1 Ik ben bewustzijn – ten geleide, voorwoord en het begin van hoofdstuk 1 – belangrijk boek van André Roumen

LEES MEER OVER DE LANCERING VAN ‘IK BEN BEWUSTZIJN’ EN AANMELDEN

BESTEL ‘IK BEN BEWUSTZIJN’

DEEL 1-1 ☆ DEEL 1-2 ☆ DEEL 1-3 ☆ DEEL 1-4 ☆ DEEL 1-5

U bent welkom om de lancering van het boek Ik ben bewustzijn van André Roumen mee te maken. Deze zal plaatsvinden in de zaal bij Pentagram boekwinkel in Haarlem op vrijdagmiddag 19 april 2024.

Ik ben bewustzijn, jij bent bewustzijn, wij zijn bewustzijn ! Dat zijn belangrijke uitgangspunten van het boek ‘Ik ben bewustzijn’ van André Roumen dat verschijnt op 19 april 2024. Die bevinding heeft belangrijke consequenties voor ons leven als individu en als deelnemer aan samenleving. Als we bewustzijn gaan ervaren als de zich steeds ontwikkelende werkelijkheid die we zijn, ondergaan we een innerlijke transformatie, en benaderen we de uitdagingen waar we individueel en collectief voor staan vanuit een nieuw denken, voelen, willen en handelen.

Bewustzijn maakt ervaren, waarnemen en kennen mogelijk. Lange tijd werd het vooral in verband gebracht met (oosterse) spiritualiteit. De wetenschap liep er dan ook liever met een flinke boog omheen, maar dat begint de laatste jaren te veranderen.

In ‘Ik ben bewustzijn’ put veellezer en vorser André Roumen uit meerdere domeinen. Hij belicht het onderwerp vanuit natuurkundige, filosofische, psychologische en spirituele hoek en baseert zich daarbij op vele bronnen, zowel oude als recente. Wat hij las, toetste hij aan zijn eigen ervaring. Het meest wezenlijke heeft hij als een concentraat bij elkaar gebracht en op schrift gesteld in dit belangrijke en razend knappe boek.

Op vrijdagmiddag 19 april 2024 verzorgt Roumen een lezing tijdens de lancering van zijn boek ‘Ik ben bewustzijn’,  Pentagram boekwinkel, 16.00 – 18.00 uur (inloop vanaf 15.30 uur), Bakenessergracht 1, Haarlem.

AANMELDEN VOOR DE LANCERING VAN ‘IK BEN BEWUSTZIJN’

TEN GELEIDE

In september 2022 organiseerden antroposofen, rozenkruisers en theosofen  samen een evenement onder de titel ‘Het nieuwe goud’. Uitgaand van een bijzonder positief mensbeeld, braken de drie stromingen een lans voor een fundamentele bewustzijnsvernieuwing als enig mogelijk antwoord op de grote hedendaagse kwesties als klimaatverandering, maatschappelijke polarisatie en individuele zingeving. Het mag dan zo zijn, zo zeiden zij, dat wij mensen deze kwesties zelf hebben veroorzaakt, het is óók de mens die de belofte in zich draagt van een toekomstige ontwikkeling die wezenlijk is voor de hele wereld. Een ontwikkeling die begint bij het bewustzijn.

Wat is bewustzijn en om wat voor soort bewustzijnsvernieuwing gaat het dan? André Roumen (1950) – vorser, denker, veellezer en low vision specialist van beroep – is al sinds zijn jonge jaren gegrepen door het onderwerp en heeft er talloze lezingen over gegeven. We zijn enorm verheugd dat hij zijn decennialange fascinatie nu via dit boek ‘Ik ben bewustzijn’ met ons deelt. Zonder dat dit vooraf zo gepland of bedoeld was, is zijn boek een bijzonder passend vervolg op die bijeenkomst in 2022.

Ik ben bewustzijn is een razend knap en belangrijk werkstuk. Roumen beziet het onderwerp van natuurkundige, filosofische, psychologische en spirituele kant en baseert zich op vele zowel oude als recente filosofische, esoterische en wetenschappelijke bronnen. Wat hij las, toetste hij aan zijn eigen ervaring. Het meest wezenlijke heeft hij als een concentraat bij elkaar gebracht en op schrift gesteld. Daarmee is dit ook een diep persoonlijk boek.

