40 Rozenkruis nu! Geest is eeuwig ongeboren – Geest is bron van Albestaan

Rozenkruis nu! – online jaarprogramma 2024 – week 40
Geest is eeuwig, ongeboren – Geest is bron van Albestaan (hymne 2)
5 oktober 2024

 

WEEK 1 – WEEK 2WEEK 3 – WEEK 4WEEK 5WEEK 6 – WEEK 7 – WEEK 8 – WEEK 9WEEK 10 – WEEK 11 – WEEK 12 – WEEK 13WEEK 14 – WEEK 15 – WEEK 16 – WEEK 17 – WEEK 18 – WEEK 19 – WEEK 20WEEK 21WEEK 22WEEK 23 – WEEK 24 – WEEK 25 – WEEK 26WEEK 27 – WEEK 28 – WEEK 29 – WEEK 30WEEK 31 – WEEK 32 – WEEK 33 – WEEK 34 – WEEK 35 – WEEK 36 – WEEK 37WEEK 38 – WEEK 39 – WEEK 40

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

De geest in de vallei sterft niet; men noemt haar de mystieke Moeder.
De deur van de Mystieke Moeder is de oorsprong der werkelijkheid.
Deze openbaring gaat eeuwig door en schijnt zonder ophouden te blijven bestaan.
Voeg u naar deze levensstroom en ge zult niet behoeven te bewegen.

De geest van de vallei is het symbool van het hartheiligdom, het middelpunt van de microkosmos. Zij is de mystieke Moeder, de rozeknop, het oeratoom. De mens die de ene deur binnengaat, de deur van de mystieke Moeder, zal niet slechts ondervinden dat achter deze deur de oorsprong der werkelijkheid gelegen is, maar hij zal tegelijkertijd ontdekken dat de openbaring die hier aanvangt eeuwig doorgaat. [..] Sommige mensen verklaren het begrip ‘eeuwigheid’ als immer durende tijd, dus een toestand van tijd. Maar wie de deur van de mystieke Moeder binnengaat, ervaart een vrijkomen van het tijdruimtelijke. En dus een binnenkomen in een totaal ander elektromagnetisch stralingsveld, en dus in een totaal ander levensveld. U hebt dus te verstaan dat u een geest in de vallei bezit, onsterfelijk en altijddurend zolang u in het tijdruimtelijke ronddoolt.

Uit: De Chinese Gnosis
Hoofdstuk 6: De geest van de vallei sterft niet

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

Soms heb je een moment van inzicht, als een flits raakt het je, trilt het door je heen en je weet plotseling: ja, zó zit het. Het is een gevoel van heel zeker weten, nee, het gaat verder nog dan weten: het is als de zon die in jezelf opkomt zodat de warmte en het licht je van binnenuit doorgloeien. Het zijn de momenten waar je je aan vasthoudt als je het even allemaal niet meer weet, als de wereld je meeneemt in haar geuren en kleuren of juist in haar diepe, donkere ellende. Dan richt je je op die flits van inzicht, op die zon, en dan besef je: er zijn momenten waarop ik een sprankje van het eeuwige licht heb ervaren.

Ik stel me zo voor dat deze losse momenten van inzicht zich door je leven heen aaneen rijgen, bijeengehouden door dat koord van verlangen dat je hebt, dat verlangen naar lichtend inzicht. En dan besef je dat jouw individuele momenten van inzicht zowel uit het diepste van je hart opkomen als dat ze verlicht worden met het inzicht van de geest. In die flits van helder inzicht was je niet alleen, maar zag je voor het eerst dat je onderdeel was van iets veel, veel groters, van een eenheid die buiten de tijd staat.

Dat is de stroom waar je in kunt gaan staan zonder je te bewegen. Want in het leven van alledag moeten we onze wil en daadkracht inzetten om ergens te komen. Dat is logisch. Maar als we ons verlangen volgen, als we dat koord van lichtende momenten van inzicht in onze handen nemen en het volgen tot de deur, betreden we het tijdruimtelijke. We verbinden ons dan met het licht. Dat is geen bewegingsloosheid, dat is niet het tegenovergestelde van de bewegingen die we in het leven van alledag ervaren, maar dat is de stilte. Vanuit het verlangen, de roep van de geest in de vallei, komen we in de stroom die ons drukke, alledaagse beweging terugbrengt tot het middelpunt van ons bestaan: de stilte.

Dat is geen eindpunt, maar een wonder dat iedere dag plaatsvindt. Die hemelboog die gespannen wordt, het verbinden met de Christus uit het tempellied, is de verbinding met het licht van de eeuwigheid. Het is een keuze die we ieder moment kunnen maken.

 

HYMNE 2

Geest is eeuwig ongeboren
Geest is Bron van Albestaan;
Geest is niet in tijd verloren,
buiten grenzen gaan zijn paân.

Ruimte, eind begin en tijden
vormen denken, waan en wens
in de oorden van het lijden
van de stofgeboren mens.

’t Geen we zien met aardse ogen
is het wiel van wisseling,
dat ondanks het felste pogen
nimmer staakt zijn wenteling.
’t Stofkleed wordt steeds weer verslonden
door der doden wil en kracht
en de ziel teruggezonden
in de oorden van de nacht.

Eens kan ’t wonder zich gaan heffen,
lichtend als de dageraad
door het Christus’ liefdetreffen
dat als vuur de leerling slaat.
In die brand wordt dood gebannen,
en de stof – verbrijzeling;
Nieuwe hemelboog gespannen,
en het leven – heilging.

BESTEL DE CHINESE GNOSIS

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER TAO EN HET TAOÏSME