De uitbreiding van het wereldwerk van het Rozenkruis – Geroepen door het wereldhart 2 – zeven vuurtempels

 

DEEL 1DEEL 2DEEL 3

LEES OVER GEROEPEN DOOR HET WERELDHART

BESTEL GEROEPEN DOOR HET WERELDHART

n het kader van het 100-jarig bestaan van het Gouden Rozenkruis in 2024 is het zinvol om op deze website aandacht te besteden aan de geschiedenis van deze geestesschool. Daarom zijn er begin 2024 drie teksten daarover uit Geroepen door het wereldhart gepubliceerd die ook kunnen worden beluisterd. Hieronder volgt deel 2 van 3.

Vanaf het midden van de jaren vijftig wordt het werk van de geestesschool van het Gouden Rozenkruis en haar leiders gekenmerkt door een grote dynamiek. Begin 1956 ontvouwt J. van Rijckenborgh (fakkeldrager van het Rozenkruis 21) voor zijn verbaasde gehoor – in die tijd immers nog pas een gering aantal leerlingen – dat zij binnen zeven jaar (naast Renova) nog zes andere belangrijke centra zullen realiseren. ‘We dachten dat hij gek geworden was’, zei een van hen, ‘met zo’n kleine groep, zo’n ambitieus programma!’ Het is inderdaad weer een moment van grote verbijstering, waarvan de groep er onderhand vele gekend heeft; maar dit keer is men er algemeen van overtuigd dat de grootmeester niet reëel is en een opdracht stelt die hun gezamenlijke kracht ver en ver te boven gaat.

Maar de zes nieuwe centra, ze komen er. In 1955 komt er een nieuw spiritueel brandpunt van de school te Santpoort, en wordt de Ecclesia Secunda, een tempel voor de vierde ontwikkelingsfase of het vierde werkveld binnen de geestesschool, in gebruik genomen, ‘de Rozenhof’. Vanaf dat moment duidt men het derde werkveld alleen nog aan als hogere bewustzijnsschool.

Om een beeld te geven van de activiteit in die periode van de opbouw: op 30 maart 1957 wordt de eerste steen voor een nieuwe hoofdtempel in Haarlem gelegd, die nog hetzelfde jaar gereed is. Een week later (!) op 7 april volgt de eerste steenlegging voor een conferentieoord in Calw, dat elf maanden later, op 7 maart 1958, zijn deuren kan openen. In 1957, op 3 november, legt zijn dochter E.T. Hamelink-Leene in zijn bijzijn de eerste steen voor een nieuw te bouwen Noverosa-tempel, die de meer dan twintig jaar gebruikte tempeltent eindelijk zal vervangen. Op 28 juni 1958 wordt deze tempel gewijd, en komt er een heus conferentieoord voor jeugdwerk en voor jongeren.

Op 11 oktober 1958 ziet een splinternieuw conferentieoord in Zuid-Frankrijk, te Ussat-les-Bains, het licht. Het is gebouwd op een stuk land van de Association Cultuelle ‘Lectorium Rosicrucianum’. Deze vereniging is op 25 juli 1957 opgericht met als doel: ‘exercice du culte de la religion universelle originelle telle qu’elle se continue dans le christianisme’, en vormt tegelijk het officiële begin van het Lectorium Rosicrucianum in Frankrijk. Zij opereert onder voorzitterschap van A. Gadal en kent een presidium met een aantal Nederlandse leden.

In 1964 reizen Ton Ritman en Bert Stratman naar Brazilië om te Sao Paulo de eerste vuurtempel van het Zuid-Amerikaanse continent te wijden, de Aquariustempel. Daar houden zij dezelfde conferentie als tijdens de grote zomerbijeenkomst op Renova, die bekend staat als de eerste Aquariusconferentie (zie hoofdstuk 20). De activiteiten in Brazilië kennen een lange geschiedenis van verbondenheid met het Nederlandse werk. Al voor de oorlog bestaan er contacten; in 1934-1935 beginnen Carolina Sandvoss en haar man op het Zuid-Amerikaanse continent met het werk in Sao Paulo. Ook hier dwingt de wereldoorlog tot een lange onderbreking.

