Volg de kathaarse voetstappen – vijfdelige cursus over de wijsheid en de levenshouding van de katharen

CURSUS KATHAREN EN GNOSIS – MEER LEZEN EN INSCHRIJVEN

Zo’n acht eeuwen geleden bloeide het katharisme in Zuid-Frankrijk en in grote delen van Europa. ‘Goede christenen’ noemden de katharen zichzelf en ze waren verenigd in hun ‘kerk van liefde’. Wat heeft dit ons nu nog te zeggen voor onze levensweg? Kunnen wij in hun voetsporen treden? Het Gouden Rozenkruis organiseert in de maanden april, mei en juni 2022 een 5-delige cursus over Katharen en gnosis in 15 plaatsen: AlkmaarAmsterdam, Arnhem, Bergen op Zoom, Den Haag, Doornspijk, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, Hilversum, Hoorn, Maastricht, ​Rotterdam en Utrecht. Er is geen speciale voorkennis vereist. 

 

 

CURSUS KATHAREN EN GNOSIS – MEER LEZEN EN INSCHRIJVEN

  1. De gnostieke achtergronden van het katharisme.
  2.  De kathaarse leer nader beschouwd
  3. De rol van de rouw in het katharisme
  4. Het witte eiland, het gebied van het eeuwig zuivere
  5. Afsluitende landelijke bijeenkomst in Haarlem

De cursus over katharen en gnosis is module 38 van de cursusreeks De Innerlijke Bron van het Gouden Rozenkruis. Vier bijeenkomsten vinden plaats in de bovengenoemde plaatsen. De vijfde en laatste bijeenkomst is landelijk en wordt gehouden in Haarlem op zondagmiddag 12 juni 2022. De deelnamekosten bedragen € 25,- voor de vijf bijeenkomsten. Dit is inclusief een map met teksten.

De onderstaande Teleac-documentaire uit 1990 biedt een goede introductie tot de grote gnostieke beweging van het katharisme in de middeleeuwen. Daarna volgt de integrale tekst van de voordracht die Eduard Berga verzorgde op het symposium De gouden draad van de vrije geest in Tarascon-sur-Ariège in september 2021.

CURSUS KATHAREN EN GNOSIS – MEER LEZEN EN INSCHRIJVEN

VRIJHEID VAN BEWUSTZIJN IN HET OCCITAANSE KATHARISME – EDUARD BERGA

De geschiedenis van de mens is een verhaal van het veroveren van vrijheid. Vrijheid van de mens als soort in de prehistorische tijdvakken; vrijheid voor een volk tijdens de eerste culturen; individuele vrijheid sinds het begin van onze christelijke tijdrekening.

Het christendom heeft in het Westen de weg geopend naar individuele vrijheid door aan ieder mens de mogelijkheid te bieden de Geest te ontvangen in zijn meest innerlijke wezen. Dat gebeurde door de doop van de Parakleet (de Heilige Geest) en het bouwen van een Ecclesia, een gemeenschap van volkomen gelijkwaardige individuen die eenzelfde liefde voor God en voor de medemens deelden. Op die manier werd de band met een uiterlijke tussenpersoon, een middelaar tussen het goddelijke en de mens, uitgeschakeld.

In de loop van de tijd verwaterde echter de geest van broederlijkheid die de eerste christenen bezielde binnen een instelling die zich met de komst van Constantijn de Grote uiteindelijk omgevormd had tot een structuur met universele macht, zowel in het geestelijke als in het tijdelijke. Wie nog de intieme en rechtstreekse verbinding zochten met het goddelijke, waaronder de gnostici en de manicheeën, werden als ketters bestempeld en werden van de sociale gemeenschap uitgesloten. Op die manier begon de uitzonderlijke vrucht van het christendom van de eerste eeuwen beetje bij beetje uiteen te vallen en te bederven; zijn zaadkorrels vielen op de aarde en gingen schijnbaar verloren.

De val van het romeinse rijk en het binnenvallen van de stammen uit het noorden stelden de kerkelijke organisatie in staat haar macht in het tijdelijke te consolideren. Het evangelisch onderricht werd geherinterpreteerd. Een culturele elite van pastoors leidde de christelijke kudde. Het morele verval van de instelling bracht echter zijn voortbestaan in gevaar.

