Rozenkruis nu! – online jaarprogramma 2024 – week 31
Hoor hoe met zachte stem weerklinkt de roep (hymne 78, jeugd)
3 augustus 2024
WEEK 1 – WEEK 2 – WEEK 3 – WEEK 4 – WEEK 5 – WEEK 6 – WEEK 7 – WEEK 8 – WEEK 9 – WEEK 10 – WEEK 11 – WEEK 12 – WEEK 13 – WEEK 14 – WEEK 15 – WEEK 16 – WEEK 17 – WEEK 18 – WEEK 19 – WEEK 20 – WEEK 21 – WEEK 22 – WEEK 23 – WEEK 24 – WEEK 25 – WEEK 26 – WEEK 27 – WEEK 28 – WEEK 29 – WEEK 30 – WEEK 31
BESTEL VERMANING VAN DE ZIEL – SOFTBACK
BESTEL VERMANING VAN DE ZIEL – EBOOK
Gij moet, o Ziel, ware Kennis verkrijgen over uw eigen wezen, en van zijn vormen en aanzichten. Meent niet dat ook maar één der dingen, waarover ge kennis zoekt te verkrijgen, buiten u zou zijn! Neen, alles waarover u kennis zoudt moeten bezitten, is in uw bezit, is binnenin u!
Hoedt u dan voor de misleiding, die u de dingen die in uw bezit zijn, elders doet zoeken. Velen vergéten waar deze dingen gevonden moeten worden en zoeken ernaar buiten zichzelf en worden daardoor tot fouten verleid. Maar later, later komen zij opnieuw tot de ontdekking, dat dit alles in hen en niet buiten hen is.
De dingen waarover ge kennis moet verkrijgen, bestaan eeuwig en zonder ophouden, en niets van dit alles is buiten u zelf! Wat buiten u is, zijn de dingen die reeds van den oorsprong los van u staan, dat wil zeggen dat zij verschillende eigenschappen aannemen en opgenomen zijn in het proces van opgaan, blinken en verzinken. En behalve dit is er buiten u zelf niets te vinden.
Keer dan terug tot u zelf, o Ziel, en zoek in u zelf alles waar ge kennis van behoort te verkrijgen.’
Uit: Vermaning van de ziel
Hoofdstuk 12
BESTEL VERMANING VAN DE ZIEL – SOFTBACK
BESTEL VERMANING VAN DE ZIEL – EBOOK
Een mens kan zich aardig gevangen voelen in deze wereld. In de sleur van zijn leven, in het onvermijdelijke verstrijken van de tijd, in de vaste patronen en tegenstellingen die veel lijden en conflict veroorzaken. Maar hoor, dwars door alles heen, klinkt altijd weer de roep. Het is een klank, een vibratie, die in de mens het verlangen doet ontwaken naar vrijheid.
De mens die deze roep ervaart, gaat op zoek. Wat is de oorsprong van deze roep? Is het mogelijk om werkelijk vrij te zijn? Wat moet ik doen, hoe moet ik leven?
Velen hebben deze roep ervaren en herkennen het verlangen naar vrijheid. Er moet toch méér zijn dan deze wereld die ik elke dag met mijn begrensde zintuigen waarneem en waarin ik met mijn beperkte kennis en gekleurde ervaring invulling probeer te geven aan mijn leventje? Ik wil het zo graag begrijpen, echt doorgronden, zodat ik weet hoe ik moet leven en hoe ik werkelijk vrij kan zijn.
Hermes Trismegistus wijst ons in bovenstaand citaat de weg naar het startpunt van onze zoektocht: ‘zoek in uzelf alles waar ge kennis van behoort te verkrijgen’. Het gaat hier dus om een innerlijke zoektocht naar zelfkennis. Dat is niet iets wat we kunnen doen. Het gaat hier zelfs meer om een niet-doen.
In het boek Hallo meneer God … met Anna, geschreven door Anna’s beste vriend Fynn, legt de wijze Anna van acht jaar uit:
‘Meneer God zei “Ik ben” en Hij wil graag dat wij dat allemaal zeggen… dat is ’t allermoeilijkste. … “Ik ben”. Als je het echt voor mekaar krijgt om dat te zeggen, dan ben je er, meen je ’t werkelijk en je bent helemaal tot de rand toe vol, je bent helemaal aan de binnenkant. Je hoeft dan geen dingen buiten je te wensen om de gaten binnen in je op te vullen. Dan laat je geen stukjes van jezelf rondslingeren.’
Van alle wijze woorden van Anna, zijn het deze woorden die de grootste indruk op Fynn maken. Want nadat ze dit verteld heeft, richt hij zijn blik naar binnen. Hij schrikt:
‘Toen ik voor de eerste keer echt binnen in mijzelf keek, smeet ik de deur meteen met een klap weer dicht. “Ben ik dat?!” Goeiegrutten, ik leek meer op een overjarige gruyèrekaas vol gaten.’
Maar Fynn vertelt dat hij de gaten steeds meer gaat herkennen en gaat begrijpen hoe deze ontstaan zijn. Ieder gat in zichzelf heeft de vorm van een verlangen naar iets – een motorfiets, een nieuwe televisie – buiten zichzelf. Door zijn verlangen te richten op de dingen buiten zichzelf, geeft hij een stukje van zichzelf weg aan de buitenwereld. Hij verliest een stukje van ‘Ik ben’, wat een gat achterlaat in zijn wezen. Hij is niet langer vrij.
Met dit groeiende inzicht groeit ook het verlangen om weer volledig zichzelf te zijn en de stukjes van zichzelf thuis te brengen in zijn eigen wezen. En zo gebeurt het:
‘Nu wist ik hoe het met me stond. Het gat van de motorfiets was er nog steeds, maar het scheen een beetje te flikkeren, zoals een elektrische lamp die bijna kapot is. Toen op een dag ging hij uit. Het gat was er niet langer meer, een groot stuk van mijzelf was op zijn eigen plaats teruggekomen. Tenslotte was ik nu op weg. Nog een paar kijkjes binnen in me en het drong tot me door dat ik “helemaal vol” begon te worden.’
En zo vervolgt het lied van deze maand:
‘Kind, maak je hart nu vrij van al wat bindt, opdat Gods Liefdelicht ook jou weer vindt.’
JEUGDLIED 78
Hoor hoe met zachte stem
weer klinkt de roep;
richt zich tot haar, tot hem,
tot heel de groep:
‘Kind, maak je hart nu vrij
van al wat bindt,
opdat Gods Liefde-Licht
ook jou weer vindt.’
Vrijheid ligt als een zaad
in ieder mens.
Trek dan in nieuwe daad
over de grens.
Nieuw leven wenkt ook jou,
wees nu bereid.
Verbreek het weefgetouw
van ruimt’ en tijd.
Kind, richt je blik omhoog
tot lichtend Al,
waarin de Zielester
thuis komen zal.
Vrijheid ligt als een zaad
in ieder mens.
Trek dan in nieuwe daad
over de grens.
BESTEL VERMANING VAN DE ZIEL – SOFTBACK
BESTEL VERMANING VAN DE ZIEL – EBOOK
