Een grotere werkelijkheid als aanzicht van het goddelijke – essay van Frans Spakman in Logon 2021-4

Nu de ontgrenzing naar een grotere werkelijkheid zich in kosmische zin aan het menselijk bewustzijn voordoet, kan de vraag gesteld worden wat zich daarin – in die grotere werkelijkheid – als aanzicht van het goddelijke, als ‘gezicht van God’ kan tonen voor de pelgrim op het pad van zelfverwerkelijking.

Van belang is daarbij vanuit een principieel gnostieke basis te schouwen, de noodzakelijk vernieuwende etherische kracht van de Christus als kerngegeven te hanteren en moderne geestelijke inzichten te plaatsen in het licht van de wezenlijk verhogende frequenties van de Aquariusstraling voor een ontwakend zielebewustzijn. Daarbij gaat het tevens om het leren van ‘lessen’ aangaande houding en inzichten van onze kosmische vrienden en het alert zijn op inbreuken van kosmische tegenoverwegers. Verrassend moderne ‘technologie’ kan daarbij een stimulans vormen, mits wij bereid zijn het oude denken, dat cultuurbepaald is in profijtelijke zin, los te laten: willen we op enigerlei wijze toch ‘winst’ genereren, dan lopen we dood in de poort van Saturnus.

‘Rust’ is het kosmische aanzicht van het goddelijke; het is het volmaakte midden. In mystieke zin is het hét basisgegeven in een gnostiek veld van rust en eenheid, een eon van volstrekte rust. Vanuit het Watermanbeleven van eenheid, vrijheid en liefde kunnen we niettemin in een actieve levenshouding haar als werkzame kracht ondergaan, wortelend in dat volmaakte midden van de volstrekte rust. Jan van Ruusbroec heeft die paradox in originele bewoordingen weergegeven in De Geestelike Brulocht. Meister Eckehart heeft ‘de’ grotere werkelijkheid als aanzicht van het goddelijke met het waarnemende oog geïdentificeerd.

I ARCHONTEN IN EEN ZEER GROTE NOODORDE

Zo beschrijft J. van Rijckenborgh in De Gnostieke mysteriën van de Pistis Sophia de archonten der eonen als ‘heersende en leidende machten in het universum’. Hij schrijft: ‘U hebt hier niet slechts te denken aan al hetgeen er huist in de spiegelsfeer, doch vooral aan de grote machten die de zonnestelsels, de zodiakale stelsels en nog grotere formaties in het heelal des doods beheersen.’ (blz. 190 EPS)

Het is daarom ook logisch dat de strevende zoeker in zijn zelfopheffende tocht naar zelfverwerkelijking ontdekken gaat dat in die grotere werkelijkheid de krachtwerking van de archonten niet maar zo geneutraliseerd kan worden. Moderne esoterische onderzoeken tonen ook aan dat die werkzaamheid ons zonnestelsel bepaald overstijgt, zoals J. van Rijckenborgh reeds aangaf. Maar ook dat er een grens is in frequentie en golflengte waarbuiten de archontische krachten geen vat op die strevende ziel hebben, de grens met het zesde kosmische gebied.

Het is dan ook logisch dat wanneer er een werkveld is van de demiurg, dat dat in het tijdruimtelijk universum geplaatst kan worden. Ruimtelijk situeren sommige onderzoekers in de eenentwintigste eeuw de kern van de krachten ‘des doods’ in onze Melkweg, waar de demiurg als oerschepper van de matrix domicilie heeft en van waaruit deze kracht zijn controlerende machtsuitoefening coördineert. De kosmisch uiterlijke wereld is en blijft óók het domein van de krachten van een valse gnosis, mede omdat waarneming in het zevende kosmische gebied vooralsnog gebaseerd is op het lagere frequentiebereik van onze vijf zintuigen. Dit komt overeen met wat Jacob Boehme over de uiterlijk zichtbare kosmos zegt.

Saturnus als poort

Centrale ‘ingang’ in ons zonnestelsel voor die archontische krachten is de planeet Saturnus, waardoor ‘Jaldabaoths werking’ verzekerd is en het sterrenkrachtbeginsel van de gewone natuur iedere cel kan bereiken. Jaldabaoth wordt in het evangelie van de Pistis Sophia een nabootsing genoemd van de eerste mens, Antropos. De Jaldabaoth is uit de tweede logos, de Antropos was uit de Eerste Logos. De Jaldabaoth is de demiurg, de scheppergod. Jaldabaoth is tevens ‘de zoon der duisternis, de lagere astrale kracht, het kind van de chaos’ (blz. 400, EPS). Het universum van de tegenstellingen is aldus geboren uit chaos.

Dat er een ‘poort’ van Saturnus bestaat als geestelijk perspectief voor de aardse mensheid is van oudsher bekend en ook dat de strevende zoeker op het pad van transfiguratie die poort dóór moet teneinde de chaos weer in kosmos te doen verkeren; maar dat datzelfde portaal ook weer als ingang gebruikt kan worden voor archontische krachtsbeïnvloeding op diezelfde aardse mensheid is te beschouwen als een inbreuk op de regeneratieve ruimte voor de ware menselijke ontwikkeling, als een ongewenste kosmische beïnvloeding. Toch is dat in het verleden gebeurd met een beroep op de eigenschappen van de demiurg als tegenoverweger, de tweede logos, die overeenkomt met de oudtestamentische god der wrake.

Noodordenoodzaak?

