Schilderen als levenskunst – het indrukwekkende oeuvre van Emiel De Keyser – boek, tentoonstelling en themadag

BESTEL SCHILDEREN ALS LEVENSKUNST

DOWNLOAD DE UITNODIGING VOOR 30 MAART: KLEUREN VAN HET ENE

Op zondagmiddag 30 maart 2025 vindt in het J. van Rijckenborgh-centrum in Haarlem de opening plaats van de tentoonstelling ‘met schilderijen van Emiel De Keyser. De werken van deze veelzijdige Vlaamse kunstenaar waren in de afgelopen 60 jaar alleen binnen een kleine kring bekend. Nu worden ze voor het eerst gepresenteerd aan een breder publiek. De opening van de tentoonstelling is ook de start van de themadag ‘De kleuren van het Ene’ met lezingen en een openbare tempeldienst.

De schilderijen op de expositie zijn allemaal opgenomen in het boek ‘Schilderen als levenskunst’ dat eind 2024 verscheen. Bij de samenstelling van het beeldmateriaal is niet alleen een keuze gemaakt uit de ruim 600 schilderijen Emiel De Keyser die hij heeft gemaakt, maar ook uit de vele tekeningen, het porselein, de kamerschermen en de kunstvoorwerpen op basis van natuurlijke materialen. Deze fraaie en kleurrijke hardcover-uitgave biedt een indringende kijkervaring en opent een deur naar de spirituele dimensie van waaruit de werken tot stand zijn gekomen

Op het schildersatelier schildert de schilder het scheppingsgebeuren.
Het schildert zichzelf.
Uit de leegte, uit het hart vloeit het unieke.
Met vrije hand wordt het op het doek gebracht.
In kleur en vorm, met lijn en beweging,
zichtbaar maken, zichtbaar worden, zichtbaar zijn.
Het werk is af.

Emiel De Keyser

Emiel De Keyser (Dendermonde 1942) kreeg zijn opleiding aan het Hoger Sint-Lucas-Instituut te Gent. Kort nadat hij was afgestudeerd ontving hij in 1965 de Prijs Schilderkunst van de Provincie Oost-Vlaanderen. In 1967 nam hij op uitnodiging van de kunstenaarsgroep Lumen Numen deel aan de groepstentoonstelling ‘Hedendaagse Vlaamse Fantastiek’ in Antwerpen. Vanaf 1974 verschoof de creatieve impuls naar het schrijverschap. Ruim 20 jaar later ontstond voor het eerst weer nieuw werk in het schildersatelier. Het oeuvre bestaat uit schilderijen, tekeningen en een groot aantal andere werken op papier en diverse materialen. De kunstenaar woont en werkt in Vloesberg.

Het boek schilderen als levenskunst bevat naast talloze kleurenfoto’s ook redactionele bijdragen van Erwin Mortier, Gerolf T’Hooft, Jan de Meyer en Francis Smets.

Waarom mocht de schoonheid van dat oeuvre,
al die vreugde, pas nu over en door me heen golven?
Waarom bleef het zo lang grotendeels verborgen?
Het gaat intens en tegelijk lichtvoetig in gesprek
met de artistieke tradities van Oost en West,
zoekt zich er een heel eigen weg in,
niet door ze na te praten, maar te transformeren.

Erwin Mortier – schrijver-creator

Het grootste deel van zijn artistieke werkzaamheid
heeft zich de afgelopen zestig jaar voltrokken
in de beslotenheid van het atelier en aan de schrijftafel.
De diep doorleefde behoefte
als persoon achter het werk te verdwijnen,
loopt als een rode draad niet alleen doorheen zijn hele oeuvre,
maar is ook de grondtoon waarmee hij
als mens in het leven staat.

Gerolf T’Hooft – uitgever

Je moet zelf geen schilder zijn.
Als bevoorrechte toeschouwer wordt je hierin meegenomen.
Dat is het wondergebeuren van een schilderij.
Plots sterf je aan de wereld en schep je je leven.
Voor deze ervaring is geen theorie nodig.
Het is zelfs beter geen ‘kunstkenner’ te zijn.
Kennis is uiteraard waardevol, maar waar het kunst betreft
kan zij de beleving in de weg staan.