In 1946 krijgt Cor Damme de opdracht het werk in Brazilië te reorganiseren; daarom was in een schrijven door de Braziliaanse leiding van de Rosicrucian Fellowship verzocht. Zijn mandaat in Nederland houdt daarmee op. Antonio Lazaro, een naar Brazilië geëmigreerde Libanees en Hermann Zion, twee markante leden binnen de Rosicrucian Fellowship uit Rio de Janeiro, ontmoeten via hun contact met Damme in het Lectorium Rosicrucianum ‘het echte Rozenkruis’, zoals Lazaro dat uitdrukt. Dit culmineert in een bezoek van hen aan Nederland en in een ontmoeting met de grootmeesters op het zojuist geopende centrum ‘De Rozenhof’. In een onderhoud met de schrijver van dit boek in 1996 vertelde hij in geuren en kleuren van zijn ontmoeting met ‘the grandmasters’ zoals hij hen placht te noemen.

Als leden van een zieltogende afdeling van de Rosicrucian Fellowship in Rio de Janeiro was hun reis naar Nederland vanzelfsprekend ook bedoeld om poolshoogte te nemen van het werk van het Lectorium Rosicrucianum. Hij vroeg J. van Rijckenborgh het hemd van het lijf, ook over Max Heindel (fakkeldrager van het Rozenkruis 19). ‘Ik weet nog, dat ik op een gegeven moment naar Brazilië belde, om alvast verslag uit te brengen, en in mijn enthousiasme over mijn ontmoeting met een échte broeder van het rozenkruis flapte ik er alles uit. Ik vertelde wat hij gezegd had: ‘Heindel zelf is bevrijd; maar het werk wordt door de Driebond voortgezet. En daaraan gaan wij meedoen!’

Bij de gelegenheid van zijn eerste bezoek aan Nederland vragen Catharose de Petri (fakkeldrager van het Rozenkruis 22) en J. van Rijckenborgh aan Antonio Lazaro om leiding te geven aan het Braziliaanse werk, daarin bijgestaan door Zion. Sinds 1952 was het echtpaar Sandvoss eveneens weer begonnen, dit keer in Rio de Janeiro, met de opbouw van een centrum. Vijf moeizame jaren ploeteren deze werkers van het eerste uur met een handvol vrienden, tot in 1957 Antonio Lázaro, gesteund door Geraldo Fereira en Hermann Zion de leiding overneemt. Vanaf dan komt er vaart in het Zuid-Amerikaanse werk; gezamenlijk zullen zij het Braziliaanse werk tot grote bloei brengen. In 1967 vliegen de beide grootmeesters naar Brazilië en houden daar hun laatste Aquariusconferentie, met dezelfde inhoud als degene die zij in de zomer van dat jaar in Toulouse hebben gehouden. Momenteel kent Brazilië zeven grote regionale centra.

Antonio Lazaro hield dus woord; hij dééd mee. Veertig jaar lang reisde hij door Brazilië, overal opwekkend en inspirerend, en verzamelde een grote kring rond ‘the grandmasters’ tot hij zich, op leeftijd gekomen, vestigde in Jarinú, even buiten Sao Paulo. Omdat de accomodatie in de hoofdstad te klein was geworden, kocht de organisatie daar een terrein grenzend aan een beschermd natuurgebied; een dal met een stille atmosfeer, waar zeldzame plantsoorten groeien en dat een buitengewoon gevarieerde flora kent. In 1985 werd daar in het bestaande gebouw een tijdelijke tempelwerkplaats geopend.

De bekroning van Lazaro’s werk was wel dat in die mooie vallei van Jarinú in het jaar 2000 een schitterende hoofdtempel kon worden geopend,‘Pedro Angular’, die als een vuurtoren het geestelijke centrum vormt van het Zuid-Amerikaanse werk van de jong-gnostieke Broederschap. Tijdens de opening sprak hij tot de twaalfhonderd aanwezigen: ‘U denkt wellicht, dat deze tempel voor u is gebouwd; voor uw weg, voor uw pad. Maar zo is het niet. Deze tempel is een geschenk vóór de broederschap, zodat háár werk voortgang kan vinden.’

