Soefigedachtes lente 2022: artikel ‘Hemel en aarde in de wereld van het kind’ door Ankie Hettema

 

DOWNLOAD SOEFIGEDACHTES LENTE 2022 (PDF)

BESTEL HEMEL EN AARDE IN DE WERELD VAN HET KIND

Het tijdschrift Soefigedachtes is een gezamenlijke uitgave van Soefi Beweging Nederland en Vereniging Soefi-Contact. Doel is het verspreiden van het gedachtegoed van Hazrat Inayat Khan.  Na het onderstaande overzicht van artikelen in het lente nummer van 2022, volgt de volledige tekst van een artikel van Ankie Hettema in deze uitgave met de titel: Hemel en aarde in de wereld van het kind.

SOEFIGEDACHTES LENTE 2022

  • Ten geleide
  • Verzaking
  • Gedicht: Ontmoeten zonder maskers
  • Leven zonder maskers
  • In Herinnering: Ellinor Troelstra-Strijbos
  • Soefisme als toolkit voor de noden van deze tijd
  • Hebben en Zijn
  • Column: 1G, 2G, 3G
  • Een reis naar vrijheid
  • Voorgrond en achtergrond
  • interview: Karim Logtmeijer
  • Hemel en aarde in de wereld van het kind
  • Gedicht: Enige woorden over de ziel
  • Over boeken

HEMEL EN AARDE IN DE WERELD VAN HET KIND – ANKIE HETTEMA

Misschien is het vreemd, een artikel in Soefigedachtes over de wereld van het kind. Maar niet zo vreemd als we bedenken dat Hazrat Inayat Khan in Het innerlijk leven schrijft: ‘Naarmate de geestelijke mens verder vordert, vertoont hij in zijn wezen iets van het heel jonge kind’.(1) En in de Bijbel lezen we: ‘Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het niet binnengaan.'(2) Maatschappelijk gezien heten wij, die dit nu lezen, volwassen. Maar het kind in ons is niet gestorven, het slaapt slechts. Andere kinderen maken het wakker.

De geboorte van een kind is een wonder. Het draagt het zuiver hemelse licht nog dicht bij zich. Verwondert zich over alles wat het ziet, hoort en ervaart. Het kijkt vol vertrouwen met een open ziel de wereld in. Met de geboorte komt óók de eeuwigheid mee. Het ligt als een zaad, als een belofte verborgen. Wij leiden de kinderen binnen in de door de eeuwen heen ontstane menselijke inzichten en afspraken en regels. Kinderen aarden, maken zich de aarde eigen, en dat moet ook. Maar waar blijft de innerlijke vrijheid, dat stukje hemel, het ware zelf, de lichte ziel, die bij de geboorte is meegegeven, die ankerpunt zou kunnen zijn voor het verdere leven. Waar blijft die onschuld en kwetsbaarheid, die ons iets in herinnering brengen – iets wat wij misschien vergeten zijn. Hoe kunnen we in de enorme verscheidenheid van het leven en in het vele dat nog staat te gebeuren de openheid naar de hemel of de ziel als bron van levenskracht, houvast en geluk in het kind en in onszelf bewaren? Hoe maken wij de belofte waar?

Levenswetten

Kinderen leven spontaan uit eeuwige waarden die het leven van de ziel kenmerken. Zij willen helpen – hulpvaardigheid. Geven tekeningen, hun lach – vrijgevigheid en vriendelijkheid. Vertrouwen zich aan je toe – overgave. In mijn boek Hemel en aarde in de wereld van het kind beschrijf ik zeven ‘levenswetten’. Werken met die wetten geeft kinderen vaste grond onder de voeten en vleugels om zich te verheffen in het leven dat voor hen ligt. Menigeen zal daarbij denken: ik wilde dat ik dat als kind gehoord had. Maar in het besef een kind van de schepping te zijn, kunnen wij blijven luisteren en blijven horen. Diepzinnig dicht Rumi:

‘Nederigheid kleineert niet, maar maakt groot.
De weg naar eenvoud voert naar wijsheid.
Een vader vertelt zijn kind een verhaal.
De luisteraar vertelt, de verteller luistert.
Vader en kind worden een en al oor.
Vader en kind worden één.’(
3)

De zeven levenswetten zijn onder te delen in drie hemelse of geestwetten en vier aarde- of natuurwetten. De drie geestwetten vertellen van de belofte, de vier natuurwetten hoe de belofte waargemaakt kan worden. Deze wetten zijn te relateren aan de wijsheidsleer van alle tijden, van Hermes Trismegistus en Lao Zi tot het soefisme en het christendom, en ook te herkennen in de natuur. Zoals bijvoorbeeld ‘Na regen komt zonneschijn’, vertelt van de wisseling in de tijd en ‘Achter de wolken schijnt altijd de zon, van eeuwigheid. Of zoals de aggregatietoestanden van water laten zien dat er in het universum niets, helemaal niets verloren gaat.

