Kwantumsprong in het licht 1: het belang van de essentie van de kwantumtheorie en kwantumfysica voor ons leven

BESTEL OP VLEUGELS VAN VUUR – SYMPOSIONREEKS 29

Het begrip kwantumsprong is geboren begin 20e eeuw naar aanleiding van een fundamentele verandering in de natuurkunde via Max Planck, Niels Bohr en Rutherford, die resulteerde in ‘kwantummechnische gedragsregels’. Het is een sprong in het menselijke denken, die los moest komen van de intuïtie die op onze alledaagse waarneming is gebaseerd. Deze sessie gaat in op het gegeven hoe een nieuwe bewustwording toegang kan verschaffen tot een veel wijdere levensrealiteit. 

De essentie van de kwantumtheorie: deeltjes zijn straling, staling is deeltjes. De stralingswerking van een donker voorwerp kan zonder de korreligheid van energie niet begrepen worden. Licht kan elektronen vrijmaken uit metaal, maar alleen in afgepaste brokjes. In een atoom kunnen de elektronen alleen in trapsgewijs ingedeelde omlopbanen hun weg vinden.

Kennismaking met de kwantumsprong in het atoom

Kwantumsprong is voor de natuur niets bijzonders, wel voor het menselijke denken. Na de kwantumsprong in het denken die nog in het bewustzijn moet komen. Drie komende bewustzijnssprongen van de mensheid:

  • het bewustzijn van wat nog buiten is;
  • het buitenbewustzijn zelf;
  • het tijdloze bewustzijn.

Tunneling: de korste weg naar het tijdloze bewustzijn.

De stralingswet

In het jaar 1900 worstelden natuurkundigen met het begrijpen van de uitstraling door een warm voorwerp, denk daarbij aan een kachel. Een warm voorwerp straalt warmte, licht, UV en straling van nog hogere vibratie uit. Met de beschikbare theorie kon kon de intensiteit van de straling bij verschillende trillingssnelheden worden berekend, maar het verkregen resultaat leverde twee moeilijkheden op: het verband tussen trillingssnelheid (kleur) en temperatuur klopte niet met metingen als men de energie die het stralende voorwerp uitzendt over alle trillingssnelheden zou een voorwerp oneindig veel energie uitsttalen en dat is in strijd met basale natuurkundige wetten. 

Max Planck stortte zich in 1900 in deze materie en kwam uiteindelijk op een lumineus idee. Als hij aannam dat energie alleen in brokjes wordt uitgezonden, kon hij het verband tussen de temperatuur en de stralingsverdeling over alle trillings snelheden precies verklaringen zoals de metingen lieten zien. 

Denkt u zich eens in dat u in uw keuken de waterkraan opendraait. Voor uw gevoel kunt u elke waarde van de sterkte van de waterstraal met de kraan instellen. Er lijkt een continu, een glijdend, verband te bestaan tussen de stand van de kraan en de hoeveelheid water die per seconde uit de kraan stroomt. Maar als u zich realiseert dat water uit moleculen is opgebouwd en dat de kraan altijd een geheel aantal moleculen doorlaat, dus geen halve of tienden van moleculen, dan moet u concluderen dat ook de keukenkraan de waterstraal stapsgewijs instelt, maar die stapjes zijn zo klein dat u het gevoel hebt dat de kraan de waterstraal continu regelt, dus dat elke tussensterkte mogelijk is.

Zo bleek het dus ook met energie te zijn. Dat moeten we echter wat nuanceren. De brokjes zijn niet altijd even groot. De grootte hangt af van de frequentie, de vibratiesnelheid, van de straling. Hoe sneller de de stralingstrilling hoe groter de energiebrokken. Met dit idee was de kwantummechanica geboren.

Max Planck was geen man die zich op de borst klopte als de grote ontdekker van de nieuwe natuurkunde. Hij had moeite met het aanvaarden van zijn zelf gevonden theorie. Jaren zocht hij naar een andere verklaring die geen gebruik maakte van dit kwantumprincipe. Hij kon er echter niet aan ontkomen. Niet alleen was er nu een sluitende verklaring voor de stralingswet voor een donker voorwerp, ook andere experimenten toonden na zijn vondst aan dat zijn idee de gemeten werkelijkheid op de juiste wijze weergaf.

Licht slaat elektronen los

Als men licht op een plaatje metaal schijnt, komen er uit het metaal elektronen vrij. De elektronen verlaten het metaal met een zekere snelheid die men tamelijk gemakkelijk kan meten. De snelheid is een maat voor de energie en het blijkt weer dat de energie van de elektronen alleen bepaalde, wel onderscheiden waarden aanneemt en dat die waarden afhangen van de trillingsfrequentie, dus de kleur, van het gebruikte licht. Dat is precies in overeenstemming met de ideeën die Planck tot een goede beschrijving van de stralingswet brachten. 

