De bergrede van Jezus zoals die is opgenomen in het Evangelie van de Heilige Twaalven door Gideon Jasper Ousley

BESTEL HET EVANGELIE VAN DE HEILIGE TWAALVEN

Hieronder volgt de gehele tekst van de Bergrede van Jezus zoals die is opgenomen in Het Evangelie van de Heilige Twaalven en die bijna hetzelfde is als de bergrede in het Evangelie van Mattheüs uit de Bijbel. Jan van Rijckenborgh (fakkeldrager van het Rozenkruis 21) schreef toelichtingen op de Bergrede die gepubliceerd zijn in de uitgaven Het mysterie der zaligsprekingen en Het licht der wereld.

25. DE BERGREDE (I)

Toen Jezus de menigte zag, beklom hij een berg en toen hij gezeten was kwamen de twaalven bij hem. Hij richtte zijn blik op zijn discipelen en sprak: 

Zalig van geest zijn de armen, want voor hen is het koninkrijk der hemelen.
Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen getroost worden.
Zalig zijn zij die zachtmoedig zijn, want zij zullen de aarde erven.
Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
Zalig zijn zij die barmhartig zijn, want zij zullen barmhartigheid ervaren.
Zalig zijn zij die zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien.
Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden.
Zalig zijn zij, die om gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van God.?
Ja, zalig bent u als de mensen u haten, u uit de samenleving verbannen, u verwijten doen en uw naam als kwaad uitbannen, ter wille van de mensenzoon. Verheugt u in die dag en springt op van vreugde, want ziet, uw beloning is groot in de hemelen. Op dezelfde wijze immers behandelden hun voorouders de profeten.

Wee u die rijk bent, want u hebt in dit leven uw troost ontvangen.
Wee u die verzadigd bent, want u zult honger lijden.
Wee u die nu lacht, want u zult treuren en wenen.
Wee u als alle mensen goed over u spreken, want zo deden immers hun voorouders ook met de valse profeten.

U bent het zout der aarde, want elke offerande moet met zout gezouten worden, maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal men zouten? Dan is het nergens meer goed voor dan om weggegooid en vertrapt te worden. ?

U bent het licht der wereld. Een stad die op een berg gebouwd is, kan niet verborgen zijn. Men steekt ook geen kaars aan en zet deze onder een korenmaat, maar men zet haar op een kandelaar. Dan geeft deze licht aan allen die in het huis zijn. Laat aldus uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede daden mogen zien en uw vader-moeder die in de hemel verblijft, verheerlijken.

?Meent niet dat ik gekomen ben om de wet of de profeten teniet te doen. Ik ben niet gekomen om af te breken maar om te vervullen. Want waarlijk, ik zeg u, totdat de hemel en de aarde voorbijgaan zal er geen tittel of jota van de wet of de profeten vergaan, tot alles vervuld zal zijn.

Maar ziet, iemand, belangrijker dan Mozes is hier en hij zal u de hogere wet, ja, de volmaakte wet geven en deze wet zult u gehoorzamen.? Wie dan ook een van deze geboden die hij zal geven, schenden zal en de mensen aldus zal onderwijzen, zal de minste in het koninkrijk genoemd worden. Zij echter die ze zullen opvolgen en onderwijzen zullen groot zijn in het hemelse koninkrijk.

Voorwaar, zij die geloven en gehoorzamen, zullen hun ziel redden en zij die niet gehoorzamen, zullen deze verliezen. Want ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet meer is dan die van de farizeeën en schriftgeleerden, zult u het hemelse koninkrijk niet binnengaan.? Als u daarom uw gave naar het altaar brengt en daar eraan denkt dat uw broeder iets tegen u heeft, laat dan uw gave voor het altaar liggen en wendt u eerst tot uw broeder, verzoent u met hem en brengt dan uw offer.

?Komt snel, terwijl u nog met hem onderweg bent, met uw tegenstander tot overeenstemming, zodat uw tegenstander u op een bepaald moment niet aan de rechter overlevert en de rechter u aan de gevangenisbewaker overlevert en u in de gevangenis geworpen wordt. Waarlijk, ik zeg u, u zult daar niet uitkomen totdat u de laatste penning betaald zult hebben.

