12 van 12 Zaligsprekingen: Zalig zijn die vervolgd worden, want hunner is het koninkrijk der hemelen

 

HOOFDSTUK 1HOOFDSTUK 2HOOFDSTUK 3HOOFDSTUK 4HOOFDSTUK 5HOOFDSTUK 6HOOFDSTUK 7HOOFDSTUK 8HOOFDSTUK 9HOOFDSTUK 10HOOFDSTUK 11 – HOOFDSTUK 12

BESTEL HET MYSTERIE DER ZALIGSPREKINGEN

In de Bergrede in de Bijbel nemen de zaligsprekingen een bijzondere plaats in. Gewoonlijk worden ze beschouwd als een beloning in de toekomst voor een moreel hoogstaand leven. De verklaringen van J. van Rijckenborgh in Het mysterie der zaligsprekingen maken duidelijk dat de teksten van een heel andere orde zijn, met een zeer actuele waarde. De negen zaligsprekingen stellen ons voor het negenvoudige pad tot ware menswording. Hieronder volgt hoofdstuk 12 (slot) met de titel ‘Zalig zijn die vervolgd worden om de gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen. Zalig zijt gij als de mensen u smaden en vervolgen.’ 

Zo zijn wij dan toe aan de laatste twee der negen zaligsprekingen. En wij moeten onszelf even geweld aandoen, waar wij uit de verhevenheid van het ‘Zalig zijn de vreedzamen’ zo opeens midden in de grauwe werkelijkheid worden geplaatst. Wij zagen in onze laatste bespreking hoe de leerling het kindschap Gods verkreeg in de vrede die alle verstand te boven gaat. En nu moet hij vanuit deze serene zaligheid omlaagduiken tot zijn taak van hoofd, hart en handen in deze duistere grafspelonk.

Nauwelijks begonnen, vindt hij zich verplaatst in een paradoxale situatie, een situatie die zo goed onder woorden wordt gebracht in Psalm 120, vers 6 en 7: ‘Mijn ziel heeft lang gewoond bij degenen die de vrede haten. Ik ben vreedzaam; maar als ik spreek, zijn zij uit op strijd.’
Inderdaad, als de leerling met de vrede die alle verstand te boven gaat, met de vrede Gods, tot de mensheid komt, is het resultaat een felle strijd. Dat is een van de duidelijkste bewijzen voor het bestaan van de twee natuurorden. Er zijn twee natuurorden: de Godsorde, de statica, en de gevallen mensenorde, de dialectica. Er zijn twee tegengestelden, onverzoenlijk en onverenigbaar. Wanneer dan ook de Godsorde, door Jezus Christus en door de leerling van de christelijke hiërofantale Geestesschool, inbreekt in de gevallen natuurorde, dan flitsen de vlammen en is daar de vervolging.

Zij die de gerechtigheid Gods liefhebben en deze, krachtens hun in God herboren staat, in de wereld uitdragen, hebben geen vervolging te dúchten, maar zij ondervínden vervolging; de vervolging staat bij hen aan de deur, bij dag en bij nacht. Een vervolging van drievoudige aard: naar de geest, naar de ziel en naar de stof, het lichaam.

U dient goed te begrijpen dat alles wat de leerling die in de nieuwe hemel-aarde leeft, in deze wereld verwerkelijken wil, naar de natuur begrepen een dwaasheid, een onmogelijkheid en een gevaar beduidt. Daarom tracht de zwarte vijand alles wat naar de geest uit de leerling geboren wordt, te vermoorden.

Leringen van de Godsorde worden verminkt en in een kwaad daglicht gesteld. Getuigenissen van oude beschavingen die dicht bij het Godsland hebben geleefd, worden aan het intellectueel verkeer onttrokken en men laat ze in nevelen verzinken. Dit bewerkstelligt men door de overblijfselen van deze beschavingen, zoals papyri en oude geschriften, aan de circulatie te onttrekken, of door ze opnieuw, maar dan deerlijk geschonden, uit te geven.

Heel veel van wat wij bezitten aan Chinese filosofie is bijvoorbeeld door de jezuïeten, die voor een roomse wereldlijke macht ijveren, geschonden. Ook alles wat nog over is aan wijsheid van de Inka’s, Azteken en pre-Atlantische volkeren, is door de jezuïten gezeefd. De meest absurde beschuldigingen worden aangewend om de Geestorde te beletten macht te verkrijgen over mens en wereld. Daarom is de vervolging naar de geest dagelijkse spijs voor de werker in de grote wijngaard.

De vervolging begrepen naar de ziel is meer van persoonlijke en morele aard. De morele antecedenten en het morele gedrag van de aangevallenen worden in een kwaad daglicht gesteld en door tal van fluisteringen over kwalijke situaties en bedoelingen van financiële en morele aard wordt het grote werk ondermijnd en gedwarsboomd. Menige werker zou u over zielevervolgingen uit zijn levensgeschiedenis kunnen verhalen. Maar wees ervan overtuigd: dwars door kwaad en goed gerucht heen gaat hij voort met het strooien van het zaad in de veelal zo onvruchtbare akker.

