De magnetische storm – hoofdstuk 6 van ‘De gnostieke mysteriën van de Pistis Sophia’ – J. van Rijckenborgh

 

BESTEL DE GNOSTIEKE MYSTERIËN VAN DE PISTIS SOPHIA

De School van het Rozenkruis heeft de bedoeling haar leerlingen binnen te leiden in het mysterie van de nieuwe menswording en wij hebben u dit mysterie laten zien als een actueel gebeuren in het levende nu. Een gebeuren waaraan u deel kunt hebben wanneer uw verlangen daarnaar uitgaat. 

Er zijn mensen die dit mysterie willen benaderen als een leerstellig probleem. Zij willen er ‘studie’ van maken. Zij willen er de aanzichten van beschouwen, zo ongeveer als de mens die voor een etalage staat, geboeid door de kunde van een smaakvol etaleur.

Doch de Gnosis laat zich niet etaleren! Zij ontsluiert zich slechts voor hen die haar naderen uit levende zielenood. De Gnosis zal dan ook nimmer een wetenschap worden die men zal kunnen doceren aan de een of andere universiteit, Zij is voor mensen met een brandend hart. Zij is voor leerlingen van een geestesschool. Voor hen die in waarlijk heilsverlangen het doelwezen van het grote werk naderen. En die alleen in die toestand als leerling kunnen worden aanvaard.

Zo weet u dan dat de elementaire basis van de nieuwe menswording het bezit van een geestvonkatoom of de rozeknop is, welk beginsel zich bevindt aan de top van de rechterhartkamer.

U wordt de aanwezigheid van dit beginsel gewaar uit een toestand van zijn die men typeren kan als verontrusting. Deze toestand kan worden verklaard uit een vatbaarheid voor een bepaalde groep elektromagnetische invloeden die worden uitgezonden door wat wij noemen de Universele Broederschap. Deze invloeden komen van een magnetisch veld dat niet uit de dialectische natuur te verklaren is. Invloeden die niet door het gewone bewustzijn, of door een slangenvuur, of door een orgaan met interne secretie kunnen worden opgenomen. Invloeden die uitsluitend kunnen worden waargenomen, opgenomen en verwerkt door dat oeratoom.

Het oeratoom is een zeer vreemd beginsel in de overige atomische structuur van de gewone persoonlijkheid. Het is geheel anders van bouw; het kan niet worden thuisgebracht bij enige groep van oersubstantiele aard in het gewone levensveld. Daarom ligt dit atoom, als een rozenknop in haar groene dekblaadjes, als verloren in het hartheiligdom, tot de elementaire straling van de Gnosis haar wekken komt.

Het is zeker dat iedere geestvonkentiteit op een gegeven moment op deze radiatie zal reageren. De eerste reactie is verontrusting, omdat de roos des harten, het zevenvoudige beginsel van de ware goddelijke mens, naar het vaderland hunkert. Zodra de rozenknop enige gevoeligheid voor de aanrakende stralingen begint te vertonen, ontwikkelt zich een gloed, een weerkaatsing, een weerspiegeling, die de gehele persoonlijkheid, vooral via de kleine bloedsomloop, beroert en die dus alle gewone bewustzijnscentra aantast. Zo wordt een mensenkind geroepen.

Het is een magnetisch trekken, dat sommige dichters, denkers en romanciers van alle tijden dreef hun schroom van de eenvoud te overwinnen, en vrijmoedig het licht van de mysteriën te naderen. Daarbij bleek steeds weer dat juist die eenvoud en ongecompliceerdheid de kortste weg was tot het doel: het kindschap Gods. Wij hebben het doel van de verontrusting overwogen en wat zou dat doel anders zijn dan een mensenkind drijven tot zoeken?

Het ‘zoek en ge zult vinden’ uit de Bergrede is een oerwet. Als een mensenziel vanuit verontrusting tot zoeken wordt gedreven, zal zij eenmaal vinden. Het moge wellicht voor hen die verstrikt liggen in de tijd, eindeloos lijken en het wiel kan mogelijk vele malen wentelen, maar de zoeker, hij vindt!