U hebt gehoord dat gezegd is: U zult uw naaste liefhebben en uw vijand haten. Maar ik zeg u: hebt uw vijanden lief, en behandelt hen goed die u haten.

?Zegent hen die u vervloeken, en bidt voor hen die u kwaad doen. Opdat u kinderen moogt zijn van uw vader-moeder die in de hemelen verblijft, die de zon laat opgaan over bozen en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

Want wanneer u liefhebt die u liefhebben, wat is dan uw verdienste? Want ook zondaren hebben lief die hen liefhebben. Als u hun goed doet die u goed doen, wat is dan uw verdienste? Zondaren doen immers hetzelfde. En als u alleen maar uw broeders groet, wat doet u dan meer dan anderen? Doen belastinginners niet hetzelfde?? Als een verlangen uw leven bepaalt, waardoor u van de waarheid afwijkt, werpt dan uw begeerte van u. Het is beter het werkelijke leven binnen te gaan in het bezit van de waarheid, dan deze te verliezen en in de buitenste duisternis geworpen te worden.

?En als u iets wenst wat een ander pijn of verdriet veroorzaakt, werpt het van u; aldus zult u vrede bereiken. Het is beter verdriet te hebben dan dit anderen die zwakker zijn toe te brengen.? Weest daarom volmaakt, evenals uw vader-moeder, die in de hemel verblijft, volmaakt is.

26. DE BERGREDE (II)

Let erop geen aalmoezen te geven om door de mensen ?gezien te worden, opdat de beloning niet uitblijft van uw vader-moeder die in de hemel is. Als u aalmoezen geeft, bazuint het niet uit zoals de huichelaars in de synagogen en in de straten doen, opdat zij door de mensen geëerd zullen worden. Ik zeg u, zij hebben hun loon werkelijk al ontvangen.?

Maar als u aalmoezen geeft, laat dan uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet. Let erop dat uw aalmoes in het verborgene gegeven wordt. Hij die in het verborgene is en het verborgene doorziet, zal het u in het openbaar vergelden.

?Tijdens uw gebed zult u niet zijn als de huichelaars, want zij houden ervan staande in de synagogen en op de hoeken van de straten te bidden opdat zij door de mensen gezien worden. Ik zeg u, zij hebben hun loon werkelijk al ontvangen. ? Maar als u bidt, doet dat dan binnenskamers en als u de deur gesloten hebt, bidt dan tot uw vader-moeder die in het verborgene is, en de verborgene, die het verborgene doorziet, zal dit openlijk vergelden.

Als u gezamenlijk bidt, gebruik geen ijdele woorden zoals de heidenen doen, want zij denken dat zij door hun breedsprakigheid verhoord worden. Doet niet zoals zij want uw hemelse vader-moeder weet wat u nodig hebt, voor u het hem vraagt. Als u samen bent, bidt daarom aldus (het Onze Vader):?

Onze vader-moeder, die in de hemel is: geheiligd zij uw naam.
Uw koninkrijk kome.
Uw wil geschiede op aarde evenals in de hemel.
Geef ons elke dag uw dagelijks brood en de vrucht van de levende wijnstok.
Evenals u onze schulden vergeeft, mogen wij de schulden van anderen vergeven.
Laat ons niet in de verzoeking.
Verlos ons van het kwade.
Want uwer is het koninkrijk, de macht en de heerlijkheid, in alle eeuwigheid.
Amen.

?Als u de schulden van de mensen vergeeft, zal uw hemelse vader-moeder u ook vergeven. Maar als u de schulden van de mensen niet vergeeft, zal uw vader-moeder, die in de hemel is, uw schulden ook niet vergeven.

?Zet geen droevig gezicht als u vast, zoals de huichelaars doen, want zij vervormen hun gezicht opdat de mensen zullen zien dat zij vasten. Ik zeg u, zij hebben hun loon werkelijk al ontvangen.? Ik zeg u: tenzij u zich ver houdt van de wereld en haar slechte gewoonten, zult u zeker het koninkrijk niet vinden. Tenzij u de sabbat houdt en ophoudt met het zo snel mogelijk vergaren van rijkdommen, zult u de vader-moeder in de hemel niet zien.

