Gnosis nu! – online jaarprogramma – week 3
De twee gestalten in de microkosmos
15 januari 2022
WEEK 1 – WEEK 2 – WEEK 3 – WEEK 4 – WEEK 5 – WEEK 6 – WEEK 7 – WEEK 8 – WEEK 9 – WEEK 10 – WEEK 11 – WEEK 12 – WEEK 13 – WEEK 14 – WEEK 15 – WEEK 16 – WEEK 17 – WEEK 18 – WEEK 19 – WEEK 20 – WEEK 21 – WEEK 22 – WEEK 23 – WEEK 24 – WEEK 25 – WEEK 26 – WEEK 27 – WEEK 28 – WEEK 29 – WEEK 30 – WEEK 31 – WEEK 32 – WEEK 33 – WEEK 34 – WEEK 35 – WEEK 36 – WEEK 37 – WEEK 38 – WEEK 39 – WEEK 40 – WEEK 41 – WEEK 42 – WEEK 43 – WEEK 44 – WEEK 45 – WEEK 46 – WEEK 47 – WEEK 48 – WEEK 49 – WEEK 50 – WEEK 51 – WEEK 52 – WEEK 53
De leerling dient te weten dat er drie grote belemmeringen zijn om het ware pad te vinden. De eerste belemmering is het ik-wezen en alle begoochelingen van de stofsfeer. De tweede belemmering gaat uit van de spiegelsfeer en alle krachten en entiteiten die daarin werkzaam zijn. De derde belemmering gaat geheel uit van de eigen microkosmos en speciaal van het onbekendste deel daarvan, het aurische wezen. De derde belemmering doet zich eerst in volle omvang gelden, als het ernaar uitziet dat aan de eerste twee ontsnapt is..
Het aurische wezen is een zevenvoudig georganiseerd veld, waarin alle krachten van het microkosmische uitspansel worden weespiegeld. Behalve de gemakkelijk voorstelbare bolvorm heeft het ook de gedaante van een persoonlijkheid, maar dan van een veel grotere omvang dan de aardse persoonlijkheid. De aurische persoonlijkheid is te zien als een lichtwezen, is een hemels wezen, vol van meerdimensionale heerlijkheid.
We kunnen dus zeggen, dat iedere microkosmos twee persoonlijkheden kent: een aardse gedaante en een aurische gedaante. We moeten begrijpen dat we de aurische, hemelse gedaante, zeker niet mogen verwarren met de oorspronkelijke gestalte. Deze oorspronkelijke gestalte zal opnieuw in de microkosmos worden geboren, en dan weer het oorspronkelijke mensenrijk, het onbeweeglijk koninkrijk, kunnen binnengaan. Daarom moet met nadruk worden gezegd dat, zoals de aardse gestalte van de microkosmos door transfiguratie moet worden vernieuwd, dit ook het geval is met betrekking tot de hemelse gestalte.
Uit: De komende nieuwe mens
Hoofdstuk: 17, De twee gestalten in de microkosmos
Beschouwing ‘De twee gestalten in de microkosmos’
In de voorgaande tekst komen nogal wat woorden voor die niet alledaags zijn, zoals microkosmos, aurisch wezen, spiegelsfeer en transfiguratie. Misschien kun je je van deze begrippen maken. geen heldere voorstelling maken. Jan van Rijckenborgh heeft een specifieke taal ontwikkeld die je wil laten ervaren dat er ook een andere, een geestelijke wereld is, waar je over na moet denken. En als het weerklank in je vindt, ernaar op zoek kunt gaan. Eigenlijk wijst hij je de weg naar die geestelijke wereld. Maar om daar te komen, moeten we eerst onkruid wieden om met De Saint Exupérie, de auteur van De kleine prins, te spreken. Wij zullen in deze beschouwing proberen om deze specifieke taal, deze woorden te beschrijven om zo meer begrip te krijgen.
Microkosmos en macrokosmos
Al in de oudheid waren er filosofen die de mens beschouwden als een heelal in het klein, een kleine wereld, een microkosmos De aarde maakt deel uit van een zonnestelsel, waarin meerdere planeten met hun manen rond de zon draaien. Dat hele planetenstelsel wordt omringd door een dierenriem, de zodiak. We noemen dit stelsel de macrokosmos. Zo maakt jij onderdeel uit van een microkosmos, welk een zevenvoudig stelsel kent met een dierenriem. De macrokosmos projecteert zich in de microkosmos. Zoals Hermes Trismegistus zegt: Zo boven, zo beneden.
