De meester van de steen – hoofdstuk 10 van ‘De gnostieke mysteriën’ van de Pistis Sophia

 

BESTEL DE GNOSTIEKE MYSTERIËN VAN DE PISTIS SOPHIA

Wij hebben besproken dat het wezen van de trigonum igneum op het vlammende, lichtende gewaad van de nieuwe ziel doelt. Een gewaad waarvan de Pistis Sophia zegt dat het licht daarvan bestaat uit drie soorten: schitterend – voortreffelijk – uitmuntend. Wil er van werkelijke bevrijding sprake zijn, van transfiguratie, dan moet de kandidaat allereerst over deze nieuwe zielemantel de beschikking hebben.

Deze nieuwe mantel kan geweven worden op de basis van het oeratoom, de roos des harten. Wie aanvangt met het weven van deze nieuwe mantel kan eerst met recht een broeder of zuster van het Rozenkruis genoemd worden. Deze mantel wordt in de Bijbel en in de Universele Leer op diverse wijzen aangeduid, zoals het gouden bruiloftskleed, het kleed zonder naad, en als de uitstorting van de Heilige Geest. Ook spreekt men, gelijk wij, van de vurige driehoek, van de Phoenix of van de zesvleugelige draak.

Alle grote wereldleraren en alle bonafide geestesscholen hebben de noodzaak van het bezit van het drievoudige gewaad aangetoond en het weven daarvan onderwezen. U hebt, ten bewijze, slechts te denken aan het zielevernieuwende accent van het evangelie. De dialectische mens bezit een sterfelijke ziel en een dienovereenkomstige mantel en een dienovereenkomstig bewustzijn. Het gewaad van de sterfelijke ziel bevat onder andere:

  • het slangenvuur,
  • het verstand,
  • het willen,
  • het begeren en gevoelen,
  • het zenuwfluïde,
  • het bloed en de stoffelijke atomen.

Dit totaal kunnen wij mede aanduiden als het bewustzijn, het ik, het elektromagnetische levensbeginsel van de mens. Deze zielestaat nu moet totaal veranderd en vernieuwd worden door een geheel ander elektromagnetisch beginsel. Gebeurt dit, bewerkstelligt de leerling deze staat, dan weeft hij een nieuw gewaad en trekt hij een nieuw gewaad aan. Binnen dat gewaad nu, door dat gewaad, voltrekt zich het transfiguristische wonder volkomen.

Laat ons dit proces nog eens op de voet volgen. Zij die medebouwers willen zijn aan het wezen der vernieuwing, dienen te verstaan dat zij allereerst de driehoek dienen te trekken. Het komt geheel aan op hun kundigheden als architect en metselaar.

De eerste zijde van de driehoek trekken zij door het openbloeien van de roos in het hartheiligdom. Dat is het ‘door de Geest Gods ontstoken worden’. Wij hebben u gezegd dat u, door het openbloeien van de roos, uw staat-van-zijn als gevallen entiteit gaat herkennen. Als de roos des harten werkt, gaat u het pad, zijn aanzichten en zijn verlossende aspecten aanschouwen. Als u vanwege de drang van de roos aan het zoeken was, trekt de Geestesschool u in dat proces van bewogenheid en oriëntering. De Geestesschool stort een volle rijkdom van de kennis des heils over u uit.

Wanneer u nu zo de eerste zijde van de driehoek getrokken hebt, dan gaat het erom of u ook bereid bent tot een spontaan van binnenuit aanvaarden van al de u in het eerste proces voorgelegde consequenties: namelijk in de krachten, die de roos aanraken, te gaan leven, te gaan werken, te gaan breken en uzelf daarin te verliezen in dagelijkse praktijk, zonder pozen. Wie dat doet, trekt de tweede zijde van de vurige driehoek. Dat is het ‘in Jezus ondergaan’.