Maar als u vast, zalft uw hoofd en wast uw gezicht, opdat de mensen niet zullen zien dat u vast. De al-heilige, die in het verborgene ziet, zal het u openlijk vergelden.

Zo ook als u rouwt voor de overledenen en bedroefd bent, want uw verlies is hun winst. Doet niet als hen die voor de mensen rouwen en luid weeklagen en hun kleren scheuren, opdat de mensen zullen zien dat zij rouwen. Want alle zielen zijn in Gods hand en zij die goed gedaan hebben, rusten bij hun voorouders in de omarming van de eeuwige.

?Bidt liever voor hun rust en vooruitgang, en bedenkt dat zij in het land van rust zijn dat de eeuwige voor hen heeft bereid. Zij zullen een rechtvaardige beloning voor hun handelen krijgen, en klaagt niet zoals zij die geen hoop hebben. ?

Verzamelt geen rijkdommen op aarde, waar de mot en de roest alles aantasten en waar dieven inbreken en stelen, maar verzamelt schatten in de hemel, waar mot en roest niets aantasten en waar geen dieven inbreken of stelen. Want waar uw schat is, zal ook uw hart zijn.

? De lampen van het lichaam zijn de ogen. Als uw oog derhalve helder is, zal uw hele lichaam vol licht zijn. Als uw ogen echter dof zijn of in gebreke blijven dan zal uw hele lichaam vol duisternis zijn. Als daarom het licht in u verduisterd is, hoe diep zal dan de duisternis zijn!? Niemand kan twee heren dienen, of hij zal de ene haten en de andere liefhebben, of hij zal zich aan de ene hechten en de andere verachten. U kunt niet God dienen en de mammon.

Daarom zeg ik u: weest niet overmatig bezorgd voor uw leven, wat u eet of drinkt en ook niet voor uw lichaam en uw kleding. Is het leven niet meer dan de voeding en het lichaam niet meer dan de kleding?

Wat zal het een mens baten als hij de hele wereld verkrijgt en zijn leven verliest?? Aanschouwt de vogels in de lucht, zij zaaien of maaien niet, en worden niet in schuren samengebracht; toch worden zij door uw hemelse vader-moeder gevoed. Wordt er voor u niet beter gezorgd dan voor hen? Wie van u kan door zich erop te bezinnen een el aan zijn lengte toevoegen?

En waarom bent u bezorgd over uw kleding? Kijkt naar de lelies in het veld, hoe zij groeien; zij werken niet, zij overleggen niets. Toch zeg ik u, dat Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed was als een van deze.

?Waarom zal God, die het grasland kleedt dat er vandaag is en morgen in de oven wordt geworpen, u niet beter kleden, o kleingelovigen?? Vraagt u daarom niet bezorgd af: wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmee zullen wij ons kleden? (Want naar al deze dingen zoeken de ongelovigen.) Uw hemelse vader-moeder weet immers dat u al deze dingen nodig hebt. Maar als u eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid zoekt, dan zullen al deze dingen u ten deel vallen. Weest dan niet bezorgd over de dag van morgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.

27. DE BERGREDE (III)

Oordeelt niet, opdat u niet geoordeeld wordt. Want volgens het oordeel dat u velt, zult u geoordeeld worden. Met de maat waarmee u meet, zult u gemeten worden. En wat u anderen aandoet, zal ook u aangedaan worden. En waarom ziet u wel de splinter in het oog van uw broeder maar let u niet op de balk die in uw eigen oog is? Of wilt u tot uw broeder zeggen: laat mij de splinter uit uw oog halen terwijl er zich een balk in uw eigen oog bevindt? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit uw eigen oog, dan zult u duidelijk genoeg zien om de splinter uit het oog van uw broeder te halen.

Geeft wat heilig is niet aan de honden en werpt uw parels niet voor de zwijnen, opdat zij deze niet onder hun poten vertrappen en zich tegen u keren en u verscheuren.

? Vraagt en u zal gegeven worden; zoekt en u zult vinden; klopt en u zal worden opengedaan; want ieder die vraagt, ontvangt; en die zoekt, vindt; en die klopt, zal worden opengedaan. Is er één mens onder u die als zijn kind om brood vraagt, hem een steen geeft? Of als het om een vis vraagt hem een slang geeft?

