Waarneming, kunst en essentie – symposionvoordracht van de kunstenaar Alfred Bast

IDEE – HET BEELD VAN DE INSPIRATIE

LEES OVER DE TENTOONSTELLING ‘DE ROZENKRUISERS REVOLUTIE’ T/M 31 JULI 2022

In de bovenstaande video over de geschiedenis en de actualiteit van het geschrift De Roep der Rozenkruisers Broederschap uit 1614 (Fama Fraternitatis R.C.) komt onder andere de Duitse kunstenaar Alfred Bast aan het woord. Hij herkende in de legendarische reis die Christiaan Rozenkruis ondernam zijn eigen artistieke proces als kunstenaar, of misschien moeten we zeggen: als levenskunstenaar. Hij ontdekte dat dit proces in zekere zin buiten het ik omgaat. Voor een scheppend of artistiek proces heeft de kunstenaar ‘artistieke intelligentie’ nodig, Bast noemt die ‘AY’.

Zoals de kunstenaar een atelier of werkplaats nodig heeft, zo richt AY een innerlijke werkplaats op: een ruimte waarin onzichtbare, actieve krachten tot een steeds meer verfijnde waarneming leiden en uiteindelijk tot een transformatie van het bewustzijn. Hieronder volgt de tekst van een symposionvoordracht die Alfred Bast hield op het conferentiecentrum Renova, en die gepubliceerd is in het boekje ‘De klank van de idee, het beeld van de inspiratie’s (Symposionreeks 33).

Doordat ik mij intensief bezighield met de reis van Christiaan Rozenkruis tijdens de film Reise ins Unerwartete over de Fama Fraternitatis, werd ik mij bewust hoezeer deze reis overeenkomt met een artistiek proces. In ieder geval lijkt mij dat zo. Ik zal dit in het volgende trachten te beschrijven, want ik weet hier wel wat van en kan daardoor uit eigen ervaring en waarneming spreken. Of en in hoeverre dit met de reis van CRC te maken heeft, wil ik graag aan uw interpretatie overlaten.

TRANSFORMATIE – DE REIS VAN CHRISTIAAN ROZENKRUIS – ARTISTIEKE INTELLIGENTIE – EEN INSTRUMENT VAN INZICHT

De kunstenaar heeft de paradoxale opgave om wat niet gezegd kan worden te verwoorden, wat niet gehoord kan worden hoorbaar te maken en het onzichtbare te verheffen in het zichtbare. Zijn mislukken is zeker, maar mogelijk niet vergeefs.

De artistieke intelligentie

Teneinde te beschrijven wat er tijdens een dergelijk artistiek proces gebeurt, moet ik een derde instantie plaatsen tussen het natuurlijke ik en het goddelijke, oorspronkelijke Licht. Je zou kunnen zeggen als steigers bij de bouw van het werk dat opgebouwd moet worden. Ik noem dit ‘artistieke intelligentie’ of ‘art-, of kunstintelligentie’, opdat dit niet wordt verwisseld met ‘kunstmatige intelligentie’. Ik zou deze soort intelligentie een naam willen geven en deze ‘AY’ willen noemen, De ‘I’ van intelligentie wordt in de tekst vervangen door de mooiere letter qua vorm: ‘Y’, een levensrune.

AY

Wat hiermee bedoeld wordt, moet in eerste instantie kort gedefinieerd worden. AY is een bewuste activiteit in de persoonlijkheid die niet alleen reflecterend en analyserend maar in de eerste plaats ook vormend kan werken. Het is de vaardigheid om in gecompliceerde, meest onbewuste, innerlijke gebeurtenissen een ‘jij in ik’ te plaatsen. De woonplaats is de waarneming. Het doel is veeleisend. Het houdt niet minder in dan de individuele existentie en het collectieve potentieel waardoor deze bestaat en waardoor deze wordt bepaald, teneinde deze tot een geschikt instrument te bouwen dat in staat is – om het op dramatische wijze te zeggen: de ‘schreeuw van de existentie’ te veranderen in een symfonie.