Het is bovendien een boek dat je als lezer confronteert. Met zijn doorleefde beschouwingen nodigt Roumen ons uit onze eigen en dikwijls oppervlakkige denkbeelden kritisch te onderzoeken. Bijvoorbeeld dat we heel gemakkelijk beweren: we moeten ons ik loslaten en ons niet te veel met onszelf bezighouden. Hij laat ons overtuigend zien dat een helder en stralend bewustzijn een volwassen, evenwichtige persoonlijkheid nodig heeft. Hoewel we dat misschien liever niet zouden doen, is het soms nodig af te dalen naar onze onderbewuste bronnen om te ontdekken wat geheeld wil worden en hoe we daaraan kunnen meewerken.

De essentie van bewustzijn, zo leert ons dit boek, is licht. Hoe stralender en helderder dit licht in een mens kan schijnen, hoe groter en uitgestrekter zijn inzicht en begrip.

‘Onze diepste angst’, zo schreef Marianne Williamson ooit (in Terugkeer naar liefde) en Nelson Mandela zei het haar na, ‘is niet dat we onvolmaakt zijn of onmachtig. Het is ons licht, niet ons duister, dat ons het meest beangstigt.’

Ik ben bewustzijn wakkert onze aspiratie aan om dapper te zijn. Om zonder afschuiven en in een persoonlijk voorbeeld verantwoordelijkheid te nemen voor ‘wie ik ben en worden kan’.

Namens Rozenkruis pers wens ik u daarom bij het verschijnen van dit nieuwe boek van harte toe: verlicht de wereld en begin bij uzelf!

Hannie te Grotenhuis

VOORWOORD

Dit boek gaat over bewustzijn dat zich van zichzelf bewust wil worden en zich daartoe ook aan mijn beperkte bewustwording gevangen heeft gegeven. Zo’n boek kan alleen door het bewustzijnsleven zelf geschreven worden. In mijn geval bleek het op vier benen te moeten lopen. In mijn jonge jaren was het zaak niet onder te gaan in een overweldigende vloed aan gevoelens en ervaringen. Dat genereerde een diep verlangen naar eenheid en een-zijn: de eerste poot om op te staan.

Het antwoord kwam al gauw. Tijdens een meditatief proces van zelfontlediging waarbij psychische krachten vrij spel dreigden te krijgen, kwam uit het niets de stellige overtuiging in me op: je kunt me alles afnemen, mijn leven en zelfs mijn lichaam, maar er is iets wat me niet afgenomen kan worden. Het tweede been, de geboorte van de ik-heid als tijdloze bewustzijnskern. Ik ben een punt-van-bewustzijn en niet langer datgene waarmee ik me als persoon heb vereenzelvigd en omhuld en wat me wel kan worden afgenomen.

Het zou nog jaren duren voordat mijn schets van het bewustzijnsleven die ik decennia geleden heb gemaakt daadwerkelijk kon worden beleefd: het bewustzijn-zelf als onderscheiden van heel zijn inhoud. Ik ben het bewustzijn-zelf, niet mijn gedachten, ervaringen en gevoelens. Alleen als zuiver bewustzijn ben ik eenheid en daarom een vertegenwoordiger van het Ene. Het derde been om op te gaan.

Weer duurde het jaren om de eenheid te (her)kennen en beleven van het eigen ‘ik’ als punt-van-bewustzijn en het tijdloze en alomtegenwoordige bewustzijn-zelf: het klassieke beeld van de eenheid van punt en cirkel. Het heeft ongetwijfeld in mijn voordeel gewerkt dat ik een leeghoofd ben: er kan veel in, zodat talloze ideeën en ervaringen zich intuïtief aan elkaar kunnen verwerken tot steeds nieuwe en hogere eenheden. En inderdaad, zoveel te meer je bestudeert, zoveel te minder je weet en zoveel te meer je begrijpt. Meer en meer komt je bewustzijn thuis en blijkt dan niet je eigen bewustzijn te zijn. Teksten en uitspraken van grote bewustzijnsleraren – waaruit veelvuldig wordt geciteerd – vormen een feest van herkenning.

Ik dank de Rozenkruis pers voor de mij geboden mogelijkheid en de nodige aanwijzingen het bovenstaande in boekvorm te doen verschijnen.

