Wat is een tempeldienst – hoofdstuk 14 uit ‘Rozenkruisers toen en nu’ onder redactie van Konrad Dietzfelbinger

BESTEL ROZENKRUISERS TOEN EN NU

De leerlingen van de geestesschool van het Rozenkruis gaan regelmatig naar zogenaamde tempeldiensten. Tempeldiensten zijn het instrument waardoor het krachtveld steeds opnieuw weer wordt belevendigd en werkt. Als de leerling aan een tempeldienst deelneemt,  dan bouwt hij mee aan het krachtveld van de geestesschool en versterkt hij tegelijkertijd de werking van dit krachtveld. 

De uiterlijke tempel als symbool

Waarom wordt over een ‘tempeldienst gesproken? Omdat de leerling zich dan in een stenen tempel ophoudt? En waaruit bestaat die dienst dan? De uiterlijke tempel is alleen maar het symbool voor de innerlijke tempel die in iedere leerling, in de groep als geheel en eens in de gehele mensheid moet ontstaan. 

Daarom hangt in de gewijde tempelruimten het kruis met de ontvouwde roos om de staat van zijn aan te geven van de leerling die aan het einde van zijn weg is gekomen. Daarom hangt in de tempels van de grote conferentie-oorden de Mercurisusstaf met de beide slangen die zowel de weg van de zoekers en de leerlingen symboliseert als ook die van de gehele mensheid. Daarom treffen wij in het midden van de tempel de bron aan die het stromende water van de nieuwe ziel symboliseert.

Ook vinden wij in alle tempels de zevenarmige kandelaar als symbool van het nieuwe in de zevengeest ontvlamde bewustzijn, en de opengeslagen Bijbel die het goddelijke woord dat in ieder mens verwerkelijkt moet worden, symboliseert. 

Een drievoudige dienst

‘Tempeldienst’ betekent dus dat alle deelnemers in de tempel van de geest de nieuwe mens dienen die zich in hen moet ontwikkelen. Zij dienen de tempel van de geest in drie aspecten. Ten eerste, de veranderende individuele microkosmos waarin de ander, de geestmens, actief kan worden. Ten tweede, de gemeenschap, het levende lichaam van de geestesschool waar de geest in actief wordt. En ten derde, op de lange termijn, het grote organisme van de mensheid waarin Christus zal leven. Alle drie aspecten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. 

Iedere individuele leerling is een levende cel in het levende lichaam van de school. Als hij tijdens een tempeldienst de tempel van zijn eigen microkosmos dient, dan dient hij tegelijkertijd de tempel van het levende lichaam en de tempel van het mensheidsorganisme. Want alles wat in een cel gebeurt, wordt aan het gehele organisme doorgegeven.

Als een cel verandert, dan veranderen het levende lichaam van de geestesschool en een deel van het mensheidsorganisme. Als het levende lichaam verandert dan veranderen de individuele cellen. Een voor allen, allen voor een. Als een cel met gnostieke krachten werkt, dan wordt dit door het hele levende lichaam opgenomen en doorgegeven. 

Dienst niet voor het ik

‘Tempeldienst’ betekent dus niet dat de leerling in de uiterlijke tempel met zijn ik-verstand nieuwe stof tot weten opneemt, om het dan met zijn wil door te geven. ‘Tempeldienst’ betekent niet dat de leerling met zijn ik-gevoel mooie belevenissen van overgave en vreugde ontvangt om die met zijn wil door te geven aan anderen. Dat zou geen dienst zijn in de tempel van het levende lichaam en de mensheid, maar een dienst voor het ik. 

Wat betekent ‘tempeldienst’ dus werkelijk? Het hart vrij te houden van ik-gevoel, stil te worden en de krachten van de Gnosis op te nemen in het hart. Het hoofd vrij te houden van alle voorstellingen en overtuigingen die op het ik gericht zijn en de universele leer het denken binnen te laten komen. 

Dan zal de universele leer met haar kracht woning nemen in het hart en in het hoofd en de leerling tot een tempel maken. Dan dient de leerling de ineigen tempel. En dan zullen de leer en de kracht ook zonder toedoen van de leerling, uitstralen en werken in het hele levende lichaam. Zij zullen de tempel van de groep opbouwen en in de tempel van de groep werken. Op lange termijn zullen zij ook de tempel van de mensheid opbouwen en daarin werken. Want in de Christuskracht zijn alle mensen met elkaar verbonden. 