AY gaat aan het ik voorbij. Haar motto luidt: Ik ben weliswaar niet het doel, maar zonder mij kan ik het niet bereiken. Door haar gerichtheid en verlangen maakt zij een verticale verbinding in elke horizontale en wereldse ervaring, of probeert dit. Naar boven in de onbegrensde kosmos en naar beneden tot de wortels in de aarde. AY komt in veel terecht, moet in veel dingen terechtkomen, opdat zij haar opgave vervult. Zij heeft een spannende weg voor zich, zoals wij zullen zien. Maar voordat AY kan verschijnen om aan de reis te beginnen, vormt zich eerst een draaglichaam, een natuurlijk ik.

Het ik

Enkele weken geleden heeft mijn dochter haar vierde kind gekregen. Ik hield het lang in mijn armen, vier dagen na zijn geboorte. Het leek alsof het sliep, maar dat was niet zo. Zijn gezichtje bewoog voortdurend. Het glimlachte, keek verbaasd en ook inspanning kwam voor. Er spiegelden zich veel gevoelens in zijn kleine mimiek.

Ik hield het kleine lichaam van een groot onzichtbaar gebeuren in mijn arm. Een gebeuren dat voortdurend door dit kleine kind vloeide, iets opriep, weer verdween en weer terugkwam – in voortdurende wisselwerking, net als ademende energie.

Tegelijkertijd werkte de omgeving erop in en ook de eigen-schappen van het lichaampje zelf zoals: honger, dorst, stofwisseling. Temidden van al deze wervelende vormingsgebeurtenissen was het gezichtje een brug tussen het onzichtbare en het zichtbare. Daarin spiegelde zich zuiver het stromende wonder. Geleidelijk etsen deze stromingen zich door herhaling en wisselwerking steeds dieper in het nog zo plastische wezen en verankeren zich. Laag na laag vormt zich om het begin.

De invloeden krijgen structuur en worden eigenschappen. De ziel incarneert steeds meer en tegelijkertijd wordt de invloed van de omgeving, de taal en het milieu steeds groter op dat wat, als het drie jaar oud is, ‘ik’ begint te zeggen. ‘Ik’, dit codewoord. En daarmee ontwikkelt zich een nieuwe, unieke en onmiskenbaar eigen vrucht aan de boom van de mensheid.

Staande golfbeweging

Voortaan voeden de binnenkomende impulsen zich ook door deze verticale stroming van ‘boven naar beneden’ en de horizontale invloeden uit omgeving, erfelijke verworvenheden en karma. Zij ontmoeten elkaar in wervelingen in het midden van de magische kruising – in het hart – en daar gaan zij in elkaar op. Door dit middelpunt vloeien alle bewegingen. Als wij naar een snelstromende beek kijken, zien wij golfpatronen die gelijk blijven, hoewel het water stroomt. Wij zien dat de stroming zelf de vorm creëert. Dit noemen wij de ‘staande golfbeweging’.

Op een bepaalde manier kunnen wij alles wat zichtbaar is beschouwen als ‘staande golven’, waardoor het leven onophoudelijk stroomt. Iedere zichtbare vorm toont de signatuur van de onzichtbaar actieve krachten waardoor deze gevormd en in stand gehouden wordt. Als de levensstroom wegebt, dan lost, vroeger of later, ook de vorm op.

Overdenking… wie ben ik?

Als de hier beschreven natuurlijke ontwikkeling van het ik tot een bepaalde rijpheid is gekomen en er vragen opkomen, bijvoorbeeld: ‘wie is het die mij daar in de spiegel steeds aankijkt?’, vormt zich een reflecterende waarneming.

Het ik kijkt als het ware tot nu toe van de buitenkant van zijn bestaan, naar het eigen gezicht – als naar een raadsel. Het ontdekt en onderzoekt de geaardheid van de seksualiteit, de familie en het volk waarbij het hoort. Het zwemt als het ware in door uiterlijkheden bepaalde, nog onbewuste zelf- en wereldbeelden en zoekt zichzelf daarin. Elk aspect heeft daarbij zijn eigen lobby en vertegenwoordigt specifieke belangen die allemaal trachten het geheel voor de eigen doeleinden te beïnvloeden.

De krachten die het ik hebben gevormd, zijn nu als vormende krachten in hem ontwaakt en er kan een beroep op gedaan worden. Het ik heeft, meestal nog onbewust, het creërend vuur in de hand, en het brandt daar ook vaak de vingers aan. Het begint bewust voor de spiegel aan zijn uiterlijk te werken… oriënteert zich nu hier, dan daar, bij idolen en sterren… bekijkt met röntgenblik foto’s van zichzelf… meer of minder beschaamd… maakt selfies om in het eigen gezicht – deze staande golfbeweging – de stroming te ontdekken die het draagt – en ook de oorsprong ervan… misschien.

