Het proces van transfiguratie – brochure

 

DOWNLOAD ‘WHAT IS TRANSFIGURATION’ (FREE PDF)

Hieronder volgen vijf tekstgedeelten uit het geschriftje ‘Het proces van transfiguratie. Via de audio-speler hierboven is een gesprek te beluisteren tussen Ankie Hettema en Doride Zelle over de inhoud van dit boekje. 

1. Wat is, wil en doet het Rozenkruis

Het boekje ‘Het proces van transfiguratie’ geeft een indruk van het doel en de werkwijze van de geestesschool van het Gouden Rozenkruis. Evenals andere scholen leidt zij haar leerlingen van een eenvoudig begin naar hogere stadia van bewustzijn omtrent een bepaalde waarheid en bepaalde vormen van kennis. Door deze waarheid en deze kennis zal de leerling echter in contact worden gebracht met een levensopvatting, een levensbeschouwing en een levensweg die zich zeer duidelijk onderscheid van de algemeen bekende. 

De School van het Rozenkruis beoogt namelijk absoluut niet een leer te verkondigen die gebaseerd is op theorieën, op hypothesen of op autoriteiten – om deze leer vervolgens intellectueel te beschouwen, haar te verdedigen en haar aan te bevelen. Nee, het Gouden Rozenkruis werkt in de wereld met een geheel ander doel: het richt zich tot de zoekende mens, die zich in geestelijke duisternis en armoede bevindt, en het wil deze mens laten ontwaken.

Als deze poging slaagt, als het de School van het Gouden Rozenkruis gelukt de zoekende mens te doen inzien dat alle zoeken alleen dan zin heeft als ht zich richt op de absolute waarheid, op de bestaanswerkelijkheid van het absolute, het onvergankelijke – dan is zij in staat die mens de weg, de methode te wijzen om tot deze waarheid door te dringen. Dan onderwijst zij hem, haar, in de heilige wetenschap van de verlossing van alle leed.

2. De vergankelijkheid van alle dingen

Als de mens de wereld om zich heen gadeslaat en zich de vraag stelt: ‘Wat is het meest kenmerkende aspect van het menselijke bestaan?’, dan zal het antwoord moeten luiden: ‘Het meest kenmerkende is de onbestendigheid van alle dingen, de voortdurende afbraak en ondergang van alle dingen’ Alles, letterlijk alles wat in het leven tot ontwikkeling komt, wat zich in het leven voordoet, alles wat de mens opbouwt, verwerft, nastreeft, samenbrengt – dat alles is eindig. En dat niet alleen! Nee, het vindt zijn einde in smart, in leed, in kommer.

Met de middelen van deze wereld kan deze uitzichtloze toestand niet teniet worden gedaan. Hieruit volgt dat de mens, zo lang hij een kind van deze wereld is, onderworpen zal blijven aan leed en levensafbraak – waar en hoe hij ook leeft en wat hij ook doet. Toch schijnt de mens te worden gedwongen in deze wereld te leven, zich in deze wereld van leed en smart staande te houden. Hij probeert zich troost en vergetelheid te verschaffen.

De mens probeert zich zelfbescherming te verwerven. Zijn levensactiviteit, in al haar aspecten, wordt daaraan gewijd. Deze onophoudelijke, koortsachtige bedrijvigheid, waarin de  zich over de gehele wereld uitstrekt en waarbij alle mensen betrokken zijn, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, en van de avond tot de volgende morgen – deze werkkoorts, waaraan ook het dierenrijk en het plantenrijk onderworpen worden, heeft in diepste wezen geen andere oorzaak en geen ander doel dan de zelfbescherming en zelfhandhaving van de mens. 

3. Twee naturen in de mens

De gehele wereld wordt voortgedreven als een opgejaagd dier, en schreeuwt om cultuur. Kent u de oorzaak van deze jacht? Het is een erfelijk overblijfsel, de werking van een oerverleden, een werking die zich van geslacht tot geslacht voortgeplant heeft. Dit overblijfsel spreekt in de mens, het roept hem, maar er is niemand meer die de werkelijkheid kent. Er is niemand meer die de werkelijkheid kán kennen, omdat het vermogen daartoe verloren is gegaan. De mens van deze natuur bezit weliswaar een zeker vermogen tot het verwerven van kennis en waarheid, maar daarmee is hij niet in staat ‘God in de wijsheid Gods’ te hervinden. 