André Roumen

1 HET TERREIN

Bewustzijn, de enige werkelijkheid

Als je een boek leest, ben je je niet van je lezen bewust. Je aandacht is bij het onderwerp, je gaat erin op. Je vraagt je dus niet af wie de lezer is. Je kunt achteraf wel zeggen: dat ben ik, maar dat verschuift de vraag alleen maar: wie is die ik? Dat blijkt uit de relatie tussen lezer en tekst. Lezen meerdere mensen dezelfde tekst en vraag je hun wat ze gelezen hebben, dan krijg je verschillende antwoorden. Terwijl de tekst een objectief gegeven is, geldt dit niet de lezer. Onze begripsvorming blijkt niet eenvoudigweg de afspiegeling van de objectief gegeven werkelijkheid.

Dat de betekenis van een tekst niet zonder meer in de woorden besloten ligt, dat is duidelijk. Maar de betekenis ligt ook niet zonder meer bij de lezer: het is in hun ontmoeting dat de tekst zich ontsluit. Het lijkt zo vanzelfsprekend dat wij ons allen bewust zijn van dezelfde werkelijkheid, ook al weten we wel dat we deze gevoelsmatig op een eigen wijze ondergaan en interpreteren. Om dé werkelijkheid zo dicht mogelijk te naderen, vonden in alle tijden bewustzijnsleraren van naam het nodig ons te wijzen op het feit dat daartoe een nieuw bewustzijn moet ontwaken. Om de werkelijkheid in het juiste licht te zien, moet het bewustzijn zelf licht zijn.

Bewustzijn is geen eenduidig begrip, het kent veel verschillende lichtkwaliteiten, vele niveaus van ‘zien’. Al is de inhoud van het (levens)boek een objectief gegeven, de mate waarin die inhoud begrepen wordt, is afhankelijk van de lezer. En wie is dat? Het bewustzijn, en meer concreet: de kwaliteit van mijn bewustzijn. Het is afhankelijk van mijn bewustzijnskwaliteit of die gegeven werkelijkheid bij me binnenkomt. En kwaliteit betekent hier: eenheid. In de mate dat het bewustzijn één is, wordt het leven gekend en beleefd als eenheid.

Maar wat is bewustzijn dan? Dat weten we niet. We weten dat het er is, maar niet wat het is. Het laat zich vergelijken met zien: ook het zien kan zichzelf niet zien. Wel kunnen we uit wat we kennen, afleiden dat er zich bepaalde wetmatigheden in aftekenen. Wetmatigheden die zich overeenkomstig ons begripsvermogen aan ons voordoen. Want kenner (bewustzijn) en gekende (de werkelijkheid) zijn wezenseen. Mijn werkelijkheid is volkomen gelijk aan mijn bewustzijnswerkelijkheid. De mate waarin ik tot de objectief gegeven werkelijkheid kan doordringen, wordt bepaald door het begripsvermogen van mijn bewustzijn. Lezer en boek, kenner en gekende, subject en object, zijn onlosmakelijk een. Zoals de kwaliteit van mijn bewustzijn is, zo is de kwaliteit van mijn werkelijkheid. In de woorden van Hermes, Lao Zi en Meister Eckhart: ‘Het gelijke kan alleen door het gelijke gekend worden.’

Als lezer van het levensboek moet ik beschikken over het vermogen van letters (fragmenten) woorden te maken, en om die woorden in zinsverband (zinvol verband) te verstaan. Dan moet ik uit al die verbanden het plot of de clou van het verhaal kunnen destilleren. Ben ik als bewustzijn in staat de werkelijkheid en mijn leven te verstaan als een eenheid, een heelheid? Slechts in de mate dat mijn bewustzijn zelf een is. Het is één aanzicht van het bewustzijn dat het de werkelijkheid verstandelijk uit-een kan zetten. Het zal ook het andere aanzicht van zichzelf tot ontwikkeling moeten brengen: de intellectus, het intuïtieve kenvermogen dat binnen een veelheid aan fragmenten de eenheid kan uitlezen.

Het lijkt grotesk, maar enig zelfinzicht laat zien dat heel de werkelijkheid samenkomt in mij als bewustzijn. De populaire stelling ‘alles is bewustzijn’ is minst genomen juist, in die zin dat er pas sprake kan zijn van werkelijkheid als het bewuste werkelijkheid is. En omdat wat we werkelijkheid noemen het resultaat is van de ontmoeting tussen kenner en gekende, komt de werkelijkheid voor mij exact overeen met mijn bewustzijnswerkelijkheid. De objectief gegeven werkelijkheid komt niet als vanzelf bij me binnen, drukt zich niet waarheidsgetrouw op mijn bewustzijn af als op een fotografische plaat. De informatie die binnenkomt, zou alleen maar ruis zijn als mijn bewustzijn er geen eenheid, begrip en betekenis in zou aanbrengen. De consequentie is dat, wil ik een gegeven werkelijkheid begrijpen, deze moet passen in mijn referentiekader, mijn patronen van kennen.