Bij het vol maken van het eerste millennium gingen stemmen op voor een vernieuwing van het christendom. De roomse kerk vatte de gregoriaanse hervorming aan met een dubbel doel: aan de ene kant het bevestigen van haar geestelijke macht en autoriteit boven het materiële gezag, aan de andere kant de herwaardering van het zedelijk gedrag van zowel de kerkelijke gemeenschap als van haar parochianen. Om dat te bereiken voerde ze een grondige hervorming van het sacramentele, liturgische en rituele dogma door, wat een geweldige invloed had op alle aspecten van het socio-culturele leven in Europa. Op die manier nam het roomse kerkelijke instituut, direct of indirect, opnieuw de sociale controle in handen.

Tegenover die machtsgreep kwamen zowel in de schoot van de roomse kerk als daarbuiten afwijkende meningen naar voren die een ander soort christelijke hervorming voorstonden. Deze legden vooral de nadruk op het voorbeeld naar de evangeliën
van de broederlijke gemeenschappen die steunden op liefde en dienst aan de anderen. Het ging er niet om met geweld een uiterlijke christelijke moraal op te leggen maar wel om door het eigen voorbeeld de weg te tonen die elke mens kon gaan om zelf een cristinus te worden, een ‘kleine Christus’ zoals dat later door Arnau de Vilanova (Arnaldus de Villa Nova) werd uitgedrukt.

Die dissidente visie leidde her en der in heel Europa tot het ontstaan van christelijke gemeenschappen die zich duidelijk los maakten van het heersende sociale paradigma. Voor hen waren de dogma’s en de interpretaties van de officiële Kerk holle frasen, want: ‘alleen de wet van de Heilige Geest die in het innerlijk van de mens gegrift staat was van kracht’, zoals het werd uitgedrukt door de kanunniken van Orléans in 1022 toen zij van ketterij werden beschuldigd.

Hun benadering was heel eenvoudig: het Koninkrijk Gods bevindt zich niet in de uiterlijke wereld maar in het binnenste van de mens. Hij moet zich los maken van het gewicht van alles wat hem bindt en naar bewustzijn opsluit binnen deze materiële werkelijkheid.

Zo stonden de dissidenten een volkomen onthechting voor aan de goederen van deze wereld en plaatsten dit tegenover de angst voor het verlies van materiële of geestelijke bezittingen, die de kerk onderhield onder de algemene bevolking. Onthechting was de weg om de vrije geest te vinden die in eenieders binnenste woont. Zij gingen nog een stap verder: niet alleen zochten zij een intieme verbinding met het goddelijke door zich af te keren van de wereld, zoals ook de gnostieken en de manicheeën dat hebben gedaan aan het begin van onze jaartelling. Zij onderhielden ook de sociale band met de mensheid als een authentieke uitdrukking van de naastenliefde.

Het zijn deze dissidente gemeenschappen die uiteindelijk aanleiding geven tot het ontstaan van wat men de kathaarse ketterij zal noemen. En het is op deze plaats, in Occitanië, dat zij het best hun model voor een menselijke samenleving konden ontplooien.

Gedurende twee eeuwen lieten zij een ideaal christendom zien dat echter niet mocht blijven duren ten gevolge van de heftige reactie van de kerk en de materiële macht die zij aanwendde in de kruistocht tegen de Albigenzen en in de repressie door de Inquisitie die daarop volgde.

De gevestigde macht heeft altijd de angst gebruikt als tegengewicht tegen de vooruitgang van de individuele vrijheid. Angst voor gevangenschap of het verlies van bezittingen, angst voor pijn of voor de dood en daarenboven angst voor goddelijke bestraffing in een eeuwige hel. Toch ontmoette de kerk bij de katharen een grote weerstand tegen deze angst. Zij bereikten een heel grote innerlijke vrijheid door ascetisme en onthechting aan de materiële werkelijkheid.

Evervin de Steinfeld drukte het voor Bernard de Clairvaux uit in de volgende woorden: ‘Zij zoeken de wereld niet en zij bezitten huis, noch veld, noch geld. Zij voeren ‘een praktijk van een erg strikte levenshouding, van vasten en onthouding, van gebed en werken’. En zij kunnen dat leven verdragen omdat zij weten dat hun werkelijke wezen niet tot deze wereld behoort, dat het echte Koninkrijk der Hemelen zich in een andere bestaanswerkelijkheid bevindt waarnaar zij streven.

Zo verwoordt het de anonieme Kathaarse Verhandeling: ‘Wij, wij zeggen dat er een andere wereld bestaat en dat er andere onvergankelijke en eeuwige schepselen bestaan die onze vreugde en onze hoop wegdragen.’

Bewustzijn van deze andere werkelijkheid deed hun deze wereld van illusie zien waarin de mensheid gevangen lag; en dat bewustzijn maakte hun geest vrij, die geboeid was door de banden van vlees en bloed. Hun denken bevrijdde zich op die manier van het strikt bepaalde kader en stelde hen in staat de hen omgevende werkelijkheid waar te nemen met een dieper begrip van de dingen.

