Tijd en eeuwigheid 11 – De eeuwige zomer zal niet vervagen – Sonnet van Shakespeare – muziek Bronwel 24

 

BESTEL DE MENS ALS KRUISPUNT TUSSEN TIJD EN EEUWIGHEID

Hieronder volgt de tekst van citaat 24 uit het boekje De mens als kruispunt tussen tijd en eeuwigheid, wijze woorden uit vele eeuwen. Die uitgave bevat veertig korte tekstgedeelten uit boeken van uitgeverij Rozekruis Pers en is ontwikkeld als geschenk voor deelnemers aan het gelijknamige symposion dat Stichting Rozenkruis organiseerde op 17 oktober 2021.

Wilt ge dat ik u met een zomerdag verg’lijk?
Gij zijt meer lieflijk en zo meer zacht van zinnen
Woeste winden schudden aan wat ontsprong in mei
De zomer eindigt aleer zij ging beginnen

Somtijds te heet zoals het oog des hemels schijnt
Vaak wordt haar gouden glansgelaat verbleekt omfloerst
Zoals de schoonste schijn somtijds door pracht verdwijnt
Door toeval, of door natuurs onvoorspelb’re koers

Maar uw eeuwige zomer zal niet vervagen
Noch het eigendom van die pracht die gij behoedt
Noch zal de dood zich in uw nabijheid wagen

Als gij naar d’eeuw’ge lijn der tijden verder groeit
Zo lang zijn ogen zien, de mens nog adem heeft
Zo lang leeft dit, en dit aan u het leven geeft

Uit: Het onzegbare in het werk van William Shakespeare (woorden van William Shakespeare), Symposionreeks 21sonnet 18 van Shakespeare, vertaald door Toon van Loon)

BESTEL DE MENS ALS KRUISPUNT TUSSEN TIJD EN EEUWIGHEID

BESTEL HET ONZEGBARE IN HET WERK VAN SHAKESPEARE