Tekstgedeelten uit de vijfde internationale Aquariusconferentie (Toulouse)

DOWNLOAD THE NEW CADUCEUS (FREE PDF)

BESTEL DE NIEUWE MERCURIUSSTAF, € 3,- (1 AQUARIUS CONFERENTIE)

BESTEL DE APOCALYPS VAN DE NIEUWE TIJD, € 10,- (5 AQUARIUS CONFERENTIES)

In Toulouse werd in 1967 de laatste van een serie van vijf jaarlijkse internationale Aquariusconferenties van het Gouden Rozenkruis gehouden. Alle teksten daarvan zijn gepubliceerd in het boekje De nieuwe mercuriusstaf (€ 3,-).  Die uitgave maakt deel uit van de bundel De apocalyps van de nieuwe tijd (€ 10,-) met de vijf boekjes van alle gehouden Aquarius-conferenties. Hieronder volgen tekstgedeelten uit conferentie die in Toulouse is gehouden.

1. Tekstgedeelte uit de eerste bijeenkomst

Met het uit Genesis 31 (44-55) geciteerde hopen wij het brandpunt van concentratie gevonden te hebben om de arbeid, die in deze vijfde Aquarius-conferentie met de leerlingen van het Lectorium Rosicrucianum verricht dient te worden, te doen slagen. De steen van de getuigenis is eveneens door de jonge gnostieke Broederschap geplaatst (als het monument Galaad), en wel op 5 mei van het jaar 1957, in het dal van de Ariège te Ussat-les-Bains, in Frankrijk. Daarmee werd door het Lectorium Rosicrucianum het grote verbond gesloten met alle voorgaanden van de grote broederschapsketen. 

De jonge gnostieke Broederschap heeft tot op dit moment, dwars door alle barrières heen, haar trouw aan de Christus en zijn broederschapsketen bewezen. Wij zijn dan ook vervuld van grote dank aan God – wiens macht en kracht geopenbaard zijn in en door de broederschap des levens, de geestesschool van de jonge gnosis en haar leerlingenschaar – dat deze vijfde Aquarius-conferentie mogelijk is geworden. Zoals destijds de perfecten, de volkomenen van de gnostieke broederschapsketen van alle tijden, het proces der vrijmaking moesten doorleven en doorworstelen, zo geldt dit eveneens vandaag de dag nog voor elke serieuze leerling van het Lectorium Rosicrucianum.

Een enorme activiteit heeft zich de afgelopen maanden onder de leerling-werkers van de geestesschool geopenbaard, zowel op spiritueel als op stoffelijk gebied, als voorbereiding op al hetgeen in deze vijfde Aquarius-conferentie van het jaar 1967 in de stad Toulouse zou gaan gebeuren. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen zich openbaren, en dit niet slechts voor de volmaakten, doch voor allen die de gnosis willen toebehoren. Mocht de jonge gnostieke Broederschap door haar arbeid en inspanning daartoe bijdragen, dan is de arbeid van de waarlijk levenden opnieuw volbracht. En hij, die dit getuigt, zegt van binnen uit en volkomen: ‘Ja! Amen’.

Zo is dan de voorbereidende bladzijde van het grote boek van de jonge gnosis volgeschreven. Deze bladzijde wordt nu omgeslagen en wij vangen, zo God het ons toestaat, op dit moment tezamen aan met een geheel nieuwe bladzijde, met in ons het vaste besluit:
trouw te zijn aan God,
trouw aan de broederschap des levens,
trouw aan de jonge gnostieke broederschap,
die zich openbaart in en door het Lectorium Rosicrucianum,
totdat eens het grote teken, het teken van de getuigenis, in een ieder van ons zal zijn opgericht. Dan zal de vervulling van al hetgeen in deze vijfde Aquarius-conferentie in Zuid-Frankrijk in het jaar 1967 wordt besproken, eens te meer een krachtdadig feit worden.