Die aanvangende aanraking door de Gnosis, van de tot vinden gepredisponeerde ziel, is zo prachtig eenvoudig en tegelijk zo onweerstandelijk, dat men erom lachen kan. Met een lach van verbazing, met een lach ook van eerbied, met een stille lach van opperste dankbaarheid. Er is geen mensenziel die kan worden overgeslagen. Immers, het is een stralingsvolheid die vanuit een zevenvoudige bron over de wereld glijdt en die iedere geestvonk-entiteit móét bereiken. Ook al zit er een in een oerwoud of driehoog-achter in een wereldstad.

Deze stralingsvolheid wekt niet de brand ener crisis. Zij is slechts een nimmer aflatend, stil roepen. Zij werkt volgens magnetische wetten, waarop het oeratomische kristal móét antwoorden. Zo wordt een mensenziel voorbereid tot een zekere rijpheid.

En dan vindt op een gegeven moment zulk een mens de geestesschool, waarin de werkers spreken van de aard van het zoeken, de oorzaak daarvan en van de bron der nieuwe magnetische straling. Dan vindt de herkenning plaats en dan is er grote vreugde. De zoeker hééft gevonden.

Doch het is slechts een mijlpaal op het pad en de werkers trachten nu de veemdeling te stuwen tot een zeer innige, harmonische en particuliere verhouding tot het bewiste magnetische spanningsveld. Het reageren zonder meer kan aanleiding geven tot een zeer karikaturaal gedrag. Maar het reageren na ondergedoken te zijn in begrip, dát noemen wij geloof. Geloven in het nieuwe leven is: dat leven gaan liefhebben. Zo wordt de kandidaat vervuld van een schier oneindig verlangen.

Die toestand is prachtig en mateloos schoon. Want zie het in: wanneer de Gnosis u roept en trekt en u laat alles achter u om in een machtig verlangen haar te mogen vinden, dan is dat niet slechts het nadereen van de Gnosis tot u, doch ook een voortsnellen van u tot haar. En, o goddelijke heerlijkeheid, dat moet voeren tot een ontmoeting, een lijfelijke ontmoeting, een klaar en duidelijk vinden.

Denk hier niet aan een eerwaardige meester of adept. Het wezen van deze ontmoeting viert zich uit in een uitstorting van kracht. Het gaat hier om een pinksterdag van goddelijk vuur, een volgende mijlpaal op het pad, en deze ontmoeting wordt in onze terminologie ‘openbaring genoemd’.

Deze eerstehands binding brengt de kandidaat een zeer particuliere kennis met betrekkig tot de de ware aard van de Gnosis. Hij bezit dan een controlemiddel in dit openbaringsbewustzijn. Hij is dan, zoals de Pistis Sophia zegt: ‘gezegend boven alle mensen op aarde’. Openbaring is kennen zonder intellectueel voorbereiden. Openbaring is weten tot in het diep van de kernen, terwijl kennis zonder meer slechts vermag te blijven staan bij het uiterlijk van de dingen.

Het gaat hier om het Jupiterbewustzijn, waarvan sommigen hebben gewaagd. Zodra nu dit bewustzijn der openvouwing voor de kandidaat begint te lichten, wordt hij geplaatst voor een laatste en beslissende keuze op het Johanneïsche pad. Deze beslissende keuze moet worden genomen in wat wij de vijfde fase noemden, een fase, die in de Pistis Sophia als volgt beschreven wordt:

‘Op de vijftiende der maan in de maand Tôbe, de dag waarop de maan vol werd, en toen de zon opgestegen was in haar baan, rees er achter haar een grote lichtkracht op, die buitengewoon helder straalde, zodat er geen maatstaf te geven was voor het licht dat met deze kracht verbonden was. Want het kwam voort uit het Licht der Lichten en uit het laatste mysterie, het vierentwintigste, gerekend van binnen naar buiten – namelijk die mysteriën welke zich in de ordening van de tweede ruimte van het eerste mysterie bevinden.
Deze lichtkracht daalde op Jezus neder en omgaf Hem volkomen, terwijl Hij gezeten was op enige afstand van zijn discipelen […].
Tengevolge van het grote licht waarin Jezus zich bevond, konden de discipelen Hem niet zien, daar hun ogen door het grote licht, dat Hem omhulde, verblind waren. Zij zagen slechts het licht, dat vele lichtstralen uitzond. Deze waren niet alle aan elkaar gelijk, doch zij waren verschillend van aard en van type, zodat, van beneden naar boven, de ene straal oneindig veel voor- treffelijkerwasdandeandere,alleine¤e¤nonmetelijkelichtglans, die van de aarde tot de hemel reikte. En toen de discipelen dit licht zagen, werden zij zeer bevreesd en verontrust.
Toen deze lichtkracht op Jezus nederdaalde werd Hij er geleidelijk volledig door omhuld. Hij steeg op en voer omhoog, waarbij Hij verblindend schitterde in een onmetelijk licht […].
Nadat Jezus ten hemel gevaren was geraakten, na drie uren, alle krachten des hemels in grote beroering […] en zij, en al hun eonen, en al hun gebieden, en al hun ordeningen, en de ganse aarde, met allen die haar bewonen, werden tegen elkaar in beweging gebracht En alle mensen op de aarde, ook de discipelen, geraakten in een toestand van grote verontrusting, en allen dachten dat de wereld misschien wel opgerold zou worden […]. En zij werden allen tegen elkaar bewogen, van het derde uur van de vijftiende der maan in de maand Tôbe tot het negende uur van de volgende dag.’

Wanneer de fase van de openbaring door de kandidaat kan worden binnengegaan en er dus sprake is van een persoonlijk kennen, van een persoonlijk proeven, wanneer het bukken voor gezag en leerstelligheid heeft plaatsgemaakt voor een eerstehands omvatten en dus de roep wordt verstaan en begrepen en men persoonlijke verantwoordelijkheid voor een keuze kan aanvaarden, wordt in het hele systeem van de microkosmos van de leerling een magnetische storm tweeggebracht.

Over die magnetische storm kunt u lezen in de Pistis Sophia, in de Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis, in het Openbaringenboek, in de evangeliën, over het schip op de zee van Tiberias, en in Christianopolis van Johann Valentin Andreae (fakkeldrager van het Rozenkruis 8) en in vele andere schrifturen.

Deze magnetische storm is zo overweldigend, zo intens, zo vreemd, zo totaal ongewoon, dat er in eerste instantie grote ontreddering ontstaat, wanhoop. Men meent eerder de verdelging nabij te zijn dan de verlossing.

Welnu, uit deze verslagenheid ontwikkelt zich het verdere proces van de actuele renoverende vrijmaking. Mits de kandidaat de eis van de magnetische storm aanvaarden wil. De ervaring van de dood, waarvan allen die haar doorstrijden moeten, getuigen, vloeit voort uit het feit dat door de hevigheid van de nieuwe magnetische aanraking het ik van de natuur als het ware wordt verlamd, buiten werking wordt gesteld, terwijl het nieuwe bewustzijnsbrandpunt nog niet tot werkzaamheid is gekomen. Met andere woorden, de bedoelde ervaring bewijst de kandidaat bij zijn nadering van het brandpunt, van het nieuwe magnetische veld tot een crisispunt gekomen is. Hij is als het ware voor een muur gekomen.

Het is echter een muur waarin zich een poort bevindt. die poort is inderdaad te openen, doch men moet de sleutel bezitten, men dient daartoe het vermogen te bezitten. Dit vermogen zal niet gelegen zijn in de uitkomst van persoonlijkheidscultuur of in de willekeur van de een of andere meester. Want u hebt geen meester of adept nodig om deze gesloten poort te kunnen openen. U hebt het nieuwe bewustzijn nodig, een geheel nieuw ik, als basis voor een nieuwe persoonlijkheid.

De keuze die u hebt te maken is deze: dat u beslissen moet of u bereid bent het oude ik, het oude bewustzijnsbrandpunt, dat ongeschikt blijkt om in het nieuwe magnetische veld verder te gaan, prijs te geven. Kortom, of u bereid bent het pad van voleinding te gaan, of niet.

De openbaring van de Gnosis is de inleiding tot zulk een besluit. Wie hier, op dit punt van het pad weigert de consequenties te aanvaarden, om welke reden dan ook, hetzij door ikcentraliteit, hetzij door angst, zulk een mens kan feitelijk niet meer terugkeren. En zo hem de genade van de teug vergetelheid niet geschonken wordt, wordt hij overgeleverd aan die karikatuur van alle ware Gnosis die men in deze wereld occultisme noemt.