Francis Smets, kunstfilosoof

 

Volgens de daoïstische visie op creativiteit:
Met elke schilderij doet de scheppende kunstenaar
het werk van schepping nog eens over. (…)
Een geslaagd schilderij zal op de beschouwer de indruk nalaten
dat hij niet zomaar als buitenstaander naar een schilderij kijkt,
want plotseling wordt hij als het ware zelf herboren
in de herschepping-van-de-kosmos-in-het-klein die het schilderij is.

Jan de Meyer, sinoloog

BESTEL SCHILDEREN ALS LEVENSKUNST

DOWNLOAD DE UITNODIGING VOOR 30 MAART: KLEUREN VAN HET ENE

HET LAASTE GEDEELTE VAN DE REDACTIONELE BIJDRAGE VAN UITGEVER GEROLF T’HOOFT

In de periode 1972-73 stopte Emiel De Keyser geleidelijk aan met schilderen, na een lange periode waarin hij zich naar eigen zeggen ‘leeg tekende’:

‘Gedurende ongeveer twaalf jaar, van 1960 tot 1972, maakte ik achthonderd tekeningen. De aanleiding hiervoor was de ervaring dat ik telkens weer van binnenuit werd gedwongen dezelfde kleuren en vormen te gebruiken en dat een zich steeds herhalend compositieschema zich opdrong. Er ontstond een persoonlijke stijl. Wat door anderen als een kwaliteit werd gezien, ervaarde ik als beklemmend. Tot op het ogenblik dat ik met schilderingen werd geconfronteerd uit een mij schijnbaar totaal vreemde traditie, waarin dezelfde schema’s aanwezig waren als in mijn eigen werk. De Prediker (1, 2-11) heeft gelijk: ‘Er is niets nieuws onder de zon. Vanuit die confrontatie heb ik ieder dag getekend, tot alles weg was. Alle drijvende structuren werden zichtbaar, alle zich opdringende vormelementen werden toegelaten, tot er niets meer overbleef dan een in zichzelf bewegend ritme.’

Vanaf 1972-’73 zette Emiel De Keyser zich volledig in voor de opbouw van een Belgische afdeling van de Internationale School van het Gouden Rozenkruis. Het zgn. Lectorium Rosicrucianum is een gnostiek-hermetische geestesschool die in 1924 was opgericht in Haarlem. Hij had deze organisatie leren kennen via het boek De komende nieuwe mens van J. van Rijckenborgh (schrijversnaam van Jan Leene) en raakte meteen geïnteresseerd in de filosofie van het genootschap waarin haast al zijn interesses samenkwamen: gnostiek, alchemie, mystiek, westerse esoterie en oosterse spiritualiteit. Het betekende een unieke en concrete mogelijkheid een universeel pad van transformatie daadwerkelijk te bewandelen. Zich terdege bewust van de vele valkuilen die onvermijdelijk verbonden zijn met georganiseerde spiritualiteit besloot Emiel De Keyser zich aan te sluiten bij de School en zich te verbinden aan de praktijk van het leerlingschap.

In 1974 opende de Internationale School van het Gouden Rozenkruis een gebouw in Holdaal te Gent. Die ruimtes bleken al na een paar jaar te klein voor de groeiende belangstelling en er werd gezocht naar ruimere accomodatie. In 1976 was hij medeoprichter van de vzw Lectorium Rosicrucianum. In datzelfde jaar werd een statig pand aan de Gentse Lindenlei aangekocht, verbouwd en ingericht met o.a. een tempelruimte, een lezingzaal en een kleine boekhandel.

Voor de op- en uitbouw van het Belgische werkveld besloot Emiel De Keyser het penseel in te ruilen voor de pen. Er brak een periode van ongeveer twintig jaar aan waarin de creatieve impuls zich nagenoeg uitsluitend manifesteerde in een spontaan opborrelende stroom spirituele teksten, gedichten, lezingen, artikels en beschouwingen. In een geheel eigen evocatieve stijl gaf hij daarin uitdrukking aan de vele aspecten van mens- en bewustwording gericht op innerlijke vrijheid. Hij maakte daarbij dankbaar gebruik van de vele bronnen en tradities waarmee hij inmiddels vertrouwd was en die hij diepgaand had bestudeerd. In de jaren dat hij werkzaam was voor de School van het Rozenkruis heeft hij velen weten te inspireren en bijgestaan op hun zoektocht naar innerlijke rust en wijsheidCompromisloos onderwees bij het padloze pad, vrij van dogma, hiërarchie en uiterlijk gezag.