Dan komt er potentiële energie vrij om te leren en in het bewustzijn groeit geleidelijk de vraag naar zin en doel. Het ik is ontslagen van de verantwoordelijkheid voor zijn handelingen en beslissingen en leert van de gevolgen – of ook niet. Deze raadselachtige gecompliceerdheid verwijst naar een centrum, naar een onzichtbare zon, die alles verzorgt met levens- en lichtkracht.

Wie ben ik?

Dan kan AY, de artistieke intelligentie ontstaan. Hiervoor is de kunst aan de mensen geschonken, als een weg van inzicht en transformatie. Taalkundig gezien komt het woord kunst van ‘weten-wijsheid-inzicht’, en is deze: de wetenschap van het subjectieve.

Het scheppende

AY schouwt dieper naar buiten, naar binnen, omhoog en omlaag. In elk aspect, elk moment, elke hartslag en ademhaling is een zachte basistoon te herkennen. En in het diepe licht er
een beloftevolle gouden bodem op, als een mild roepend vuur lichtend door alles wat geworden is. Er ontstaat een smartelijke afstand, als een herinnering aan het verloren paradijs. Die tussenruimte staat wijd open – als een gapende wond.

Kan deze scheiding overbrugd en geheeld worden? Het verlangen is wakker gemaakt teneinde deze zachte, lichtende roep door alle niveaus te volgen. Dat is nu het enige doel van het scheppende proces.AY begint haar reis in de onmetelijke verten van het nabije. Zij streeft naar het oorspronkelijke Licht, de primaire impuls, de bron. Zij gaat als het ware in tegen de stroming die het ik heeft gecreëerd en volgt exact zijn programmering. Naar binnen gericht in de toekomst.

Vaak doen turbulenties AY wervelen en wordt zij als een kurk in het wild kolkende water door sterke stromingen uit het centrum van haar gerichtheid gesleurd. Dan drijft zij eenzaam verder, als een marginale existentie aan de rand van een verloren, anoniem en zinloos bestaan. Uiteindelijk zullen ook dergelijke omwegen een positief effect hebben, want zij brengen kennis over de afgronden waarin de verborgen schatten wachten die omhoog moeten worden gehaald en geheel moeten worden veranderd. Zo’n ervaring is echt geen pretje. Met grote inspanning streeft een restje van het bewustzijn ernaar weer in het kloppende centrum terug te keren.

De jij-ruimte (jij in het ik)

AY handelt en creëert actief met de middelen die aanwezig zijn. Deze ‘innerlijke werkplaats’ heeft een eerste buitenruimte die zich bevindt tussen het gezicht, het hart en de hand. Daar past precies een andere mens in, in liefhebbende, vriendschappelijke maar ook knellende omarming, een jij… en ook is het de scheppende ruimte waar een werk ontstaat. In deze eerste intieme buitenruimte noteren de handen wat het hart beweegt, tikken de vingers via de toetsen op het beeldscherm, tegenover het gezicht en preciseren tekens de gedachte die door het schrijven wordt gevormd. In deze ‘jij-ruimte’ komt ook de verticale dimensie binnen en bevrucht de dialoog.

Het begin van de reis

De werkreis van AY begint met kleine, vertrouwde schreden, beproefde middelen en materialen, met bekende voorstellingen en concepten. In de ‘jij-ruimte’ ontwerpt zij: schildert…
tekent… schrijft… concipieert… denkt… projecteert, en als een heel actieve sensor tast zij de op die wijze ontstane sporen af naar signalen op papier, linnen, het beeldscherm.

Of daar het niet-herkenbare te herkennen is, of daar misschien een oplossing is waardoor het oorspronkelijke Licht schemert? Het is mogelijk dat AY hiermee grote stappen neemt. Het eigen ik wijdt zich aan het landschap. Vertrouwde voorstellingen worden doorlopen, veel doorleden, ook omgevormd, tot aan de grens van het bekende en maakbare. Daar gelden de tot nu toe geldige voorschriften niet meer zo. Mogelijk zijn zij zelfs de hindernis. Wat ervaren en geleerd werd, voert niet over deze grens, waarachter zich een vreemde weidsheid uitstrekt waar misschien de oplossingen wachten. Hoe kan deze grens overschreden worden, hoe wordt deze transparant?

