Kleurenland – bundel met verhalen en overdenkingen van het jeugdwerk van het Gouden Rozenkruis

In de bundel ‘Kleurenland en andere verhalen’ worden verhalen afgewisseld met korte stukjes en overdenkingen, geschikt om voor te lezen, om zelf te lezen, én om zelf te illustreren. Bijgevoegd zijn losse plaatjes die erbij horen en ingeplakt kunnen worden. De illustraties zijn geschilderd door de kinderen van de Jan van Rijckenborghschool in Hilversum. Alle verhalen zijn op Noverosa, het conferentiecentrum voor de jeugd, ontstaan. Kleurenland  is voor elke leeftijd en voor iedereen die iets van de vreugde van het jeugdwerk op Noverosa wil ervaren. Hieronder volgen acht korte overdenkingen uit het boekje, het voorwoord en de inhoudsopgave.

DE TWEE PADEN

De weg van de wereld is het horizontale pad dat wij allen zo goed kennen. Velen bewandelen alleen dit pad. De weg van het Licht is het verticale pad. Een zoekend mens komt in zijn leven op het punt waar beide paden elkaar kruisen. Het is niet moeilijk hierin het symbool van het kruis te zien.

Is de blik van de mens helder, dan blijft de aandacht gericht op dat ene punt waar de beide paden elkaar kruisen. Het midden. Daar, op dat punt, ligt de mogelijkheid om tot werkelijk nieuw leven te komen. In het midden kan de Roos bloeien.

EEN ONPARTIJDIG OOG

Wie door een waarachtig verlangen uit de woelige zee van het dialectische leven aanspoelt op de stranden van het andere Levensveld is een echte eilandbewoner geworden.

Zoe iemand heeft (volgens het boek Christianopolis) drie kenmerken: een onpartijdig oog, een beheerste tong, en een gepaste houding. Wat is een onpartijdig oog? Er wordt gezegd ‘Het oog is de spiegel van de ziel!’ Daar wordt mee bedoeld dat alles wat in ons leeft zich weerkaatst in de glans van onze ogen. Daarom zeg je: ‘Zijn ogen tintelen van blijdschap.’ En als je verliefd bent dan ‘heb je lichtjes in je ogen.’

Je ogen liegen nooit. Zij tonen altijd hoe je van binnen werkelijk bent. Maar hoe de ik-mens ook is, woedend of lief, zogenaamd eerlijk of openlijk gemeen, nooit is zijn oog onpartijdig. Immers het ik is steeds van de partij!  Het ik ziet de dingen nooit zuiver, maar altijd gekleurd en vervormd door wat het ik zo graag wil of liever niet wil, door onze voor- en afkeur. 

Er is slechts sprake van een onpartijdig oog als we iets van al onze vooroordelen en meningen gaan zien. Als je ziet dat je bevooroordeeld bent, dan ben je niet meer zo bevooroordeeld! Dit is de eerste stap. Als we die eerste stap iedere keer weer zouden kunnen zetten, dan is het zeker dat ook het tweede en derde kenmerk van een eiland-bewoner van ons gezien zullen worden.

Een onpartijdig oog is: zien wat is. Een beheerste tong is: spreken vanuit wat werkelijk is. Een gepaste houding is: handelen vanuit de waarheid.    

VLAMMETJE

‘Er werd een kleine tere vlam,
ontstoken in de nacht’

Zo begint een jeugdlied. Wanneer men probeert een kaars met een lucifer aan te steken terwijl er een hevige wind waait, dan zal dat niet lukken. Ook al blijft men proberen, het zal onmogelijk zijn de pit van de de kaars te ontsteken. Immers, de wind is machtiger dan de kleine tere vlam. Ook al beschermt men het vlammetje met de hand zodat de lucifer blijft branden, toch blijft de wind krachtiger en verhindert hij dat de kaars ontstoken wordt.

Maar als vele mensen de kaars tegen de wind beschermen , dan kan het gebeuren dat het nieuw ontstoken lichtje niet meteen wordt uitgewaaid. Alleen door samenwerking is men in staat de wind te trotseren. En kijk! Het licht, de kaars ontvlamt. Behoed en beschermd zal het licht nu zijn volledige kracht kunnen ontplooien. De wind heeft er geen macht meer over.