Met dit soort eenvoudige activiteiten en proefjes en daaruit voortvloeiende innerlijke waarden, kunnen we het principe en de werking van de wet spelenderwijs bewust worden. Het woord ‘wetten’ moeten we niet verkeerd begrijpen. Mensen hebben wetten opgesteld voor de samenleving. Zij moeten worden nageleefd. En er zijn kosmische wetten, bestemd voor het welzijn van leven, voor de ziel. Zij zijn er om open te leggen, als op een schaal, waarvan ieder die wil mag nemen.

DOWNLOAD SOEFIGEDACHTES LENTE 2022 (PDF)

BESTEL HEMEL EN AARDE IN DE WERELD VAN HET KIND

De belofte

‘In de zwarte kern van het hart, schiep God het eeuwige licht van de liefde,’ lezen we in De Masnavi, het meesterwerk van Rumi. (4) Een baby, dat ene bundeltje liefde, roept onze wederliefde op. Liefde is het begin, de kern, het middelpunt, het hart. God wordt wel beschreven als een cirkel waarvan het middelpunt overal is en de omtrek nergens. Op deze uitspraak rust de eerste geestwet: Beweging om een vast punt. Al wat leeft heeft een hart, gevuld met kernkracht. Altijd en onveranderlijk is in dit middelpunt licht en liefde, rust en evenwicht te vinden. Daarom raadt Hermes Trismegistus (5) aan het hart te richten op het licht en het te kennen. J. van Rijckenborgh (6), grootmeester van het huidige Rozenkruis: ‘Wanneer Christus zegt: zijt mijne navolgers, moet u dat woord goed verstaan. Er wordt mee bedoeld dat u de wet, zoals deze in uw hart geschreven is, zult navolgen.’ En danst daarom niet de derwisj wervelend om het hart om op te gaan in het wereldhart? In het hart woont het intuïtieve weten.

De tweede geestwet luidt: Zo boven, zo beneden; zoals het in het groot is, zo is het in het klein. In heilige taal lezen we dat de mens een microkosmos is, waarin een goddelijke vonk gloeit als een zon. Een afspiegeling van kosmos en macrokosmos. Doet deze gedachte ons niet anders kijken naar het kind en naar onszelf? Nieuwsgierig, met respect luisterend naar wat zich van binnenuit ontvouwen kan? Zo binnen, zo buiten. De natuur, zo zegt het universeel soefisme, is het handschrift van God. De mensen worden onderwezen door de kunst van Zijn pen. Zijn licht sluimert in de steen, ademt in de plant, beweegt in het dier en kan tot bewustzijn komen in de mens. Is dit niet wonderlijk? Wij weten sterfelijk te zijn maar iets wat onsterfelijk is, kan in ons groeien en worden. Wij kunnen de waarheid en de geheimen van leven in ons bewustzijn trachten te verstaan. Leren ons op te heffen tot het binnenste, de geest der dingen, om het geheel te overzien, de orde der dingen te omvatten en wat meer is, ook te leven.

Want een subtiele, pure levensenergie, noem het chi of prana is daartoe in het hele universum aanwezig. Alles en overal is energie, de derde geestwet. Kinderen weerspiegelen die zuiverheid. Zij zijn wie ze van binnen zijn. Maar een stil verlangend, open hart kan deze energie, dit heilig drievoud van de geest altijd ontsluiten. Allereerst bewust in het hart, vandaar naar het hoofd en tot daadkracht in de handen. Het hoofd dat wil buigen voor het hart, ontvangt nieuwe gedachten, een nieuw denken, met als gevolg een daadwerkelijk vernieuwend leven in het licht en de liefde.

Deze drie geestwetten tezamen bevatten de belofte dat wij, mensen, de harmonie kunnen vinden en kunnen zijn tussen hemel en aarde. Dat wij daartoe altijd een nieuw begin zullen weten te vinden. Omdat harmonie de grond is van alle leven. ‘Zij die niets weten van de hemel, weten niets van de mens,’ zegt Zhuang Zi vanuit de Chinese filosofie.

Heimwee en verlangen

‘Verblind door de paren van tegenstellingen vervallen alle wezens bij hun geboorte tot dwaling,’ lezen we in de Bhagavad Gita. Werken de andere drie natuurwetten daar ook niet aan mee, te weten: de keten van oorzaak en gevolg, alles verandert en de kracht van samenwerking? Misschien mogen we dwaling, verwarring noemen; we begrijpen onszelf en de wereld vaak niet. We doen wat we eigenlijk niet willen en wat we willen doen we niet. Welke onbewuste krachten drijven ons? Hart en hoofd kunnen elkaar tegenspreken. We denken goed te doen en het pakt verkeerd uit. Wat kwaad leek, blijkt goed uit te werken.

Veranderingen kunnen ons uit evenwicht brengen. En hoe blijven we dicht bij de eigen waarde als de druk van de groep groot wordt? Onze samenleving laat momenteel een overwaardering zien voor harde waarden: materieel bezit, economische groei, het eigen gelijk en zelfzucht. Polariserende krachten ontwikkelen zich. Er ontstaat extreem gedrag, disbalans, ontreddering bij velen. Maar toch, hoe bijzonder, in die chaos en onrust en tijdens tegenslagen komt een verlangen in het hart bovendrijven. Dat verlangen zal de weg gaan wijzen.