Om het nieuwe te begrijpen, moet ik het dus vertalen in het oude, in het verleden. What you see is what you get. Heb ik bijvoorbeeld geen referentiekader voor een vreemde taal of voor hogere wiskunde, dan heb ik tot die informatie geen toegang. Kennen is her-kennen; wat ik niet herken zie ik niet, en mis ik ook niet. Terwijl het leven zich van seconde tot seconde vernieuwt, is dat voor mijn kenvermogen niet zo. In feite is het mijn verleden dat de werkelijkheid filtert en interpreteert.

Wil ik doordringen tot de objectief gegeven werkelijkheid, dan zal ik eerst inzicht moeten krijgen in de wetmatigheden die mijn kennen kenmerken. Ik kan me niet langer tevredenstellen met wat ik heb geleerd, met feitenkennis, met wat men vindt dat belangrijk is, met overleveringen, met ‘objectief geldige’ uitspraken van erkende grootheden. Dat zou in feite ook getuigen van een hoge mate van vrijblijvendheid, want met dit type ‘objectiviteit’ blijf ik buitenstaander in mijn eigen werkelijkheid. Ik kan me dan ook letterlijk niet verlaten op antwoorden die grote mystici en metafysici hebben gegeven op onze fundamentele zijnsvragen. Voor mij is er geen objectief antwoord zonder mij als waarnemer, als kenner.

Van primair belang is het vinden van het antwoord op de vraag wie ben ik als bewustzijn? Beroep ik me op als universeel geldende antwoorden uit de wereldliteratuur, dan zijn deze niet door mij doorleefd en pronk ik met andermans veren. De levende bloemen die ik pluk, verwelken onmiddellijk in mijn hand. Er zal allereerst een nieuwe zintuiglijkheid in mij, in het bewustzijn dat ik ben, tot ontwikkeling moeten komen. Een kwalitatief hoger bewustzijn, een hogere dimensie van eenheid die mijn werkelijkheid onmiddellijk in eenheid kan vatten. Dan ben ik geen buitenstaander meer in mijn eigen werkelijkheid, omdat ik deze niet langer als buitenwereld kan zien. Ik en mijn wereld, dus kenner en gekende, blijken één.

Het is dit zelfbewustzijn dat moet ontwaken. Jan van Ruusbroec:  ‘Als ik een koning zou zijn en wist het niet, dan was ik geen koning.’  De vraag die ik mezelf als bewustzijn dus primair moet stellen is: welke kaders, wetmatigheden en automatismen houden mij af van ware eenheid? En is mijn bewustzijn in staat zich bewust te worden van zichzelf, van zijn eigen kwaliteit?

Dat werkelijkheid bewustzijnswerkelijkheid is, dat ik als bewustzijn niet los van of zelfs tegenover de werkelijkheid sta, daarvan zijn veel wetenschappers overtuigd geraakt nadat ze tot de bouwstenen van de schepping wisten door te dringen. Amit Goswani: ‘In ons onderzoek gaan wij voorbij aan één ding, namelijk de simpele waarheid dat het allemaal, zoals de mysticus zegt, bewustzijn is. Natuurwetenschap verklaart verschijnselen, maar bewustzijn is niet een apart, losstaand verschijnsel. Integendeel, alles is verschijnsel binnen bewustzijn.’

Laten we ons dus de opgave stellen onszelf te leren kennen als bewustzijn, als de kwaliteit die heel onze werkelijkheid van inhoud en betekenis voorziet. Bewustzijn, dat als impliciete orde (David Bohm) zelfs niet te onderscheiden is van de kosmische orde. Cornelis Verhoeven: ‘Het is al lang niet meer de vraag of God bestaat; het is de vraag hoe de vraag gesteld wordt, en hoe ze misschien ook gesteld zou kunnen of moeten worden. Het gaat niet over God maar over de vraag.’ Het is niet langer de vraag of God bestaat maar of ons bewustzijn goddelijk is. Want, Hermes: ‘Wil je God kennen, dan moet je God worden.’