Als u dan als zondige mens uw kinderen goede gaven weet te geven, hoeveel meer goede gaven zal uw vader-moeder, die in de hemelen is, geven aan hen die erom vragen?? Alles nu wat u wilt dat de mensen u doen, doet dat ook voor hen. Wat u niet wilt dat de mensen u doen, doet hun dat ook niet aan. Want dit is de wet en de profeten.

?Ga binnen door de enge poort, want smal is de weg en nauw de poort die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die deze vinden. Maar wijd is de poort en breed is de weg die tot het verderf leidt, en velen gaan daardoor naar binnen.

Wacht u voor valse profeten die in schaapskleren tot u komen, maar innerlijk zijn zij roofzuchtige wolven. Aan hun vruchten zult u ze kennen. Plukt men druiven van doornen, of vijgen van distels?? Zo ook zal elke goede boom goede vruchten voortbrengen maar een slechte boom zal slechte vruchten voortbrengen.

Elke boom die geen goede vruchten voortbrengt, is alleen maar geschikt om omgehakt en in het vuur geworpen te worden. Door hun vruchten zult u het goede van het kwade kunnen onderscheiden.

Niet ieder die tegen mij zegt: Heer, heer, zal het hemelse koninkrijk binnengaan maar hij die de wil uitvoert van mijn vader-moeder, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen mij zeggen: Heer, heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, in uw naam duivels uitgebannen en in uw naam veel wonderbaarlijke werken gedaan? En dan zal ik tot hen zeggen: ik heb u nooit gekend; ga weg van mij, u, werkers van ongerechtigheid.

?Een ieder nu die deze woorden van mij hoort en ernaar handelt, zal ik vergelijken met een verstandig mens die zijn huis stevig op een rots heeft gebouwd. De regens kwamen neer en er kwamen overstromingen, de stormwinden sloegen tegen het huis maar het viel niet om, want het was op een rots gegrondvest.? En een ieder die deze woorden van mij hoort en er niet naar handelt, zal als een dwaas zijn die zijn huis op zand heeft gebouwd.

De regens kwamen neer en er kwamen overstromingen, de stormwinden sloegen tegen het huis en het stortte in en zijn val was groot. Een stad echter die stevig in het vierkant gebouwd is en omgeven door een cirkel, of op de top van een berg staat en gegrondvest is op een rots, kan niet vallen of verborgen blijven.

Toen Jezus deze woorden gesproken had, verbaasde het volk zich over zijn leer. Want hij onderrichtte hun als iemand die een beroep doet op het verstand en het hart en niet als de schriftgeleerden die zich in hoge mate beriepen op hun gezag.

