Peter Huijs over zijn boek ‘Gnosis, Stromen van Licht in Europa’ bij Hello Radio Spirituality

LEES MEER OVER GNOSIS, STROMEN VAN LICHT IN EUROPA

BESTEL GNOSIS STROMEN VAN LICHT IN EUROPA

Auteur Peter Huijs was op zaterdag 26 januari 2019 in de uitzending van Hello Radio Spirituality. Hij werd geïnterviewd over zijn boek Gnosis, Stromen van Licht in Europa. Hieronder volgt een transcriptie van het begin en het einde van dat vraaggesprek. 

Peter, je bent van van huis uit kunsthistoricus. Vanwaar je interesse voor dit vakgebied?

Van huis uit ben ik eigenlijk drukker, zo ben ik ooit begonnen. Toen heb ik allerlei cursussen gedaan en diploma’s gehaald. Ik ben me voor geschiedenis gaan interesseren, maar ja , geschiedenis zonder plaatjes vond ik iets te saai. Zo ben ik op kunstgeschiedenis gekomen, vooral omdat kunstgeschiedenis zich bezighoudt met de achtergronden van wat je ziet. Dat vond ik interessant, dus de filosofie, de denkrichtingen van de mensen die met bepaalde dingen naar voren komen.

Had je daarin ook een bepaald interessegebied?

Uiteindelijk ben ik in 1981 afgestudeerd op de beeldtaal van de rozenkruisers. Ik heb onderzocht of er een nieuwe beeldtaal is ontstaan door het verschijnen van de rozenkruisers in de zeventiende eeuw. Daar heb ik toen mijn these over gemaakt. 

We gaan het vandaag hebben over een boek dat jij hebt geschreven: Gnosis, Stromen van Licht in Europa. De titel alleen al is heel veelbelovend. Het is een prachtig boek. Als ik op de beginpagina van je boek kijk, dan zie ik een smeedijzeren rozenkruis bij een bergpad in Noord-Italië. Bekijk je dat als kunsthistoricus of als rozenkruiser? 

Dat heb ik gezien als rozenkruiser. Ik vond het prachtig om dat daar tegen te komen in een sterk katholiek gebied. Mijn vriend heeft er een foto gemaakt. Ik zou het nu niet meer terug kunnen vinden, maar het staat er wel. 

In het begin van je boek geef je aan dat beschaving een vertrekpunt is naar iets anders. Wat bedoel je daarmee?

Beschaving is iets wat natuurlijk heel veel tijd in beslag neemt, maar waar het natuurlijk om gaat is dat beschaving op zich niet een doel kan zijn. Als er een beschaving is, moet er ook iets gebeuren, want elke beschaving gaat ook weer bergafwaarts. Misschien zitten we nu wel in zo’n tijd. Het gaat erom dat je op het hoogtepunt van een beschaving een overstap maakt naar wat wij een zielebewustzijn noemen.

Het is een prachtig boek dat bestaat uit vier delen en in het eerste deel, met de titel  ‘de voortijd’ neem je de lezer mee naar voor onze jaartelling waar er een sterk kosmisch-mythisch bewustzijn was. Waarom heb je deze voortijd  gebruikt voor dit boek?

Door het boek heen probeer is te laten zien dat – ondanks dat iedereen steeds weer opnieuw geboren wordt en leeft – ook de menshied zelf een bepaalde ontwikkeling doormaakt. Als je het hebt over kosmisch-mythisch bewustzijn van de voortijd, dan denk je aan een soort kindmens die geïnspireerd wordt door wat men hogere krachten noemde, hogere energieën die men vaak allerlei voorstellingen gaf. Als je daar meer en vaker over leest, dan zie je dat ze in staat waren om direct die impulsen op te vangen en van daaruit enige vorm aan hun leven konden geven, terwijl hun rationele ontwikkeling nog beperkt was, niet zover ontwikkeld vergeleken met ons nu.

Ik moest even denken aan Lemurië en Atlantis, die in het begin van het boek worden genoemd. Is dat het vertrekpunt voor spirituele bewustwording van de mens?

Niet in dit boek. Ik heb het wel eens genoemd, maar ik begin in Egypte, bij Echnaton en bij de druïden. Dat zijn beschavingen die wat verder terug liggen, maar niet zo ver als Lemurië en Atlantis, want dan praten we over honderden duizenden jaren terug. Als je de esoterie bestudeert, dan zegt men altijd dat Egypte gesticht is door wijzen die uit Atlantis wegtrokken toen het daar mis ging. Je leest erover bij Plato. Zo is volgens de esoterie de Egyptische beschaving ontstaan. 