Die demiurg is verantwoordelijk voor de noodzaak van de noodorde die ons in
illusies gevangenhoudt. De demiurg (betekent letterlijk half werk) is de schepper van de gebroken werkelijkheid die ons is opgedrongen en die ons vast wil houden. Zij die hun stappen willen zetten op het pad van transfiguratie, dienen in hun (zelf) bevrijding de christelijke zuiverheid te volgen en het specifiek semitische en mozaïsche dat verbonden is met de lagere astrale kracht uit hun bezinning ‘uit te roeien’, zo stelt Jan van Rijckenborgh. Niet alleen omdat die oudtestamentische bezinning in deze tijd zich tegen elke spirituele vernieuwing keert, maar tevens omdat het een nieuwe gevangenschap kan betekenen door de versterkte archontische werking die de zoeker bindt aan de lagere frequentie.

Deze lagere astrale frequentie blokkeert de doorgang door Saturnus’ poort, omdat een nabootsing van de oorspronkelijke Saturnus de frequentieverhoging die de naar zuiverheid strevende zoeker gerealiseerd heeft, weer kan afbuigen naar een niveau dat onvoldoende is om de zone van grensbewoners te betreden en te beleven. Als we als ‘losgerukt van onze eigen begrenzingen’ worden, is het frequentieniveau van het Efeziër-bewustzijn noodzakelijk om niet aan chaos en vervreemding ten onder te gaan.

Saturnus als ingang voor het vestigen van de matrix in ons zonnestelsel
Moderne gnostiek-georiënteerde esoterici gaan ervan uit dat het niet de oorspronkelijke Saturnus is die deze laatste beïnvloeding toelaat, maar een door middel van de ringen van Saturnus geprepareerde planeet die via de holografische maan van de aarde, de matrix dominant in het menselijk bewustzijn kan voeden en handhaven. Dat is een gevolg van de religieuze machtsorde ten tijde van het Oude Testament, die geregeerd werd (en nog steeds wordt) vanaf Saturnus.

Ten dienste van die machtsordening is een matrix opgebouwd met behulp van tijd- en ruimtecoördinatoren, waarbinnen de mens volledig afhankelijk zou worden van zijn stoffelijke zintuigen, ten einde de laagfrequente werkelijkheid nog langer te kunnen waarnemen. Dit terwijl de doorgang door de poort van Saturnus met behulp van de elektrische Christuskracht slaat op de oorspronkelijke Saturnus. Die oorspronkelijke planeet kan dan ook beschouwd worden als de eerste mysterieplaneet. De huidige ‘geprepareerde’ Saturnus met de ringen als magische geleiders van archontische machthebbers representeert met recht het doodsaspect van een ‘doodsnatuur’.

Gnosis als basiskennis

Het bijzondere van het moderne esoterisch denken is dat het zich vrijwel unaniem baseert op gnostiek ervaren, en de matrix waarbinnen het ervaren wordt als sturend en controlerend superinstrumentarium wordt gezien, een instrument – veelal zelfs in ons DNA gebonden – dat een wakker en werkzaam worden van de goddelijke vonk probeert te beletten. Klassiek is ook dat de centrale en dominante strategie van die matrix is te appelleren aan angst. Angst vernauwt; het verlaagt de bewustzijnsvibratie waardoor de door mensen afgegeven energie kan worden ‘geconsumeerd’.

Onze saturnale cultuur en economie

In de huidige gepolariseerde wereldsituatie is de voedingsbodem voor een ware ‘angstcultuur’ groot, terwijl tegelijkertijd – door de lichtinstroming van Aquariuskrachten – de kansen voor de ziel die uit de geest gaat leven, ook duidelijk aan kracht winnen.

Het is van belang te onderkennen dat belemmerende invloeden – de ‘onlichten’ zoals Christina von Dreien ze noemt – dankbaar gebruik maken van het financieel- economische systeem dat wij sinds de zeventiende eeuw hebben opgezet. Het is een (handels)systeem dat het moet hebben van angst, van een behoefte aan controle en materiële zekerheid en van een bevelstructuur. Dat systeem hoort bij de basiskrachten van ‘hebben en houden’ en maakt gebruik van negatieve Mercuriuskrachten, die – klassiek – ‘dieven en moordenaars’ dienen. We zijn aldus in een verkeerd ‘berekenend’ systeem terechtgekomen.

II HOGE ENERGIEWERKINGEN VANUIT ANDERE DIMENSIES

Van die grotere werkelijkheid, die zich dus ook tot buiten ons zonnestelsel in verschillende dimensies uitstrekt, kan ook een helpende werkzaamheid voor ons zonnestelsel, voor de aarde, de natuur en de mensheid uitgaan. Bijvoorbeeld zoals door J. van Rijckenborgh beschreven in Er is geen ledige ruimte: de hulp die gegeven is om via ruimteschepen van de verschillende planetaire en interplanetaire levensgolven de ergste – vooral door nucleaire experimenten en ontladingen veroorzaakte – schade teniet te doen, is al vele decennia operationeel.

De omstreden wetenschapper Vermeeren stemt eveneens in met de idee dat superieure ruimteschepen en hoogwaardige technologieën de opslagplaatsen van nucleaire wapens in onder andere Amerika doelmatig neutraliseren, zodat deze wapens als het ware ‘onklaar’ waren gemaakt. Hij heeft een en ander in een interview met Jorn Luka toegelicht.

Diezelfde neutralisatie pasten deze vrienden uit de kosmos ook toe op de atmosfeer nadat nucleaire experimenten hadden plaatsgevonden. Coen Vermeeren was hoofd van de afdeling Studium Generale en docent Lucht- en ruimtevaarttechniek aan de TU te Delft, tot hun wegen om zijn controversiële ideeën scheidden. Ook daar heeft hij kunnen verkennen hoe buitenaardsen de energiesleutel voor hun buitengewone hulp hanteerden.