2. Tekstgedeelte uit de tweede bijeenkomst

Wanneer de mensen nog niet doordrongen zijn van de noodzaak, dat de zielemens, die nu nog leeft in het oud, natuurgeboren johanneïsche huis, zich volledig moet gaan openbaren, blijven zij, als natuurgeborenen, een vermenging, een verstrengeling, van goed en kwaad. Als een onontwarbaar kluwen zijn de tweelingkrachten van de natuur in iedere levensstaat te vinden. de gevolgen ervan zijn: grote vermoeidheid, afstomping van begrip, ziekte, kristallisatie en dood. De gnosis van alle tijden heeft jaar leerlingen dit steeds voorgehouden aan de hand van de feiten. 

De gevolgen zijn onontkoombaar en de klassieke waarschuwing: ‘Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven’ (Genesis 2:16-17), blijkt maar al te juist te zijn. 

Wanneer u dit probleem in zijn geheel voor u ziet, ligt het voor de hand dat een serieuze leerling zich afvraagt: kán men inderdaad zich praktisch afwenden van de tweeling-krachten van de dialectische natuur en de plexus sacralis, het wortelsysteem van het slangenvuurstelsel, dwingen de andere lichtkrachten, de goddelijke lichtkrachten van de zeven oerstromen, in het lichaam op te nemen? Ja vrienden, dat kan men! In die mogelijkheid vindt de gnosis haar kracht. 

In onze innerlijke school wordt veelvuldig met de leerlingen gesproken over de zeven oerstromen, die van de Vader uitgaan. Deze zeven oerstromen van de Logos vertonen géén verstrengeling van goed en kwaad, van licht en duister. Zij zijn alomtegenwoordig en onveranderlijk in krachtbetoon. Wanneer onze geestesschool erin slaagt haar leerlingen uit deze universele zevenkracht te doen leven en zijn, zal er van de groep een zeer bijzondere, nieuwe onaardse kracht uitgaan. Die kracht zal zijn als een spijze, een heilige spijze, als een rein, blank manna, dat iedere dag op de levensvelden verbijzonderd zal worden, ten dienste van allen. 

Hierin ligt het geheim van de gnostieke magie: lichtkracht uitstralen van onaardse samenstelling, dankzij het feit dat de dienaren en dienaressen deze lichtfakkels heffen in de duisternis van de natuur des doods, hun slangenvuurstelsel hebben vrijgemaakt voor de ingang van de universele zevengeest.

3. Tekstgedeelte uit de derde bijeenkomst

Versta, vrienden, dat het universele Rozenkruis door alle tijden heen de opdracht en de taak heeft werkelijk bevrijdend streven van de mensen, hoe dan ook en waar dan ook, te steunen, zonder daarbij uit het oog te verliezen, dat het universele Rozenkruis, als dienaar van de universele Christus, ook op directe wijze initiatieven neemt.

In het oude, zo klassieke centrum van de katharen, in het dal van de Ariège in Frankrijk, was en is een grot, die aangeduid werd als de grot van de grootmeester. Wie was die grootmeester? Hij was geen kathaar, doch een rozenkruiser! Hij vertegenwoordigde de broederschap van het Rozenkruis onder de katharen. Hij gaf steun en hulp, voor zover dat mogelijk was, en verbond de katharen met hen, die hun tot in eeuwigheid nabij zouden zijn. Doch de grootmeester van het Rozenkruis, toegevoegd aan de kathaarse broederschap, zou nimmer treden in de magie van de kerk!

Magie is: een bepaald doel, of leerstuk, of streven met kracht ondersteunen, om aldus invloed op de mensen te kunnen uitoefenen. Daarom zal magie, wanneer men haar in werkelijk goddelijke zin wil aanwenden, aan strenge wetten onderworpen moeten zijn; wetten, die zich ook steeds moeten wijzigen, omdat de voortgang van de mensheid het noodzakelijk maakt. 

