LEES MEER OVER BOEKEN VAN C.S. LEWIS

Vijftig jaar na zijn overlijden is C.S. Lewis nog steeds een van de meest invloedrijke schrijvers van onze tijd. Van al zijn boeken zijn miljoenen exemplaren verkocht en ze blijven een enthousiast lezerspubliek trekken. Lewis staat bij veel mensen bekend als de schepper van het fantasieland Narnia. Met de veelbesproken kinderboeken over dit land heeft hij veel bekendheid verworven. Dat er echter nog veel meer over Lewis valt te zeggen laat de biografie van Alister McGrath zien. Hij gaat vooral in op het geschreven werk van Lewis. Het geheel geeft een boeiend overzicht van het leven van deze wereldberoemde auteur. Hieronder volgt een verzameling citaten en spreuken van C.S. Lewis.

Als je naar de waarheid zoekt, kun je uiteindelijk troost vinden; als je troost zoekt, zul je geen troost of waarheid krijgen, alleen zachte zeep en wensdenken om te beginnen, en uiteindelijk wanhoop.

Als je veel liefhebt, zul je ernstig gekwetst worden. Maar het is het nog steeds waard.

Als we merken dat we een verlangen hebben dat niets op deze wereld kan bevredigen, is de meest waarschijnlijke aanwijzing dat we gemaakt zijn voor een andere wereld.

Atheïsme blijkt te simpel. Als het hele universum geen betekenis heeft, hadden we er nooit achter moeten komen dat het geen betekenis heeft …

De dood van een geliefde is een amputatie.

De taak van de moderne opvoeder is niet om oerwouden te kappen, maar om woestijnen te bevloeien.

Een kinderverhaal waar alleen kinderen van kunnen genieten, is geen goed kinderverhaal.

Een trotse mens kijkt altijd neer op dingen en mensen; en natuurlijk, zolang je naar beneden kijkt, kun je niet iets boven je zien.

God fluistert tot ons in onze vreugde; Hij spreekt in ons geweten, maar Hij roept luid in ons lijden. Dat lijden is de megafoon om een dove wereld wakker te schudden.

God kan ons geen vrede geven en geluk los van Hemzelf, want zoiets bestaat niet.

God laat ons de dieptepunten van het leven ervaren om ons lessen te leren die we op geen enkele andere manier zouden kunnen leren.

Het christelijk geloof is een bewering die – als ze onwaar is – onbelangrijk is, en – als ze waar is – oneindig belangrijk. Het enige wat ze niet kan zijn, is een beetje belangrijk.

Hoe meer we God ons laten overnemen, hoe meer echt onszelf worden – omdat Hij ons heeft gemaakt. Hij heeft ons uitgevonden. Hij heeft alle verschillende mensen uitgevonden waarvoor jij en ik bedoeld waren … Het is wanneer ik me tot Christus wend, wanneer ik mezelf aan zijn persoonlijkheid overgeef, dat ik voor het eerst een echte eigen persoonlijkheid begin te hebben.

Ik geloof in het christendom zoals ik geloof dat de zon is opgekomen. Niet alleen omdat ik het zelf zie, maar omdat ik daardoor al het andere zie.

Literatuur voegt iets toe aan de werkelijkheid, het beschrijft haar niet alleen. Het verrijkt de noodzakelijke competenties die het dagelijks leven vereist en biedt; en in dit opzicht bevloeit het de woestijnen die ons leven al is geworden.

Niets dat je niet weg hebt gegeven zal ooit echt van jou zijn.

Op een dag zul je oud genoeg zijn om weer sprookjes te gaan lezen.

Opvoeding zonder waarden, hoe nuttig het ook is, lijkt de mens eerder een slimmere duivel te maken.

Vriendschap is niet nodig, zoals filosofie, zoals kunst…. Het heeft geen overlevingswaarde; het is eerder een van die dingen die waarde geven aan overleven.

Wanneer we het vuil opmerken, is God het meest aanwezig in ons; het is het teken van Zijn aanwezigheid.

Wat je ziet en hoort, hangt in grote mate af van waar je staat. Het hangt ook af van wat voor soort persoon je bent.

We leven in feite in een wereld die hunkert naar eenzaamheid, stilte en privacy: en daarom hunkerend naar meditatie en ware vriendschap.