Het atoommodel van Niels Bohr

Er waren al ideeën over de structuur van het atoom die er uit zou kunnen zien als ons zonnestelsel. Rutherford was een van de bedenkers hiervan. Een relatief zware kern in het centrum, waar lichte deeltjes, de elektronen in banen omheen cirkelden. Niels Bohr deed nu de grote stap: hij stelde dat de elektronen niet in willekeurige banen kunnen lopen, maar dat er alleen een beperkt aantal welonderscheiden banen mogelijk is.

Als een elektron dus dus van de ene baan naar de andere gaat en daarbij energie opneemt of afgeeft, kan die energie alleen in brokjes van een bepaalde grotte worden uitgewisseld. Een elektron kan niet geleidelijk van de ene baan naar de andere, het moet springen. Dat was de geboorte van de kwantumsprong. De kwantumsprong treedt vaak op als symbool voor een gigantische vooruitgang. In zijn oorspronkelijke gedaante gaat het echter om miniem kleine energiestapjes. Het bijzondere eraan is dat de energie-overgangen discreet, dus niet vloeiend zijn. Het is als een trap, niet als een glijbaan. De natuur wordt er niet anders van, de mens wel.

Uiteraard, deze structuur die we in de natuur ontdekken, is voor de natuur niets nieuws. Als symbool is het begrip kwantumsprong voor de natuur dan ook niet beladen. De lading zit in de invloed die deze kwantumvisie heeft op het denken van de mens. We zouden een bekend gezegde kunnen parafraseren als: ‘Een kleine stap voor een elektron, een grote stap voor de mensheid’. Het is het menselijke denken dat in feite die kwantumsprong maakte.

Wat houdt deze visie in?

Materie is straling. Wij zijn straling. Het gewone waarnemen, waarmee we van kindsbeen af opgroeien, is een interactie tussen twee stralingsrealiteiten. De mens was niet in staat voldoende afstand van zijn eigen waarnemingsmechanisme te nemen om de misleiding te ontmaskeren. Dat heeft in  de westerse wereld geleid tot een opvatting van de ons omringende wereld als één van vaste, vloeibare en gasvormige dingen. Het bijzondere is dat we met dezelfde zintuigen die ons wat op de mouw hebben gespeld ook het andere aanzicht van de materie hebben mogen ontdekken. De film ‘What the hell (bleep!) do we know?’ poogt ons bestaan als trillingsverschijnsel aanschouwelijk te maken.

Van materie hebben we het idee dat het is. Het staat als een huis en je kunt er iets mee bouwen. Materie suggereert ons vastheid. Denk u aan het symbool van de rots waarop wij ons geestelijke huis moeten bouwen. Straling daarentegen is altijd in beweging, het is een energiestroom, het wisselt van gedaante en het wisselt uit. Waar is de vastheid gebleven?

Straling, zoals licht, is zo plooibaar dat onze wereld slechts een illusie is. De vastheid wordt gesuggereerd doordat het ene stralingsverschijnsel het andere aantrekt. Tezamen vormen ze echter een systeem in beweging zonder vaste grond. Wij dienen dan ook met ons ‘zwevend bestaan’ vertrouwd te raken, niet meer uitziend naar vastheid. Als we bij onszelf naar binnen kijken kunnen we ontdekken dat dit aspect een rol speelt in ons veiligheidsgevoel, in ons basale gevoel van te zijn of niet te zijn. Laten we proberen dit bij te stellen.

Straling heeft een bron. Waar is de bron die ons als straling laat bestaan? En waar is de bron die onze straling laat bestaan? Denk hierbij eens aan de bijbelse uitspraak ‘In den beginne was het woord, en het woord was bij God en het woord was God … Alles is door hetzelve gemaakt en zonder hetzelve is geen ding gemaakt dat gemaakt is’ (Johannes 1).

Een woord zoals wij dat uitspreken brengt de lucht in trilling en genereert een klank, die vaak herkenbaar is, dus een vertrouwde vorm heeft. Als we het woord opvatten als het vormgeven aan de trilling waaruit een materiële vorm voortkomt, zien we hoe het kwantummechnische inzicht deze bijbeluitspraak verheldert.

Bron: Op vleugels van vuur, symposionreeks 29

GA NAAR KWANTUMSPRONG IN HET LICHT 2

BESTEL OP VLEUGELS VAN VUUR – SYMPOSIONREEKS 29

BESTEL OP VLEUGELS VAN VUUR – SYMPOSIONREEKS 29