De grens

De grens veroorzaakt een opstopping. In deze fase wordt de activiteit in de ‘innerlijke werkplaats’ als het ware een creativiteit reactor. AY is buitengewoon vol van verwachting. Zij bidt en vecht, maakt geniale gebaren, tracht zichzelf zonder resultaat voor te liegen, verwerpt wat zij heeft ontworpen, vult aan en corrigeert, mediteert en wordt kwaad.Van binnenuit klopt zij aan deuren die niet opengaan. Zij herhaalt steeds opnieuw wat eerder is gelukt, legt zich disciplines op, tracht het gehoopte te dwingen – echter vergeefs. Dan duikt zij ten slotte onder in het duister van het onbewuste, in de afgronden – op zoek naar een oplossing. Dat is vaak meer een val, als een weg naar beneden, naar de ‘moeders’. AY voedt zich op dit gevaarlijke gedeelte van de weg met restanten van haar verwachtingen. Met een vonkje bewustzijn als met een zaklantaarn, duikt zij de diepten in.

In de oude diepte

In het donker voelt zij waardevolle fragmenten, vindt sleutels in de modder van de individuele en collectieve verdringing en wordt vol verwachting verliefd op elk detail waarin zij de oplossing vermoedt. Zij verzamelt vervuilde, gebruikte en bedorven zaken als kostbare goederen die zij meeneemt naar de lichte werkplaats als zij met haar schatten daar eindelijk terugkeert. Daar legt zij de gevonden voorwerpen bij de andere op het ‘altaar van haar waakzaamheid’. Nu worden, met het koelere vuur van het volgens plan handelen, verbindingen en samenhangen onderzocht, data in categorieën geordend. AY probeert als een archeologe, uit de verschillende stukjes geheime boodschappen te ontcijferen. Er begint een spel van raadsels met veel varianten. Figuren worden gecombineerd en onderzocht of zij misschien een betekenis hebben. Maar het blijven meer of minder aantrekkelijke constructies, in het beste geval voorbereidingen. Maar waarvoor?

Als deze aanmerkelijke verzameling stukjes kennis en kostbare fragmenten weliswaar een overvloed aan spannende combinaties en fantasierijk samenspel voortbrengen maar geen geheel, dan staat AY voor een muur. De mogelijkheden worden minder; het wordt een getto, of slaat als een val dicht. Alle voorstellingen waarmee AY zich leerde identificeren, vallen als omhulsels van een uitgeput lichaam, dat naakt en gedesillusioneerd tegenover zichzelf staat. AIs de moed groot genoeg is, zo groot, dat deze tot vertwijfeling wordt? AY, die zich zo inspande, geeft het op. Zij geeft op zonder iets te zien van het bouwwerk waarvan zij de steigers wilde zijn, zonder iets te horen van de melodie waarvoor zij het instrument wilde worden.

Het doodsmoment (het graf)

In ieder creatief proces is er een ‘doodsmoment’ dat doorleefd, of beter gezegd, moet worden ‘doorstorven’. De storm van het niet-aflatende handelen verzekert, dat het scheppende vuur dooft. Alles lijkt op as, alles is as, alles vergeefs. De in- spanning – een aanmatigend ijdel proberen, niets meer. Alle voorstellingen verliezen hun glans, hun warmte, hun zin. Zij worden als lava. Zij zijn een farce! Niets dan illusie en romantische projectie, een fata morgana in de woestijn van de trieste werkelijkheid waarin AY nu ontwaakt als uit een droom.

In het centrum, daar waar het vuur brandde, breidt de leegte zich uit. AY lost op… althans bijna… zij verliest zichzelf… maar het bewuste zijn verliest zij niet helemaal.
Als er nu geen vlucht uit deze grafbenauwenis is: in kundigheid, gewoonte, extase, depressie, fanatisme of ziekte, omdat er nog een heel klein vonkje aanwezig is, klein als het minuscule moment waarin het onverwachte herkend hoopt te worden, dan kan het zijn dat dit doodsmoment en deze radicale stilstand een ommekeer teweegbrengt, een verrassende omkering, een doorbraak.