Zijn reeds eerder genoemde liefde voor het geboekstaafde woord leidde gaandeweg tot een rijk gestoffeerde bibliotheek gericht op universele wijsheid die oost en west en noord en zuid met elkaar verbinden en waarbij het oude christendom en de Nag Hammadi Codex met het Evangelie van Thomas en het vroege boeddhisme een bijzondere plaats kregen.

In 1987 verscheen zijn eerste boek Met open lege handen over enkele gelijkenissen van Jezus Het bundelt 28 essays en geeft een beeld van zijn schrijverschap in dienst van de Internationale School van het Rozenkruis tussen 1974 en 1986. In hetzelfde jaar verscheen een bibliofiele uitgave met de titel Met open lege handen, die werd voorgesteld op de (solo)tentoonstelling Ontvangen en Teruggeven in Rullingen.

Vanaf 1987 begon Emiel De Keyser opnieuw met schilderen tijdens enkele verblijven in de bergen van Zuid-Frankrijk. In 1988 stelde hij tentoon bij Galerij Resumans te Gent en schreef hij de bijdrage De kleurende mens in het boek Religie als levende ervaring.

Het daarop volgende jaar publiceerde hij twee boeken: Voorbijgaand leven, dat werd voorgesteld op een tentoonstelling in Brugge en Om niet – Gratuitement waarvan de presentatie plaatsvond op een tentoonstelling in het boekendorp Redu. In 1989 verscheen tevens L’homme colore, l’artiste est says couleur dat ook in Redu werd voorgesteld. In 1991 verscheen zijn dichtbundel Als gij en ik als eenling staan. Twee jaar later publiceerde hij Op blote voeten en stelde hij enkele van zijn nieuwe werken tentoon in een groepstentoonstelling in het Cultureel Centrum van Waregem. In 1994 verscheen Schilder zijn, dat, net zoals veel van zijn andere publicaties, in beperkte oplage werd uitgegeven ter gelegenheid van de tentoonstelling De kleurende mens – schilderen als discipline in het Cultureel Centrum De Romaanse poort te Leuven. Het boek bevat naast een essay van Emiel De Keyser zelf ook bijdrages van enkele andere auteurs (o.a. Francis Smets, Erich Kaniok).

Mede als gevolg van interne dynamieken, eigen aan zowat alle spirituele organisaties, maar vooral vanuit de diep gekoesterde wens in alle vrijheid de eigen innerlijke weg verder te kunnen verkennen, bouwde Emiel De Keyser begin jaren 90 zijn actieve inzet voor het Rozenkruis langzaam af en concentreerde hij zich steeds meer op schilderen en andere vormen van artistieke creatie.

In 1995 verhuisde hij van Gent naar Vloesberg en bouwde er een nieuw woonhuis, inclusief atelier, in een oksel van het glooiende landschap van het Pays des Collines. In die periode kon hij ook uitdrukking geven aan zijn interesse voor architectuur en de kunst van het wonen. In samenwerking met een bouw- en projectontwikkelaar werkte hij mee aan het bouwcharter menswaardig bouwen en wonen dat visie en inspiratie moest bieden aan een organisatie in volle ontwikkeling.

De verhuis naar Vloesberg vormde het startschot van een volgende golf creatieve expressie, rijker en veelvormiger dan ooit tevoren. Er ontstond niet alleen een grote hoeveelheid schilderijen, de scheppingsdrang spreidde zich uit over zowat alles waar de kunstenaar mee in aanraking komt. Als een bonafide Midas-figuur transformeert hij muren, deuren, porselein, aarde- en tegelwerk, boekenkasten, smeedijzer, handgeschept papier, sjaals, bloempotten, takken en stenen tot wonderlijke expressies van schoonheid. Hij verkent met grote ijver nieuwe artistieke paden en experimenteert met pyrogravure, inkten, restanten van bouwafval, mozaïek en allerlei soorten gemengde technieken. Geen plafond, keuken, badkamer of hal ontkomt aan zijn fijnzinnige ingrepen. Waar mogelijk of gevraagd strooit hij genereus ‘fairy dust’ en creëert daarmee niet alleen in zijn eigen biotoop, maar ook in de woning van familie en vrienden, een sfeer die in het dagelijks leven uitnodigt tot contemplatie en verstilling.