De helpende kosmische energie is al aanwezig…

Het sleutelbegrip, de sleutelenergie om dit herstel, deze techniek en deze ‘operaties’ mogelijk te maken is elektriciteit. Het is niet de elektriciteit zoals wij die met fossiele middelen opwekken, niet de elektriciteit die met kerncentrales wordt verkregen. Niet de elektriciteit die opgewekt wordt door windmolens, zonnepanelen en stuwdammen. Nee, er is al een gigantisch kosmisch elektrisch vermogen in het ganse heelal aanwezig, zo schrijft J. van Rijckenborgh in voormeld boekje Er is geen ledige ruimte. Alleen zijn wij mensen op aarde ‘verslaafd’ aan de verkeerde opwekking, waardoor het nimmer mogelijk lijkt dezelfde geavanceerde technieken te gebruiken als de ruimteschepen in de atmosfeer, noch de intuïtieve technieken van hoogontwikkelde buitenaardsen.

Ervin Laszlo zei over onze technologie: ‘Je kunt de beste technologie toepassen, maar als je in de oude manier van denken blijft hangen, houd je alleen maar het oude systeem in stand en verander je niets.’

Nulpuntenergie is de ware vrije energie

Tenzij we leren de nulpuntenergie te hanteren, zoals de geniale onderzoeker Tesla (1856-1943) dat ruim een eeuw geleden mede heeft geopperd en zelfs gedemonstreerd, zodat ook wij met kennis van zaken altijd de kosmische elektriciteit kunnen opvangen en in ‘zeer kleine ruimten’ kunnen concentreren, zoals J. van Rijckenborgh beschrijft in ‘Er is geen ledige ruimte’. Deze nulpuntenergie is een kwantummechanisch vermogen dat in iedere bewust levende godvonkentiteit kan worden aangewend door zeer gerichte aandacht. Dit vermogen stelt ons ook in staat directe relevante informatie te ‘verkrijgen’ zonder ons uitputtend via zoekmachines op de hoogte te stellen. Kwantumcomputers zou je als imitatie van dit vermogen kunnen aanmerken.

Energie uit het achterliggende nulpuntveld

De ‘winning’ van deze kosmische energie is niet in een ‘verdienmodel’ in te passen, want het aanboren ervan is verbonden met een bewustzijnsstaat die ons productie- en consumptiepatroon niet kan toelaten. Ons huidige economisch systeem is namelijk verbonden met krachten van vernieling van de aarde door gemechaniseerde technieken en menselijk handelen. De verwachting in ons huidige systeem is namelijk dat een nog beter verdienmodel ontstaat, wanneer eerst ‘kaalslag’ wordt gepleegd op de bestaande methodes en infrastructuur. Dit is de populaire ‘disruptiemethode’ een voorwaardelijke ontwrichting van het bestaande.

Victor Schauberger, een vooraanstaand uitvinder uit Oostenrijk (1885-1958) en een van de vele pioniers om de vrije energie te kunnen gebruiken, gaf reeds aan dat we onze hele westerse cultuur hebben gebaseerd op het verkeerde soort technologie: van alle mogelijkheden die de natuur ons biedt, gebruiken we uitsluitend de destructieve helft – de beweging die de natuur gebruikt voor vernietiging. Wat dat in de praktijk betekent, is dat we relatief inefficiënte technologieën gebruiken die veel brandstof nodig hebben en een hoop troep achterlaten. Maar het is ook mogelijk gebruik te maken van ‘zuigende implosie technologie’ zodat energie beschikbaar komt uit het achterliggende nulpuntenergieveld. Evenwel financieel-economische krachten en belangen hebben tot dusver de hoge ontwikkeling van vrije energie weten tegen te houden. (Zie: Marja de Vries, Vrije energie technologie werkt echt! 27 december 2019)

De ‘futvoeder’ als vrije energieverstrekker

Toen Kwetal in het verhaal ‘De Bovenbazen’ van Marten Toonder Ollie B. Bommel te hulp kwam met een instrumentje genaamd ‘futvoeder’, werd dat door de leiders van ons financieel-economisch systeem als volstrekt onwenselijk afgewezen, omdat er aan dit energie-apparaatje niet verdiend kon worden. Feitelijk had Kwetal de inherente kosmische energie weten ‘aan te boren’ die in alles aanwezig is.Wanneer we die elektrische energie evenwel met radioactiviteit gaan ‘verwerven’, maken we ons eigenlijk schuldig aan wat Gurdjieff ‘misbruik’ noemt.

J. van Rijckenborgh schrijft daarover in De Egyptische Oergnosis deel II: ‘Wat wij radioactiviteit noemen, is slechts een sprankeltje van één van de zeven krachten van het atoom. En wanneer men, ook met zogenaamde vredesdoelen, het atoom gaat splitsen en de krachten van het atoom vrijmaakt, alleen maar om wat energie te verkrijgen, om het maatschappelijk apparaat te kunnen laten functioneren, dan zal de mens tóch worden geslachtofferd door de ándere krachten van het atoom, die hij tevens vrijgemaakt heeft, maar niet gaat gebruiken. Die vrijgemaakte krachten zullen zich ophopen in de atmosfeer en aldus een machtig vuur veroorzaken, ten gevolge waarvan ons dialectische levensveld voor de zoveelste maal vernietigd en omgezet zal worden.’

Nulpuntenergie of vrije energie

De Servisch-Amerikaanse uitvinder van wisselstroom Nikola Tesla (1856-1943) heeft ook baanbrekend werk verricht om in de natuur aanwezige vrije elektrische energie aan te kun- nen wenden. Hij had een visioen van oneindige elektrische energie, zonder brandstof, in de jaren 1880. Hij gaf daar een demonstratie van in 1886 en 1889 en gedurende de jaren 1890. Hij heeft geprobeerd deze gift aan de wereld te schenken, maar is door de energiebelangen uit die tijd ‘tegengehouden’ en uiteindelijk – vermoedelijk door moord – in 1943 overleden.