Toch is het verwerven van die kennis niet gebruikt om anderen te overheersen of om zich boven hen te verheffen. Neen! De boodschap van Christus was duidelijk: Heel de mensheid is geroepen om deze weg te gaan en zo de werkelijke innerlijke vrijheid te vinden, de vrijheid van het bewustzijn.

Zo namen zij de taak op hun schouders opnieuw het ware christelijke evangelie te prediken door aan allen la entendensa del Bé, het begrip van het goede, te schenken en door in hun eigen leven te tonen welke ‘de weg van waarheid en gerechtigheid’ was die gegaan moest worden door hen die werden ingewijd in de kathaarse mysteriën.

Door hen kon de individuele mens een zekere autonomie verwerven tegenover een maatschappelijk model dat naar uniformiteit streefde. Dikwijls werd het dogma door de rede in vraag gesteld. Zo werd bijvoorbeeld het sacramentele instituut gekleineerd of zelfs belachelijk gemaakt in het kathaarse onderricht. Bélibaste zei:

‘Zij van de roomse kerk liegen als ze beweren dat hun gezegend brood het lichaam van God is […] Ziet gij niet dat ze het opeten? Als het God zou zijn zouden ze het niet kunnen eten en het is niet voor te stellen dat God zou verblijven op zo schandelijke plaatsen als het lichaam van mensen […] En als het groot zou zijn als een hoge berg, zoals die van Morella, dan zouden de priesters het toch al lang geleden opgegeten hebben.’

De heilige teksten werden vertaald zodat iedereen ze zelf zou kunnen lezen en overdenken zonder tussenpersoon. Het is belangrijk er hier aan te herinneren dat één van de eerste beslissingen van de kerk in die tijd was deze vertalingen in de volkstaal te verbieden en op het Concilie van Toulouse van 1229 werd zelfs een verbod uitgevaardigd op het bezit van een Bijbel in het Latijn.

Tegenover de wederopstanding van de lichamen op de dag van het Laatste Oordeel, werd de idee van reïncarnatie door de katharen in zijn waarde hersteld, een idee waaraan de eerste christenen en enkele kerkvaders zoals Origenes geloofden. De ritmen van het natuurlijke leven werden opnieuw gewaardeerd, waarbij eerder werd uitgegaan van een cyclische dan van een lineaire tijd.

Zij bestreden tevens bijgeloof en foute geloofspunten die door de officiële Kerk waren gedecreteerd. Zij dreven bij voorbeeld de spot met heiligenverering, noemden heiligenbeelden stukken hout en idolen en zeiden: ‘Hoe gelooft gij dat stukken hout wonderen kunnen doen?’; zij hadden geen enkel respect voor de duizenden relikwieën die in de kerken werden bewaard; zij beschouwden de handel in op betaling verleende aflaten als een schande; zij verachtten het symbool van het kruis dat zij beschouwden als het marteltuig van de Heiland want zij zeiden: ‘Als uw vader aan een boom was opgehangen, zoudt gij dan van die boom houden? Zeker niet! Maar gij zoudt hem haten en het zou u lastig vallen hem te zien en als het in uw macht lag zoudt gij hem omhakken.’

Gemeenschappen van ‘ketterse parfaits’ zoals de Inquisitie ze noemde, leefden in een perfecte symbiose samen met de heren, handelaars, handwerklieden en boeren. Hun ostals of kathaarse huizen waren vrijplaatsen waar mannen en vrouwen die dat nodig hadden steeds een kom warme soep konden vinden, waar de jongeren werden onderricht en waar zij een vak leerden, en waar oudere of zieke mensen verzorging en medische aandacht kregen. Hun afwenden van de wereld verhinderde niet dat zij een dienende liefde ervoeren voor de anderen noch dat zij, zonder onderscheid van klasse of geslacht, met allen hun onderwijs en hun bezittingen deelden. Immers, zij brachten een absolute gemeenschap van goederen in de praktijk.