In vele mensen spreken twee naturen: de ene natuur is volledig in en van deze wereld, de andere natuur is niet van deze wereld, het is een natuur die door deze wereld gevangen gehouden wordt. Die andere natuur, die hogere natuur, stamt af van de goddelijke natuur, en zij is als een goddelijke geestkern in de mens latent aanwezig. Indien zulk een levenskern, zulk een geestvonk, in de mens woont – zij het dan bijna altijd in slapende latente toestand – dan ligt daarin de enige mogelijkheid tot zijn bevrijding van leed en smart.

Daartoe moet deze kern gewekt worden, ze moet uit haar verdoving wakker geroepen worden. En haar opstanding betekent dan de verlossing uit deze wereld van het lijden. Het gaat er dus om dat oeratoom tot leven te wekken. Dat doet de mens als hij, in binding met het licht van het koninkrijk Gods, zijn verlangen naar verlossing omzet in een daad: de bevrijdende daad van de ikverbreking. In dezelfde mate waain de mens deze ikverbreking, deze zelfovergave, verwerkelijkt, zal het oeratoom, de roos des harten, zich openen en tot leven komen. 

4. De transfiguristische wijsbegeerte

In de mens die wil terugkeren naar het andere rijk –  naar de wereld van de absoluutheid, de wereld van het eeuwigheidsleven, moet zich een gigantisch veranderingsproces voltrekken, een proces van nieuwe-menswording, een proces van wedergeboorte. Wij noemen dit proces in de geestesschool transfiguratie of persoonlijkheidsverwisseling.

Het nieuwe lichaam kan de mens niet zelf opbouwen uit eigen kracht. Hij kan het alleen oprichten in de kracht van de geest, de geest Gods, die zich openbaart in het hart van de mens. Immers, deze geestvonk is nog het enige contactpunt van de mens met zijn oorspronkelijke staat-van-zijn. 

Het proces van persoonlijkheidsverwisseling is een verheven proces, vol heerlijkheid een proces waarin het ik, de oude mens, voortdurend minder wordt, terwijl de nieuwe mens, de zoon Gods, voortdurend groeit. De transfiguristische wijsbegeerte is een universele wijsbegeerte, die sedert de ochtendschemering van de gevallen mensheid de mens op diens levensweg begeleid heeft. Zij wordt, als goddelijke aanraking, zonder tussenkomst van wie ook, actief om te zoeken wat verloren is en om het te behouden.   

5. Het krachtveld van de geestesschool

Hoe werkt het licht. Hoe komt het tot de mens? Het komt tot de mens via de zich op aarde bevindende brandpunten van lichtinstraling en lichtconcentratie. Op een bepaalde wijze wordt de verticale straling omgezet in een horizontale, waarbij haar vibratie wordt afgezwakt tot een niveau dat door de zoekende mens kan worden verdragen. In de kracht van deze horizontale straling kan hij dan een aanvang maken met zijn pad van transfiguratie. 

Zulk een plaats op aarde, zulk een brandpunt, is een krachtveld. Voor de niet-wetenden ish et een mysterie. Voor de wetenden is ehet een onuitputtelijke bron van kracht. Welnu, de School van het Gouden Rozenkruis werkt in en door zulk een krachtveld Daarom spreken wij van mysterieschool en van geestesschool.

De leerlingen van de geestesschool leven in en uit dit krachtveld. In dit krachtveld is de broederschap des levens onafgebroken werkzaam. Daardoor kan de leerling in dit krachtveld het proces van ikverbreking aanvangen en het tot een goed einde brengen: stap voor stap, tot het volledige bereiken, zijn transfiguratie. 

Bron: Het proces van transfiguratie

DOWNLOAD ‘WHAT IS TRANSFIGURATION’ (FREE PDF)