De eerste universele wet, de Wet van Eenheid, onthult het bestaan van een achterliggend veld van bewustzijn dat sommige kwantumfysici hebben herkend als het zero-point field of het nulpuntenergieveld. Het nieuwe wetenschappelijk inzicht is dat de ruimte, waarvan men vroeger dacht dat die gevuld was met ‘ether’, maar die later leeg werd verklaard, bij nader inzien toch niet leeg is, maar helemaal gevuld met een zeer bijzondere energie.

De Oostenrijkse wetenschapper en uitvinder Viktor Schauberger (1885-1958) ontdekte op basis van de Wet van Dynamische Balans het bestaan van een universeel tweezijdig, samenwerkend bewegingsprincipe in de natuur. De spiraalvormige naar binnen draaiende, implosieve beweging die koelte, zuigkracht, groei en gezondheid genereert en de explosieve kracht die hitte brengt, druk, fragmentatie, ziekte en dood. Hij nam waar dat de implosieve kracht door spiraalsgewijs naar binnen te bewegen, kracht verzamelt die zich concentreert in het centrum van de spiraal (vortexwerking).

Volgens Schauberger is het onder andere door gebruik te maken van zuigende implosietechnologie dat het mogelijk wordt om energie te betrekken uit het achterliggende nulpuntenergieveld. Er zijn diverse redenen die aanleiding geven te vermoeden dat de technologieën voor vrije energie in feite onlosmakelijk verbonden zijn met een bepaalde staat van bewustzijn en dat deze nieuwe technologieën alleen pas echt beschikbaar komen als het bewustzijn van ons, de mensheid, daar rijp voor is en dus na verruiming/frequentieverhoging daarvan plaats kan vinden, namelijk als we bewust genoeg zijn om er op een verantwoordelijke manier mee om te gaan. Als het ons lukt om onze innerlijke balans te herstellen, kunnen we in die staat van zijn contact maken met de Bron en met het veld van universeel bewustzijn, dat ook bekend is als nulpuntenergieveld.

(bron: Vrije energie technologie werkt echt! Marja de Vries, 27 december 2019)

De onmisbare hulp van buitenaardsen

Het is niet overdreven te stellen dat zonder de hulp van buitenaardse ruimtevaarders in en op onze aarde, het verkeerde gebruik van elektriciteit door onze gewelddadige cultuur allang geresulteerd zou hebben in een definitieve verstoring van de velden die onze aarde ‘gezond’ houden en zelfs het hele zonnestelsel zou hebben beschadigd: door hun werkzaamheid konden de magnetische stromen hersteld, gereinigd, geordend en gereguleerd worden zodat de interkosmische huishouding nog in stand kon worden gehouden. (Er is geen ledige ruimte)

Er is in de minder recente esoterie wel degelijk gewaarschuwd tegen ‘misbruik’ van elektriciteit (Steiner, Gurdjieff e.a.). Gurdjieff geeft reeds in de jaren twintig van de vorige eeuw aan dat de mensheid vanuit ‘naïef-egoïstische’ doeleinden nog nooit in zo grote hoeveelheid elektriciteit heeft misbruikt (vernietigd!) als tegenwoordig het geval is (een eeuw geleden dus, toen het ‘atoomvandalisme’ nog moest beginnen).

De elektrische etherkracht vernieuwt het hart

Waarom is het juiste gebruik van elektriciteit belangrijk voor een geest-zieleontwikkeling? Omdat het te vergelijken is met ‘pleromatische assimilatie’, dat wil zeggen met het opnemen van de astrale volheid in de microkosmos die overeenkomt met de vuuretherwerkzaamheid, waardoor de spirituele ‘uitvloeiing’ wordt gerealiseerd. Die vuurether of elektrische ether is bij uitstek een Aquariuskracht van Christus als Uranusheraut. Ons hart kan die etherkracht ontvangen, reden waarom Uranus als mysterieplaneetradiatie en als heerser van Waterman de vernieuwer van het hart wordt genoemd.

III JAN VAN RUUSBROEC EN DE UNIVERSELE EENHEID

Het is mede daarom dat de in kracht toenemende radiaties vanuit Waterman appelleren aan de toegangspoort, bij uitstek verbonden met de ‘grotere werkelijkheid’: de zielepoort van de universele eenheid in de vrijheid van zelfrealisatie. Het is een eenheid in volledige innerlijke rust met de gelukservaring die wordt gedragen door het goddelijke licht in een volledige synchroniciteit met AL wat leeft. De eenheid die al door mystici als Jan van Ruusbroec en Meister Eckehart is verkend.

Die eenheid wil Aquarius als levend water uitgieten in ons bewustzijn. En de bonafide buitenaardsen kunnen ons ook daarbij tot hulp zijn, als wij over onze schaduw heenstappen en erom durven te ‘vragen’. Dan kunnen we de poort van de oorspronkelijke Saturnus doortrekken tot in de werkzaamheid van de geest. Dat is een intuïtief proces, maar niet louter mystiek.

Steven Greer, trauma-arts en schrijver van het boek ‘Verborgen Waarheid en verboden kennis’ geeft aan dat de basis van de universele eenheid in onszelf ligt:

‘We beginnen doordrongen te raken van het feit dat we bezocht worden door buitenaardse beschavingen. Ons simpelweg de eenheid van de mensheid te realiseren is niet voldoende. We moeten zelfs dat gaan overstijgen en naar een niveau groeien waarop we het universele aspect van de geest begrijpen; het feit dat de bewuste geest zelf universeel is en dat het bewustzijn in een levensvorm van een andere planeet identiek is aan dat in onszelf.’

