Het Kruis van Licht, inleiding van Daniël van Egmond in het boek Spirituele Pasen en Pinksteren

 

BESTEL SPIRITUELE PASEN EN PINKSTEREN EBOOK

BESTEL SPIRITUELE PASEN EN PINKSTEREN SOFTBACK

Ieder mens is geroepen om eens de dood te overwinnen, om een onvergankelijke geestelijk lichaam op te bouwen dat ook bekend staat als het opstandingslichaam, verheerlijkt lichaam of gouden bruiloftskleed. Ervaar en begrijp de diepe wijsheid in oeroude verhalen over opstanding, hemelvaart en Pinksteren. Hieronder volgt de inleiding van Daniël van Egmond in het boek (en ebook) Spirituele Pasen en Pinksteren- Handreiking voor bezinning en bezieling rondom de opstanding van de innerlijke mens.

Het Paasfeest behoort eigenlijk gevierd te worden gedurende de lente-equinox. Tussen 21 en 23 maart is het licht van de dag precies in evenwicht met de duisternis van de nacht. Maar omdat wij de dag van dit feest volgens de maankalender van de joodse traditie bepalen – de eerste zondag op of na de equinox waarop het volle maan is – wordt Pasen vaak vele dagen na de equinox gevierd. Desondanks is de spirituele betekenis ervan nauw verbonden met de symboliek van dit evenwicht tussen dag en nacht.

De nacht geeft uitdrukking aan ons dagelijks leven: zolang het licht van onze ziel nog niet in ons is opgegaan, leven we als uiterlijke mens – de persoonlijkheid – in een diepe, geestelijke duisternis. Helaas bemerken de meeste mensen deze duisternis niet; zij menen dat het natuurlijke licht van het verstand alle duisternis reeds heeft verdreven.

Het subtiele licht dat de wereld van de ziel doorstraalt, kan daardoor niet tot hun persoonlijkheid doordringen. Wat voor de persoonlijkheid licht is, is duisternis voor de ziel en wat voor de ziel licht is, blijft duisternis voor de persoonlijkheid.

Omdat tijdens de lente- en herfstequinox licht en duisternis met elkaar in evenwicht zijn, raken, symbolisch gesproken, hemel en aarde – de wereld van de ziel en de wereld van de persoonlijkheid – elkaar dan. De poort die beide werelden verbindt, is gedurende deze periode van evenwicht geopend. Vanuit de persoonlijkheid gezien is het daardoor mogelijk om het koninkrijk der Hemelen binnen te gaan, mits zij bereid is al het aardse achter zich te laten.

Zij moet sterven, minder worden, opdat de ziel het middelpunt van haar leven kan worden, in plaats van alle ikken die haar leven gewoonlijk bepalen. Deze fundamentele omkering, van een egocentrische mens naar een mens die door haar of zijn ziel wordt geleid, is een van de betekenissen van het Paasmysterie.

In de joodse traditie wordt Pasen in verband gebracht met de uittocht uit Egypte. Het uitverkoren volk bevindt zich daar in slavernij. Symbolisch gezien behoort iedereen in wie iets van het licht van de ziel aanwezig is, tot dit uitverkoren volk. Egypte staat voor de wereld van duisternis waarin de uiterlijke mens tot slaaf van alle aardse genoegens is gemaakt, waardoor de ziel niet tot ontwikkeling kan komen.

Alleen een god kan hier redding brengen. Dankzij de invloed van engelen en profeten ontwaken vele mensen uit hun diepe slaap en beginnen zij te beseffen hoe diep de duisternis is waarin zij verkeren. Eindelijk zijn ze bereid de innerlijke stem van hun ziel te volgen die er naar snakt om uit haar slavernij bevrijd te worden. En zo vindt er een scheiding plaats tussen hen die in Egypte achterblijven en diegenen die bereid zijn de moeizame en gevaarlijk weg van dood (de woestijn) en opstanding (het beloofde land) te gaan bewandelen.