Dit heel kleine vonkje waarneming luistert in zijn graf naar de ruimtelijk onbegrensde leegte en schouwt in sterrenloze duisternis. Als dit onder alle omstandigheden gehandhaafd kan worden, dan verandert de stemming.

Intuïtie

De stagnatie verandert van samenstelling. Geleidelijk en bijna onopgemerkt gaat het geestdode, vertwijfelde verloren zijn, anders reageren. Het verandert in een afwachtende stilte, een subtiel vibrerend veld waarin zich bijna ongemerkt een ‘immaterieel ontvangstlichaam’ vormt. Het gehele veld wordt dan een waarnemingsorgaan. Een langzame, zacht klinkende, warme wind uit zuivere vreugde zet in en verlicht de duisternis. De verlossing kan nu overal vandaan komen, door elke toevalligheid. Dan kraakt het en de eierschaal van het getto, het graf, breekt open.

Eindelijk – Oneindig Licht!

Het oorspronkelijke Licht stroomt als zuivere adem uit het vloeibare, zingende goud in dit uiterst zorgvuldig geprepareerde vacuüm en verlicht de situatie. Het was er steeds en grijpt direct in met een speels dansend gemak. De eerder versplinterde, elkaar tegensprekende, op zichzelf staande aspecten, die AY in een uiterste inspanning zowel mentaal als emotioneel vergeefs tot een geheel wilde maken, worden op spontane wijze tot een nieuwe, harmonische vorm samengevoegd. En zij worden tot een logisch en harmonisch zinsverband gevoerd dat een duidelijk overtuigende uitwerking heeft en – met bevrijde handen – tot handeling wordt.

Elk geïsoleerd aspect vindt nu zijn plaats, die geen ander in zou kunnen nemen of vervullen. Elke omweg, elke afwijking wordt als een noodzakelijk bestanddeel herkend en geïntegreerd. Nu is de weg, die als een labyrint steeds weer in de buitenste periferie voerde, weg van het nabije doel, te overzien. Juist door deze omwegen deed een en ander echter een volkomen gedaantevorm ontstaan. In het geestelijk heden wordt alles bezield.

Het gedeelde is ogenblikkelijk met elkaar verbonden. Boven en beneden, binnen en buiten, links en rechts komen geurend als een roos tot bloei.Tegelijkertijd is alles veranderd en blijft toch aan elkaar gelijk, beter gezegd: verwerft pas nu zijn eigen identiteit. Er is geen nieuwe taal nodig, geen gecompliceerde constructies, alles vloeit uit elkaar voort.

De oplossing

De oplossing is heel eenvoudig. Zij is altijd totaal en eenvoudig, want zij is zonder twee, zonder twijfel – zij is één in alles. Zij ontspringt aan de ene bron, uit het midden. De oplossing die als intuïtie invalt, is ook altijd intelligent. Zij is uitgerust met een plan en energie om deze spontaan te kunnen realiseren. De handen handelen dan direct uit het ene geheel – zonder elke twijfel! Dit geheel openbaart zich in elk deel, in elke cel, in elke waterdruppel, zandkorrel, in elke grashalm, in elk ogenblik.

Novalis zegt: ‘Het zichtbare is één in de geheime toestand van het verheven onzichtbare.’ Als het intelligente, oorspronkelijke Licht als intuïtie binnenkomt dan vallen deze goddelijke impulsen als vallende sterren, als lichtkiemen ook in de diepste diepten van de cellen van een mens en worden op die wijze en zonder omwegen voedsel voor de gehele mensheid. Ook worden zij daardoor deel van de aarde waarmee zij resonerend verbonden zijn. Dat gebeurt direct en absoluut zeker. In deze zin kent het werk op zichzelf geen grenzen. Dat is het belangrijkste.

De essentie van het werk

De symfonie stroomt nu vrijelijk door het waarnemingslichaam en dat wat ontstaan is. Het werk is in zijn volmaakte beëindiging het omhulsel voor een lege ruimte met een groot potentieel, waarin het goddelijke als de klank van een klok, aanwezig kan zijn. De verbinding is gelegd; er is een brug over de afgrond gebouwd. De opgave is vervuld: Ananda, hemelse vreugde. Hier breekt het bewustzijn door dat de zich inspannende AY door de nu actieve hogere intelligentie bestraald en geactiveerd werd. AY lost nu op, net zoals de steigers weggehaald worden als het bouwwerk gereed is en zoals na het gieten de klei- vorm in stukken wordt geslagen. Zij geeft het werk uit de jij-ruimte de vrijheid. Nu bestaat zij alleen als een manifestatie in het stoffelijke gebied.