Velen zullen die grote licht nu kunnen zien. Zij zullen komen met de vraag: ‘Neem ons op in de kring en ontsteek ook onze lichten.’ Met vreugde worden ook zij ontvangen, en ieders licht wordt aan het grote licht ontstoken.

Zo zal een machtig stralend liefdevuur ontbranden, zo krachtig dat het de hele wereld zal verlichten. En als het vuur van de liefde eenmaal brandt zal ook de wind het nu gaan dienen. De wind zal de heldere vlammen aanwakkeren en op zijn krachtige vleugelen verspreiden over de gehele wereld.

KLOOF

De mens dwaalt over de wereld. Waar hij ook gaat, overal ontmoet hij grenzen, overal staat hij voor de kloof.

Wil hij de bodem van de oceaan verkennen, dan heeft zijn lichaam te weinig licht. Vreugde is nooit ongedeeld, maar steeds vermengd met een stil en grondeloos verdriet. Bij het lachen zijn er tranen. Wil hij geven, dan komt hij steeds tekort. Wil hij spreken dan laat het zich niet zeggen. Hij weet niet hoe de ander echt te bereiken, hij die zo naar een vriend verlangt. Overal is er de kloof, de kloof tussen het verlangen en de werkelijkheid, de kloof tussen het woord en de daad.

En dan ontdekt men dat iedere kloof in deze wereld met lijden is vervuld. Geen enkele vreugde is volkomen. Geen enkel geluk volmaakt. Onpeilbaar is de diepte, de afstand tussen tijd en eeuwigheid, tussen de duistere wereld en het ware licht.

En wie dit lijden ziet, herkent de diepe kloof in het eigen wezen. Hij laat alle uiterlijk pogen en zet zich nu aan zijn innerlijke taak. En als het ik zich dan ten offer geeft, als brug ten waren leven, klinkt nog eenmaal de vraag: ‘Hoe de kloof te overbruggen? En terstond is daar het antwoord, recht vanuit het hart: ‘Alleen de liefde kent geen afgrond, in de liefde is geen lijden.’

UIT HET LABYRINT

Een wereld waar alleen ruimte is voor een gevecht van ik tegen ik, voor keiharde regels en rotsvaste patronen, voor een nimmer eindigende keten van angst en verdriet, zo’n wereld kan een mens benauwen: hij snakt naar lucht om vrij te ademen.

Een wereld waar niemand de weg weet, waar alle kennis elkaar tegenspreekt en verdwijnt in een labyrint van onwetendheid, waar niemand weet vanwaar hij komt, waarheen hij gaat, zo’n wereld is als een donkere kamer, die een mens teneer drukt: Hij verlangt ernaar opgetrokken te worden in het licht. Hij reinigt zijn hart, hij zuivert zijn ogen. Eenmaal zal hij vrij zijn van alle dorst en het labyrint achter zich laten.

REDDINGSWERK

‘Over de aarde ligt een donker net.
Ieder ik spint levensdraden verder;
steeds zwaarder en fijner wordt het net,
tot het bijna alles heeft bedekt.’

Maar door de eeuwen heen wordt een machtig werk verricht. Mensenhoofden, mensenharten, mensenhanden voegen zich tezamen. Zij tonen zich bereid hun zielen los te maken uit het aardse leven. Niet langer wentelen zij onbewust voort in het donkere wereld-web, maar draad voor draad wordt van alle onzuiverheden ontdaan.

En zie, helpende handen komen dit mensenwerk tegemoet. Een wonder werk ontstaat: het is het werk van de Broederschap, die in onmetelijke liefde steeds haar gouden net uitwerpt om zoekende zielen te vissen uit de levenszee.

HERHALING

De geestesschool is een smidse waar het ijzer van de vrijheid gesmeed wordt. In de geestesschool betekent vrijheid: het overwinnen van het lijden. Wat is het lijden?