Dat overstijgen kan begrepen worden als frequentieverhoging tot boven de grens van het zesde kosmische gebied, dus een thuiskomst in het nieuwe levensveld.

De zelfrealisatie in Waterman

Hebben we dan niet te maken met de archontische krachten en machten die binnen en ook buiten de aardesfeer en buiten ons zonnestelsel hun energieën willen betrekken van onze etherproductie? Alleen voor zover we horig zijn aan de systemen van macht, angst en het ‘onwetend houden’, alleen voor zover we blijven bukken voor autoriteit, maar ook alleen voor zover we braaf meelopen in de welvaartsdroom van comfort en gemak ten koste van planeet en medemens, waarvoor we het laatste restje autonome bevoegdheid bereid zijn op te geven.

Voor zelfrealisatie dien je namelijk bij jezelf te blijven, bij de eeuwige en oneindige ziele-entiteit die je werkelijk bent. Alleen zo is een ‘doelmatig’ endura verheffend in gnostieke zin.

Ontkenning door de ‘oude wereldcultuur’

Maar er is op onze aarde nog meer aan de hand met betrekking tot de vele bezoeken van ruimteschepen van elders, die echt niet pas in de tweede helft van de twintigste eeuw is begonnen. Al in de jaren zestig van de vorige eeuw schreef J. van Rijckenborgh dat de autoriteiten de verschijnselen ontkennen en dat de media die ontkenning volgen.

Dr. Steven Greer heeft talloze pogingen gedaan om de verschijnselen – en het zijn er duizenden! – wel in de openbaarheid te krijgen, met de bedoeling de positieve bejegening vanuit de verantwoordelijkheid voor aarde, mensheid en zonnestelsel naar voren te kunnen brengen. Veel mensen houden weliswaar vast aan het beeld van goede en slechte aliens, omdat men antropocentrisch op hen projecteert hoe de mensheid zichzelf ziet.

In werkelijkheid, zo stelt Steven Greer, hebben we alleen onszelf maar te vrezen. De positieve waardering voor de activiteiten van de bemande ruimteschepen van elders staat bij hem vooral in het licht van vibratieverhoging van het menselijk zielebewustzijn: hij ziet ruimte voor de universele eenheid van zielen in aquariaanse zin mede door goed contact met onze kosmische vrienden en vooral door de lessen die zij ons kunnen geven.

Houdt de ontkenning stand?

Tot dusver is die openbaarmaking niet gelukt, of beter te zeggen niet toegestaan. Dat is vreemd, wanneer wordt beseft dat het bewijsmateriaal hard is, maar wordt begrijpelijk wanneer er in de media en in de wetenschap één lijn wordt getrokken om in die ontkenning te volharden.

Wel is er nieuwe informatie in verband met die onbegrijpelijk starre ontkenning, namelijk dat er belangen zijn van overheden en andere machten om die verregaande kennis geheim te houden: er zijn partijen in de wereld die het als een gigantische bedreiging zien wanneer deze kennis openbaar wordt. En ook deze belangen en partijen spelen de demiurg en Jaldabaoth volledig in de kaart, dat wil zeggen, zij proberen de kennis verborgen te houden, die de angst zou kunnen doorkruisen en het gebruik van de ware kosmische elektriciteit als ‘onrealistisch’ voor te stellen. Zij proberen het bronmateriaal van zelfverwerkelijking in gnostieke zin astraal te bedekken en uit onze zelfkennis weg te ‘zuigen’.

Toch zien we als gevolg van de toenemende ontmaskering in de overgangstijd naar Aquarius dat het steeds moeilijker is geworden evidente verschijnselen als buitenaardse ruimteschepen en graancirkels te blijven ontkennen, te ridiculiseren of te etiketteren als complotwerkingen. Vooral als steeds meer straaljagerpiloten bereid zijn getuigenissen én beeldmateriaal openlijk aan te bieden.

Wetenschap verschuilt zich achter een oud paradigma

Zo voelt de Amerikaanse regering zich genoodzaakt open kaart te spelen en
op termijn wereldkundig te maken welke grootse interkosmische werkelijkheid zich al decennia heeft proberen mede te delen. Strategisch belangrijke zegslieden eisen evenwel nog steeds dat die openbaarmaking gepaard gaat met de ernstige waarschuwing voor de bedreiging van de mensheid op aarde, die onze vrienden uit de kosmos als een verborgen agenda met zich mee zouden brengen.

Bovendien kan men zich wetenschappelijk altijd blijven verschuilen achter ‘unidentified=unidentified’ en elke verklaring daarvan die niet volledig de geaccepteerde wetenschappelijke criteria volgt, is speculatie. Bijvoorbeeld het plotseling verdwijnen en/of met zeer hoge snelheid wegtrekken uit het radargebied, dat alleen verklaard kan worden met dematerialiserende krachten die ontleend kunnen worden aan genoemde kosmisch aanwezige elektriciteit in een elektromagnetische setting. Het zal duidelijk zijn dat die verklaring – hoe juist esoterisch ook – niet geaccepteerd kan worden door de behoudende krachten van een materialistische wetenschap.

De macht van Hollywood

J. van Rijckenborgh geeft in ‘Er is geen ledige ruimte’ aan dat de vriendelijke en zeer heilzame hulp van de ruimtevaartuigen en hun bestuurders niet zonder eigenbelang is, in de zin dat hun activiteit vooral zelfbeschermend is. Evenwel is nergens in de uitgebreide verslaggeving bewijs dat aliens de aarde gewelddadig willen veroveren en de mensheid uiterlijk blijvend willen knechten of erger nog, willen vernietigen. Dit is namelijk ook in strijd met de hoge raad ten dienste van menselijke levensgolven, waarin bepaald is dat een fundamentele vrije keuzemogelijkheid voor menselijke levensgolven absoluut gerespecteerd dient te worden.