Dit gebeuren, wat ik hier zo omstandig beschrijf, kan zich in zijn gehele gecompliceerdheid afspelen in seconden of beter gezegd: buiten tijd en ruimte. Het hoeft ook niet in de beschreven volgorde te gebeuren want alles manifesteert zich tegelijkertijd.

Naar buiten

Als de ‘schreeuw van het bestaan’ nu kan worden veranderd in een ballade, een bouwwerk, een dans, een beeldhouwwerk, een schilderij of een tekst, dan is dat op het fysieke niveau toegankelijk en kan erover beschikt worden. Is communicatief en wil wat het beleefd heeft, delen met anderen, zich uiten – het liefste als geschenk en met vreugde – want wat ontstaan is, is immers een geschenk. Op die wijze worden op het fysieke niveau bruggen gebouwd, die het verdeelde tussen mensen kunnen overbruggen.

Met en door AY ontstond een grote, ronde vorm, een mooie, rijpe vrucht, die tegelijkertijd de vervulling van het eigene en voedsel voor anderen is. Elke gave, elk talent kan door haar weer door geven verder groeien. AY kan haar motto nu verfijnen en zeggen:‘Ik ben weliswaar niet het doel maar door mij kan ik het bereiken.’

De markt

Daar zijn zij nu, de werken. Gratis te verkrijgen. Tegelijkertijd ‘vol’ en ‘leeg’. Het zijn atmosferische ruimten die hun eigen karakter hebben. Maar ieder moet ze zelf binnengaan.
Zij dwingen niet, zijn niet dogmatisch en meestal niet zonder humor… want de kunst is een bindmiddel van de vrijheid. De ontwikkelingsgang van het toe-eigenen is individueel en ook scheppend. De laatste fase die omwille van de volledigheid nog nauwkeuriger moet worden bekeken, is die als het ‘werk- wezen’ de jij-ruimte en het atelier verlaat om, zelfstandig geworden, geheel naar buiten te treden, de straat op, om zo maar te zeggen. Meestal trekt het wezen zich dan al snel terug in het innerlijk en wordt het weer gezien als object of ook wel genegeerd. Een nieuw schilderij?

Nog zo’n druppel in de vloed van schilderijen; nieuwe tekst, gecreëerd uit de diepste afgronden? Die komt tussen de veelheid terecht van ongelezen andere teksten met dezelfde aanhef… Stukgelezen groeit het uit tot gemompel…

De herschapen schreeuw van het bestaan die een symfonie werd? Die bereikt alleen maar oren die doof zijn door het voortdurend blootstaan aan lawaai. Het werk dat zo kostbaar was voor AY, was niets meer dan flessenpost in www.infooceaan, waarvan er ontelbare andere zijn. De belangrijkste boodschap… inspirerende stilte… heeft in de eerste plaats daar buiten een aantrekkelijke, mogelijk luide en attractieve cover nodig. Hoe banaal het ook moge klinken: het ware wordt onvermijdelijk ook waar, handel, als deze in uiterlijke vorm naar buiten treedt.

Het werk, dit ‘eenmalige’ is er een onder duizenden, en moet wedijveren om opgemerkt te worden, moet ‘marketen’, zich belangrijk voordoen om waargenomen te worden, of treurig en beledigd wachten op ontdekking. Wat een openbaring is voor AY kan voor anderen een storende en pijnlijke zelfuitbeelding zijn… een object van kritiek… zelfs ergerniswekkend omdat het zich niet bedient van wat verwacht wordt. In plaats van voeding voor de ziel, wordt het wegwerpvoedsel voor de ontkenner.

Er is ook een andere, zeldzamere variant: een werk wordt beroemd als het zich ondanks alle tegenstand handhaaft. Dan verandert het in een object van begeerte, samen met de schepper ervan. Dan wordt het iets wat dient voor de presentatie en de zelfverwezenlijking. Daardoor wordt zijn spirituele waarde meestal luchtdicht afgesloten.