Via de roos raken positieve krachten u aan en u reageert daarop, zoals altijd geschiedt als een grote lichtkracht enig wezen aantast. Uw eerste reactie zal zijn: oriënterend, waarnemend, overwegend. Doch u begrijpt dat, hoewel deze reactie noodzakelijk is, deze zeker niet voldoende zal zijn. Zou u in deze eerste reactie blijven staan, dan bent u slechts de beschouwende, de waarnemende mens zonder meer. Er ontstaat geen harmonie met de lichtkracht en uw kernwezen der gewone natuur blijft onaangetast. U wordt geen veranderd mens!

Maar wanneer u, na de eerste reactie, uw wezen volkomen openstelt voor de Gnosis, met een daadwerkelijk ‘niet mijn wil doch uw wil geschiede’, dan wordt u de ontvankelijke, de zich wegschenkende mens aan de positieve aanraking van de Gnosis. Met andere woorden: naast de positieve pool stelt zich een ideale negatieve pool.

U weet wat er nu gebeuren gaat, wat niet kan uitblijven. Als een positief geladen pool en een negatieve elkaar raken ontstaat er een vonk, een vlam, een vuur. Dat vuur is de derde zijde van de driehoek, het overwinnende aspect. Steeds feller wordt het vuur naarmate de leerling methodisch zijn zelfverbreking doorzet. Tot ineens, als in een oogwenk, de Heilige Geest er is, als een laaiende gloed, als een orkaanstoot, als een intense bewogenheid: het drievoudige lichtgewaad is gereed gekomen. De wedergeboorte uit de Heilige Geest kan aanvangen. In zeer duidelijke karakters is de vurige driehoek getrokken.

De kandidaat gaat er nu toe over het vierkant te trekken. Dit betekent dat hij vanwege zijn nieuwe zielestaat, vanwege de nieuwe elektromagnetische beginselen die nu in zijn stelsel als
bewustzijn en dus als hanteerbare vermogens optreden, de etherkrachten op een totaal andere wijze kan omzetten en verwerken. Kortom, nu kan hij gaan eten van de heilige spijzen, van de twaalf toonbroden, van de vier drievoudige ethers.

Grootse, vernieuwende veranderingen treden in, en door de ziel wordt een nieuw stoflichaam opgericht, waarbij het oude slechts zo lang wordt gebruikt als nodig is. Aldus zien wij een bouw tot stand komen op de basis van het vierkant, door de driehoek der vernieuwing.

In onze uiteenzetting zijn wij echter nog niet volledig geweest, want u weet dat er, naast de driehoek en het vierkant, eveneens sprake is van een cirkel. De cirkel symboliseert het aurische wezen, het hogere zelf. Het hogere zelf van de gewone mens bewaart de dialectische idee van de ervaren levens, alsmede de idee van het tegenwoordige leven, opgebouwd uit het karma van onzegbaar lange tijden. Het hogere zelf omvat het elektromagnetische uitspansel, tengevolge waarvan het dialectische lichtkleed is en bestaat. Dit uitspansel is als een sterrenstelsel: het omvat twaalf primaire magnetische punten en vele secundaire.

Wanneer nu het heilige proces in de leerling, door de leerling, wordt aangevangen, het proces van de vurige driehoek, en vooral wanneer dit proces wordt doorgezet, zien wij een merkwaardige verandering optreden in het aurische wezen. Twaalf nieuwe primaire magnetische punten worden daarin belevendigd. Wie de roos in het hart opent, legt daarvoor reeds de grondslag. En het is duidelijk dat, wanneer deze twaalf nieuwe magnetische krachten werkzaam kunnen zijn, er ruimschoots nieuwe mogelijkheden tot bouwen op en door het vierkant ter beschikking worden gesteld. Op die wijze moet de bouw worden aangevangen en doorgezet tot de overwinning.

Wie in deze overwinning staat, is eerst met recht een meesterbouwer, een Meester van de Steen. Zulk een mens kan in volkomenheid de wereld en de mensheid dienen. De signatuur van deze mens wordt ons in de Pistis Sophia als volgt beschreven:

‘Verblijd u dan en jubel, want toen ik mij op weg begaf naar de wereld voerde ik van het begin af twaalf krachten met mij mee, zoals ik u van het begin af gezegd heb. Krachten, die ik ontvangen en genomen heb van de twaalf Verlossers van de Schatkamer van het Licht, volgens het gebod van het Eerste Mysterie.’