Angst voor gewelddadigheid en vernietiging van onze soort is van onszelf als mensheid afkomstig, vermoedelijk uit een ver verleden maar helaas breed ondersteund door Hollywood. De machten die die angst hanteren en cultiveren zou je archontisch kunnen noemen en het hanteren van angst als manipulerend instrument is geliefd bij beleidsmakers, bedrijfsleven en – helaas – ook bij wetenschappers. Dus voorbij de godsdiensten, waar men het manipuleren met angst wel van gewend is! Zo verklaarde een gedragswetenschapper dat hij moest constateren dat angst als middel om te manipuleren bij coronabeleid minder gaat werken: ‘Angst ebt weg als in een horrorfilm. Dan moet je het gewenste gedrag op een andere manier stimuleren.’ (Denny Borsboom, 29 mei 2021)

Oneigenlijke offering

Wel is in het verleden geprobeerd door buitenaardsen om het aardse menselijke ras te beïnvloeden tot een levenshouding die profijtelijk was voor de niet-aardse wezens. De mythologieën van vrijwel alle culturen zijn doortrokken van de pogingen daartoe. Gehoorzaamheid aan de halfgoden is een beproefde eis geweest om de nog onvolwassen en mogelijk in het DNA gemanipuleerde mensheid tot de gewenste eerbiediging en zelfs offering te bewegen. Het Oude Testament en de Griekse mythologie geven daar ook voorbeelden van.

In de per saldo positieve benadering van Christina von Dreien in haar boek Uiteindelijk komt alles goed rept de schrijfster over de positieve en negatieve buitenaardsen. Ze geeft daarin ook weer dat sommige van de ‘goeden’ ons in het verleden hebben geholpen en dat zonder deze liefdevolle wezens het nu waarschijnlijk veel slechter met de mensheid en de aarde zou gaan, zoals ook J. van Rijckenborgh heeft gesuggereerd.

Een onsterfelijke kern in ons: kan het wel waar zijn?

Steeds meer mensen ondergaan door de vernieuwende krachten van het Licht dat ons werkelijk wil stimuleren tot ware menswording, dat angst een grote psychologische valkuil is. In het daardoor voorbijgaan van de angst voor gewelddadige buitenaardse strategieën – een voorbijgaan dat J. van Rijckenborgh ons gelukkig ook al heeft voorgehouden – kan het bewustzijn anno 2021 voor een blokkade komen te staan vanwege de zeer dominante ‘officiële’ ontkenningen door een ouderwetse en oude opvatting van de werkelijkheid, die ingegeven is door een eenzijdige materialistische cultuur, gesteund door media die napraten. (Er is wat dat betreft nog niets veranderd ten opzichte van de jaren zestig van de vorige eeuw.) Een cultuur die ons vasthoudt in een verkeerd soort ongeloof: ‘Het kan niet waar zijn!’ Zoals eeuwenlang het gnostieke idee van de onsterfelijke immanente kern in ieder mens verdacht gemaakt is, ontkend, bespot en bestreden.

Die eenzijdige materialistische werkelijkheidsopvatting kan momenteel zelfs nog dát menselijk bewustzijn gijzelen, dat in principe de angst voor gewelddadige buitenaardsen voorbij is. De kentering voltrekt zich bij de jongeren, voor zover deze zich niet laten inkapselen door de dominante media en zelf blijven nadenken.

De waarheid van een eeuwenoud gnostiek evangelie

En… een kentering kan zich ook goed voordoen bij wetenschappers als Coen Vermeeren.
Ogenschijnlijk als ‘zweverige uitzinnigheid die opbloeit uit een humuslaag van rationele hoogtechnologische bètawetenschap’ zoals de roman Arc van Richard Osinga suggereert), maar in feite wel degelijk gebaseerd op verifieerbare gegevens. De weerstand is dan alleen nog de verdenking van een ‘complottheorie’. En dan wordt ook duidelijk dat het gnostieke evangelie van de Pistis Sophia zeer kwetsbaar is voor zo’n verdenking, evenals andere oude gnostieke teksten.

Evenwel het gegeven dat men gemakkelijk op een op zich consistent en coherent verhaal het etiket ‘complottheorie’ kan plakken, heeft geen betekenis voor de werkelijkheid en de waarheid van een eeuwenoud gnostiek evangelie. Het bewijs daarvoor wordt in deze overgangstijd steeds duidelijker: veel ‘nieuwe’ esoterici én exoterici kiezen voor de ontzagwekkende kennisbasis van de gnostieke evangeliën, zoals de Pistis Sophia en andere gnostieke geschriften, zeker sinds het bekend worden van de Nag Hammadi-vondsten.

De projectie van de wederkomst Christi op tijd-ruimteschaal in de wereld
Steven Greer heeft onderzocht hoe het toch kan dat keer op keer de feitelijke bekendmakingen van de talloze gespotte ruimtevaartuigen en de vele bonafide getuigenissen van piloten en astronauten van overheidswege zijn geblokkeerd en kon uiteindelijk door inzichten uit de grotere werkelijkheid niet anders concluderen dan dat er een schaduw-‘partij’ bestaat die er belang bij heeft dat de angstcultuur aangaande buitenaardse interventies in stand blijft vanuit politiek-economische motieven. En dat die schaduwpartij internationaal is georganiseerd.