Opnieuw zien we hier dat er een omkering plaats vindt tussen een leven waarin de persoonlijkheid centraal staat en een leven dat gewijd is aan de geboorte en de ontwikkeling van de ziel. Bovendien toont dit verhaal een tweede belangrijke betekenis van het Paasmysterie: wij kunnen niet op eigen kracht, vanuit onze persoonlijkheid, uit deze duisternis worden verlost.

We hebben hiervoor hulp uit de wereld van de ziel nodig die ons echter alleen kan redden als we bereid zijn om te sterven voor de wereld van Egypte, dit wil zeggen als we bereid zijn om ons niet langer te laten leiden door onze dagelijkse gedachten, gevoelens en verlangens. Ja, dit betekent dat we bereid moeten zijn om een stervensproces door te maken, want alleen dat proces maakt het mogelijk dat het licht van de wereld van de ziel meer en meer tot ons kan gaan doordringen. Met andere woorden, we moeten bereid zijn om onszelf te offeren ter wille van het leven van de ziel.

Dat dit bijna een onmogelijke opgave is, blijkt uit de doodsangst die Jezus in de Hof van Gethsémané overvalt:

Vader, indien gij wilt, neem deze beker van mij weg; doch niet mijn wil, maar uw wil geschiede. Een engel uit de hemel verscheen aan hem om hem kracht te geven. Hij werd bevangen door dodelijke angst en bad zo vurig dat zijn zweet als bloeddruppels werden die op de aarde vielen.
(Lucas 22: 42–44)

Deze tekst maakt duidelijk dat Jezus deze weg naar de dood niet op eigen persoonlijke kracht kan volbrengen, ook hij ontvangt hemelse hulp die hem de kracht geeft om dit grote offer te brengen. Volgens de christelijk-theosofische traditie, zoals onder meer de werken van Jacob Boehme (fakkeldrager van het Rozenkruis 7) en de rozenkruisers tot uitdrukking  brengen, heeft dit offer van de Zoon het mogelijk gemaakt dat de poort tussen deze wereld van duisternis en de wereld van de ziel, in principe altijd voor ons openstaat, mits wij bereid zijn deze weg te gaan.

Het Paasmysterie is niet gebonden aan een bepaald tijdstip in het jaar; dit is een gebeuren dat in het eeuwige nu plaatsvindt. Desondanks is het noodzakelijk dat de uiterlijke mens, dankzij het jaarlijks terugkerende Paasfeest, zich deze mogelijkheid blijft herinneren.

Tijdens de ‘donkere nacht van de geest’ verschijnt aan Jezus een engel die hem de kracht geeft om deze beproeving te doorstaan. Een engel is een theofanie, dit wil zeggen, een bijzondere manifestatie van het goddelijke die in de spiegel van ons hart verschijnt. De manier en vorm waarin die goddelijke kracht zich aan ons kan tonen, hangt van verschillende factoren af.

Ten eerste is doorslaggevend de mate waarin ons hart ontvankelijk is voor hemelse invloeden. Tijdens ons leven heeft ons hart, of we ons daar nu van bewust zijn of niet, een bepaalde kwaliteit ontwikkeld. Indien ons hart meestal door het schone, het goede en het ware is gevoed, kan het goddelijke in een van de vele gedaanten van een engel aan ons verschijnen. Is de kwaliteit van ons hart echter vooral door negatieve kwaliteiten bepaald, dan zullen zich gestrenge, of zelfs demonische vormen aan ons tonen.

Ten tweede bepaalt de cultuur waarin wij zijn opgegroeid mede de vorm waarin het goddelijke kan verschijnen. Een overtuigd katholiek zal eerder de maagd Maria zien verschijnen dan de boeddhistische Kwan Yin, ofschoon beiden uitdrukkingen zijn van min of meer dezelfde goddelijke kwaliteiten. Vrouwelijke mystici zagen in hun visioenen vaak Jezus als hun beminde, terwijl bij veel leerlingen van Boehme het meestal Sophia was die tot hen kwam.