Wie aldus een Meester van de Steen is, kan ook anderen daarmee van dienst zijn. Als iemand geld heeft kan hij het uitdelen. Als iemand brood heeft kan hij spijzigen. Als een mens liefde heeft kan hij die uitstralen. Als de vurige driehoek, tezamen met het heilige vierkant, omsloten wordt door de cirkel, waarin de twaalf verlossers staan te stralen en te vonken, dan kan deze twaalfvoudige kracht ook aan anderen worden meegedeeld.

Hoewel uw lipika die lichten nog niet bezit, zijn deze nochtans in het Levende Lichaam aanwezig. U kunt en moogt er uw bouw in aanvangen. En wie zijn bouw naarstig voortzet, zodat tenslotte de adeldom voor het bevrijdende leven eruit mogelijk wordt, ontvangt in directe genadegave van de Broederschap de twaalf Verlossers in het eigen aurische uitspansel. En van stonde aan is zulk een leerling, in volkomen microkosmische zin ‘niet meer van deze wereld’.

INHOUD

Ten geleide
Woord vooraf

boek I van de Pistis Sophia – tekst

beschouwingen

      1. De onkenbare mysteriën
      2. Vijf psychologische processen
      3. De fundamentele verontrusting
      4. De leerling voor de tweesprong
      5. Het openbaringsbewustzijn
      6. De magnetische storm
      7. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
      8. De aanraking met de Geestesschool
      9. De vurige driehoek
      10. De Meester van de Steen
      11. De archonten der eonen
      12. De Johannesgeboorte
      13. De kracht van de kleine Jao , de Goede
      14. De kracht van de grote Sabaoth
      15. De vijf helpers
      16. Het wonder van het oeratoom
      17. Bloed, vuur en rookdamp
      18. Gij zijt het die de ganse wereld zult redden
      19. De Heer kent ons allen bij name
      20. Het oostelijke en het westelijke venster
      21. Het lichtkleed der vernieuwing
      22. Overwin de gravitatiewet
      23. De archonten, machten en engelen vrezen zeer
      24. De dierenriem – een twaalfvoudige gevangenis
      25. De onttroning van de vier Heren van het Lot
      26. De blijde boodschap van de moderne Geestesschool
      27. De mysteriën van de Dertiende Eoon
      28. De schepping van de Dertiende Eoon
      29. Het einde van de horoscopie
      30. Bezieling ten dode – en bezieling ten leven
      31. Een nieuwe zon en een nieuwe maan
      32. De droefheid van de Pistis Sophia
      33. De invloed van de Authades
      34. Het magnetische conflict
      35. De kracht met de leeuwenkop
      36. Jaldabaoth: vuur en duisternis
      37. Het dertienvoudige berouw
      38. Eerste boetezang: het Mensheidslied
      39. Tweede boetezang: het Bewustzijnslied
      40. Derde boetezang: het Lied van de Ootmoed
      41. Vierde boetezang: het Lied van de Verbrijzeling
      42. Vijfde boetezang: het Lied van de Berusting
      43. Het mysterie van de vijfde boetezang
      44. Zesde boetezang: het Lied van het Vertrouwen
      45. Het mysterie van de drie lichtkrachten
      46. Zevende boetezang: het Lied van de Beslissing
      47. Achtste boetezang: het Lied van de Achtervolging
      48. Negende boetezang: het Lied van de Doorbraak
      49. De muur van de twaalf eonen
      50. De fundamentele oorzaak van ziekte en dood
      51. De stralingskracht Christi
      52. Jakobus, de mens die Gnosis bezit

Bron: De gnostieke mysteriën van de Pistis Sophia van J. van Rijckenborgh

Uit: De gnostieke mysteriën van de Pistis Sophia door J. van Rijckenborgh

BESTEL DE GNOSTIEKE MYSTERIËN VAN DE PISTIS SOPHIA

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DE PISTIS SOPHIA