Gnosis nu! – online jaarprogramma – week 21
Tao is ledig
21 mei 2022
WEEK 1 – WEEK 2 – WEEK 3 – WEEK 4 – WEEK 5 – WEEK 6 – WEEK 7 – WEEK 8 – WEEK 9 – WEEK 10 – WEEK 11 – WEEK 12 – WEEK 13 – WEEK 14 – WEEK 15 – WEEK 16 – WEEK 17 – WEEK 18 – WEEK 19 – WEEK 20 – WEEK 21 – WEEK 22 – WEEK 23 – WEEK 24 – WEEK 25 – WEEK 26 – WEEK 27 – WEEK 28 – WEEK 29 – WEEK 30 – WEEK 31 – WEEK 32 – WEEK 33 – WEEK 34 – WEEK 35 – WEEK 36 – WEEK 37 – WEEK 38 – WEEK 39 – WEEK 40 – WEEK 41 – WEEK 42 – WEEK 43 – WEEK 44 – WEEK 45 – WEEK 46 – WEEK 47 – WEEK 48 – WEEK 49 – WEEK 50 – WEEK 51 – WEEK 52 – WEEK 53
‘Voor ieder gewoon begrip, voor ieder gewoon zintuiglijk vermogen, voor het gevoel, de reuk, de smaak en het gehoor, is Tao ledig en niet waarneembaar. Men kan Tao niet omvatten met het denken en alles wat men terzake bedenkt, al is het slechts één fragmentje, is onjuist. Men kan Tao met het magnetische vermogen van de wil niet aantrekken en dirigeren; voor de gehele dialectische wezenswerkelijkheid is Tao volstrekt ledig.
Daarom is de methode van het niet-doen niet slechts een wijze van handelen die u wordt aangeraden, maar een volstrekte basis bij al het waarlijke heilswerk. Met het ik kan niets essentieel bevrijdends worden aangevat; ieder intellectueel of mystiek vermogen is daarbij waardeloos. Tao is voor de mens ledig.
Tao deelt zich mee aan een ander magnetisch astraal veld dan het gewone. De gnosis kan haar invloeden doen gelden en inetsen in het magnetische veld van de microkosmos, met alle gevolgen van dien. Deze gang van zaken wordt uit zelfovergave geboren, via het proces van de roos. Dan ondergaat de kandidaat de zaligheid van een nieuwe astraal-magnetische binding. Slechts in deze zuiverheid komt Tao tot u.’
Uit: De Chinese Gnosis
Hoofdstuk 4: Tao is ledig
Is het glas water half vol of half leeg? Die retorische vraag wordt nogal eens gesteld om mensen bewust te maken van het verschil tussen positief denken en negatief denken. In de wereld van de versplintering waarin wij leven – die door Lao Tse aangeduid wordt als de wereld van de tienduizend dingen – zijn er omstandigheden waarin het stellen van die vraag zinvol is. Als je leerling van Tao bent en nadenkt over deze metafoor, stel je misschien een heel andere vraag: hoe kan ik mij verbinden met de onuitputtelijke bron van levend water?
Deze open vraag gaat uit van een besef van je gnostieke opdracht: innerlijk vrijkomen van de uiterlijke wereld waarin de polariteiten yin en yang elkaar voortdurend afwisselen. Wanneer je jezelf openstelt voor Tao, kun je de kracht van Tao (de Teh) ontvangen, je tijdloze natuur volgen, zonder begeerte zijn en tot nieuwe mens transformeren.
In strofe 4 van de Tao Teh King staat dat Tao ledig is en dat zijn stralingen en werkingen onuitputtelijk zijn. Tao is dus ledig en tegelijkertijd ook vol: VOL-LEDIG ! Voor het gewone, natuurgeboren bewustzijn is Tao niets: niet waar te nemen en niet te bevatten. In strofe 14 lezen we daarover:
‘Kijk naar Tao en u ziet het niet, men noemt het kleurloos.
Luister naar Tao en u hoort het niet, men noemt het geluidloos.
Tast naar Tao en u raakt het niet aan; men noemt het onstoffelijk.’
Voor het geestbewustzijn is Tao echter alles: het is de grond van de alopenbaring en de moeder van alle dingen (strofe 1). Wat gebeurt er met de mens die zijn bewustzijn leeg maakt van de wereld van de tienduizend dingen en gaat leven vanuit de geest van de vallei, de vonk van Tao in het hart? In strofe 10 van de Tao Teh King antwoordt Lao Tse:
‘Hij die het animale ik aan het spirituele onderwerpt,
kan zijn wil op Tao gericht houden.
Hij zal niet verdeeld zijn.
Hij beheerst zijn levenskracht, tot zij volgzaam is
als die van een pasgeboren kind.
Hij zal het innerlijke gezicht klaar en puur maken
en aldus vrijkomen van morele gebreken.
Hij zal met liefde het rijk regeren en geheel woe wei kunnen zijn.
Hij zal in volmaakte rust zijn,
terwijl het openen en sluiten van de deuren voortgaat.
Als zijn licht overal doordringt,
zal hij als onwetend kunnen zijn.
Hij brengt de dingen voort en voedt ze.
Hij brengt ze voort zonder ze te bezitten.
Hij vermeerdert en vermenigvuldigt
en rekent niet op beloning.
Hij regeert en beschouwt zich niet als meester.
Dit is wat men de mysterieuze deugd noemt.’