Rozenkruis nu! – online jaarprogramma 2024 – week 49
O, Gij Broederschap van Liefde (hymne 152)
7 december 2024
WEEK 1 – WEEK 2 – WEEK 3 – WEEK 4 – WEEK 5 – WEEK 6 – WEEK 7 – WEEK 8 – WEEK 9 – WEEK 10 – WEEK 11 – WEEK 12 – WEEK 13 – WEEK 14 – WEEK 15 – WEEK 16 – WEEK 17 – WEEK 18 – WEEK 19 – WEEK 20 – WEEK 21 – WEEK 22 – WEEK 23 – WEEK 24 – WEEK 25 – WEEK 26 – WEEK 27 – WEEK 28 – WEEK 29 – WEEK 30 – WEEK 31 – WEEK 32 – WEEK 33 – WEEK 34 – WEEK 35 – WEEK 36 – WEEK 37– WEEK 38 – WEEK 39 – WEEK 40 – WEEK 41 – WEEK 4 – WEEK 43 – WEEK 44 – WEEK 45 – WEEK 46 – WEEK 47 – WEEK 48 – WEEK 49
BESTEL HET MYSTERIE DE ZALIGSPREKINGEN
‘Zalig zijn de barmhartigen.’ Wat is dan barmhartigheid, in de zin van de Bergrede? Om dit te begrijpen moeten we ons wenden tot de Universele Leer. Barmhartigheid is – los van alle goedheidspraktijk – een vorm van magie. Het betreft hier de magie van de zielegestalte, die zich bewijst in een bepaalde toestand van het hartheiligdom. Het stralende vermogen van deze zielemagie wordt in de Bergrede aangeduid als barmhartigheid.
Zielemagie is het middel met behulp waarvan de magie der nieuwe persoonlijkheidsopenbaring zich kan uiten. Zielemagie is de specie met behulp waarvan het bouwstuk hecht en sterk kan oprijzen, in onverbreekbare schoonheid. Het kenmerk van deze zielemagie als specie voor het bouwwerk, moet worden aangeduid als volstrekte, het al vervullende naastenliefde. Deze liefde omsluit allen en richt zich zonder onderscheid tot allen: zij is onpersoonlijk. Deze liefde is het die u God doet kennen, God doet zien in zijn volheid. De goddelijke liefde in haar volheid, getransmuteerd tot een hanteerbare dynamische kracht, dát is zielemagie.
Uit: Het mysterie der zaligsprekingen van J. van Rijckenborgh
Hoofdstuk 9: Zalig zijn de barmhartigen
BESTEL HET MYSTERIE DER ZALIGSPREKINGEN
Naastenliefde is de meest directe weg tot God, wordt er wel gezegd. We kennen de liefde, toch! Of het pijnlijke gebrek aan.. Van en voor onze ouders, onze kinderen, onze geliefden, onze vrienden, onze passies. Voor alles waar we onszelf in herkennen. Maar wat is dan precies die naastenliefde, als dit de sleutel is tot het kennen van God?
De zaligsprekingen stellen dat het een magische werking is, zielemagie, die kan gaan spreken en stromen wanneer ons hart rein en stil geworden is, en vol verwachting naar dat ene, dat onbenoembare, dat eigenlijk altijd al met ons was.
In de beperking van ons ego zijn we niet in staat geheel lief te hebben, de ander werkelijk te zien. Dat is nu eenmaal zo. Het maakt ons ook zelfbewust. Ik hoorde laatst iemand zeggen: alles is liefde, óf een schreeuw om liefde. Wij willen gekend worden. Ergens weten we wel dat we zoveel meer zijn dan we zelf kunnen zien.
Gij wilt nu omvatten, al wat ons benart…
Wat ons benart, is echter flinterdun: wij zien onze schaduw omdat we in het licht staan. De Liefde als realiteit is dus altijd met ons. Maar lost niet even onze problemen voor ons op. Liefde is in het licht van de ander voorbij gaan aan onszelf. En daardoor onszelf tegen komen. Het vraagt durf om te zien wat ons benart. Kwetsbaarheid, eerlijkheid, doorzettingsvermogen.
…daalt Uw stil erbarmen eeuwig in de tijd.
Uw stil erbarmen.. deze Liefde, troost, kan dus ervaren worden, deel van je worden. Deze Liefde is het die wacht op ons, geduldig, begrijpend, vergevend. Het gaat met je mee in je dagelijkse weg, en op sommige momenten herken je het, op een moment van stilte of spontaan, zomaar. Eigenlijk overal waar jij even níet bezig bent met jezelf, of wanneer jij ervoor kiest om je open te stellen. En dat vraagt dus nogal wat.
Dus de naastenliefde is de barmhartigheid die wij ontvangen in een open hart, en het delen daarvan is waarom het gaat stromen. Vol van liefde wil je dat delen! Dat gaat vanzelf. Het is de toenadering tussen God en onszelf. Omdat we niet anders meer kunnen. En in dat erbarmen, waar we alles voor opzij zetten, vinden we onze werkelijke vervulling. We bouwen dan in onszelf aan een nieuwe mens, waarin de bron van liefde voor altijd stroomt!
HYMNE 152
O Gij Broederschap van Liefde,
Gods Gewijde Hart,
Gij wilt nu omvatten
al wat ons benart.
Met Uw gouden zielestralen,
vol sereniteit,
daalt Uw stil erbarmen
eeuwig in de tijd.
Heel ons wezen voor U open,
’t hart gericht op U,
staan wij in de Tempel
voor het Graallicht nu.
En de Kelk met Levend Water
giet Zijn zegen uit
over elk die dankend
Uwe namen uit.
Uit het eeuwig Moederwezen
breekt het Godskind vrij,
en in glans van Isis
klinkt het lied zo blij.
Dankt Osiris-Isis-Liefde,
Die het al vervult,
Die als wondermantel
lichtend ons omhult.