De Essenen komen er ook in voor. Wat hadden de Egyptenaren en de druïden en de essenen gemeen met elkaar? Hadden ze een gemeenschappelijk iets?

Wat hen kenmerkte van een totaal andere manier van in het leven staan. Ze leefden veel meer vanuit een groepsverbondenheid een groepsgemeenschap. Als je bijvoorbeeld in Egypte geen deel meer uitmaakte van de samenleving, dan was je in zekere zin dood. Wij zijn nu top-individualistisch en zij waren echt groepsmensen en heel sterk verbonden.

Het boek is ook geïllustreerd met hele mooie foto’s, waaronder een afbeelding van Seahenge, een eikenhouten druïdencirkel in zee. Ik heb nooit geweten dat dit bestaat. Wat doet dat met het hart van een kunsthistoricus?

Die druïdencirkel van hout in de zee is relatief kort geleden, in 1998, ontdekt. Doordat het zand terug ging, kwam die cirkel tevoorschijn. Zij hebben die helemaal uitgegraven en het hout hebben ze allemaal geprepareerd. Uiteindelijk hebben ze een replica teruggezet en de echte cirkel in een museum gezet. Het is fantastisch om te zien. Je ziet daar een zee en boomstronken om die hele grote eik heen. Men zegt dat die eik een altaar geweest is. Dat fascineert mij. Sowieso ook het beeld van een cirkel met een middelpunt erin, het alchemisch symbool van de zon en ook van goud. Dat goud hangt weer samen met geest, het puurste dat er is. Dat zijn allemaal associaties die bij je opkomen.

Vrijwel iedereen kent Stonehenge. Er is dan ook een Woodhenge en deze Seahenge is er dan ook nog. Waar staan die cirkels voor? Hebben ze allemaal delzelfde duiding als het gaat om spiritualiteit of esoterie?

Een cirkel is het symbool van de volheid en wij leven in een verbroken wereld. Zo vatten wij dat op. Wij zijn zelf verbroken, maar de wereld is dat ook. Je moet eerst zelf geheeld zijn voordat je iets voor de samenleving kunt betekenen.

 Het is ongelofelijk boeiend om je te verdiepen in het Oude Egypte. Het uitgangspunt is altijd de farao. wij was het middelpunt van de samenleving en van de beschaving. Die farao was de zoon van Ra, de oppergod. Hij was ook de verbinder tussen de bovenwereld en de stoffelijke wereld. Men zag Egypte als een afpiegeling van de kosmos. De Nijl weerspiegelde de melkweg. Als de farao goed leefde, dan voelde dat volk zich helemaal mee opgenomen als de farao als later overlijdt en naar de vaste sterren reist, de sterren die ’s nachts niet onder gaan. In de piramide van Cheops heb je daarom bepaald schachten die wijzen naar bepaalde sterren. Voor de farao was boden die de mogelijkheid om met zijn zielewezen, zijn ba, daarnaartoe te vliegen.

Peter wat was voor jou aanleiding om rozenkruiser te worden?

Dat moet je echt zoeken in het gevoel van heimwee en onzekerheid over de vraag ‘Wat doe ik hier?’ Dat is echt mijn vraag geweest. Ik heb een katholieke achtergrond, maar ik was al met mijn twaalfde daarvandaan. Toen ik wat ouder werd kwam ik in de jaren zestig in een soort zoektocht naar ‘wat is er allemaal? Er was in die tijd een soort kosmisch reveil. We zijn burgers van de kosmos. ‘We are stardust’ was één van die songs. Op een gegeven moment kreeg ik het boek De komende nieuwe mens van Jan van Rijckenborgh in handen, waarin heel mooi uitgelegd werd dat dat heimwee veroorzaakt wordt omdat er een goddelijk element in je is. Maar dat is nog niet ontwikkeld, daar kun je aan werken en het kan een grote factor in je leven worden. Dat heb ik toen geloofd en dat heb ik geprobeerd vorm te geven.

LEES MEER OVER GNOSIS, STROMEN VAN LICHT IN EUROPA

BESTEL GNOSIS STROMEN VAN LICHT IN EUROPA

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN PETER HUIJS