Het is geketend zijn aan het rad van geboorte en dood. Het is het geketend zijn aan de kringloop van de herhalingen. Herhaling en lijden zijn in diepste wezen één en hetzelfde. Let op het woord herhalen Men haalt telkens opnieuw iets over over zich, men haalt zich telkens weer hetzelfde op de hals, telkens en telkens weer. En iedere keer weer wordt wat we gehaald hebben uit de handen geslagen. Het kan lang duren voordat men dit doorziet.

De microkosmos, het wezen dat ronddwaalt door ruimte en tijd, haalt telkens opnieuw een persoonlijkheid van vlees en bloed bij elkaar, die iedere keer weer sterft. Dit is de grote kringloop der herhalingen die zolang doorgaat tot hij een keer doorbroken wordt. Maar ook in het leven van één enkele persoonlijkheid is er sprake van een haast eindeloze keten van herhalingen.

Hoe vaak doen wij niet dezelfde dingen, ondanks de ervaring dat alles ons telkens weer uit de handen valt: vrienden, bezit, gezondheid, enzovoort. Zelfs de opvoeding en studie bestaan hoofdzakelijk uit herhaling. Tot op zekere hoogte is  herhaling nodig. Alleen via de weg van de ervaring, de weg van de herhaling, kunnen we leren inzien hoe zinloos en uitzichtloos het is hetzelfde nog een keer te halen. Door herhaling komen we tot inzicht.

Vrij worden van de keten van de herhaling is vrij worden van karma. Karma betekent dat iedere handeling gevolgen heeft, dat iedere handeling zich her-haalt, naar zichzelf terug-keert. Vrijheid is: deze keten zien. Deze keten zien, betekent: de keten doorbreken. In het vuur van het inzien, wordt het ijzer van de vrijheid gesmeed. Dit is het werk van de geestesschool. Inzicht is de voorbode van wijsheid.

LAAT HET LICHT WORDEN

Vanmorgen ben je wakkewr geworden Gisterenavond toen je insliep was het donker Je kon niets zien. Hoe je je ogen ook inspande, het was donker. En hoe het kwam weet je niet, maar ineens zijn je ogen dichtgevallen. Toen was het pas echt donker. Heb je er heel even aan gedacht of getwijfeld of het de volgende morgen weer licht zou worden? Was je bang dat het altijd donker zou blijven? Hoe lang het donker is geweest weet je niet , maar ineens gingen je ogen open. Het is licht!

Licht maakt mensen blij, want – of zij het weten of niet – zij verlangen naar licht. Niet alleen naar het licht van de zichtbare zon, maar naar een licht dat zó groot is, dat het het hart van iedere mens kan verwarmen.

De School van het Rozenkruis wordt ook wel genoemd de school van het licht. Als je in de tempel bent geweest, begrijp je misschien waaom De verhalen die worden verteld zijn verhalen van het licht. Als je er goed naar luistert, kun je er blij van worden. Het lijkt wel of het licht en warm wordt, diep binnenin je. Zie je, dat is wat elk lichtverhaal vertellen wil: houd je hart open voor het Licht. Laat het licht worden in je hart, wordt wakker!

VOORWOORD

Wie wil vinden, zal zoeken,
Wie wil gaan, zal bewegen
wie wil ervaren, zal handelen.

Een mensenkind zoekt naar ware vrijheid,
een mensenkind vergeet zichzelf,
laat het duister los en vindt de weg tot het Licht.

Als je wilt horen, moet je je oren openen,
als je wilt zien, moet je je ogen openen,
als je wilt begrijpen … open je hart!

Moge dit boekje ertoe bijdragen dat ieder vindt wat hij reeds zo lang zoekt.

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord

  1. Zonnekinderen
  2. Stroom
  3. Sleutel
  4. De twee paden
  5. Een onpartijdig oog
  6. Vlammetje
  7. Prinsesje
  8. Spreken
  9. De wijsheid ging voorbij
  10. Kloof
  11. Lopen
  12. Uit het labyrint
  13. Wolkje
  14. Reddingswerk
  15. Kleurenland
  16. Herhaling
  17. Klok
  18. Hoogtepunten
  19. Binnengaan
  20. Reizen
  21. Blind
  22. De ware naam
  23. Laat het licht worden

LEES MEER OVER DE BOVENSTAANDE DRIE JEUGDBOEKEN