6 Rozenkruis nu! Roept dan de ziel tot oorsprongen weer

Rozenkruis nu! – online jaarprogramma 2024 – week 6
Roept dan de ziel tot oorsprongen weer (Hymne 181)
10 februari 2024

 

WEEK 1 – WEEK 2WEEK 3 – WEEK 4WEEK 5WEEK 6

God laat niet varen de werken van zijn handen: met Adam zonk de Universele Leer omlaag, dat is de Christushiërarchie en haar invloed op wereld en mensheid. De wereldgodsdiensten en grote reeks profeten en werkers getuigen daarvan. Zij allen werken in en doen een beroep op de herinnering van de mens.

Deze herinnering aan zijn oorspronkelijke existentie nam de mens bij zijn val mee, maar bij verreweg de meesten is de bestaansdrang in de stof zo groot, dat zij in het diepste onderbewustzijn is verzonken. Zolang dit bij de mens het geval is, kan er vrijwel niets voor hem gedaan worden.

Zodra echter de mens zich van zijn herinneringsvermogen bewust wordt, kan in hem het besluit rijzen op te staan uit zijn zwijnendraf en tot de Vader terug te keren.

Uit: Elementaire wijsbegeerte van J. van Rijckenborgh
Hoofdstuk 6: Involutie – Evolutie

BESTEL ELEMENTAIRE WIJSBEGEERTE

In bovenstaand citaat komt nadrukkelijk naar voren dat er voor ieder mens in deze wereld van opgaan, blinken en weer verzinken de fundamentele mogelijkheid aanwezig is zich om te keren en vervolgens tot zijn oorspronkelijk goddelijke wezenheid terug te keren.

Enerzijds is deze mogelijkheid tot terugkeer in zijn diepste wezen ingeschapen en anderzijds is daar in zijn directe omgeving alle de hulp van de Broederschap aanwezig om dit proces van terugkeer te doen begeleiden en tot een succesvolle realisatie te brengen. Deze ingeschapen mogelijkheid en de te ontvangen kracht van de Broederschap daartoe ligt in de mens als een groot geschenk te wachten op ontdekking.

De belangrijkste eerste en enige stap hiertoe is dat er in het bewustzijn van de mens een besef ontwaakt dat zijn bestaan in deze wereld een gedegenereerde vorm van bestaan en leven is. Dat zijn huidige leven een animaal leven is, uitsluitend gericht op overleven van zijn ego met het verwerven van de dusgenaamde materiële geneugten, status en roem in een leven van brood en spelen. Dit ontwaken is als een diepgaande crisis in zijn wezen. Het is als pijnlijk en daadwerkelijk wakker worden van een besef dat alles waar de mens steeds naar streefde en waarin hij zijn ultieme bestemming zocht, hem uiteindelijk met lege handen doet staan.

Dit innerlijke conflict, deze crisis in zijn bewustzijn is het fundamentele keerpunt. De mens gaat eerst nu verlangen naar een andere bestemming. Dit nieuwe verlangen gaat zich steeds meer aan zijn bewustzijn mededelen. De krachten van het nieuwe leven die nu in hem tot ontwikkeling komen tasten zijn persoonlijkheid met zijn aardse gerichtheid fundamenteel aan. Het is de roep tot zijn ziel die hem naar zijn oorsprong zullen terugleiden.

In het begin is deze roep als een zachte fluistering, maar zij wordt steeds helderder en krachtiger vernomen. De innerlijke onrust die hiermee gepaard gaat is niet meer te stuiten. Het bewustzijn van de mens krijgt nu procesmatig een andere vibratie, de aardse aangelegenheden en de aantrekkingskracht van alle aardse bindingen verliezen hun aantrekkelijkheid en een proces van onthechting doet zijn intrede. Hij komt los van zijn vastzittende overtuigingen, hij doorziet steeds beter het spel van tegenstellingen waarin hij was verwikkeld en waar hij slachtoffer van was. Er komt een ander bewustzijn voor in de plaats.

Dit nieuwe bewustzijn gaat zijn wezen besturen en gaandeweg wordt de te bewandelen weg steeds helderder voor hem geplaats. Hij is zich bewust dat de sleutel tot de dichte deur die in zijn wezen lag nu kan worden opgeraapt en worden aangewend en er een nieuwe bestemming voor hem openligt. Tegelijkertijd weet hij nu ook dat hij zonder de hulp van de Broederschap geen enkele verdere stap op zijn terugreis kan zetten. Hij is er zich steeds meer van bewust en dat er in hem sprake moet zijn van een onvoorwaardelijke innerlijk overgave aan de Christushiërarchie.

Eerst door deze zelfovergave kunnen de Krachten in zijn bewustzijn werkzaam worden en zijn ego-verbreking voltrekken. Het is de herinnering aan deze innerlijke overgave die hem zal helpen en doen oriënteren in zijn zelfproces van fundamentele bewustzijnsverandering. Het is dit nieuwe bewustzijn dat hem zal leiden tot de terugkeer tot de Vader. Het is het bewustzijn dat hij de verloren zoon is die met alle liefde die er is weer in de armen van de Vader zal worden opgenomen. Het is de roep en de terugkeer tot de oorsprong, tot de Eenheid van ‘de Vader en ik zijn Een’.

 

TEMPELLIED 181

Over de wereld straalt Gnosis’ Licht,
sluit als een stormvlaag afgronden dicht.
Wie deze Kracht in ’t hart ondergaat,
wint het geloof, bevrijdende daad.
En deze sleutel tot ’t Heilig Land
heiligt de Rede, loutert ’t verstand.
Dan stuwt de wil tot handeling voort
en treedt de pelgrim door Gnosis’ Poort.

Vernieuwend leven neemt dan zijn loop.
’t Water des Levens, in vuurge doop,
roept dan de ziel tot Oorsprongen weer,
de Oorsprong die is Christus de Heer.
En ziet, de Geest tot Bruiloft genood,
stuwt tot het Feest, doorkruist alle dood.
En uit dit nieuw-alchemisch verbond
rijst op de Mens die ’t Leven weer vond.

Hoort, gij die nadert, van ’t vroegst begin
ging deze boodschap doodsnatuur in.
Al Gnosis’ Groten droegen haar uit,
’t Levende Woord, dat niemand meer stuit.
Goud van de Roos en ’t Hermetisch Lied
ontsluit zich voor hem die Het Pad ziet.
En in dat Licht, die glans, wordt het Pad
eeuwigheidsgang naar de Mont Salvat.

LEES OVER DE ZES BOEKEN VAN DE HOEKSTEENSERIE