Bewustzijn is onderwerp

Bewustzijn is altijd onderwerp, het kan niet als voorwerp worden onderzocht. We kunnen het niet voor ons geestesoog plaatsen om er naar te kijken. Bewust-zijn is bewust-zien, en het zien kan het zien niet zien. Het doet zich (vooralsnog) kennen als het oog dat alles om zich heen kan zien, maar niet zichzelf. Alles wat bewust verschijnt, kan worden bestudeerd, maar niet het bewustzijn zelf. Het manifesteert zich overeenkomstig het perspectief dat we innemen. Zo genereren bijvoorbeeld hersenonderzoek en psychologische testen hun eigen antwoord: zoals je vraagt, word je geantwoord. Bewustzijn is onderwerp en kan nooit voorwerp van je kennen zijn: het is de kenner, nooit de gekende. Om je bewustzijn te vatten, zou je zo snel om de tafel moeten kunnen rennen dat je jezelf kunt pakken.

Is het dan wel mogelijk aan de hand van de werkelijkheid die ik zie, de spiegels waarin ik kijk, inzicht te verwerven in de kwaliteit van de gekleurde bril die mijn bewustzijn is? De bril als filter, samengesteld uit mijn kaders en vooroordelen. Ik zou die bril kunnen afzetten als ík de bril zou dragen, als ík deze zou hebben. Maar niet ik ben het die ziet, het is het bewustzijn dat ziet, en bewustzijn heeft geen bril, het is de bril. En een bril kan zichzelf niet afzetten. Om mijn bewustzijnsfilter te ontmaskeren als filter, moet het bewustzijn zichzelf als van op een afstand kunnen waarnemen, moet zich een hogere dimensie van waarnemen ontsluiten. Het is ‘je gezicht vóór je geboorte’ (zenboeddhisme). Nicolaus Cusanus: ‘Om kleuren zuiver waar te nemen, moet het centrum-van-zien vrij zijn van kleur.’ Zelfkennis is daartoe een eerste stap.

Ben ik voldoende aandachtig, dan kan ik me bewust worden van mijn verbeeldingen. Die kan ik inderdaad vóór me zien. Maar het gaat om zelfbewustzijn, dus bewustzijn dat zich bewust is van zichzelf als bewustzijn. Het zal moeten doordringen tot voorbij al zijn verbeeldingen. En daar blijkt: staar ik in een niets, een duister, of openbaart het bewustzijn zich daar juist als licht? De intensiteit en de kwaliteit van het licht is de kwaliteit van ons bewustzijn.

Ik ben bewustzijn

Deze uitspraak van Hermes herkennen we ook bij Ashtavakra: ‘Ik ben zuiver bewustzijn’, en bij Ramana Maharshi: ‘Dat wat werkelijk is, is bewustzijn. Dat bewustzijn ben ik.’ En ook in een Nag Hammadi-geschrift staat, als antwoord op de vraag van Filippus hoe Hij werd geopenbaard aan de volmaakten: ‘Hij is geheel en al bewustzijn.’ Als de groten van geest daarin zo nadrukkelijk overeenstemmen, dan is dat voor mij (schrijver) een bijzondere reden om uit te zoeken wat daarmee bedoeld wordt.

Stel je jezelf de vraag ‘wie ben ik’, dan zal zo’n abstract antwoord als zij gaven niet in je opkomen. Het ligt meer voor de hand jezelf te beschrijven in termen van persoonlijke ervaringen en zieleroerselen, van je diepste gevoelens, je ideeën, en tegenwoordig vooral je emoties. De stroom aan publiciteit wat betreft het delen van emoties in onze tijd verraadt een ware slachtoffercultuur, waarin je openlijk (het liefst op tv) meedeelt dat je angsten hebt doorstaan, depressief bent, het slachtoffer bent (geweest) of gediscrimineerd wordt. Door te delen met anderen word je gezien, en als je gezien wordt, ben je iemand, zo lijkt het. Zien en gezien worden lijken tot cultuur verheven. Maar al mag onrecht zeker niet onderbelicht blijven, daarin ligt niet mijn identiteit, niet wie ik in wezen ben.