En vindt de klassieke vijand hem na geestelijke en zielevervolging ongebroken, dan is er altijd nog de vervolging naar de stof en naar het lichaam. Dan wordt een situatie geschapen of aangegrepen om de betrokken werkers stoffelijk te vernietigen. Zij werden en worden vervolgd, gejaagd als schadelijke dieren, gemarteld, verbrand en vogelvrij verklaard.
Dit alles is het gevolg als men tracht de ware gerechtigheid te bevestigen in de tijd.

Nuchter bezint de leerling zich op deze vanzelfsprekende ervaringen. Hij constateert en bereidt zich voor, doch volkomen vrij van bitterheid, en tot op zekere hoogte gevoelt hij terzake een zekere humor. De tijd dat hij in bittere verontwaardiging zijn vuisten ophief en zijn protestwoorden sprak, is voorbij. Hij weet dat zulks energieverspilling is en hij weet ook dat het totaal overbodig is, want de overwinning, de volkomen overwinning, is aan hem. Hém is het Koninkrijk der Hemelen! ‘Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen.’

Wil dit zeggen dat hij straks, na volstreden strijd, in een hemelse toestand kan uitrusten en zijn loon in ontvangst nemen? Wil dit zeggen dat hij de zaligheid van deze toekomst reeds voorvoelt? Volstrekt niet! De bedoeling van deze zaligspreking is: duidelijk te maken dat, wat de klassieke vervolgers ook tegen de leerling zouden willen of kunnen ondernemen naar geest, ziel en stof, de volkomen overwinning geheel aan de zijde van het kruis is; dat het kruis tenslotte als een zwaard is dat alle tegenstand doorklieft; en dat er geen sprake is van ook maar enig succes van het zwarte gevloekte. Naar het uiterlijke wellicht aangetast en bespot, met dodelijk geweld overvallen en beroofd van wat in jarenlang zwoegen in mensendienst werd opgebouwd; doch voor het innerlijke gezicht kan de overwinningsstap der legerscharen van het licht geen seconde worden vertraagd.

Hoe heerlijk zou het zijn als iedere leerling besefte dat te midden van geweld en gevaar, dwars door spot en hoon, in deze wereld het Koninkrijk van het Licht ís opgebouwd. De muren rijzen omhoog en de torens verheffen hun spitsen in het volle, rijke licht van de nieuwe dag. De citadel van goedheid, waarheid en gerechtigheid staat te vonken en te glanzen voor wie haar maar zien wil. Láát men onze eer en goede naam maar aanranden, laat men ons maar belagen naar de stof: ‘Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen.’

De leerling heeft deel aan het ongerepte rijk van de Godsorde en hij bouwt mee aan dat deel van het Godsrijk dat hier veroverd wordt met oppermachtige wapens, de wapens der liefde, de wapens van het zuivere weten, de wapens van de toepassing der geestwet van Jezus Christus. Nog nimmer in de wereldhistorie heeft men iets tegen deze wapens vermocht.

‘Zalig zijt gij als de mensen u smaden en vervolgen en liegende allerlei kwaad van u spreken om mijnentwil.Verblijd u en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen, want alzo hebben zij vervolgd de profeten die voor u geweest zijn.’

Moet men dit zo verstaan dat men verheugd zou moeten zijn vanwege de smaad en de vervolging en de leugen? Dat zou onzin zijn. Leugen, laster, smaad en wanbegrip zijn dagelijkse spijs voor de leerling. Dat is een grote smart voor hem, een intens verdriet. Wij staan dus geenszins op het standpunt van sommige mystieken, die zich verheugen op leugen en laster, omdat de bewuste zaligspreking, naar de letter begrepen, zegt dat zij verheugd moeten zijn. Smart en vreugde zijn hier echter vermengd.

Als de leerling zijn opdracht op de juiste wijze vervult, als hij met de waarheid van het licht zich een schacht boort in dit mijnendiep, dan gaat er een kreun van angst door de natuur. De natuur, zich ontdekt ziende in haar begeertedrift en zelfhandhaving, kan altijd maar op één wijze reageren: door de scherpe klauw uit te slaan in leugen en laster en smaad en vervolging.

En zo er dan vanzelfsprekend smart is vanwege deze aantasting, zo is er nochtans ook vreugde en blijdschap, want de leerling weet – daar hij de reacties aan den lijve ondervindt en ze in het bloed draagt en naar de geest doorlijdt – dat zijn activiteit op de juiste wijze tot ontwikkeling is gekomen. Hij treedt door zijn daden en door zijn ondervindingen in de voetsporen van alle profeten en grote werkers die vóór hem geweest zijn. Daarom is zijn blijdschap volkomen. Immers, zijn loon is groot in de hemelen.