De kerkelijke magie is gebaseerd op de kundalinikrachten van het strale lichaam, zoals zoveel magie geheel en al berust op de krachten van de oude maanmysteriën. Tot aan het begin van de jaartelling was het nog mogelijk en in beperkte mate geoorloofd, enigermate met de chakra-kundalini van het astrale lichaam te arbeiden. Doch reeds toen werden deze gebruiken doorkruist met de leer van Christus Jezus. Daarom zal, al sedert 200 jaar, geen werkelijke rozenkruiser een andere kundalini-kracht gebruiken dan die van het hart, geen andere kundalinikracht dan die van de ziel, omdat het sedert tenminste 2000 jaar een volstrekte eis is voor allen die waarlijk magie willen uitoefenen, de mensheid te stuwen tot het geboren worden van de levende geestziel als dé opgave van dit aarde-tijdperk.

4. Tekstgedeelte uit de vierde bijeenkosmt
(gebaseerd op lezing van Rudolf Steiner in Neuchatel op 28 september 1911)

Wat de middeleeuwse rozenkruiser bij het waarnemen van natuurprocessen beleefde, is een heilige vorm van natuurwetenschap. Wat de rozenkruiser kon beleven ten aanzien van geestelijke offergezindheid, aan grote vreugden, grote natuurgebeurtenissen, aan smart en treurigheid, al die verheven voorvallen, die zich voordeden tijdens de experimenten door hem gedaan, werkten bevrijdend en verlossend op hem in. Alles wat destijds in hem werd neergelegd, rust nu in de diepste, innerlijkste zijnsgronden van iedere mens.

Hoe kunnen wij nu die verborgen krachten hervinden, die destijds tot etherisch gezicht konden leiden? Wij vinden ze wanneer wij ons door ernstige overpeinzing en éénpuntige gerichtheid geheel overgeven aan het innerlijke leven van de ziel. Dan zal zich, als is het voorlopig aan een kleine schare, voltrekken wat Paulus op weg naar Damascus mocht beleven: het waarnemen van de etherische Christus, die bovenzinnelijk aan de mensheid verschijnt. Maar éérst dient de mens opnieuw tot het geestelijke schouwen van de natuur te en de mens zal niet tot dit geestelijk schouwen kunnen komen, zolang hij een innerlijk omzettingsproces, dat alleen langs de weg van de geesteswetenschap mogelijk is, niet heeft doorgemaakt. 

Door de doop in de Jordaan, toen de Christus neerdaalde in het lichaam van Jezus van Nazareth, én door het mysterie van Golgotha is de mensheid gereed tot het schouwen van de Christus later –  nog in dit millennium – om hem in het etherisch lichaam te schouwen en te beleven. Christus kwam en wandelde slechts éénmaal op aarde in een fysiek lichaam. Dit dient men te verstaan! De wederkomst van de Christus betekent: hem bovenzinnelijk in het etherlichaam schouwen.

Overeenkomstig het voorgaande dient dus een ieder, die de juiste weg van ontwikkeling wil gaan, zelf zich de vermogens eigen te maken om met het geestelijke oog te kunnen schouwen. Het zou voor de mensheid geen vooruitgang betekenen, wanneer de Christus nog eens in het fysieke lichaam zou moeten verschijnen. Bij zijn wederkomst zal hij zich openbaren in het etherlichaam. 

Wat de verschillende godsdiensten bij machte waren te geven, is door Christiaan Rozenkruis en het college van de twaalven verzameld. De samenvatting van wat de afzonderlijke religies hebben gegeven en door hun belijders werd verlangs en nagestreefd, zal nú te vinden zijn in de Christus-impuls. Daarom zal dit de ontwikkeling zijn van de komende drieduizend jaren zijn: begrip aan te kweken en te doen groeien voor die Christus-impuls.

Vanaf de twintigste eeuw zullen alle religies verenigd zijn in het rozenkruisers mysterie. Da zal in de komende drie millennia mogelijk worden, omdat het niet langer nodig zal zijn om de mensen te onderrichten door middel van hetgeen in documenten is vastgelegd. De aanblik van de Christus zelf zal de mensheid doen verstaan wat Paulus op weg naar Damascus heeft beleefd: de mensheid zelf zal door dit Paulusbeleven heen gaan!