INHOUDSOPGAVE

Inleiding en plaatsbepaling

Proloog

    1. De afkomst en de conceptie van Johannes de Doper
    2. De onbevlekte conceptie van Jezus de Christus
    3. De geboorte van Johannnes de Doper
    4. De geboorte van Jezus Christus
    5. De openbaring van Jezus aan de magiërs
    6. Kindertijd en jeugd van Jezus
    7. De prediking van Johannes de doper
    8. De doop van Jezus‐Maria, de Christus
    9. De vier verzoekingen
    10. Jozef en Maria geven een feest voor Jezus. Andreas en Petrus vinden Jezus
    11. De zalving door Maria Magdalena
    12. De bruiloft te Kana
    13. De eerste prediking in de synagoge
    14. Andreas en Petrus worden geroepen
    15. Genezing van de melaatse en de verlamde
    16. Mattheus wordt geroepen. De gelijkenis van de nieuwe wijn in oude zakken
    17. Jezus zendt de twaalven uit
    18. De uitzending van de tweeënzeventig
    19. Jezus geeft lering over het bidden
    20. De terugkeer van de tweeënzeventig
    21. Jezus bestraft wreedheid tegen een paard
    22. Het herstel van de dochter van Jaïrus
    23. Jezus en de Samaritaanse vrouw
    24. Jezus laakt wreedheid. Hij geneest de zieken en werpt duivelen uit
    25. De Bergrede I
    26. De Bergrede II
    27. De Bergrede III
    28. Jezus bevrijdt de konijnen en duiven
    29. Het spijzigen van de vijfduizend met zes broden en zeven trossen druiven. Genezing van de zieken
    30. Het brood des levens en de levende wijnstok
    31. Het brood des levens en de levende wijstok. Jezus berispt de onnadenkende drijver
    32. God is spijs en drank voor allen
    33. Vergeving van zonden gebeurt niet door het storten van bloed van anderen
    34. De liefde van Jezus voor alle schepsels en zijn zorg voor een kat
    35. De goede wet – Maria en Martha over goddelijke wijsheid
    36. De overspelige vrouw. De farizeeër en de tollenaar
    37. De wedergeboorte van de ziel
    38. Jezus veroordeelt het mishandelen van dieren
    39. Zeven gelijkenissen over het hemelse koninkrijk
    40. Jezus verklaart aan de twaalf zijn innerlijke leer
    41. Jezus geeft de gekooide vogels de vrijheid
    42. Jezus onderwijst over het huwelijk. De zegening van de kinderen
    43. Jezus spreekt over de rijkdommen van deze wereld, over het wassen van de handen en over onzuiver voedsel
    44. De belijdenis van de twaalf. Christus de ware rots
    45. Het vragen naar tekens. De onzuivere geest
    46. De verheerlijking op de berg. De wetgeving
    47. Geest doet leven. De rijke man en de bedelaar
    48. Jezus voedt duizend mensen met vijf meloenen. Op de sabbat geneest hij de verschrompelde hand
    49. De ware tempel van God
    50. Christus het licht van de wereld
    51. De waarheid maakt vrij
    52. Christus verklaart zijn eerdere bestaan
    53. Jezus geneest de blinde op de sabbat. Jezus bij de vijver van Siloam
    54. Het verhoor van de blindgeboren man. Een levend voorbeeld uit het huis van God
    55. Christus de goede herder. Een met de vader
    56. De opwekking van Lazarus
    57. Over kleine kinderen. Vergeving van hen die zondigen. Gelijkenis van de vissen
    58. Gods liefde voor de boetvaardige
    59. Jezus onderwijst zijn discipelen. Hij vindt Zacheüs
    60. Jezus bestraft huichelarij
    61. Jezus voorspelt het einde
    62. De gelijkenis van de tien maagden
    63. De gelijkenis van de talenten
    64. Jezus onderwijst in de kring van de palmen. Het goddelijke leven en substantie
    65. De laatste zalving door Maria Magdalena. Verwaarloos het heden niet
    66. Opnieuw onderwijst Jezus zijn discipelen
    67. De laatste intocht in Jeruzalem. De schapen en de geiten
    68. De landheer en de pachters. Orde uit wanorde
    69. De innerlijke Christus. De opstanding en het leven
    70. Het zuiveren van de tempel
    71. Jezus bestraft Petrus om zijn haast
    72. De vele woningen in het huis
    73. Christus, de ware wijnstok
    74. Jezus voorspelt vervolgingen
    75. Het laatste paasavondmaal
    76. De voetwassing. Het nieuwe gebod.
    77. De strijd van de ziel in de hof
    78. Het verraad van Judas Iskariot
    79. Het Hebreeuwse verhoor voor Kajafas
    80. Het verdriet en het berouw van Judas
    81. Het Romeinse proces voor Pilatus
    82. De kruisiging
    83. De begrafenis van Jezus
    84. De opstanding van Jezus
    85. Jezus verschijnt aan twee discipelen in Emmaüs
    86. Jezus verschijnt in de tempel en de bloedoffers houden op
    87. Jezus verschijnt aan de twaalf
    88. De achtste dag na de opstanding
    89. Jezus verschijnt bij het meer van Galilea
    90. Wat is waarheid?
    91. De voorschriften van het koninkrijk I
    92. De voorschriften van het koninkrijk II
    93. De voorschriften van het koninkrijk III
    94. De voorschriften van het koninkrijk IV
    95. De hemelvaart van Christus
    96. De uitstorting van de heilige geest

    De brief van Appolos de profeet

    Bron: Het Evangelie van de Heilige Twaalven door Gideon Jasper Ouseley

    BESTEL HET EVANGELIE VAN DE HEILIGE TWAALVEN

    LEES MEER OVER DE BOVENSTAANDE EVANGELIËN