10 Rozenkruis nu! Het zwaard van de preherinnering

Rozenkruis nu! – online jaarprogramma 2024 – week 10
Het zwaard van de preherinnering
9 maart 2024

 

WEEK 1 – WEEK 2WEEK 3 – WEEK 4WEEK 5WEEK 6 – WEEK 7 – WEEK 8 – WEEK 9WEEK 10

Hoe komt het, als in het leven van een mens de drang naar het hogere en ware leven, tot absolute menswording spreken gaat? Hoe komt het dat een mens op deze drang begint te reageren, hoe dan ook, eventueel zonder dialectisch zichtbaar resultaat? Het is de herinnering, het onderbewuste verleden dat spreekt! Maar waarom spreekt dan het onderbewuste bij de ene mens om bij de andere geheel en al te zwijgen. Het feit dat er herinnering is wordt veroorzaakt door een gedeeltelijk ontwaken van de hogere, ware mens; door het ontwaken van de centrale geestkern, die van Godswege haar rechten gaat opeisen en een zwaard steekt in het wezen van de biologische mens.

Dan moet het hogere wezen de herinnering opjagen tot een brand, en tot een adembeklemmende teistering, en tot een eenzaamheid en tot een onmetelijk verlangen. En dat is nu het heilsgeheim. In deze teistering naar de natuur groeit de Hemelse Mens, de Christus-in-u.

Uit: Het christelijke inwijdingsmysterie, Dei gloria intacta
Hoofdstuk: Epiloog

BESTEL HET CHRISTELIJKE INWIJDINGSMYSTERIE

Lied 45 raakt het menselijk gevoel van leven diep. Alle vernieuwingen beginnen in het hart. Daar komen de natuurkrachten en de krachten van de Geest bijeen. En op zoek naar de essentie van je bestaan, met een groot verlangen, kan er in je opkomen : de preherinnering. Een verloren herinnering; een herinnering met een diep verlangen, een intuïtief weten.

De Gnosis maakt zich bekend en zal in alle tijden de zoekende mens steunen en begeleiden. Elk mens ervaart individueel deze aanraking en reageert daar heel persoonlijk op. Het kan een hoopvolle ervaring zijn met veel Licht maar ook met veel vragen.

Zelf, opgevoed in een Nederlands hervormd gezin, christelijke scholen en zondagklasje heeft het zwaard voor mij de idee, en dat als kind, op heel jonge leeftijd : mijn vader kent mij en mijn moeder weet goed wie ik ben maar Jezus kent mij pas echt. Hij weet mijn denken en overwegingen, zorgen en onrust. Aan hem kan ik veilig mijn gedachten toevertrouwen. Hem ben ik toevertrouwd. Mijn doen en laten kent hij, hij kijkt toe in liefde en trouw.

Wanneer de zoekende mens zich op weg begeeft, in gerichtheid op de Gnosis, ontsluit zijn individuele pad. En ieder mens gaat zijn persoonlijke weg , autonoom en in zelfautoriteit. Hij kan zijn stappen met vertrouwen maken en hij mag weten dat hij in Gnosis Liefde wordt gedragen.

Het zwaard kan de weg openen naar de essentie van je bestaan. Het kan je de opening schenken naar het Licht van de Gnosis : Een machtig groots levensperspectief . Een perspectief van lichtleven, kracht en vooral Liefde. Er ontstaat een gewaarworden van leven in deze wereld maar niet meer van deze wereld zijn. Het pad van het kruis naar het eeuwig thuis.

Na het Zwaard: de Troost van Bethlehem. Dan gaan we ons op het brood des levens bezinnen. Verheven taal misschien maar wanneer we ons hart volgen en onze grondtoon afstemmen, gaan we een andere richting uit en gaan we een weg van Licht en Kracht. Je kunt je bewust worden van de ontelbare broeders en zusters die ons zijn voorgegaan. En wanneer wij in alle stilte op Renova de tempel betreden en de stilte hoorbaar wordt gevoeld, weten wij dat er op ons wordt gewacht in liefde en trouw of ik komen zou.

 

TEMPELLIED 45

Diep in mij woelt en spreekt een stem
van ’t Hemelse Jeruzalem,
de Woon van ’t Licht, de Bron van Kracht,
waaruit het Al werd voortgebracht,
en reeds eonen wordt gewacht,
in liefde en trouw,
of ’k komen zou.

’t Zwaard van de preherinnering
graaft nu geheel mijn wezen in,
geeft mij geen rust, bij dag noch nacht.
’k Weet dat er op mij wordt gewacht
in Gods oneind’ge hemelpracht,
in liefde en trouw,
of ’k komen zou.

’k Dacht mij een eenzaam mensenkind.
Nu weet ik dat ik word bemind,
dat er ontelb’re broeders zijn
en zusters die mijn vrienden zijn,
die al zo heel lang wachtend zijn,
in liefde en trouw,
of ’k komen zou.

Ja, ik ga op tot ’t Heilig Vuur.
Kom, ik wil gaan nog in dit uur.
Ga met mij mee naar ’t Vaderland,
en volgen wij de Liefdehand,
in ’t licht van vuurge liefdebrand:
Het pad van ’t Kruis,
naar ’t eeuwig Thuis.

Amen.

LEES OVER DE BOVENSTAANDE CHRISTELIJKE BOEKEN VAN J. VAN RIJCKENBORGH