3 Rozenkruis nu! Na schemering en duisternis, treedt het licht ons tegemoet

Rozenkruis nu! – online jaarprogramma 2024 – week 3
Na schemering en duisternis, treedt het licht ons tegemoet  (Hymne 29)
20 januari 2024

 

WEEK 1 – WEEK 2WEEK 3 – WEEK 4WEEK 5

Wij vestigen de aandacht op de grotere mysteriën. De cycli van de eeuwigheid in onze tijd zijn zo geconfigureerd dat gnostieke verlichting mogelijk is voor heel veel zielen in plaats van voor enkele individuen. Maar de voorwaarden voor die verlichting zijn dezelfde als eertijds en één ervan is het vermogen om zich boven de momentele opvattingen te verheffen tot de eeuwige gnosis.

Gnosis is niet enkel licht en leven maar tevens liefde. Deze liefde van de gnosis geeft licht en leven aan allen en stuwt hen voort. Het is de bezielende adem van God, werkend in het hart.

Hermes Trismegistus zegt: ‘Daar schijnt een helder licht dat duisternis oplost en daar is geen enkele ziel bedwelmd, maar onbedwelmd nemen allen met de ogen van het hart hem waar, die gezien wil worden.’

Uit: Zegezangen van Hermes’ Gnosis van George Mead
Hoofdstuk: De Gnosis van het Gemoed

BESTEL ZEGEZANGEN VAN HERMES’ GNOSIS

Stel je eens voor dat je in een pikdonkere ruimte bent.
Er dringt geen enkel licht binnen en je kan echt helemaal niets zien: alles is zwart.
Nu steek je een lucifer aan.
De kleine vlam lijkt als niets ten opzichte van de hele ruimte en toch maakt die vlam alle verschil.

Je ziet vage omtrekken, schaduwen en de dingen die dichtbij zijn kun je onderscheiden.
Zelfs als de vlam dooft en je weer in het donker staat, is de ruimte voor jou niet meer hetzelfde als daarvoor.

Stel je nu eens voor dat er een deur is die op een kiertje open gaat, open blijft staan en steeds verder open gaat.
De ruimte waarin je staat wordt steeds meer zichtbaar: er gaat een nieuwe wereld voor je open.
En niet alleen de ruimte waarin je staat, verschijnt als nieuw, maar er blijkt ook een onmetelijk grotere wereld buiten die ruimte te zijn.
Het is een nieuwe wereld die tot dan toe verborgen voor je was, waar je geen flauwe notie van had, maar die er altijd al was.

Zolang als de mensheid hier op aarde leeft, is er vanuit de goddelijke wereld een voortdurende lichtarbeid.
Deze doorstraalt onze wereld en probeert onze harten te raken.
Er zijn tijden dat dit licht meer op de achtergrond aanwezig is
en er zijn tijden, zoals nu, dat het licht alsmaar krachtiger wordt.
En een vonk van dat licht dragen we in ons hart en daarin treedt het licht ons tegemoet, wil het ons ontmoeten, aanraken.

Af en toe zien we daarvan een flikkering, gaat de deur op een kiertje open.
Dan zien we onszelf en de wereld vanuit een heel ander perspectief.
Stel je nu eens voor dat we ons hart permanent openstellen voor het goddelijke licht.
Dan wordt een lichtleven in ons openbaar waarvan we tot dan toe niet wisten dat het bestond, dat voor ons als verborgen was.
Als we dat licht alle ruimte geven, wordt het een bron die overstroomt in ons leven en daardoor in de wereld.
We worden één met het licht en het licht wordt één met ons.

Rumi zegt:
‘Als alles om je heen donker lijkt, kijk dan nog eens goed, want jij zou het licht kunnen zijn.’

 

TEMPELLIED 29

Er zweeft een roep de wereld door,
bestemd voor ieder mens.
Zijn klank bereikt het luist’rend oor,
zijn draagkracht kent geen grens.
En zij die deze roep verstaan,
ontvangen nieuwe kracht bij ’t gaan.
Op ’t Pad van duisternis tot Licht
is deze Godenstem een gift.
Met vaste hand
naar ’t wenkend Vaderland.

Na schemering en duisternis
treedt ’t Licht ons tegemoet.
De Bron die in ’t verborgen is,
stroomt dan in overvloed.
Het Vuur des Geestes is ontbrand,
het straalt en glanst naar alle kant.
Geroepen door het wereldhart,
rijst boven vijandschap en smart,
de Daad als kracht,
tot heerlijkheid en macht.

LEES OVER DE BOVENSTAANDE VIJF BOEKEN OVER LICHT