De nageboorte

Nu begint hetzelfde spel dat innerlijk al werd volbracht, opnieuw. Het werk moet zich bewijzen, doorzetten, als ‘werk-ik’, 48 om zo te zeggen. Bijna ongemerkt komt door de achterdeur naar binnen als een verwachting die hongerig is naar bijval, wat door AY in de innerlijke werkplaats zo hartstochtelijk en succesvol werd overwonnen. Op deze deur staat: voorzichtig! Het is om te lachen en te huilen. Maar hoe teleurstellend – om niet te zeggen, boos makend – het ook mag zijn, toch is het op dit niveau ook nog een gezonde ontnuchtering en nuttige leerschool!

Het ene is zich sluw op te stellen, een slimmerik te zijn, om de markt te bedienen maar het andere is om trouw aan jezelf te blijven, ‘deur’ te zijn in de zin van vrij en open. Die twee aspecten op harmonische wijze met elkaar verbinden is alweer een speciale en verheven kunst. Ook daarvoor is talent nodig. Deze tweede verlossing van de eigen schepping lukt door de openbaarheid van de vroedvrouw. Dat wat ontbonden is, is nu één onder velen. Het is uniek maar niet het enige. Daar stemt het mee in en het glimlacht bevrijd, zeker van het waardevolle in zichzelf.

Hoe minder de mens die iets heeft geschapen zich eraan bindt, er echter wel de verantwoording voor neemt en er zolang het nodig is, zoals dat voor ouders normaal hoort te zijn, voor zorgt, des te vrijer is hij van dat wat door hem kon ontstaan, des te krachtiger sproeit de bron van de zuivere motivatie alle vooroordelen vanuit het innerlijk weg.
Want het gaat er AY bij het schilderen, tekenen en schrijven immers niet om voor haar persoonlijkheid als kunstenaar een zonnige plaats in de ivoren toren van de kunstgeschiedenis te verkrijgen… met een balkon waar de fans haar kunnen huldigen… en een automatische teller voor de jubelmails en een fitnessruimte te verkrijgen, hoe amusant dat ook mag zijn.

Het gaat erom landingsplaatsen te creëren voor de goddelijke, liefhebbende intelligentie die zich in de microkosmos wil openbaren. Dus om daarom plaatsen en schalen te scheppen die voldoende stabiel en fragiel zijn om deze vermogens te vertalen in woord-, beeld- en toontaal, opdat zij in de wereld werkzaam kunnen worden – voor het gebruik vrijgegeven.

Een werk dat zo is ontstaan, krijgt uiteindelijk vaste voet als voeding voor de ziel, als een geneesmiddel, dat met waardevrije schoonheid en krachtige harmonie een plaats krijgt in de wereld waardoor het diepste verlangen en de grootste intelligentie met elkaar verbonden worden. Soms hoeven dat maar drie regels te zijn. In andere culturen wisten anderen dat ook al.

Boven mijn werktafel hangt de volgende uitspraak:

‘De karma yogi maakt zich niet druk over de vrucht van zijn werkzaamheid; wat telt, is zijn waarheid uit te drukken en verleden en toekomst in het nu scheppend met elkaar te verenigen.’

De kunstenaar heeft de paradoxale opgave het onzegbare in taal om te zetten, het onhoorbare hoorbaar te maken en het onzichtbare in het zichtbare te tillen.
Zijn mislukking is zeker, maar niet vergeefs.
Het woord van de dichter geldt:

‘De overwinning nodigt hem niet uit.
Zijn groei is: de overwonnene van het altijd grootsere te zijn.’
Rainer Maria Rilke,
Der Schauende (laatste drie regels)

En zo slaat AY weer, fris en monter, een nieuwe lege bladzijde om.

AY

INHOUDSOPGAVE VAN ‘DE KLANK VAN DE IDEE – HET BEELD VAN DE INSPIRATIE’

Woord vooraf en Welkomstwoord – Hannie te Grotenhuis
De vier pijlers van de Fama Fraternitatis – Frans Baggen, Peter Huijs
Johann Sebastian Bach en zijn ‘Samenvatting van het Heelal’ – Kees van Houten
Waarneming, kunst, essentie – Alfred Bast
De vijf talen – Wendelijn van den Brul
Wahrnehmung, Kunst, Essenz – Alfred Bast

Bron: De klank van de idee, het beeld van de inspiratie, Symposionreeks 33

BESTEL DE KLANK VAN DE IDEE – HET BEELD VAN DE INSPIRATIE

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE GESCHIEDENIS VAN DE ROZENKRUISERS