In de openbaringsfase heeft men zoveel kennis van de Gnosis vergaderd, dat men haar gaat imiteren, dat men haar gaat betrachten in een levensveld dat daarvoor niet geschikt is. Hetzelfde dus wat ook de natuurreligie doet. Het ene en uitsluitende gevolg daarvan is een steeds grotere ontreddering van wereld en mensheid. En een steeds krachtiger en dynamischer ik-centraliteit, een cultuur van de dialectische ikheid, om het even of men het wit of zwart noemt, christelijk of heidens.

Daarom zult u dit uiterst belangrijke komende uur van de keuze beseffen. Kiest u het pad van de werkelijke verlossing, zoals de Boeddha en de Christus dit gewezen hebben: het pad van een volkomen afstand van het ik van de natuur, zodat u het leven verliest om een ander leven te winnen? Of zult u het pad van de waan kiezen, de waan van ‘koning ik’?

Zodra u dit laatste, het pad van de persoonlijkheidscultuur verkiest, wordt het oeratoom weer toegesloten en verliest u uw binding met het nieuwe magnetische veld. Maar zult u, staande voor de poort van het leven, de weg van zelfdoding willen gaan, dan zult u uw pad ten leven kunnen vervolgen. Dan zal na de storm de rust volgen: de rust van het volk Gods.

INHOUD

Ten geleide
Woord vooraf

boek I van de Pistis Sophia – tekst

beschouwingen

      1. De onkenbare mysteriën
      2. Vijf psychologische processen
      3. De fundamentele verontrusting
      4. De leerling voor de tweesprong
      5. Het openbaringsbewustzijn
      6. De magnetische storm
      7. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
      8. De aanraking met de Geestesschool
      9. De vurige driehoek
      10. De Meester van de Steen
      11. De archonten der eonen
      12. De Johannesgeboorte
      13. De kracht van de kleine Jao , de Goede
      14. De kracht van de grote Sabaoth
      15. De vijf helpers
      16. Het wonder van het oeratoom
      17. Bloed, vuur en rookdamp
      18. Gij zijt het die de ganse wereld zult redden
      19. De Heer kent ons allen bij name
      20. Het oostelijke en het westelijke venster
      21. Het lichtkleed der vernieuwing
      22. Overwin de gravitatiewet
      23. De archonten, machten en engelen vrezen zeer
      24. De dierenriem – een twaalfvoudige gevangenis
      25. De onttroning van de vier Heren van het Lot
      26. De blijde boodschap van de moderne Geestesschool
      27. De mysteriën van de Dertiende Eoon
      28. De schepping van de Dertiende Eoon
      29. Het einde van de horoscopie
      30. Bezieling ten dode – en bezieling ten leven
      31. Een nieuwe zon en een nieuwe maan
      32. De droefheid van de Pistis Sophia
      33. De invloed van de Authades
      34. Het magnetische conflict
      35. De kracht met de leeuwenkop
      36. Jaldabaoth: vuur en duisternis
      37. Het dertienvoudige berouw
      38. Eerste boetezang: het Mensheidslied
      39. Tweede boetezang: het Bewustzijnslied
      40. Derde boetezang: het Lied van de Ootmoed
      41. Vierde boetezang: het Lied van de Verbrijzeling
      42. Vijfde boetezang: het Lied van de Berusting
      43. Het mysterie van de vijfde boetezang
      44. Zesde boetezang: het Lied van het Vertrouwen
      45. Het mysterie van de drie lichtkrachten
      46. Zevende boetezang: het Lied van de Beslissing
      47. Achtste boetezang: het Lied van de Achtervolging
      48. Negende boetezang: het Lied van de Doorbraak
      49. De muur van de twaalf eonen
      50. De fundamentele oorzaak van ziekte en dood
      51. De stralingskracht Christi
      52. Jakobus, de mens die Gnosis bezit

Bron: De gnostieke mysteriën van de Pistis Sophia van J. van Rijckenborgh

Uit: De gnostieke mysteriën van de Pistis Sophia door J. van Rijckenborgh

BESTEL DE GNOSTIEKE MYSTERIËN VAN DE PISTIS SOPHIA

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE PISTIS SOPHIA