Versta ook dit woord zoals het verstaan moet worden. Als de bouwers het plan van de grote Architect uitvoeren, dan weten zij, ondanks allerlei opduikende moeilijkheden, dat het huis zal worden gebouwd en dat in de arbeid het loon van de arbeid begrepen is.

Twee dingen moeten terzake van deze dubbele zaligspreking goed worden verstaan. Ten eerste dat de mens-van-de-natuur slechts op één wijze kan reageren op de geestorde van Jezus Christus. De geestorde is voor de natuur een onbekende grootheid, en waar de geestorde de natuur aantast, daar ziet de natuur zich belaagd in haar waarden en plannen en verdedigt zij zich volgens haar wetten. U moet daarom goed beseffen dat de Christus niet gekomen is om vrede te brengen, maar het zwaard.

Wil de leerling in dienst treden van de geestorde, dan moet hij dus van harte bereid zijn het kruis op zich te nemen. Dat is een zaak van klaar inzicht. Dat is zijn smart, maar dat is ook zijn overwinning, zijn vreugde. In het dragen van dit kruis is de overwinning. Als de leerling in zijn navolging Christi, volgens het plan van zijn dienst op de heuvel Golgotha, op zijn beurt uitspreekt: ‘Het is volbracht!’, dan is dit geen wanhoopskreet, doch het is de kreet der overwinning. Hem is het Koninkrijk der Hemelen; zijn loon is groot. Zó groot, dat het niet met aardse maten te meten is. Zijn bouwstuk is gereedgekomen.

Wil, ten tweede, verstaan dat in het bevrijdende, geestelijke werk het loon van de arbeid in de arbeid zelf begrepen is. In de natuur ontvangt men het loon ná arbeid en de meeste mensen leven pas als zij dat loon in de tijd na de arbeid mogen besteden ten dienste van al wat nodig is. In het bevrijdende, geestelijke werk ontvangt de leerling het loon echter dóór zijn arbeid en ín zijn arbeid. Het loon in deze zin moet u echter niet zien als hetgeen de mensen hem voor zijn arbeid terugschenken in spontane reactie. Wat dat betreft wordt de werker niet verwend!

Het loon wordt ontbonden dóór de arbeid. Wanneer geheel volgens de geestwet wordt gearbeid, ontbindt de leerling verschillende krachten en vermogens, die hem uittillen boven tijd en ruimte, die hem maken tot de werkelijk Nieuwe Mens. Door deze rijkdommen overstelpt, wordt hij in staat gesteld tot nog dynamischer krachtsontplooiing, tot de overwinning daar is. Een onmetelijke rijkdom is het loon, dat in directe arbeid als een magische bron ontspringt.

Geve God dat u, na deze negenvoudige bezinning op het ‘zalig’, eenmaal gesproken op de berg, de weg naar het licht duidelijk voor u zult zien, en dat wij elkaar als pelgrims op deze weg zullen mogen ontmoeten. Een nieuwe tijd is daar, een nieuwe geestelijke zon staat lichtend boven de kim. Laten wij in deze dageraadsglanzen het pad met de negen treden bestijgen. Deze opgang is een vreugdevolle gang, het is het Koninkrijk der Hemelen. Het loon is groot en een vrede wenkt ten einddoel: de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat.

Besef echter in deze zegenrijke ontwikkeling goed, dat u woont in het land der vreemdelingschap; dat u hier wel uw pad moet aanvangen; dat u hier uw arbeid tot ontwikkeling moet doen komen; dat dwars door deze natuur uw pelgrimage zich moet aftekenen; maar dat u verkeert te midden van de ontelbaren die de vrede haten met een vreselijke haat.

Zodra u spreekt van de vrede die alle verstand te boven gaat, zijn zij uit op strijd. U ontbindt de strijd door in de natuur de Godsnatuur te stellen. Laat u door deze strijd en zijn ontgoochelingen en verdriet niet verblinden en misleiden. Verblijd u en verheug u, uw loon is groot, de overwinning is aan u: uwer is het Koninkrijk der Hemelen.

Vrede zij u!

INHOUDSOPGAVE

Woord vooraf

    1. Zalig zijn de armen van geest (1)
    2. Zalig zijn de armen van geest (2) 
    3. Zalig zijn die treuren (1)
    4. Zalig zijn die treuren (2)
    5. Zalig zijn die treuren (3)
    6. Zalig zijn de zachtmoedigen
    7. Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid (1)
    8. Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid (2)
    9. Zalig zijn de barmhartigen
    10. Zalig zijn de reinen van hart
    11. Zalig zijn de vreedzamen
    12. Zalig zijn die vervolgd worden

     

  1. Woordverklaring

Bron: Het mysterie der zaligsprekingen van J. van Rijckenborgh

BESTEL HET MYSTERIE DER ZALIGSPREKINGEN

LEES OVER 5 BOEKEN VAN J. VAN RIJCKENBORGH OVER CHRISTELIJKE TEKSTEN UIT DE OUDHEID