Bewustzijn is ook niet de som van al mijn emoties, gevoelens en gedachten. Dan zou bewustzijn meervoudig zijn, een verzameling, een veelheid, en dat is het juist niet. Het gaat aan al deze inhouden vooraf. Het is een ondefinieerbare eenheid waarin deze verschijnen. We spreken van een waarneming omdat het een bewuste waarneming is; gevoelens zijn bewuste gevoelens, ervaringen bewuste ervaringen. Bewustzijn blijkt een ‘substantie’ – letterlijk: dat wat eronder staat – die zich hult en vermomt in het gewaad van zijn inhoud: gedachten, ervaringen, gevoelens. Het maakt zich kenbaar in onze geest, het beeldscherm waarop heel ons bewustzijnsleven verschijnt en weer verdwijnt. Het scherm zelf is leeg. En omdat het licht is, kunnen al onze bewustzijnsbeelden erop verschijnen. Bewustzijn is licht.

Hersenonderzoek en boeddhisme

Bewustzijn lijkt een aaneengesloten keten van beelden, maar dat is niet het geval. De stream of consciousness bestaat niet uit één plastische substantie die uit zichzelf nieuwe beelden kneedt. Het is niet één lange rups waarvan de segmenten beelden en voorstellingen vormen. Een betere vergelijking is de file of een groep mieren in processie, van elkaar gescheiden door minieme lege tussenruimten: ‘iets’ en ‘niets’ wisselen elkaar met hoge snelheid af. In die zin is bewustzijn een eenheid van ‘zijn’ en ‘niet-zijn’. Deze conclusie is het resultaat van het tegenwoordige hersenonderzoek: de tussenfasen van ‘niet-zijn’ nemen gemiddeld ongeveer 100-250 milliseconden in beslag. Dit inzicht zelf is echter al heel oud.

Nergens is het bewustzijnsleven zo grondig en inhoudelijk geanalyseerd als in het boeddhisme. Bewustzijn (vijnana) laat zich begrijpen als een stroom van korte momenten van bewustzijn (citta’s), als zaden (alaya) in een ‘leeg’ veld. De samenhang van de afzonderlijke beelden is niet gelegen in de keten, maar in het paramalaya, in het bewustzijn waarin die beeldenstroom zich afspeelt, dus in de leegte. Zo rust het ‘zijn’ in het onbegrensde ‘niet-zijn’.

Maar al heeft hersenonderzoek deze keten van ‘zijn’ en ‘niet-zijn’ bevestigd, toch is er een wezenlijk verschil met het boeddhisme. Wetenschappelijk onderzoek is kwantitatief van aard, verzamelt getallen, zet ze uit in grafieken ter vergelijking, en bedient zich dus noodzakelijk van beeldvorming. Het beschrijft de schil waarin het leven zich hult. Het boeddhisme gaat het juist om de kwaliteit van het bewustzijnsleven zelf, die zich niet uit die bewustzijnsketen laat destilleren, dus niet in ons gedachteleven, ons gevoelsleven, onze ervaringen.

Hier komen we dan bij het meest fundamentele onderscheid dat we kunnen maken, namelijk het onderscheid tussen aan de ene kant die beeldenwereld van gedachten, ervaringen, gevoelens, en daarnaast het bewustzijn-zelf waarin ze verschijnen. Bewustzijn doet zich aan ons voor als ‘leegte’. Zou het niet leeg zijn, dan zouden al die beelden elkaar niet zo onvoorstelbaar snel, en ook nog eens op dezelfde plaats, in het ‘nu’, kunnen opvolgen. Het is de ‘leegte’ (sunyata) van het bewustzijn waarin al die beelden een zekere mate van eenheid vormen, ook al doen ze zich als gescheiden aan ons voor. En tot die ‘leegte’ nu heeft de wetenschap geen toegang. Daartoe ben ik op mezelf aangewezen.

Mijn zoektocht naar de essentie van het ‘ik ben bewustzijn’ moet zich niet richten op die bonte verzameling beelden die komen en gaan – dus op onze werkelijkheid die steeds verandert – maar op dat wat geen dimensie heeft en tijdloos is: het bewustzijn zelf. In de grenzeloze ruimte van ‘niet-zijn’ komen al onze beelden aan het licht.

De vraag die nu voorligt, is van welke kwaliteit dit licht is, welke ‘kleur’ het heeft, hoe intens en helder het is. In alle tijden hebben bewustzijnsleraren van naam de mensen ervan willen overtuigen dat we onze (bewustzijns)werkelijkheid anders gaan zien, als nieuw, wanneer dit licht intenser gaat stralen. Het gaat er dus niet om onze beeldvorming te perfectioneren, het gaat om een nieuwe lichtkwaliteit van ons bewustzijn.