De aura
Binnen de microkosmos bevindt zich de aura, die het product is van de macrokosmos is. De aura is een bol die bestaat uit zeven lagen, verschillend van trilling en kleur. Er zijn mensen die haar kunnen zien. En binnen die aurische bol bevindt zich een ledige ruimte. Die holte, die ledige ruimte noemen we het openbaringsveld. In die open ruimte ontwikkelt zich met regelmaat, steeds weer opnieuw, een mens. Deze mens wordt omsloten door de aura van de microkosmos. Jij als mens bent dus met die aura verbonden.
Het ik-wezen
De mens die in het openbaringsveld van de microkosmos geboren wordt, vertegenwoordigt de toestand van de aura, en de aura, op haar beurt, vertegenwoordigt weer de toestand van de macrokosmos. Je bent dus werkelijk een wereldburger, een kosmische mens, niet alleen maar voortgekomen uit eigenschappen van je ouders. Voorafgaand aan de stoffelijke conceptie, is er al een aurische conceptie. De betrokken aura, wordt zo zou je kunnen zeggen, aangetrokken door het ouderpaar. De aura is in het stadium voor de geboorte al duidelijk waar te nemen rond het embryo. Al snel ontwikkelt zich in de mens een aarde-bewustzijn, een ik-bewustzijn.
De spiegelsfeer
De ik-mens, heeft als voertuig de persoonlijkheid. Zij is ook een zevenvoudig wezen; komt voort uit de zevenvoudige aura van de microkosmos. Zeven zaadatomen vormen de nieuwe persoonlijkheid. De zevenvoudige persoonlijkheid bestaat allereerst uit een stoffelijk lichaam, ten tweede een levenslichaam, ten derde een begeertelichaam, ten vierde een denklichaam en drie toestanden van het ego, die wel Manas, Boeddhi en Atman worden genoemd, ofwel de ziel, de geestziel en de geest.
Als wij sterven verdwijnt onze zevenvoudige persoonlijkheid; Door middel van de zeven zaadatomen worden de ervaringen van de persoonlijkheid verwerkt in het aurische wezen. Er gaat werkelijk niets van je ervaringen verloren.
Het stoffelijke lichaam lost vervolgens op in de aarde of via het vuur in de aarde; het levenslichaam lost op in de wereldether; het begeertelichaam, denklichaam en de drie aanzichten van het ego lossen op in de spiegelsfeer. De spiegelsfeer is die sfeer waar je na je overlijden gedeeltelijk naar over gaat.
De twee gestalten
Samenvattend kunnen we zeggen dat er twee gestalten in de microkosmos zijn: het onsterfelijke aurische wezen en de sterfelijke persoonlijkheid. Wij zijn dus niet alleen natuurwezens met betrekking tot de aarde, maar ook met betrekking tot de macrokosmos. Die macrokosmos openbaart zich in zekere zin in ons. Maar wat wij hier schetsen is slechts één zevende deel van de microkosmische openbaring.
En hoe kun je nu verbinding maken met de zes andere openbaringen, of tenminste allereerst met de tweede van de zeven openbaringen?
Door transfiguratie, dat wil zeggen door vernieuwing van beide gestalten en dat vangt aan in en met de persoonlijkheid. Je bouwt een geheel nieuwe gestalte op basis van een nieuw bewustzijn en laat het oude ik-bewustzijn achter je. Makkelijk gezegd, maar het vergt van ons een enorme bewustwording van onszelf. Een durven kijken naar alles wat ons in het dagelijks leven voortdrijft.
Door dit continue zelfonderzoek worden we ons steeds meer, steeds bewuster van wat ons aan deze wereld, haar stof- en spiegelsfeer bindt.
We hebben dus heel wat los te laten, op te breken, maar tegelijkertijd ook te accepteren, te aanschouwen, om tot vernieuwing, tot bewustzijn te komen. Maar we hoeven dat niet alleen te doen…..
Er is altijd hulp van gelijkgestemden, van degenen die ons zijn voorgegaan en van de Geest, het Licht, God zelf. Aangezien Geest ofwel de werkzaamheid van God zich altijd en volstrekt, in volmaakte harmonie, in de zeven kosmische sferen uitdrukt.
Zij, Geest, is eeuwig, zij is ongeboren, nimmer veranderend, onkenbaar, niet geopenbaard; een onzichtbaar vuur, het hoogste bewustzijn dat alles volmaakt voortbrengt.
De eerste mens, Adam, werd een levende ziel;
de laatste Adam een levendmakende geest.
Het geestelijke is echter niet eerst, maar het natuurlijke,
en daarna komt het geestelijke.
(Bijbel, 1 Korinthe 15:45-46, Paulus)