Terug naar de overweldigend drukke activiteiten in Europa, die de twee geestelijke leiders op zich af zien komen. Op zondag 16 augustus 1964 volgt tijdens de tweede Aquariusconferentie de wijding van de tempel in Calw onder de naam Christian Rosenkreuztempel. Hierbij zijn 2200 leerlingen aanwezig. Zij komen, net als bij de andere Aquariusconferenties uit veel Europese landen, en ook uit Californië en Brazilië. In 1965 bouwt de jonge organisatie in Noord-Duitsland, te Bad Münder, een conferentieoord dat de naam J. van Rijckenborghheim krijgt.

BELUISTER MUZIEK VAN HET GOUDEN ROZENKRUIS OPGENOMEN IN DUITSLAND

De zevende hoofd- of vuurtempel is de Catharose de Petri-tempel te Caux in Zwitserland. In 1978 verwerft de organisatie een gebouw, gelegen in het kleine plaatsje Caux, boven Montreux. In 1893 was dit als ‘Grand Hôtel de Caux’ op 1050 meter hoogte gebouwd. Vanwege haar gunstige ligging en comfort trok het hotel in het fin de siècle lange tijd de beau monde aan. ook keizerin Elizabeth van Oostenrijk-Hongarije (‘Sisi’, 1837-1898), resideerde in dit Grand Hôtel de Caux, dat later dan ook ‘Hotel Regina’ heette.

In de grote geestelijke lijn die we in dit boek trachten weer te geven, neemt het centrum in Caux een belangrijke plaats in. Al vanaf het begin van de arbeid van het Lectorium Rosicrucianum zoeken de geestelijke leiders een ankerpunt voor het zuiden van Europa; en Zwitserland speelt in dit verband ook historisch een rol van betekenis. Met een werkzaam brandpunt in die streken kan de leiding uitdrukking geven aan de verbondenheid van het autonome werk van de school, de jong-gnostieke broederschap met de patarenen, de waldenzen, de albigenzen en de katharen van weleer, die indertijd in Zwitserland vaak een veilige toevlucht vonden. In geestelijke zin voelen zij zich van hen afstammen en sterk met hen verbonden.

Wie op de hoogte van Caux de gelegenheid heeft het landschap in zich op te nemen, kan niet anders dan diep onder de indruk zijn: de zuiverheid van de atmosfeer, de uitgestrektheid van het meer van Genève onder zich, de machtige en beschuttende bergtoppen om zich heen. eveneens is er een spirituele trilling aanwezig, die uitgaat boven de persoonlijke ervaring; een verbinding met een ouder veld, dat vrij is van de momentele sferen van menselijk beweeg.

BELUISTER MUZIEK VAN HET GOUDEN ROZENKRUIS OPGENOMEN IN ZWITSERLAND

Herinneringen aan andere landschappen, in de Pyreneeën, op de Montségur en de andere burchten van ‘Joanna’, de kathaarse ‘kerk van de geest’, klinken als boventonen door in het magnifieke beeld van dit landschap. Staande op het balkon van dit gebouw, en terwijl het indrukwekkende landschap diep doordringt, ervaart de gevoelige ziel deze verbinding. en met het realiseren van de vuurtempel in 1987, die iets van het oude gebouw afstaat, kan men in het grondpatroon van gebouw en tempel een katharenkruis herkennen, dat voor de geestesschool een grote betekenis heeft: ook het glas-in-loodraam van ‘de Rozenhof’ siert ditzelfde kruis. een waar getuigenis, een zinvol getuigenis ook, doordat het Licht opnieuw ontstoken is en volop werkt.

Vijftig jaar na de eerste wijding in Haarlem branden de zeven vuren van de geest weer wereldwijd, als de zes hoofdtempels in Europa en de zevende in Zuid-Amerika volop actief zijn. En veel andere hoofdtempels zouden in de jaren daarna nog volgen.

De eerste vuurtempel werd in Haarlem in 1937 geopend. De andere vuurtempels zijn: in 1951 de Renovatempel, 1958 de Noverosatempel te Doornspijk, 1963 de Aquariustempel te Sao Paulo, 1964 de Christian Rosencreuztempel te Calw, de Van Rijckenborghtempel te Bad Münder in 1965 en tenslotte, in 1987, de Catharose de Petritempel in Caux, Zwitserland.

