Gnosis nu! – online jaarprogramma – week 41
Stil zijn
8 oktober 2022
WEEK 1 – WEEK 2 – WEEK 3 – WEEK 4 – WEEK 5 – WEEK 6 – WEEK 7 – WEEK 8 – WEEK 9 – WEEK 10 – WEEK 11 – WEEK 12 – WEEK 13 – WEEK 14 – WEEK 15 – WEEK 16 – WEEK 17 – WEEK 18 – WEEK 19 – WEEK 20 – WEEK 21 – WEEK 22 – WEEK 23 – WEEK 24 – WEEK 25 – WEEK 26 – WEEK 27 – WEEK 28 – WEEK 29 – WEEK 30 – WEEK 31 – WEEK 32 – WEEK 33 – WEEK 34 – WEEK 35 – WEEK 36 – WEEK 37 – WEEK 38 – WEEK 39 – WEEK 40 – WEEK 41 – WEEK 42 – WEEK 43 – WEEK 44 – WEEK 45 – WEEK 46 – WEEK 47 – WEEK 48 – WEEK 49 – WEEK 50 – WEEK 51 – WEEK 52 – WEEK 53
In de heilige taal wordt veelvuldig over het zeer bijzondere stil-zijn gesproken. Dat stil-zijn duidt op een bepaalde toestand van het hart. Het hart van onze persoonlijkheid valt ongeveer samen met het middelpunt van onze microkosmos. En in dat middelpunt treffen wij de roos aan, het geestvonkatoom, het grote primaire ontmoetingspunt van de gnosis met de leerling, van de geest met de ziel, van Pymander met Hermes.
In de natuurlijke menselijke staat is het hart echter de plaats waar de zo uiteenlopende begeerten, angsten en driften woelen en koken. In de gewone toestand-van-zijn is het hart van de mens allesbehalve stil! Als u een hermetische mens wilt worden, een mens die een Hermes, dat is: een mercurius-mens, kan worden genoemd, dan moet u stil worden in het hart. Het begrip Hermes of ‘Mercurius’ duidt op de mens die geheel en al in het nieuwe zielebewustzijn ontwaken gaat, de mens voor wie zich de goddelijke wijsheid geheel gaat openen, en die het hoofdheiligdom verheffen gaat tot zijn hoge roeping.
Maar die roeping zal onmogelijk vervuld kunnen worden wanneer de leerling niet eerst leert zijn hart te openen voor de geest. Die stilte van het hart te verwerkelijken is een taak die allen die de Gnosis waarachtig zoeken, wordt opgedragen. Zij duidt op het rein maken van het hart.
Uit: De Egyptische Oergnosis, deel 1
Hoofdstuk: Laat ons stil worden!
Hoe kun je er in deze waanzinnig drukke tijden nu voor zorgen dat je je hart rein maakt. Eerst maar eens proberen te kijken naar alle gevoelens die er door je heen gaan en zien wat dat met jou doet. Wat raakt je. Wat houdt je in beweging. Waar reageer je op. Eigenlijk een soort van zelfstudie. Zodat je jezelf beter gaat leren kennen.
In de School van het Rozenkruis is één van onze tempelsymbolen een lege vaas. Voordat wij de tempel betreden proberen we al onze gevoelens en gedachten van het gewone leven achter ons te laten, om zo vrij te worden naar de ziel en zodoende het voedsel voor de ziel welke in onze tempels wordt uitgesproken beter te kunnen opnemen.
Dit proces van leeg worden naar de gewone aardse dingen kun je natuurlijk ook in je dagelijkse leven toepassen. Wat je daarbij kan helpen is je regelmatig te verheffen tot de Bron, tot het Licht, tot God. Een mooie tekst waarop je je kunt bezinnen kan daar behulpzaam bij zijn. Ook mooie muziek of wandelingen in de natuur kunnen hier bij helpen.
Maar uiteindelijk gaat het erom dat je niet van buiten stil wordt, maar van binnen. Door alles los te laten. Door naar jezelf te leren kijken en te zien wat jou nog beroert. Het is een innerlijk proces.
Naast het onderzoeken van onze gevoelens zullen we ook onze gedachten moeten onderzoeken. Wat brengt ons toch steeds weer in beweging, in verwarring, wat grijpt ons aan.
In de tempel van het Rozenkruis hebben we een ander prachtig symbool, de zevenarmige kandelaar. Ook dit symbool kunnen we op ons zelf betrekken. De zeven kaarsen staan voor de zeven hersenholten, die ontstoken kunnen worden als ons hoofdheiligdom stil wordt en zich kan verheffen tot zijn hoge roeping.
Als het hart is gereinigd en ons hoofd zich kan verheffen, dan worden hart en hoofd weer één. Dat is het begin van de geestzielewording. Het doel van iedere rozenkruiser.