Nieuwe functie van verstand, gevoel en wil

Moeten het verstand, het gevoel en de wil in een tempeldienst dan helemaal zwijgen? Neen, integendeel. Maar zwijgen moet de ik-centraliteit van het verstand om op zich in zijn overtuigingen tot nu toe te handhaven, de tendens van de wil om op de hem passende manier, de wereld te veranderen. 

Als het hart en het hoofd zich openen voor de Gnosis en de wil neutraal wordt, als alle ik-tendensen zwijgen, dan zullen verstand, gevoel en wil vaten voor nieuwe inzichten, krachten en levensenergieën worden. Zij laten dan de Gnosis haar werk op gnostieke manier verrichten voor de tempel van de microkosmos, de tempel van het levende lichaam en de tempel van de microkosmos, de tempel van het levende lichaam en de tempel van de mensheid en zij nemen als dienaar bewust daaraan deel. 

Dan is de leerling tijdens de tempeldienst dienaar van de leer en de kracht van de Gnosis werkt in hem en door hem voor anderen. Hij is dan als een relais-station. De universele leer wordt door hem als kracht in het levende lichaam verdeeld en via het levende lichaam in de mensheid. de Gnosis werkt dan door hem zoals de Gnosis wil en niet zoals de leerling het wil. 

Een enkele mens – Jezus, Boeddha en anderen – kan enorme werkingen tot stand brengen als hij een heel bewust werktuig van de Gnosis is geworden. De geestesschool van het Rozenkruis is vergelijkbaar met een dergelijke ver doorgevoerde mens. Door hem vloeien de universele leer en de kracht van de Gnosis in de mensheid. Door hem ervaart de mensheid, direct of indirect, van het feit van een goddelijke wereld, van het feit van de gevallen dialectiek, van de mens als microkosmos, van de weg van de geestvonk uit de gevangenschap van de materie tot de vrijheid in het rijk van de geest. Door hem ervaart de mensheid van de vele opzettelijke verminkingen van de Gnosis die zijn opgetreden in de geschiedenis. En de zoekers kunnen vooruitzien, zij kunnen kiezen. Zij kunnen de weg vinden. 

Iedere in de Gnosis levende leerling werkt mee in het levende lichaam van de geestesschool, dat een instrumentarium is van de waarheid. Zij komt in de wereld ‘om te zoeken en zalig te maken wat verloren is’. Dat is tempeldienst, dienst aan de tempel voor de ander, aan de Christus in de eigen microkosmos, dienst aan de tempel voor de Christus in het levende lichaam van de geestesschool en dienst aan de Christus in de tempel van de mensheid. 

Bron: ‘Rozenkruisers toen en nu’ onder redactie van Konrad Dietzfelbinger, Crystalserie 6

INHOUD VAN ‘ROZENKRUISERS TOEN EN NU’ (160 pagina’s)

Inleiding: Wat is het Rozenkruis?
1 Europa zal een kind baren
2 Wat vertegenwoordigt Christiaan Rozenkruis?

I De klassieke Broederschap van het Rozenkruis
3 De Trigonum Igneum van de Broederschap van het Rozenkruis
4 Wie was Christiaan Rozenkruis?
5 Johann Valentin Andreae, phoenix der renaissance
6 Christianopolis: de gouden draad door de eeuwen heen
7 De zesvoudige overeenkomst van de broeders van het Rozenkruis
8 De algemene wereldhervorming

II De Moderne Broederschap van het Rozenkruis
10 Het drievoudige mysterie van het krachtveld
11 Ontstaan en ontwikkeling van de Geestesschool van het Rozenkruis
12 Het doel van de Geestesschool van het Rozenkruis
13 De drie zuilen van de eeuwige waarheid
14 Wat is een tempeldienst?
15 Rozenkruisers en de maatschappij
16 Jan van Rijckenborgh – modern rozenkruiser en hermetisch gnosticus

BESTEL ROZENKRUISERS TOEN EN NU

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE GESCHIEDENIS VAN DE ROZENKRUISERS