Op elk van die podia, op elke plaats van dienst spreken de grootmeesters, met dien verstande dat J. van Rijckenborgh de opening van de tempel te Caux niet meer meemaakt. Maar tijdens de eerste vijf fasen van zijn visioen om een wereldwerk te stichten reizen veel leerlingen met hem mee naar de plaatsen waar de nieuwe conferentieoorden en centra worden geopend. Zij doen dat om zijn arbeid te ondersteunen – en zeker ook om te werken aan de eigen spirituele ontwikkeling. Tegenwoordig, nog eens veertig jaar later, zijn er onder inspiratie van de internationale spirituele leiding – in wat wel wordt aangeduid als ‘het gnostieke rijk in Europa’ – nog een groot aantal conferentieoorden met aan het ene vuur gewijde tempels tot stand gekomen.

In diezelfde periode krijgt ook de innerlijke ontwikkeling van de Geestesschool van het Rozenkruis een belangrijke nieuwe impuls: op 17 november 1957 stichten de grootmeesters het vijfde aanzicht van de arbeid, en rond de periode van het wintersolstitium van 1957 kunnen de beide grootmeesters een Gemeenschap van het Gouden Hoofd, een vijfde school, van de jong-gnostieke broederschap installeren. Het is een speciale groep, een werkveld waarvan de leden in staat zijn geleidelijk de geestesschool in al haar facetten te leren begrijpen en verder te leiden. Daarmee is de belangrijkste stap naar autonomie, en naar de zelfsturing van de organisatie een feit, en zullen de grootmeesters zich in de nabije toekomst kunnen wijden aan uitsluitend spirituele zaken.

 

BESTEL GEROEPEN DOOR HET WERELDHART

INHOUDSOPGAVE VAN ‘GEROEPEN DOOR HET WERELDHART’

Woord vooraf door J.R. Ritman
Voorbericht van de schrijver
Inleiding op het boek

DEEL 1: DE ORDE VAN HET ROZENKRUIS – DE VOORBEREIDING IN HET WERELDWERK

1. Natuurziel en wereldhart

2. Het keerpunt vorm je zelf

  • De Haarlemse jaren: eerste cirkel van ontwikkeling
  • De invloed van een Haarlemse predikant: A.H. de Hartog
  • Het axioma van Jacob Boehme als innerlijk richtsnoer
  • De Hartogs maatschappelijk engagement
  • Wat betekent dat, zelf het keerpunt vormen?

3. De geestelijke lijn. Het wereldwerk begint

4. Max Heindel en The Rosicrucian Fellowship

  • Het herkennen van de geestverwantschap
  • Terugkeer tot de eenvoud
  • Een duidelijke en logische verklaring van de wereld en de mens
  • Een pioniersgroep treedt naar voren
  • Op weg naar een vrijplaats in de wereld
  • Het ideaal van Rudolf Steiner, een geheime rozenkruiserskring

DEEL II: DE ORDE VAN HET ROZENKRUIS – HET WERK VAN Z.W. (WIM) EN JAN LEENE

5. Het werk in Nederland

  • 1924-1935, de eerste periode – het Nederlandse Rozekruisersgenootschap
  • Tijdschriften en Publicatiebureau
  • De samenwerking en de sleutel: het werk van Johann Valentin Andreae
  • De nieuwe, autonome grondslag.