Op zich meer dan genoeg om Greer weg te zetten als complotdenker. Toch geeft Greer aan dat hij zich persoonlijk niet in de luxepositie bevindt om het geheel af te doen als een complottheorie. Hij heeft nog veel meer ontdekt aangaande grote strategische verbanden, die hij in zijn boek ‘Verborgen waarheid en verboden kennis’ weergeeft (in 2006 in het Engels uitgegeven en in 2012 in het Nederlands). Al genoemd is de poort naar universele eenheid als noodzakelijke bewustzijnsontwikkeling, op zich een inzicht dat niet nieuw is en reeds bij mystieken als Jan van Ruusbroec bekend en uitgewerkt (Die Geestelike Brulocht met als motto en thema: Ziet, de bruidegom komt; gaat uit om hem te ontmoeten).

Wel nieuw – althans voor het overgrote deel der mensheid – is de formulering van het doel van de schaduwpartij in religieus opzicht: de voorbereiding en enscenering van de wederkomst Christi tegelijkertijd met de verwoesting van de wereld en de dood van miljarden mensen. Deze zeer machtige groep probeert de wereld te drijven in een bepaalde richting vanwege hun interpretatie van een profetie die volgens Greer al heeft plaatsgevonden. Een Armageddonprofetie, ontstaan vanuit onwetendheid, bijgeloof en haat. Onwetendheid ligt aan de basis en de oplossing ligt in kennis, verlichting en spiritualiteit.

Het probleem lijkt complex maar kan relatief eenvoudig worden verholpen: in duisternis kan licht worden gebracht. Toch is die wederkomst Christi tegelijkertijd met de ondergang van de wereld een sterk levend concept in de westerse wereld. Steven Greer schrijft in 2006: ‘Denk er eens over na: als dat is waarin je gelooft, dan maakt het je niet uit of er wereldwijde opwarming van de aarde is, of een schuld van 8 biljoen dollar. Dan komt de wereld en al het leven toch spoedig aan haar einde en zullen de goede christenen opstijgen naar Jezus in de hemel.’

Houdbaarheid van de oude wereld ten einde

Wat daarentegen werkelijk ten einde is gekomen is een oude wereld, die z’n houdbaarheid overschreden heeft voor wat betreft cultuur, economisch systeem, gevestigde religie. Wat resteert is de rode draad van de gnosis die de volheid van pleroma hoedt en de verhoudingen met onwetendheid en de goddelijke vonk kent die in iedere bewuste ziel leeft. Op de drempel van het Watermantijdperk is het van groot belang de poort naar de universele eenheid te vinden, innerlijk, maar ook zeker in de grotere werkelijkheid van dimensies die te betreden is met behulp van de kosmische elektriciteit.

De matrix, die vanaf de ringen van Saturnus via de maan de mensheid de gang door de poort van de oorspronkelijke Saturnus wil beletten, heeft geen kracht wanneer wij uit de geest van de gnosis leven en zijn, wanneer we de pleromatische levenskracht hebben leren toepassen. En dat is ook wat de strevende zoeker op het pad wacht: het leren gebruiken van de zuivere ethers tot en met de assimilatie van de elektrische ether.

Transformatie door bewuste waarneming

Dat zal zeker transformerend werken, omdat we daarmee kwantumenergie gebruiken die waarneming aanwendt als veranderenergie. Zonder winstoogmerk. Want dat is wat er gebeurt als we de nulpuntkracht van de zuivere, kosmische elektriciteit aanwenden voor verbinding met de universele eenheid, die samenhangt met vrijheid en liefde. Die waarneming zal wel vanuit een basis van spiritueel bewustzijn dienen aan te vangen. En van kennis van tijd, ruimte en non-lokaliteit. Dat wil zeggen vanuit kennis van de wisselwerking tussen eenheid en dualiteit. De paradox is dat eenheid en dualiteit co-existeren, ze zijn niet onverenigbaar.

Het relatieve en veranderlijke, tijd, ruimte, materie en de alomtegenwoordige stilte zijn in absolute zin hetzelfde. Er bestaat geen afscheiding en daarom is er geen dualiteit. Dat is wat Hermes probeert duidelijk te maken en dat is ook de essentie van Dao. Het relatieve kent differentiatie want er zijn verschillende energieën en verschillende elementen. Maar tegelijkertijd is er een perfecte hogere eenheid en hoger bewustzijn dat daarmee co-existeert en alles doordringt. Het is onze aquariaanse taak te evolueren naar een punt waarop we beide zien, de verschillen en de eenheid.

Bewustzijnshandeling

De transformatie zal niet vanzelf gaan. Wij, mensen die Aquarius als doel van het leven beschouwen, zullen het proces moeten leiden en faciliteren, maar we staan er niet alleen voor. Het menselijk ras en de aarde hebben er nooit alleen voor gestaan. We zijn nooit zonder assistentie geweest en er is nooit onduidelijkheid geweest over onze uiteindelijke bestemming.

De enige vraag is hoe we onszelf gaan losmaken van de huidige onheilige situatie. In onze maatschappij en onze educatiesystemen worden we getraind om ons te conformeren. Maar ja, wanneer je je conformeert aan een gestoord systeem, dan is er wel een probleem. Toch zijn we geroepen tot vrijheid, want we leven op de planeet van de vrije wil. Geen andere intelligentie, geen DNA-manipulatie, geen totalitair systeem kan ons afhouden van het gebruik van de vrije, geheiligde wil.