5. Tekstgedeelte uit de vijfde tempeldienst

Gezaaid wordt in bederf, in oneer en in zwakheid, zoals Paulus zegt in 1 Korinthe 15; doch wat opgericht, opgewekt, omgezet wordt, is niettemin onverderfelijkheid, heerlijkheid en kracht. Want wat geschiedt er, wanneer men waarlijk het vrijmakende pad gaat? Men is bezig te vervaardigen en te bouwen een zielelichaam van grote, eeuwige spirituele kwaliteiten. 

Wanneer men tot de ontdekking gekomen is, dat er geen enkele plaats in deze wereld gevonden kan worden waar rust, vrede en veiligheid, vrijheid en geluk blijvend bestaan kunnen; wanneer men begrijpen gaat dat de werkelijke zowel als de onwerkelijke dingen begoochelingen kunnen worden genoemd, dan kán het uur in een mensenleven aanbreken, dat er een verlangen naar hoger, ander goed geboren wordt. 

Wie nu een dergelijke hunkering volgen gaat, daaraan dus gehoor geeft, zet zijn voet op het pad van zielewedergeboorte. Het is het pad dat voeren gaat naar de levensvelden van eeuwige zaligheid en eeuwige rust. In de geheime leer van de semieten spreekt men van het paleis der liefde. De gnostieken spreken van het pleroma of de volheid van eeuwig licht. De boeddhisten noemen het nirwana, en de christenen het koninkrijk der hemelen.

Maar alvoerens men het bevrijdende pad, de levensweg van de ziel begrijoen gaat, zal daaraan vooraf moeten gaan een bewust overgave van het ik-bewuste’ aan de ‘volheid van eeuwig licht’, dat is een zelfovergave waarvan, zoals de Heilige Schrift zegt, niemand beschadigd kán worden. daarom: wie de ziel verwint, wint de Geest. De ziel kan echter het verblijf van de zaligheid niet bereiken, wanneer niet eerst de vereniging tot stand is gekomen van de ziel met de substantie waaruit zij is voortgekomen.

Intuïtie berust op het vermogen van de ziel om de goddelijke volheid van het Al, die zich in ieder atoom van de zeven kosmische gebieden openbaart, volkomen te kennen. Welnu, die openbaring is het wezen van de geest, waarmee de ziel zich door middel van haar intuïtieve vermogen verenigt en waaruit zij gaat leven en zijn. Daarom kunnen wij hier zo heel goed de waarschuwing begrijpen, die is neergelegd in een oud hermetisch geschrift: ‘Wee de ziel, die het aardse huwelijk met haar aardse lichaam verkiest boven haar goddelijke echtgenoot, de Geest.’ Deze tekst is ontleend aan het ‘Boek der sleutels’ (Het Egyptische dodenboek).

Het is bekend, dat er grote verwaaring in de wereld heerst over het begrip en wezen van de Geest. Hoe het ook zij: boven alles blijkt, dat de mens eerst door de geboorte van de onsterfelijke ziel de vereniging van de geest vieren kan. Wij allen worden door de broederschap des levens uitgenodigd dit feest vieren, het feest van het endura, het feest waardoor niemand kán beschadigd worden.

De boeddhistische heilsopenbaring leert: ‘Betreedt dit pad en maak een einde aan de smart. Waarlijk, het pad is u gepredikt door mij, die gevonden heeft op welke wijze de wonden van de pijlen van de smart moeten worden geheeld. Doch u moet zelf de poging tot het helen doen.’

En in het Mattheüs-evangelie (7:13-14), lezen wij (in de Bergrede): ‘Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.’

Wij bidden u toe: betreed dit smalle pad en laat u leiden uit de rusteloze levensstromen, naar de vreugde en de vrede en de rust van het geest-ziele-leven. Mogen uw gedachten over het pad u sterken en nopen tot volharding. Gebruik de uren van de dag: beid uw tijd! 

Bron: De nieuwe mercuriusstaf door J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri

BESTEL DE NIEUWE MERCURIUSSTAF, € 3,- (1 AQUARIUS CONFERENTIE)

BESTEL DE APOCALYPS VAN DE NIEUWE TIJD, € 10,- (5 AQUARIUS CONFERENTIES)