6. Londen. Het vinden van de drie manifesten

  • 1935, de Fama Fraternitatis, de Confessio Fraternitatis de Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis anno 1459
  • Een nieuwe dimensie van geestverwantschap
  • De sfeer waarin zij ontstaan
  • Tobias Hess als geestelijke vader
  • Paracelsus als de peetvader van de klassieke rozenkruisers
  • Het geestelijk testament van de orde van het Rozenkruis
  • Aanzet tot een overkoepelende internationale federatie

7. Het belang van innerlijke en uiterlijke tempelbouw

  • 1935-1946, de tweede periode
  • de eerste vuurtempel en een stroom zelfstandige publicaties

8. De Aquarius-bond

9. De zomerkampen op ‘De Haere’ van 1934-1940

10. Drie schrijvers

Het oeuvre van Jan Leene, Wim Leene en Cor Damme

11. Geestelijke gemeenschap, geestelijke intelligentie

  • 1938-1940, de centrale rol van Z.W. Leene als spiritueel leider
  • Diens overlijden en de nieuwe raad van beheer met H. Stok-Huizer
  • De wondere kerstnacht
  • De periode na Z.W. Leene tot aan 1940
  • De laatste Rozekruiskampen op ‘De Haere’

12. Onder druk brand ik het felst

  • Plunderingen in Haarlem en Doornspijk
  • Verhoor door de Gestapo
  • Bezinning en reflectie
  • Het werk in de illegaliteit
  • Het Bergrede-leven

13. Een periode van bezinning

  • Nieuwe wegen van inwijding
  • terug naar het oorspronkelijke christelijke begin
  • De voorgaande broederschap
  • De bewustwording van het wereldwerk
  • Het nieuwe teken – De hermetische levensbasis

DEEL III: HET LECTORIUM ROSICRCIANUM – DE OPBOUW VAN DE GEESTESSCHOOL

Beginselverklaring van het Lectorium Rosicrucianum

14.De nieuwe aanpak

  • 1946-1957, de derde periode
  • De christelijk-hermetische gnosis
  • De stichting van het nieuw-gnostieke rijk

15. Elckerlyc – Renova

16.Een nieuwe Fama of Roep van de broederschap R.C.

17. Een vrije werkplaats – de school als autonome organisatie

  • De reis naar Frankrijk
  • De conferenties in de eerste helft van de jaren vijftig
  • De Renovaserie

18. De verzegeling in de keten van de broederschap

  • De ontmoeting met A. Gadal
  • De Driebond van het Licht
  • Een periode van koortsachtige activiteit
  • De eerste buitenlandse conferentieoorden van het Lectorium Rosicrucianum.
  • Brazilië en het werk van Cor Damme

19. De schatkamer van de universele broederschap

  • 1957-1968, de vierde periode
  • Het Tehuis Sancti Spiritus in de moderne tijd
  • Hermes is de oerbron: De Egyptische Oergnosis.
  • De verklaringen van de Rozenkruisersmanifesten.
  • De wijsheid van het pad is universeel
  • De commentaren op de Daodejing (Tao Teh King)
  • Nog eenmaal Egypte
  • Valentinus en de Pistis Sophia – de boeken van de Verlosser

20. Aquarius als een apotheose van de geest

  • De conferenties van Renova in 1963
  • Christian Rosenkreuzheim te Calw in 1964
  • J. van Rijckenborghheim te Bad Münder in 1965
  • In 1966 te Basel
  • In 1967 te Toulouse

DEEL IV: DE ZEVENVOUDIGE WERELDBROEDERSCHAP

21. Het werk consolideert zijn structuur

22.De publicaties van Catharose de Petri

  • De symboliek van twee geestelijke figuren
  • Het Levende Woord
  • Leef zoals een zielemens zou leven

DEEL V: HET WERK VANUIT HET TEHUIS SANCTI SPIRITUS

23. De totstandkoming van het gnostieke rijk

  • 1990-2001, Het werk van de zevenvoudige wereldbroederschap
  • De grote triade
  • De Pistis en de Sophia
  • Nieuwe impulsen en initiatieven van de internationale spirituele leiding.
  • Zeven regio’s.
  • De symposia op conferentieoord Renova.
  • Conferentiedagen in het J. van Rijckenborgh-centrum te Haarlem
  • De Bibliotheca Philosophica Hermetica in het licht van de universele Gnosis
  • Verdere uitbouw van het werk

24. Besluit

Naschrift
Algemene Bibliografie
Bibliografie
Register

Uit: Geroepen door het Wereldhart van Peter Huijs
Hoofdstuk 18: Verzegeling in de keten van de broederschap

BESTEL GEROEPEN DOOR HET WERELDHART

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE GESCHIEDENIS VAN DE ROZENKRUISERS