De ‘minne’ als handelingsperspectief

Dan gaat blijken hoe eenheid en vrijheid hun vervulling in liefde hebben met de werking van de geheiligde wil. En die liefde is het meest. Dat was vooralsnog een zeer particulier ‘innig’ proces in de bonafide mystiek van destijds: de zogenoemde ‘minne’. ‘Want in éénzelfde ‘nu’ en tezelfdertijd werkt minne en rust zij in haar beminde. En het éne wordt door het andere versterkt. Want hoe hoger minne, hoe dieper rust; en hoe meer rust, hoe inniger minne. Het een leeft in het ander; en wie niet mint, rust niet en die niet rust, mint niet.’

Dit zijn woorden van Jan van Ruusbroec uit de tijd dat het ‘nu’ als statisch beleefd kon worden, het ‘nunc stans’ ofwel het staande ‘nu’. Hij heeft in hetzelfde geschrift waar bovenstaand citaat uit afkomstig is, ‘Die Geestelike Brulocht’, de verhouding van eenheid, vrijheid en liefde of ‘minne’ weergegeven:

‘Wanneer de mens ervoor zorgt God eenvuldig te beogen en zichzelf door de rede in bedwang te houden, geheel zijn wil te verloochenen en de zo begeerde eenheid met inwendige vrijheid af te wachten tot de dag dat God ze geven wil, zo zal de geest van raad in hem verdubbeld worden; want groot is hij in het opvolgen van Gods beschikking en raad, die zichzelf in alle dingen verzaakt en die met een onblusbare, onstuimige, brandende minne kan zeggen: “Uw rijk kome.” Maar die bovendien zijn eigen wil overwint en zichzelf verloochent in minne en tot God in onderworpenheid en eerbied kan zeggen: “Uw wil geschiede in alle dingen, niet de mijne” (…) Want Gods wil is zijn vreugde en wie zich in minne overlevert is de vrijste van allen die leven en hij leeft zonder zorgen; want God kan wat hem toebehoort niet verloren laten gaan.’

Genieten in eeuwige rust?

Ruusbroec zag al de paradoxale kant van de eenheid met actieve werkzame liefde vanuit de volkomen rust van het eeuwige nu en formuleerde die schijnbare tegenstrijdigheid als volgt:

‘…niemand kan verstaan hoe men met werkzaamheid mint én genietend rust, dan de totaal overgeleverde, onthechte en verlichte mens. En toch is elke minnaar één met God en in rust, én tegelijk godgelijk in de werken van liefde, zoals ook God in zijn hoge natuur, waarvan wij een gelijkenis dragen, zich genietend houdt in eeuwige rust naar zijn wezenlijke eenheid én werkelijk, dit is werkzaam in het eeuwige werk naar zijn drieheid. Het ene aspect is aanvulling van het andere (…) Daarom ook, wil de mens God smaken, dan moet hij minnen; en wil hij minnen, dan kan hij smaken.
Maar vergenoegt hij zich met andere dingen… dan kan hij niet smaken wat God is. Daarom moeten wij onszelf ‘eenvuldig’ bezitten door deugden (…) en God boven onszelf door minne in rust en in eenheid.’

Tijd voor het ‘mystieke zonnen’ is er dus niet bij, want dan kan hij ‘niet smaken wat God is’. Ook anderszins stijgt Van Ruusbroec hier boven de devote passieve mystiek uit door op te roepen zich door de rede in bedwang te houden, maar vooral door wat Ruusbroec de zesde gave noemt, ‘dat is de geest van verstand’ overeenkomend met de ‘verstandgeboren ziel’, de zesde trede van zielebewustwording.

Aanzichten van God

De vraag kan gesteld worden naar de vele aanzichten van God en vooral welk aanzicht Ruusbroec hier vertegenwoordigt. Het aanzicht van liefde in vrijheid en eenheid kwam al naar voren in bovenstaande en het is van belang hoe Van Ruusbroec zelf het goddelijk licht ziet. Volgens hem is het goddelijk licht geen resultaat van menselijk denken en overwegen. De klaarheid waarmee dit licht de ziel overstraalt, gaat het menselijk verstand te boven. Zij staat boven de menselijke rede, maar laat de rede niet ongemoeid. De geestelijke mens groeit zo dankzij Gods licht en eigen inspanning tot een schouwen van Zijn licht met het licht van Gods klaarheid zelf. Je zou daarom kunnen zeggen dat Licht als aanzicht van God voor Van Ruusbroec het belangrijkst is.

Ondanks zijn pleidooi voor de werking van de rede en de geest van het verstand kan niet gezegd worden dat Van Ruusbroec zover gaat dat hij als ‘wijsgeer’ al durft te wijzen op de natuur als aanzicht van God, zoals Spinoza dat wel aangaf. Veel dichterbij komt de benadering van Eckehart als het oog van God:
‘Het oog waarin ik God zie, is hetzelfde oog waarin God mij ziet, mijn oog en Gods oog zijn één oog en één zien en één inzien en één liefhebben.’

De grotere werkelijkheid

Deze mystiek probeert net als de volheid van vrijheid, eenheid en liefde ons in de overgangstijd te bepalen bij de machtige functie van waarnemen als actief instrument in de zelfverwerkelijking van de geestzielemens. Zoals gezegd een kwantumwaarneming, dat wil zeggen een waarneming niet van afzonderlijke deeltjes, maar een verbindende waarneming als een golfverschijnsel.

Een verbinding van het bewustzijn naar een grotere werkelijkheid, die contact met de kosmos en de daarin opererende levensgolven mede mogelijk maakt en wellicht noodzakelijk om de elektromagnetische verontreiniging en zelfs vernietiging niet alleen te neutraliseren maar met gebruikmaking van de ware kosmische elektriciteit een definitief halt toe te roepen.

Zo opent zich de poort naar de universele eenheid die alle verstand te boven gaat.

Bron: Logon 2021-4 , artikel van Frans Spakman