Ieders relatie met het goddelijke is uniek en daardoor zal het goddelijke op een unieke manier aan ieder van ons verschijnen om ons op onze innerlijke weg te leiden. Dit wordt in vrijwel alle
esoterische tradities benadrukt en ook in het vroege christendom vinden we hiervan talrijke getuigenissen. In de Handelingen van Petrus, een ‘apocrief’ – dit wil zeggen, esoterisch – geschrift uit het begin van onze jaartelling, staat het volgende geschreven:

Petrus kwam binnen en zag een van de bejaarde vrouwen, een weduwe, die blind was… Petrus sprak tot haar: Kom, moeder, vanaf deze dag geeft Jezus u zijn rechter hand waardoor wij een subtiel licht ontvangen dat door geen duisternis kan worden bedekt. Door mij heen zegt hij tot u: open uw ogen en zie en wandel….  
 
[Tot de mensen die aanwezig waren, sprak hij:] God heeft, bewogen door zijn mededogen, zich aan ons getoond in de gelijkenis van een man…. Ieder van ons zag [hem in een gedaante] die in overeenstemming was met zijn vermogen om dit visioen te ontvangen….  

Nadat allen hadden gebeden, leek het alsof de ruimte waarin zij zich bevonden, verlicht was met een licht dat door de wolken heen schijnt. Niet als het licht van de dag, maar een onuitsprekelijk, onzichtbaar licht, dat door niemand kan worden beschreven. Wij allen werden hierdoor in verwarring gebracht en riepen de Heer aan, zeggende: Ontferm u over uw dienaars. Geef ons Heer, datgene wat wij kunnen dragen, want dit licht kunnen wij zien, noch verdragen.  
 
Terwijl wij daar lagen, stonden de weduwen, die blind waren, op. En het stralende licht, dat aan ons verscheen, ging hun ogen binnen, zodat zij konden zien. Peter vroeg hen: vertel ons wat u hebt gezien. En zij zeiden: We zagen een oude man van een onuitsprekelijke schoonheid. Maar anderen zeiden: Wij zagen een jonge man. En weer anderen: wij zagen een jong kind die heel voorzichtig onze ogen aanraakte en toen werden onze ogen geopend.
(Handelingen van Petrus, 20–21)

En de eveneens apocriefe Handelingen van Johannes vertelt:

Toen Jezus de broers Petrus en Andreas had gekozen, zei hij tegen mij en Jacobus mijn broer: Ik heb jullie nodig, kom naar me toe. Toen mijn broer hem hoorde, zei hij tegen mij: Johannes, wat is er met dat kind aan de hand dat daar op het strand loopt en ons roept?  

Ik zei: welk kind? En hij antwoordde: Dat kind daar, dat ons wenkt. Ik antwoordde: Doordat we, toen we op zee waren, zo’n lange tijd niet hebben geslapen, kijk je niet goed, mijn broer; zie je die man dan niet die daar staat, aantrekkelijk en mooi en met een vriendelijk gezicht? Hij zei tot mij: die man zie ik niet, broeder, maar laten we naar hem toe gaan en we zullen zien wat hij van ons wil.   

(Handelingen van Johannes 88)
Toen hij op vrijdag werd gekruisigd, op het zesde uur van de dag, viel er een diepe duisternis over de gehele aarde. Maar mijn Heer stond [op datzelfde moment] in het midden van de grot die hij [met zijn aanwezigheid] verlichtte. Hij zei: Johannes, voor de menigten beneden in Jeruzalem word ik gekruisigd en met een speer doorboord en geeft men mij gal en azijn te drinken. Maar tot jou spreek ik; luister goed.