In 1996 schreef hij de bijdrage ‘Leven vanuit heelheid’ voor het boek Spiritualiteit en Wetenschap van Iteke Weeda. In 1998 was hij nauw betrokken bij de artistieke installatie ‘Silent Library’ op het wereldbibliotheekcongres in Amsterdam ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Samen met internationaal jurist en bibliotheekwetenschapster Marian Koren – die eerder in haar doctoraal proefschrift het recht informatie van het op kind centraal stelde – en enkele kunstenaars gaf hij met zijn werk mee uitdrukking aan de culturele noodzaak om waardevolle teksten die een verdieping tot authentiek mens-zijn ondersteunen als een ‘nutteloze’ voorziening blijvend beschikbaar te houden. Dit initiatief kreeg tien jaar later in het Museum Sint-Janshospitaal in Brugge een tweede evocatie als Zeg mij – bibliotheek van het hart.

In 2000 stelde hij tijdens het interdisciplinair gebeuren Lieu franc, samen met de ‘Ruiters van de Apocalyps’ van beeldhouwer Koenraad Tinel en een op band opgenomen monoloog van schrijver-acteur Josse De Pauw, een reeks van vier schilderijen tentoon in de Brigittinenkapel te Brussel. Tijdens deze tentoonstelling werd in dezelfde ruimte ook de bundel Samenspraak voorgesteld met gedichten van Annie Reniers en tekeningen van Emiel De Keyser. In 2001 werd één van zijn werken gekozen ter illustratie voor de bundel Stemmen van Annie Reniers. Een ander werk werd gekozen voor haar bundel Ever, egel (echo). (echo). Een aantal van zijn werken zijn ook gebruikt als omslagillustraties voor boeken 

Emiel De Keyser was ook van meet af aan betrokken bij de opstart van een Vlaamse stiltebeweging en de oprichting van de vzw Waerbeke (2002) die pionierswerk verrichte rond de erkenning van stiltegebieden in Vlaanderen en sindsdien als sociaal-culturele organisatie het thema stilte-rust-ruimte maatschappelijk blijvend aan de orde stelt.

Een levenslange vriendschap mondde in 2017 uit in het ‘om niet’ ter beschikking komen van een speciaal voor zijn oeuvre verbouwde en ingerichte expositieruimte in Wortegem-Petegem (zie p. 78-79). In ‘Stuivenberg’ kon het werk van Emiel De Keyser voor het eerst optimaal en langdurig tentoongesteld worden, in jaarlijks wisselende opstellingen en omkaderd door tal van activiteiten en bijeenkomsten. Muziek en dans, poëzie, boekpresentaties en lezingen over onderwerpen die aansloten bij de beleving van de kunstenaar maakten van Stuivenberg een geliefde ontmoetingsplek die in steeds wijdere kringen bekendheid kreeg.

Emiel werd dit jaar (in 2024)  82. Ouder worden is langzaam afscheid nemen, loslaten en je voorbereiden altijd al was. In de laatste maanden van 2024 werd een selectie uit het grote oeuvre geëxposeerd in het Museum Dr. Guislain te Gent – Emiel De Keyser – Kleuren van het Ene. De presentatie van deze monografie was onderdeel van het programma. We eindigen in schoonheid – omdat het niet anders kan.

Gerolf T’Hooft

INHOUDSOPGAVE

De vreugde van de verf – Erwin Mortier

Een kleurende mens – Gerolf ’t Hooft

Een daoïstische visie op creativiteit – Jan die Meyer

Emiel De Keyser – schilderen als levenskunst

Een scheppingsverhaal – Francis Smets

Catalogus

Bibliografie, tentoonstellingen,
over auteurs, dankwoord

BESTEL SCHILDEREN ALS LEVENSKUNST

LEES OVER DE BOVENSTAANDE RECENTE BOEKEN VAN SPREKERS OP 30 MAART IN HAARLEM