Als geen ander verwoordt Jalaluddin Rumi (1207-1273) dit verlangen als het heimwee naar verbinding met de hemel. We kunnen het lezen in het leergedicht van de rietfluit.(7)

‘Sinds ik uit het riet werd weggesneden,
klagen mannen en vrouwen in mijn gefluit.
De scheiding moet mijn borst doorboren,
opdat ik zeg hoe ik lijd door verlangen.
Ieder die van zijn oorsprong is verdreven,
wil terug naar de tijd van samenzijn.’

Gesneden uit het rietveld vertelt het riet zijn verhaal van scheiding, hoe het een symbool is van de mensenziel, geboren in een lichaam, die hunkert naar zijn oorsprong. Het riet is een fluit geworden, heeft zeven openingen en het laat een klagelijk geluid horen vol van weemoed. De Nederlandse dichter M. Vasalis verwoordde het zo: ‘En niet het snijden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn.’ Het losgeraakt zijn van de hemel.

De ongelooflijke schoonheid van de natuur, de vruchtbare dalen, de reine, met sneeuw bedekte toppen van de bergen, de terugkerende levenskracht in de lente, de overvloed aan bloesem en in de herfst aan zaden, het gras, het briesje, zij herinneren ons aan het eeuwige dat indaalt in de tijd. Het eeuwige, de geest die ons toeroept: Kom, zoek en vind, bekijk de dingen met de wijsheid van een kind. Zij kunnen zo onbevangen naar het waarom vragen, zoekend naar de grootst mogelijke helderheid van de dingen, die wij volwassenen gewoon zijn gaan vinden. Zo’n onbevangen openheid, weten niet te weten en toch verlangen te weten, hoe het eeuwigheidsleven terug te vinden is, leidt tot de hemelweg. Wie zich verlangend toekeert tot het licht, wordt opwaarts getrokken ‘gelijk een magnetische steen het ijzer’.(8) Stel dat je onder water wordt gehouden. Dan ken je nog maar één verlangen: lucht! De belofte waarmaken, draait om een hunkerend hart dat één wens heeft: licht!

De belofte waarmaken

Wij zien onze levensloop vaak als een lineair gebeuren, een opeenvolging van fasen, maar cirkelt leven in zijn geheel niet voortdurend rond een heilig centrum waaraan wij deel kunnen krijgen? Kinderen als kleine volwassenen en volwassenen als grote kinderen? Bekend zijn met
de vier natuurwetten er niet door overvallen worden, én besef van het heilig centrum, van de geliefde, de roos of lotus – de onderlinge afstemming van geest en natuur, geeft ruimte aan het licht van de geestziel. Vanuit dat licht verkrijgt de wereld en het leven een andere, een nieuwe glans.

‘We leren uit te stijgen boven de tegenstellingen waaruit de aardse manifestatie is opgebouwd. Boven de tegenstellingen ligt de eenheid van God, die alles doordringt. (…) Het laat ons bewust worden van de eenheid achter alle verschillende schepselen en persoonlijkheden.’(9) Licht geeft zicht, overzicht en inzicht. Het beter begrijpen van jezelf en anderen geeft de kans de keten van oorzaak en gevolg te doorbreken. Karma blijkt dan een schatkamer van wijsheid te zijn. Veranderingen kunnen evenwichtig met veerkracht worden opgevangen. We zouden kunnen zeggen: wie zijn oorsprong kent, heeft een voorsprong in het leven. Samenwerken blijkt oneindig veel meer te zijn dan een optelsom der delen want het licht zelf werkt mee en geeft nieuwe, frisse en inspirerende ideeën.

De liefde en het licht, waarmee alles begonnen is, maken ons tot een héél mens, een mens uit één stuk. Een mens die het drievoud God, kosmos en mens in zich weet te verenigen. ‘Wat God zei tegen de roos, waardoor ze lachend tot volmaakte schoonheid kwam, zei Hij ook tegen mijn hart en maakte het honderd keer mooier.’10

  1. Inayat Kahn, Het innerlijk leven, pg. 57
  2. Lucas 18:17
  3. Rumi gedichten, het kind in je, vertaling Wim van der Zwan
  4. Rumi, De Masnavi I: 3865
  5. Hermes Trismegistus, Corpus Hermeticum 1:19, De Egyptische Oergnosis deel 1,  J.vanRijckenborgh
  6. J. van Rijckenborgh, De Gnosis in actuele openbaring, pg. 36
  7. Rumi, De Masnavi I: voorrede
  8. Hermes Trismegistus: Corpus Hermeticum 7:30, De Egyptische Oergnosis deel 2, J.van Rijckenborgh
  9. Dr. H.J. Witteveen, Universeel soefisme, pg. 140
  10. Rumi, De Masnavi III: 4129

DOWNLOAD SOEFIGEDACHTES LENTE 2022 (PDF)

BESTEL HEMEL EN AARDE IN DE WERELD VAN HET KIND

LEES MEER OVER BOEKEN VAN ANKIE HETTEMA