Ik heb je in de geest ingefluisterd om naar deze grot te komen opdat je die dingen zult horen die een leerling van zijn meester behoort te leren en een mens van zijn God. Toen toonde hij mij een recht opstaand kruis van licht en rondom dat kruis bevond zich een grote menigte die uit vele verschillende gedaanten bestond. Ik zag de Heer boven het kruis, maar hij was zonder enige vorm, er was enkel een stem. Dit was geen gewone stem, maar een zoete en vriendelijke stem die waarlijk van God kwam.  
 
Deze stem sprak: Johannes, het is noodzakelijk dat er iemand is die deze dingen van mij hoort. Dit kruis van licht wordt ter wille van jou door mij soms ‘Woord’ genoemd, soms ‘Intellect’, soms ‘Jezus’, soms ‘Christus’, soms ‘Deur’, soms ‘Weg’, soms ‘Brood’, soms ‘Zaad’, soms ‘Opstanding’, soms ‘Zoon’, soms ‘Vader’, soms ‘Geest’, soms ‘Leven’, soms ‘Waarheid’, soms ‘Geloof’, soms ‘Genade’.  
 
Al deze namen maken het mogelijk dat mensen het begrijpen. Maar in werkelijkheid begrenst het alle veranderlijke dingen en verhoogt het alle het onveranderlijke dat uit het veranderlijke is ontstaan. Het is de harmonie van de wijsheid en wijsheid in harmonie….

Dit kruis verbindt door het Woord al het onveranderlijke tot een eenheid met zichzelf en verwijdert al het vergankelijke dat zich beneden hem bevindt. Dit is niet het houten kruis dat je zult zien als je weer naar beneden gaat. Ook ben ik – die je nu niet kunt zien, maar wel kunt horen – het niet die je daar aan het kruis zult zien hangen.   

(Handelingen van Johannes 97-99)

Dit Kruis van Licht is de poort tussen duisternis en licht, tussen deze wereld en de wereld van de ziel. Als de vergankelijke persoonlijkheid bereid is zich te laten kruisigen, kan de onvergankelijke ziel uit de duisternis van deze wereld opstaan in het licht van de hemelen. Hoe deze poort aan ons verschijnt, welke vorm de engel die ons op deze weg van dood en opstanding leidt, zal aannemen, hangt af van de kwaliteit van ons hart.

Het Paasfeest herinnert ons er elke keer weer aan dat we ons hart moeten en kunnen zuiveren, opdat dit een plaats wordt waar de kruisdood van de persoonlijkheid en de opstanding van de ziel kan gebeuren. En zij, die ons op deze weg zijn voorgegaan, staan gereed om ons door dit Paasmysterie heen te leiden. Ieder van ons heeft zo’n beschermengel die ons oproept om op weg naar Pasen te gaan.

Daniël van Egmond
 
Bilthoven, januari 2016

BESTEL SPIRITUELE PASEN EN PINKSTEREN EBOOK

BESTEL SPIRITUELE PASEN EN PINKSTEREN SOFTBACK

INHOUDSOPGAVE

woord vooraf door Doride Zelle

inleiding door Daniël van Egmond: Het kruis van licht

SPIRITUELE PASEN

palmzondag * De doortocht
maandag * Door de poort gaan
dinsdag * Het mysterie van geboorte en dood
woensdag * De innerlijke tempel reinigen
donderdag * Overgave aan je innerlijke meester
vrijdag * Nieuwe innerlijke kracht betonen
zaterdag * De cruciale overwinning op jezelf
paaszondag * De bevrijding van de innerlijke mens

SPIRITUELE PINKSTEREN

zondag * Geest, ziel en lichaam één laten worden
maandag * Liefde voor alles en allen
dinsdag * Deel krijgen aan de eeuwigheid
woensdag * De transfiguratie aanschouwen
donderdag * Het licht van de wereld volgen en zíjn
vrijdag * Zelfinwijding op basis van zelfautoriteit
zaterdag * Opgetrokken worden in een ander gebied
Pinksteren * Vervuld worden van de Heilige Geest

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN DANIËL VAN EGMOND