo! Hoe komt dat?’ Al deze handelingen, zowel de positieve als de negatieve, gaan uit van het zwaartepunt des levens, dat in het hart gelegen is. In het hart ligt dus de wortel van de levensplant die u in het levende heden aan het licht tilt. Daarom: Het zware is de wortel van het lichte. Uw levenszwaartepunt is de wortel van hetgeen in uw leven in het licht van de werkelijkheid wordt geplaatst.

U ziet nu wellicht in dat deze werkelijkheid een ‘beweging’ is, een voortdurende activiteit, waarvan de aard blijkt en de vrucht aantoonbaar wordt. Om deze ‘beweging’, dus deze groei en haar resultaat, tot stand te brengen, moet er een kracht zijn. Aldus: er is een wortel – een kracht – een beweging – en derhalve een resultaat.

Stel nu eens dat uw zwaartepunt des levens kan worden gevonden in de Gnosis, dat daarin de wortel van uw bestaan ligt. Dan zal de kracht die de beweging veroorzaakt, aangeduid kunnen worden als ‘vrede’ en als ‘rust’. De rust des harten wordt dan, is dan de meester van de beweging.

In de brief aan de Hebreeën wordt aan deze rust een geheel hoofdstuk gewijd, het vierde. Tot hen aan wie het ene pad, dat tot deze rust zal voeren, steeds wordt voorgehouden, wordt daar gezegd: ‘Laten wij daarom op onze hoede zijn, dat, nu de belofte om in te gaan in zijn rust nog van kracht is, niemand van u zal blijken achtergebleven te zijn. Laten wij ons dus beijveren, in te gaan in die rust.’

Als dus het levenszwaartepunt van de mens gevonden kan worden in de Gnosis, dan gaat er van dit zwaartepunt een kracht uit, een bewogenheid. Er wordt iets in het licht getild, de vrucht wordt zichtbaar. Deze vrucht, dit levende resultaat, is de innerlijke vrede, de rust, de heerlijke toestand-van-zijn die alle verstand te boven gaat. Dan wordt dus dit resultaat op een gegeven moment de meester van de beweging.

Zo blijkt dat er een machtig levensgeheim is, een mysterie met het hart verbonden, dat door u kan en moet worden opgelost: het geheim, hoe de zwaartekracht van uw leven, de wortel van uw bestaan, te verplaatsen uit het diep van de aarde tot in de oergrond van de Logos. En u weet nu: het is een geheim des harten. Als u de Bijbel kent weet u dat het steeds om dat probleem gaat: verlossing van de aarde-aards en ingaan in de eeuwige heerlijkheid van de andere planeet, de heilige Aarde, die Johannes als het ware op een gegeven moment vanuit de hemel zag neerdalen. Hij werd er geheel en al één mee.

Hoe brengt een leerling dit tot stand? Hoe lost men in een School als de onze met behulp van de gnostieke methode dit geheimenis op?

De wijze, die dit geheim heeft opgelost, laat nooit af van zwaarte en rust, zegt Lao Zi. Immers, zijn levenszwaartepunt is in het Andere, in de Andere, tot ontwikkeling gekomen. En hij zal, als eenmaal deze heerlijkheid gesmaakt is, haar zeker niet meer prijsgeven voor de vrucht van de materie der duisternis..

Bereid u voor om met ons dit heerlijke geheim op te lossen.

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

LEES MEER OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN J. VAN RIJCKENBORGH OVER GNOSIS