Vooral echter plaatsten zij eenieder voor de verantwoordelijkheid voor zijn eigen daden. En centraal in heel hun onderricht plaatsten zij de naastenliefde als ultieme uitdrukking van hun christelijk geloof. Dat is het wat in het rituaal van het Occitaanse consolamentum wordt verklaard:

‘E si aquest poder e aquesta potestat voletz recebre,
cove vos tenir totz los comandamentz de Christ
e del novel testament a vostre poder.
E sapiatz que el a comandat
que hom no avoutre, ni ausisa, ni menta,
ni jure negu sagrament, ni pane, ni raube,
ni faza az autre so que no vol que sia fait assi,
e que om perdone qui li fa mal, e que hom a me seu enemic,
e que hom ore e benezisca als encausadors et als acusadors de si, e quil ferra e la una gauta que li pare l’autra,
e qui li tolra la gonela que li laisse lo mantel,
e que hom no juge, ni comdampne.’

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het volk hen kende als ‘goede mannen’ (bons homes) of ‘goede vrouwen’ (bones domnes). En het is vanzelfsprekend dat de kerk hen niet met geweld heeft kunnen overwinnen. De verbetenheid waarmee zij hen vervolgden, eerst tijdens de kruistocht en daarna door de Inquisitie, slaagde erin hun beweging uit te roeien. Toch bleven de sporen van hun gedachtengoed onuitroeibaar aanwezig in de harten van de 51 mensen en ontkiemden krachtig in latere samenlevingen.

Zo kunnen wij al in de 14de eeuw, 70 jaar na de val van Montségur, vaststellen hoe een eenvoudige herder uit de Pyreneeën van de Ariège, geboren in een kathaarse familie, nog duidelijk blijk gaf van de vrije geest die door het katharisme werd geïncarneerd. Wanneer Bélibaste, verre van voorbeeldig te zijn, hem zijn goede relaties verweet met personen die niet tot zijn geloof behoorden, antwoordde de herder: ‘Men moet goed doen aan iedereen, want wij weten niet wie goed is of wie slecht is.’

Op die manier kon het veroveren van de innerlijke vrijheid door ieder mensenkind niet worden onderdrukt. Die innerlijke vrijheid was sterk verwant aan wat wij in onze tijd kennen als ‘vrijheid van bewustzijn’, aan het vrije denken. In onze tijd heeft de westerse mens een goed deel van die vrijheid van het denken verwerkelijkt en hij heeft het tot een onvervreemdbaar mensenrecht gemaakt. Nochtans heeft hij gedurende zijn weg op zoek naar de waarheid nagelaten in zichzelf naar binnen te kijken. Hij heeft ermee opgehouden zijn ziel te overdenken. Hij heeft zichzelf niet enkel opgericht als meester en heerser van de wereld, waarbij hij de natuur eenvoudig als een instrument in zijn dienst beschouwt. Hij heeft bovendien een veralgemeend systeem gecreëerd waarin de mensen worden uitgebuit ten voordele van enkelen.

Het morele en ethische failliet van de religieuze en politieke instellingen en het overdreven materialisme als uitsluitend mentaal paradigma waarin de wereldbevolking is opgesloten, hebben de mensheid tot een kruispunt gevoerd dat moeilijk over te steken is. Welke is de weg die wij moeten nemen? Ieder mens dient het antwoord op deze vraag in zichzelf te vinden.

Graag wil ik mijn lezing, die gegeven wordt in een symposium dat gewijd is aan Antoine Gadal, afsluiten met enkele woorden uit het boek Plaatsen waar de Geest waait die wellicht enig licht kunnen brengen in uw overdenkingen. Ik heb ervoor gekozen de woorden aan te halen van een vriendin van Gadal, die over hem spreekt als volgt:

‘U weet, waarde vrienden, dat ik een volledige trouw aan mijnheer Gadal bewaar. En in naam van die trouw heb ik als devies hetzelfde gekozen als het zijne: Vrijheid van het denken is het hoogste goed. En, in naam van die vrijheid, nooit de vrijheid van anderen beperken. Daarbij: mijnheer Gadal leende iedereen het oor, iedereen. Zelfs degenen die niet met hem in volledige geestverwantschap stonden. Want hij zei dat iedereen zijn eigen weg moest volgen, en dat het niet nodig is dat allen in eenzelfde groep verzameld worden. Ieder werkt in zijn eigen groep voor de Universele Broederschap. Dát is de ware geest van het katharisme, en in naam van die geest zal ik zoals in het verleden eenzelfde openheid van geest betrachten jegens allen.’

CURSUS KATHAREN EN GNOSIS – MEER LEZEN EN INSCHRIJVEN

LEES MEER OVER DE GOUDEN DRAAD VAN DE VRIJE GEEST

BESTEL DE GOUDEN DRAAD VAN DE VRIJE GEEST

Eén gedachte op “Volg de kathaarse voetstappen – vijfdelige cursus over de wijsheid en de levenshouding van de katharen

Reacties zijn gesloten.