LEES MEER OVER DE LANCERING VAN ‘IK BEN BEWUSTZIJN’ EN AANMELDEN

BESTEL ‘IK BEN BEWUSTZIJN’

INHOUDSOPGAVE

1 Het terrein
Bewustzijn, de enige werkelijkheid. Bewustzijn is onderwerp. Ik ben bewustzijn. Hersenonderzoek en boeddhisme. Het Backster-effect. Brainet. Akasha. Ethiek. Synchroniciteit. Kwaliteit van bewustzijn. Geesteswetenschap

2 Eenheid
Ken uzelf. Bewust-zijn. Het Ene. Ik ben. Ik, ‘ik’, ego en persoon. Eerste-persoonperspectief. Ontdekking ‘ik ben ik’. Bewustzijn is licht. Lichtmetafysica. De lichtzuil

3 Uit-een-vallen
Tegenpolen. Twee werkelijkheden. Ik denk, dus ik ben. Materialisme. Geestelijk materialisme. ik-bewustzijn: winst en verlies. Objectbewustzijn. Differentiatie. Dissociatie. Het antahkarana

4 Veel-eenheid
Meerdimensionaal bewustzijn. Transcendent – immanent. Dualiteit, geen dualisme. Het subject. ‘ik’ en persoon. Identiteit. Body-mind. Zelf-herkenning. Vrijheid en lot. Voorzienigheid. Persoon worden

5 Relatie
De buitenstaander. Vrijblijvendheid. Het primaat van bewustzijn. Bewustzijn is een werkwoord. Dialogisch bewustzijn. Context-horizon-betekenis. Gelijk-oorspronkelijk. Relatief en absoluut. Taal. Ontmoeten. De taal van de Ziel. Het symbool. De Naam

6 Het Midden
Levenskunst. De slinger. Pre-/trans-fallacy. De baan. De Getuige. Waarden. Leegte (sunyata). Het wiel. Water en vuur. Hart en hoofd

7 Too far East is West
De spiltijd. De antieke en de klassieke Grieken. Plotinus en het Ene. De drie-ene mens als microkosmos. Verbeelding, ratio en intuïtie. De moderne tijd.Van object naar subject. Het supra-individuele Ik. De evolutie van de Geest. Zelf-bewustzijn

8 Non-dualiteit
Drie assen van oriëntatie. Antwoord op Job. De übermensch. Geest én natuur. Fenomenologie. Zien-wat-is. De spagaat van zelfkennis. Vallen naar jezelf. Verlangen

9 Archetypen en chakra’s
Het archetype. Individuatie en integratie. Psychodynamiek.
Het bipolaire archetype. Het zelf. Alchemie. Archetypus-an-sich. Psychologisme. Onderbewust én bovenbewust. De chakra’s

10 Psyche en ziel
Subject zijn. Een buitengewoon boek. De kracht van het gebeuren. Psychodynamiek. Groeipsychologie. Alles of niets. Psychosynthese. De wil. Vrije wil. De Diamantbenadering

11 Het creatieve Nu
Creativi-tijd. Identiteit. Vrijheid. Kairos. Geestelijke spankracht. Ontwaken in het nu. Kinderen van het ogenblik

12 De bewustzijnparadox
Numen en lumen. Grondstemming. Numineuze reductie. Totaalvereenzelviging. Transformatie. Totaalontkenning als bevestiging. Trillingsfrequentie. Hawkins scale

13 De cirkel, het Oog
Spiegels. Mystiek.Ver-ening of vereniging. De spijker. Ik-loosheid of ik-ontlediging? Nabij-de-dood-ervaring. Morele ruimte. Het Oog

14 Het nieuwe denkvermogen
De omstulping. Manas, Mens, Denker. Waarnemen en denken. Het denken en Ik. Het denkvermogen. Geestwetten. Mundus imaginalis. Ik als getuige. Het Ik als wilskracht. Microkosmos: Oog van Vuur

Literatuur

BESTEL ‘IK BEN BEWUSTZIJN’

LEES OVER HET SYMPOSION ‘ALLES IS BEWUSTZIJN’ OP ZONDAG 19 MEI 2024

LEES OVER BOEKEN VAN SPREKERS OP HET SYMPOSION OVER BEWUSTZIJN OP 19 MEI 2024