In ‘Japanse filosofie’ van Michel Dijkstra staan drie grote premoderne denktradities en hun interactie centraal : Shintō , boeddhisme en confucianisme. Shintō leert je om je met het leven te verbinden en je geborgen te voelen in het hier-en-nu. Het boeddhisme wijst juist de weg van onthechting en acceptatie van de vergankelijkheid. Het confucianisme toont hoe je de staat harmonieus kunt ordenen en bovendien deugdzaam kunt besturen. Voor klassieke Japanse denkers zijn deze intellectuele tradities geen gescheiden werelden, maar vullen ze elkaar aan. De drie stromingen vormen één denkweg waarmee de mens zijn leven kan verfijnen en zijn verbinding met de wereld kan verdiepen.
Moderne Japanse filosofen lezen westerse filosofen, maar gaan net zo graag vanuit Lees verder